Artikels
Thema
Er is in Brussel snel een publiek debat nodig over de heraanleg van de as tussen het Noord- en Zuidstation. “Het nieuwe Brusselse stadsbestuur zit ondertussen een half jaar in het zadel, het wordt tijd om met iets concreets naar buiten te komen”, zegt BRAL bij de lancering van de gloednieuwe tweetalige publicatie ‘ParcAnspachPark: ideeën voor de toekomst van de centrale lanen in Brussel’. De herinrichting van de centrale lanen moet voor BRAL deel uitmaken van een netwerk van autoluwe zones in het Brussels Gewest en de Anspachlaan moet daarbij een referentie worden op vlak van herinrichting van de publieke ruimte. BRAL steunt Pic Nic the Streets en zal aanwezig zijn op 9 juni.
In de zomer van 2012 organiseerde BRAL een ideeënoproep voor de heraanleg van de centrale lanen. Zestien groepen en ontwerpers dienden hun uitgewerkt idee in. Een 14-koppige jury, onder leiding van de gerenommeerde Italiaanse stedenbouwkundige Bernardo Secchi, koos een winnaar en er volgde een tentoonstelling, een publieksstemming en een druk bijgewoonde prijsuitreiking. De laatste maanden werden de aanbevelingen van de jury aangescherpt, vonden er nog ontmoetingen plaats tussen de ontwerpers en bewoners van de Vijfhoek en ging BRAL met de winnaars van de wedstrijd langs bij verschillende politieke kabinetten van de Stad Brussel.
Naast een interview met de winnaars van de Anspachpark-wedstrijd en een tekst die de gemeenschappelijke punten uit de 16 ontwerpen onderzoekt, worden in de nieuwe publicatie “Ideeën voor de toekomst van de centrale lanen in Brussel” ook voor het eerst de uitgewerkte aanbevelingen van de jury publiek gemaakt. Die 14-koppige jury discussieerde in september een hele dag over de toekomst van de centrale lanen. De bevindingen van die discussie rijpten de maanden nadien nog na in uitwisselingen per mail. Hieronder volgen enkele van die aanbevelingen:
• Er is ambitie nodig. Anspachlaan moet een referentie worden op vlak van herinrichting van de publieke ruimte in Brussel;
• Er is nood aan duidelijk signaal dat de stad de publieke ruimte in haar centrum wil teruggeven aan de Brusselaars ;
• Bij de ontwikkeling van het centrum moet voldoende aandacht gaan naar een kwalitatieve vergroening en naar biodiversiteit;
• Er mag plaats vrij komen voor horeca en handel maar op gecontroleerde wijze. Privatisering van de openbare ruimte is uit den boze;
• Het doorgaand verkeer moet onmogelijk worden, niet alleen op de centrale lanen, maar in de hele Vijfhoek;
• Er moet snel een publiek debat komen over de uitgangspunten en over het ontwerp, met maquettes, werkgroepen en een permanent infopunt. Dit wordt een van de megaprojecten van deze legislatuur en het is belangrijk dat het leeft bij de bevolking.
• ...
BRAL roept het Brusselse stadsbestuur op om snel een stappenplan uit te werken voor de heraanleg . De bewoners en gebruikers moeten daarbij zoveel mogelijk betrokken worden. “De Stad Brussel moet ook op tijd een krachtig prijzenbeleid voeren om te verhinderen dat de prijzen van huur- en koopwoningen in het centrum zullen stijgen als gevolg van de opwaardering van de laan”, aldus nog BRAL. “De heraanleg moet een sociaal project worden. Alle Brusselaars moeten zich de laan kunnen toe-eigenen, niet enkel de begoede klasse.”
Contact:
Piet Van Meerbeek | stafmedewerker leefmilieu, participatie & wijkontwikkeling
| M 0477 26 93 14 |
An Descheemaeker | coördinatrice
| Zaterdagplein 13 – 1000 Brussel |
| T 02 217 56 33 | www.bral.brussels | www.anspachpark.be
Morgen 22 mei buigt de overlegcommissie van de Stad Brussel zich over de tweede versie van de Gezoneerde Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GGSV) voor het stadsproject Wet (Wetstraat). De eerste versie werd grondig aangepast een impactstudie die er onder onder druk van verschillende verenigingen, waaronder Bral, was gekomen.
