Boulevard des Fruits // Anspachpark

04/05/2012

De Brusselse binnenstad heeft een groot gebrek aan groen en dat heeft effect op de gezondheid van de inwoners. Een project van Bral toont dat fruitbomen op straat mensen opnieuw in contact kunnen brengen met de natuur. En ze leveren nog fruit op ook. En als alles goed gaat zelfs kriekbier.

Tien kinderen van de naschoolse opvang van het OCMW in het Begijnhof knikken als ik vraag of ze wel eens naar een park gaan. En of ze al ooit iets geplant of gezaaid hadden. “Ja, in een bloempot” zegt Ihmad. “Met mijn ouders gaan we naar de speeltuin” zegt Fatima. “En met de opvang gaan we in de vakantie naar het bos.”

De natuur trekt hen wel aan, zou je zeggen. Ze zijn in elk geval erg gretig als ze horen dat ze tijdens de paasvakantie bloemetjes gaan zaaien in de bakken op het Begijnhofplein. Maar eigenlijk komen ze zelden in aanraking met natuur. Ze wonen allemaal in het centrum en daar is natuur ver te zoeken. Het decoratieve uitheemse boompje in het straatbeeld kan niet opboksen tegen de algemene indruk van beton en chroom. Die boompjes zijn gewoon niet “natuurlijk” genoeg. De binnengebieden zijn al niet beter. De kaart bij dit artikel spreekt boekdelen: het centrum en de hele 19de-eeuwse gordel liggen er bij als een bloedrode vlek in een stad die vooral aan de buitenkanten zeer groen kleurt. Dat wil zeggen: dit zijn huizenblokken met percentages aan groen van 0 tot tien procent. Groen is er zo goed als niet. Ook de paar parkjes en speeltuinen die de binnenstad rijk is, bevatten weinig natuur. Het zijn vooral “minerale” speelruimtes of rustplekken, plekken waar kinderen moeten kunnen spelen of volwassenen komen rusten. Het natuuraspect beperkt zich meestal tot enkele bomen. Denk aan de Hooikaai achter de KVS of het Sint-Franciscuspark in Sint-Joost. Belangrijk als ontmoetings- en speelruimte maar geen plaatsen die het contact met de natuur herstellen.

gezonde mensen

Contact met natuur is nochtans erg belangrijk voor de volksgezondheid. Heel wat studies tonen aan dat mensen die meer contact hebben met groen zichzelf omschrijven als gelukkiger of gezonder. En in 2009 koppelden twee Nederlandse onderzoekers de objectieve ziektecijfers van 300.00 patiënten aan de afstand tussen hun woning en groene ruimten. Bleek dat bij 15 van de 24 ziekteclusters mensen minder symptomen vertoonden in buurten met groen, onafhankelijk van hun inkomen. Mensen die groen in de buurt hebben, zijn bijvoorbeeld minder depressief. Bovendien blijkt dat laag opgeleide mensen en kinderen extra baat hebben bij een groene omgeving, mogelijk gewoon omdat zij meer tijd doorbrengen in de buurt van hun huis.

Opmerkelijk is wel dat groene ruimtes in de meest dichtbevolkte buurten veel minder positief effect bleken te hebben op gezondheid. De onderzoekers suggereren dat dit te maken heeft met een gevoel van onveiligheid dat weegt op parken in stadscentra. Als je ’s avonds voorbij een groter park moet in stedelijk gebied, voelen veel mensen zich waarschijnlijk niet gelukkiger en gezonder maar net bang en gestresseerd. Dat zet ons voor een dijk van een uitdaging: waar en hoe kunnen we onze binnenstad zo vergroenen dat de levenskwaliteit en de gezondheid van mensen er op vooruit gaan?