Diezelfde verenigingen – verenigd in Coördinatie Brussel-Europa[1]- dienen nu opnieuw een uitgebreid bezwaarschrift in. In haar conclusies legt de Coördinatie de nadruk op het op verschillende vlakken onvolledig karakter van de impactstudie:
- mobiliteit: hoe verantwoord is deze belangrijke verdichting zonder dat een voorafgaandelijk en operationeel mobiliteitsplan deze verdichting mogelijk maakt?
- sociaaleconomisch : waarom nog nieuwe kantoren toelaten in een buurt met de hoogste kantoorleegstand van het Brussels Gewest?
- vermindering van broeikasgassen: hoeveel tijd heeft de in het vooruitzicht gestelde ‘eco-wijk’ nodig om het totale energieverbruik te compenseren van zowel de afbraak als de heropbouw van de Wetstraat?
- werfoverlast: wat betekent de verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte wanneer tegelijk de wijk voor de volgende 40 jaar een permanente en chaotische werf zal zijn?
- huisvesting : hoe wordt de woningbouw aangemoedigd? Kantoortorens krijgen duidelijk prioriteit, zelfs op het kruispunt met de Etterbeeksesteenweg, die daardoor nog steeds letterlijk en figuurlijk in de schaduw van de Wetstraat blijft.
Zowat alle noodzakelijke parameters voor een geslaagde afbraak en heropbouw van de Wetstraat staan in het rood, de mogelijkheid van de Commissie om zijn uitbreiding te financieren inbegrepen. In afwachting van het einde van de crisis zal de GGSV in de Wetstraat noodgedwongen achter de feiten lopen wanneer promotoren projecten opzetten. Ze zal gebruikt worden als verantwoording voor de massaal afwijkende projecten in de Belliardstraat. In beide gevallen ten nadele van de Etterbeeksesteenweg die de autoriool van de Europese wijk dreigt te worden.
Hoe geloofwaardig is deze nieuwe verordening - met zijn vele tekortkomingen – wanneer die al voorbarig en buiten zijn perimeter wordt toegepast voor projecten zoals Belview, Trebel of zelfs voor het Huis van de Europese Geschiedenis?
Lees het volledige bezwaarschrift als bijlage.
Contact :
IEB - Mathieu Sonck 0478 203 578
AQL - Marco Schmitt 0497 122 770
BRAL - Hilde Geens 0472 834 574
[1] Association du quartier Léopold (AQL) en de Groupe d’Animation Quartier Nord-Est (GAQ) ondersteund door Inter-Environnement Bruxelles (IEB) en de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL)
Hallucinant debat in het Brussels parlement vorige week. Een lid van de oppositie presenteert dalende cijfers over selectieve afvalinzameling van Bral vzw en de staatssecretaris weerlegt dit cijfermateriaal. In één adem beschuldigt hij ons van “anxiogène”. Alleen: zijn deze cijfers niet afkomstig van Bral maar van z’n eigen kabinet.
Op 21 mei 2013 confronteert de Commissie Leefmilieu van het Brussels Parlement Rachid Madrane, staatssecretaris voor afvalinzameling, met nieuwe cijfers over onze sorteerprestaties.
La presse, par ailleurs, nous apprend via une enquête du Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL) que les Bruxellois trieraient moins bien qu'avant l'instauration du tri obligatoire. Le taux de tri n'atteindrait que 25%, sachant que l'objectif fixé par l'Europe est d'atteindre les 50% de déchets triés pour 2020. Selon cette enquête, ce sont surtout les sacs bleus qui connaîtraient une forte baisse. Le communiqué, qui date du 28 février, expliquait que, selon le BRAL, "le recyclage ne semble pas être le point fort des Bruxellois. Ceux-ci trient en effet moins bien leurs déchets qu'il y a deux ans."
Meneer Madrane weerlegt deze cijfers en geeft Bral meteen een stevige veeg uit de pan:
Les chiffres en matière de collecte et de tri à Bruxelles provenant du Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL) sont ceux d'une association plus soucieuse de produire un discours militant anxiogène que les pouvoirs publics ! Soyons clairs : son objectif est davantage d'imposer le sac payant aux Bruxellois que d'apporter une réelle contribution à l'amélioration de la situation sur le terrain. En toute amitié, je ne peux donc que vous encourager à diversifier vos sources d'information et d'inspiration. Je ne confirme donc pas les chiffres du BRAL. Au contraire, je les conteste (…)
Het vreemde is dat Bral helemaal geen cijfermateriaal heeft verzameld maar enkel heeft gereageerd, in een interview, op cijfers die afkomstig waren … van het kabinet zelf. Niet alleen is de staatssecretaris onvoldoende vertrouwd met de voorstellen en acties van Bral; hij kent kennelijk ook zijn eigen cijfers niet. Volgens ons wekt dit weinig vertrouwen.
Bral weet waarom
Het is ons duidelijk waarom de heer Madrane deze cijfers probeert te weerleggen: ze zijn absoluut niet fraai. Na de kritiek op de resultaten op vlak van netheid, blijkt met deze cijfers eens te meer dat we geen vooruitgang boeken op vlak van recyclage. De staatssecretaris grijpt naar zware middelen om zich te verdedigen: hij ontwijkt het debat, snauwt critici af en schermt met valse argumenten, maar hij kan niet ontsnappen aan de harde waarheid: dat ons afvalbeleid niet werkt en dringend een koerswijziging nodig heeft.
Zie de brief in bijlage voor een fijnere analyse en voor een uiteenzetting van de veranderingen die zich opdringen.
Bral nam na deze commissie verschillende keren telefonisch en via mail contact op met het kabinet, maar kreeg geen antwoord.
Contact :
Piet Van Meerbeek | Bral vzw
stafmedewerker leefmilieu & participatie
| Zaterdagplein 13 – 1000 Brussel |
| T 02 217 56 33 | GSM 0478 999 707 |
Débat hallucinant au parlement Bruxellois, le 21 mai. Un membre de l'opposition présente des chiffres à la baisse, concernant la collecte sélective des déchets, provenant de l'asbl Bral, et le secrétaire d'état conteste ces données chiffrées. Du même coup, il nous traite d'«anxiogènes». Seulement : ces chiffres ne proviennent pas du Bral, mais de son propre cabinet.
Le 21 mai 2013 la Commission de l'Environnement du Parlement Bruxellois, confronte Rachid Madrane, le secrétaire d'état responsable de la collecte sélective des déchets, à de nouveaux chiffres, concernant nos prestations en matière de tri.
«La presse, par ailleurs, nous apprend via une enquête du Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL) que les Bruxellois trieraient moins bien qu'avant l'instauration du tri obligatoire. Le taux de tri n'atteindrait que 25%, sachant que l'objectif fixé par l'Europe est d'atteindre les 50% de déchets triés pour 2020. Selon cette enquête, ce sont surtout les sacs bleus qui connaitraient une forte baisse. Le communiqué, qui date du 28 février, expliquait que, selon le BRAL, «le recyclage ne semble pas être le point fort des Bruxellois. Ceux-ci trient en effet moins bien leurs déchets qu'il y a deux ans.»
Monsieur Madrane réfute ces chiffres et gratifie du même coup le Bral d'un solide coup de patte :
«Les chiffres en matière de collecte et de tri à Bruxelles provenant du Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL) sont ceux d'une association plus soucieuse de produire un discours militant anxiogène que les pouvoirs publics ! Soyons clairs : son objectif est davantage d'imposer le sac payant aux Bruxellois que d'apporter une réelle contribution à l'amélioration de la situation sur le terrain. En toute amitié, je ne peux donc que vous encourager à diversifier vos sources d'information et d'inspiration. Je ne confirme donc pas les chiffres du BRAL. Au contraire, je les conteste (…)”
Fait étrange, le Bral n'a rassemblé aucune donnée chiffrée, mais a seulement réagi, dans une interview, à des chiffres provenant… du cabinet lui-même. Non seulement le secrétaire d'état est insuffisamment familiarisé avec les propositions et actions du Bral, il ne connait, visiblement, pas ses propres chiffres. A notre avis, ceci n'inspire guère confiance.