Fontainas

Zaterdag 10 maart. Een stuk of dertig vrijwilligers staan met hun voeten en spades in de aarde op het Fontainas- en het Begijnhofplein. De kinderen van de naschoolse opvang zijn er bij maar ook coole ketten, gepensioneerden, een timmerman en deftige dames … Doel: fruitbomen en –struiken planten. Er is van alles en nog wat: perzik, appel en peer, hazelaar … Er zijn stekelbessen en frambozen. Maar de sterren van de dag zijn de Schaarbeekse kriekelaars. Vooral het feit dat Brouwerij Cantillon uit Anderlecht de krieken zal verwerken in hun traditioneel kriekbier trekt de aandacht. En als die kriek dan nog geschonken wordt in café Moeder Lambic, op Fontainas zelf, is de Brusselse kringloop helemaal gesloten.

Voor wie achterdochtig is: vruchten nemen zo goed als geen vervuiling op uit de bodem en al helemaal niet uit de lucht. Maar je moet het fruit natuurlijk wel wassen voor consumptie.
Met deze actie draagt Bral twee elementen aan die belangrijk zijn voor de vergroening van de centrumwijken. Het eerste gaat over kwantiteit; het tweede over kwaliteit van groen. Er moet ten eerste meer groen zijn en wel overal: op straten, pleinen, gevels en daken. We hebben geen grote braakliggende terreinen meer in het centrum waar we een park van kunnen maken en dus moeten onze straten en lanen de functie van park overnemen. Dubbel voordeel want in een groene straat blijft beweging, er zijn voetgangers en verkeer, onveiligheid is verder weg.

Als je even rond kijkt in de Vijfhoek, dan vind je al snel één laan die lijdt aan obesitas en die dringend rijvakken moet prijsgeven. De ideale plek dus om een park te maken. We hebben het over de Anspachlaan. Na de verkiezingen zou deze autoroute urbaine een voetgangerszone moeten worden, tussen de Plattesteenstraat en het Brouckèreplein. Die mogelijkheid staat alleszins in het gemeentelijk mobiliteitsplan dat nu in openbaar onderzoek is.

groene straten

Dan is er de kwalitatieve kant van de zaak. Al te vaak kiezen gemeenten bomen en struiken die weinig onderhoud vragen en tegen een stootje kunnen maar stellen ze zich niet de vraag of die planten ook iets bijdragen op vlak van biodiversiteit. En of die planten mensen meer in contact brengen met de seizoenen, met de natuur. Dat is jammer want andere soorten zouden onze straten en pleinen en flinke injectie kwaliteit kunnen toedienen. Fruitbomen zijn volgens ons een uitstekend middel om dat te doen. In de lente dragen ze bloemen, daar komen insecten op af, later komen er vruchten voor mens en dier… Buurtbewoners zijn vaak zo enthousiast dat ze mee verantwoordelijkheid willen dragen voor de planten. De bomen in het Begijnhof krijgen de kinderen als meter en peter.

Dit enthousiasme komt niet uit de lucht vallen. Al enkele jaren hebben stedelijke moestuinen en boomgaarden de wind in de rug. Overal in Brussel en de wereld schieten ze uit de grond, als … euh … worteltjes. In parken, op vergeten hoekjes van straten, op het dak van de Koninklijke Bibliotheek... Diverse organisaties begeleiden tuiniers en houden online kaarten bij van fruitbomen en groentetuinen. Buitenlandse voorbeelden zijn Fruitcity of Neighborhoodfruit (>Public Trees). Leefmilieu Brussel, onze Brusselse milieuadministratie, en het kabinet Evelyne Huytebroeck zijn ook overtuigd. Ons Gewest heeft al een Plan voor Duurzame Voeding en een projectoproep ‘collectieve moestuinen’. Natuurlijk kan een stad zichzelf nooit voorzien van al het eigen voedsel. Zeker granen en vleesproductie vragen veel te veel grond. Maar fruit, groenten, aromatische kruiden… kunnen prima groeien in hoekjes en kantjes van de stad. Veel ecologischer dan ze van de andere uithoeken van Europa of de wereld te laten overkomen.

Piet Van Meerbeek

INFO:

fruitcity.co.uk

www.neighborhoodfruit.com/public-trees

Lees ook