Le Bral sait pourquoi
Pour nous, il est clair pourquoi Monsieur Madrane essaie de réfuter ces chiffres : ils ne sont vraiment pas édifiants. Après la critique des résultats au niveau de la propreté, ces chiffres font apparaitre, une fois de plus, que nous ne progressons pas non plus sur le plan du recyclage. Le secrétaire d'état recourt aux grands moyens pour se défendre : il élude le débat et se sert de faux arguments[1], mais ne peut échapper à la dure vérité : notre politique des déchets ne fonctionne pas et un changement de cap s'impose d'urgence.
Voyez la lettre ci-jointe, qui propose une analyse plus détaillée ainsi qu'un exposé des changements qui s'imposent.
Après cette réunion en commission, le Bral a pris plusieurs fois contact avec le cabinet mais n'a jamais reçu de réponse.
Contact :
Piet Van Meerbeek | asbl Bral
membre de l'executif environnement & participation
| Place du Samedi 13 – 1000 Bruxelles |
| T 02 217 56 33 | GSM 0478 999 707
[1] Pour ne pas devoir confirmer la baisse, ces 2 dernières années, en matière de collecte des sacs bleus, Mr. Madrane présente les évolutions sur 4 ans: “Au niveau des chiffres, nous avons pu établir les constats suivants au cours des quatre dernières années : 15.000 tonnes de déchets incinérés en moins ; 1.000 tonnes de PMC en plus ; - 6.000 tonnes de déchets papier et carton en plus ; 3.000 tonnes de verre en plus ; 1.500 tonnes de déchets de jardin en plus.” . Le constat reste néanmoins le même : le mouvement à la hausse en matière de collecte sélective n’a été que temporaire et a été suivi par une baisse quasi aussi importante.
De Coördinatie Europa is verheugd dat het Europees Parlement in dialoog wil gaan met het middenveld. Maar tegelijk is ze ook teleurgesteld over het gedrag van datzelfde Parlement in andere dossiers. Als recent voorbeeld: het kantoorproject voor het EU-parlement aan de Belliard- en Trierstraat wat vergund werd ondanks het negatief advies van de overlegcommissie.
Op initiatief van de Association du Quartier Léopold (AQL) en de Coördinatie Europa vond er op 23 april 2013 in het Europees Parlement een Ronde Tafel plaats. Daarbij waren vijf ondervoorzitters van het Parlement aanwezig, verschillende Europarlementsleden, vertegenwoordigers van het Brussels Gewest, Leefmilieu Brussel, het Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO), de Stad Brussel, de Gemeente Etterbeek en vertegenwoordigers van bovengenoemde Brusselse organisaties.
De bedoeling van deze Ronde Tafel is een permanent overleg te organiseren voor een betere aanleg van het Leopoldpark – het park achter het Europees Parlement - en zijn omgeving. Dit initiatief is het gevolg van de talrijke bezwaren over het project om het Eastmangebouw in het Leopoldpark om te bouwen tot het Huis van de Europese geschiedenis.
Alle partijen zijn het eens geworden dat deze Ronde Tafel geen eenmalig initiatief mag blijven. Er zullen verschillende technische werkgroepen volgen, twee jaarlijkse vergaderingen met de betrokken administraties van alle beleidsniveaus en een jaarlijkse ‘politieke’ bijeenkomst om de verschillende beslissingen te nemen die nodig zijn om het geleverde werk te bekrachtigen en te ondersteunen.
Over volgende punten is er al een overeenkomst :
* cultureel : de bas-reliëfs van Rodin zullen in de aandacht worden gebracht; hetzelfde geldt voor het initiatief ateliers d'artistes, er worden afspraken gemaakt over een samenwerking met la maison Hastir; er zal meer participatie zijn bij de animatie van publieke ruimtes.
* het beheer van het Leopoldpark: de Stad Brussel zal een beheersplan opstellen en op initiatief van het Gewest zal het beschermingsbesluit van het park verbeterd worden.
* mobiliteit : de regelgeving in en rond het park moet duidelijker zijn en gerespecteerd worden en er moet een duurzame oplossing komen voor het parkeerprobleem van de bezoekersbussen.
De Coordinatie Europa, gevormd door de Groupe d’Animation du Quartier Européen (GAQ) en Association du Quartier Léopold (AQL), ondersteund door IEB en Bral, is verheugd over dit overleg. Het is immers een concretisering van een resolutie die door het Europees Parlement is gestemd in 2007:
“Het Parlement (…) is van mening dat de bouw van de nieuwe gebouwen van het Parlement en de latere investeringen in bouwwerkzaamheden rond deze gebouwen gevolgen voor de omgeving hebben gehad op het gebied van huisvesting, verkeer, arbeid- en leefomstandigheden en verzoekt daarom zijn secretaris-generaal een beleid te voeren dat voorziet in regelmatig overleg met vertegenwoordigers van de wijkbewoners en tijdig voor de volgende kwijting verslag uit te brengen over de resultaten die zijn behaald bij het streven om in samenwerking met de plaatselijke instanties het eventuele negatieve effect van de aanwezigheid van het Parlement te beperken;”
Hoewel de Coördinatie de positieve houding van het Parlement in deze nieuwe dialoog ten zeerste op prijs stelt, is ze anderzijds teleurgesteld over de aanpak van datzelfde Parlement voor het voormalige Bacob-gebouw op de hoek van de Trier- en Bellairdstraat.
De Stad Brussel heeft onlangs een vergunning afgeleverd voor de afbraak van dit gebouw uit de jaren 80. Het gaat om een exemplarisch postmodernistisch gebouw, dat moet wijken voor kantoren voor het EU-parlement.
Met een aantal negatieve punten hypothekeert het zogenaamde Trebel-project de geloofwaardigheid van het Parlement:
- bijna 30.000 m² vloeroppervlakte in de plaats van de huidige 18.000 m², gaat in tegen de stedenbouwwetgeving en legt meer druk op de reeds aanzienlijke leegstand in de wijk ;
- de afbraak en heropbouw betekent een zware aanslag op het leefmilieu: zelfs rekening houdend met de meest gunstige hypotheses is moet dit project 48 jaar nodig (zonder bijkomende renovatie) om de verbruikte CO² te neutraliseren;
- de werfuitrusting op de openbare weg zal een zware belasting zijn voor de inwoners van de Toulousestraat die hun straat zullen geblokkeerd zien voor verschillende jaren;
- gezien een vastgoedmaatschappij het project zal uitvoeren zal de Europese belastingbetaler teveel betalen gezien brutomarge wordt geschat op 49 miljoen euro, bijna 100% van de kosten van het nieuwe gebouw!
Is het de raison d’état of zijn er de dwingende bepalingen uit het gewestelijk Internationaal Ontwikkelingsplan (IOP)? Wij zien geen andere redenen waarom de overheid deze vergunning heeft verleend.
De Coördinatie Europa vraagt het EU-Parlement om te renoveren met respect voor het leefmilieu, respect voor het Europees budget en respect voor de levenskwaliteit van de omwonenden, eerder dan het bestaande patrimonium af te breken.
17 juni 2013
Contacten
Marco Schmitt, Association du quartier Léopold : 0497/122770
Hilde Geens, Bral : 0472/834574
Mathieu Sonck, Inter-Environnement Bruxelles : 0478/203578
Bral lanceert voor het derde jaar op rij de projectoproep “8m² voor iedereen”, maar werkt voor deze editie samen met het dreamStart project van Microstart, een organisatie die micro-ondernemers ondersteunt die buiten het klassieke banksysteem vallen. Bral wil met deze projectoproep aantonen dat de publieke ruimte op een sociaal maar ook economisch meer verantwoorde manier gebruikt kan worden dan alleen voor het parkeren van auto’s. *version FR*
Met deze speciale editie van de projectoproep willen Bral en Microstart aan jonge starters de kans geven om hun hun micro-onderneming te testen op 8m² parkeerplaats.
Bral en Microstart vertrekken vanuit de vaststelling dat een aantrekkelijke publieke ruimte en de nabijheid van een levendig handelsaanbod essentieel zijn voor de leefbaarheid van de stad. Bovendien is nabijheid de beste mobiliteit: wanneer een winkel of handelszaak dichtbij gelegen is, is het ook aantrekkelijk om verplaatsingen te voet of met de fiets te doen.
Helaas leggen de hoge prijzen per vierkante meter van winkelpanden een zware druk op de rentabiliteit van de middenstand in Brussel zeker voor startende ondernemers kan dit een onoverkomelijk obstakel vormen. In schril contrast daarmee staan de bodemprijzen van de vierkante meters publieke ruimte die worden opgeofferd aan het parkeren van auto’s. Aan het tarief van een bewonerskaart kan je 8 m² een jaar lang huren voor maar 5 euro. Voor diezelfde oppervlakte winkelpand betaal je gemiddeld 1.600 euro per jaar.
Vierkante meters publieke ruimte gebruiken voor startende lokale handelaars en ondernemers in plaats van parkeerplaatsen, kan volgens Bral bijdragen aan het verminderen van het autoverkeer en het leefbaarder maken van de stad.
Bral wijst erop dat handelaars dikwijls overschatten hoeveel klanten met de auto naar hun winkel komen. Uit een onderzoek in opdracht van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uit 2010 bleek dat handelaars schatten dat 48% van hun klanten met de auto kwamen, terwijl dit bij navraag bij de klanten slechts 18% was. Handelaars gingen er van uit dat 62% van hun klanten parkeren een probleem vonden en 52% de tarieven te duur vonden, terwijl bij navraag bij hun klanten slechts 9% parkeren een probleem vond, en 6,5% de tarieven te duur. Bral herinnert er elk jaar ook aan dat 35% van de Brusselse gezinnen geen auto heeft.
Volgens Bral is het een vergissing om de plaatselijke middenstand te laten concurreren met perifere winkelcentra met parkeerplaatsen als verkoopsargument. Om de lokale handel te ondersteunen is het aan de overheid om door middel van een ambitieus grondbeleid de prijzen van commerciële oppervlaktes betaalbaar te houden.
PRAKTISCH:
Meer info : www.dreamstart.microstart.be en www.bralvzw.be/8m2
Contact:
Ludo Moyersoen, Microstart : 0486/062 490 - ludo.moyersoen@microstart.be
Jeroen Verhoeven, Bral vzw : 0477/ 463 181 - jeroen@bral.brussels
Op enkele locaties in het land kan men al nieuwjaarsrecepties houden. In het Brusselse Haren, het Gentse Sint-Kruiswinkel en in de haven van Roeselare is het jaarlijkse “quotum” van 35 fijn-stofpieken immers al opgesoupeerd. “Het jaar is nog maar half”, aldus Piet Van Meerbeek van Bral, “en nu al overtreedt ons land – nog maar eens - de Europese wetgeving op luchtkwaliteit.” Maar wat blijkt? In plaats van het autoverkeer te ontmoedigen en andere structurele maatregelen te nemen om onze gezondheid te beschermen, lobbyt Vlaanderen achter de schermen voor afzwakking van de Europese normen.
De Europese richtlijn over luchtkwaliteit stelt een maximale daggemiddelde concentratie in van 50 microgram fijn stof (het zogenaamde PM10) per kubieke meter lucht. Die grenswaarde mogen we per jaar niet meer dan 35 keer overschrijden. Dit om de bevolking te beschermen tegen hoge vervuilingspieken die ondermeer kanker en ademhalingsproblemen veroorzaken. Helaas is de lucht in ons land al jaren zo sterk vervuild door fijn stof dat elk jaar een hele reeks meettoestellen “in de fout gaan”. Niet zelden stellen we vast dat op een bepaalde locatie de maximumgrens meer dan 60 keer overschreden wordt in plaats van de toegelaten 35.
Ook dit jaar ziet het er niet goed uit voor luchtkwaliteit. Terwijl veel aandacht uitgaat naar de ozonpieken, scheert ook de fijn-stofvervuiling hoge toppen. Twee meetstations (het Gentse Sint-Kruiswinkel en de haven van Roeselare) hebben de afgelopen dagen hun 36ste overschrijding van de fijn-stof-daggrenswaarde genoteerd terwijl Haren de kroon spant door meteen nr 36 én 37 neer te zetten (zie www.irceline.be.) Het jaar is nog maar halfweg en we kunnen al met zekerheid zeggen dat ons land ook in 2013 de Europese regelgeving overtreedt. Overigens is het probleem in het Gentse vrij algemeen. Op dit moment zitten de meetstations in Gent centrum en Evergem ook vlak bij de limiet met respectievelijk 34 en 33 overschrijdingen.
Al jaren roept de milieubeweging om structurele maatregelen om de uitstoot van fijn-stof in alle sectoren terug te dringen. Dat betekent onder andere minder autoverplaatsingen en minder mestproductie. Ook de Europese Commissie wees er al op dat reeds genomen maatregelen mogelijk ontoereikend waren én dat een aantal belangrijke vooropgestelde maatregelen níet genomen zijn, zoals rekeningrijden of lage-emissiezones. Ondermeer daarom heeft ons land geen uitstel gekregen voor de daggrenswaarde van fijn stof. Maar wat doen onze gewesten in plaats van werk te maken van deze maatregelen? Ze kijken de andere kant uit en verlenen vergunningen voor autoaanzuigende projecten en investeren in bijkomende weginfrastructuur. “Vlaanderen gaat zelfs nog verder”, zegt Lieze Cloots van Bond Beter Leefmilieu. “In een gezamenlijke brief aan de Europese Commissie die recent online gezet is, lobbyt de Vlaamse overheid, samen met ondermeer de regio’s Catalonië, Londen, Randstad en Baden-Würtemberg, voor afzwakking van de Europese regels.” [1] Met het argument dat ze alle mogelijke maatregelen genomen hebben en dat de beloofde vermindering van uitstoot door nieuwe autotechnologie er niet gekomen is, pleiten deze regio’s voor het schrappen van een aantal grenswaarden. Ze vinden ook dat ze zelf moeten kunnen kiezen in welke streken de normen van toepassing zijn en waar niet en vinden subsidies en samenwerkingsakkoorden beter dan Europese boetes (die ons ongetwijfeld boven het hoofd hangen).
Hoewel er een aantal pertinente vaststellingen in deze brief staan vinden BBL en Bral het wraakroepend dat de overheid actief lobbyt voor een zwakkere bescherming van de volksgezondheid en voor lagere ambities op vlak van zuivere lucht. We roepen de Vlaamse overheid op een open dialoog aan te gaan met haar bevolking over de vraag of zij ook vinden dat de lucht niet overal even gezond hoeft te zijn.
Besluit: onze lucht blijft nog altijd sterk vervuild met fijn stof. Ook dit jaar overtreedt ons land weer de Europese regelgeving. Helaas blijft het nog altijd wachten op structurele maatregelen als stadstol of rekeningrijden of een andere ruimtelijke ordening. In plaats daarvan ijvert Vlaanderen actief voor een afgezwakte bescherming van de volksgezondheid.
Contact :
Piet Van Meerbeek | Bral vzw
stafmedewerker leefmilieu & participatie
| Zaterdagplein 13 – 1000 Brussel |
| T 02 217 56 33 | M 0478 999 707
[1] Zie http://en.vleva.eu/sites/en.vleva.eu/files/pages/bijlages/air_group_response_eu_tsap_consultation_-_february_2013.pdf
Foto:CC BY-ND 2.0 cursedthing.
Het Europese City Ranking Project maakt dit jaar opnieuw een rangschikking van Europese steden op vlak van luchtkwaliteit en op basis van hun beleid. In 2010 eindigde Brussel al in de lagere regionen van de rangschikking maar het wordt bang afwachten of onze hoofdstad nog verder zakt.
‘Foto CC BY-NC-ND 2.0 Hannes De Geest’
Zopas is een vragenlijst over luchtkwaliteit in de bus gevallen bij Leefmilieu Brussel, de bevoegde gewestelijke administratie. Het project, mee gefinancierd door de EU, onderzoekt wat de steden doen om luchtkwaliteit te verbeteren en om aan hun Europese verplichtingen te voldoen. Zo wordt ondermeer gekeken of de steden een stadstol of Lage Uitstootzones ingevoerd hebben en wat hun beleid is op vlak van parkeren, openbaar vervoer, fietsen en stappen. Ook maatregelen omtrent de uitstoot van de bouwsector worden niet vergeten. Tenslotte wordt ook de evolutie van de concentraties van de voornaamste vervuilende stoffen in rekening gebracht.
Kan Brussel zich staande houden?
Het is niet voor het eerst dat de ranking opgemaakt wordt. In 2010 werden 17 steden bevraagd. Brussel scoorde vrij zwak toen, met 58%. Daarmee zat het onderaan de rangschikking, in het gezelschap van Madrid. Enkel Düsseldorf, Milaan en Rome deden slechter. Berlijn, Kopenhagen en Stockholm vormden de top 3. Meer info op http://sootfreecities.eu/
Dit keer gaat de vragenlijst naar 22 steden. Het gaat om dezelfde 17, plus Rotterdam, Sheffield en Lissabon, Warschau en Praag. Of Brussel dit jaar hoger kan klimmen op de rangschikking, is verre van zeker. In 2010 kon het Gewest de schade nog beperken met studies en plannen inzake slimme kilometerheffing en Low Emissions Zones en met de doelstellingen om het aantal autoverplaatsingen en parkeerplaatsen te verminderen. Maar veel vooruitgang hebben we in die dossiers niet gezien, zegt Piet Van Meerbeek van Bral vzw. Mogelijk kan het Gewest haar score iets opkrikken met het nieuwe Wetboek lucht-klimaat-energie en de bijhorende vermindering van het aantal parkeerplaatsen in kantoorgebouwen, al is het nog te vroeg om het effect daarvan naar behoren te kunnen beoordelen.
De antwoorden van de steden worden verwacht in het najaar waarna de organisatoren de gegevens zullen analyseren en de inspanningen van de steden zullen quoteren. In de winter zal de nieuwe rangschikking vermoedelijk bekend worden.
Luchtverontreiniging is een belangrijk gezondheidsprobleem in de meeste Europese steden. Voor de hele Europese Unie wordt het aantal premature overlijdens als gevolg van slechte luchtkwaliteit op een kleine half miljoen per jaar geschat.
De vragenlijst kadert in het City Ranking Project, een rangschikking van het beleid van een aantal Europese steden op vlak van luchtkwaliteit, mee gefinancierd door een Europees Life+project. Het project wordt gecoördineerd door Friends of the Earth Duitsland en loopt in samenwerking met nationale en lokale NGO’s. Voor Brussel zorgt Bral vzw, de Brusselse Raad voor het Leefmilieu, voor de opvolging.
Contact :
Piet Van Meerbeek | Bral vzw
www.bralvzw.be
stafmedewerker leefmilieu & participatie
| Zaterdagplein 13 – 1000 Brussel |
| T 02 217 56 33 | M 0478 999 707
Project Coordinator „Sootfree Cities“ City Ranking
Arne Fellermann
Bund für Umwelt und Naturschutz Deutschland e.V. / Friends of the Earth Germany
Am Köllnischen Park 1
10179 Berlin
Tel: +49 (0)30 27586 484
Fax: +49 (0)30 27586 440
Email: arne.fellermann@bund.net
Op de dag van de Architectuur zondag 13/10 organiseerde het collectief 1V4M2A een tentoonstelling over de toekomst van de centrale lanen in Brussel. 's Avonds was er ook een filmvoorstelling op het Beursplein. Hiermee wilden de ontwerpers eindelijk het debat over deze belangrijke as aangaan met de buurt en de bewoners van heel Brussel. “Volgens ons is hoog tijd om mensen te informeren over dit cruciale dossier” zegt Tine Vleugels van 1V4M2A.
In 2012 wonnen de vijf ontwerpers van 1V4M2A de ideeënwedstrijd Parc Anspach Park van Bral vzw en partners. Voor hen was dat geen eindpunt maar eerder een begin van een engagement voor de centrale lanen in de vijfhoek. Nu zondag 13 oktober, in het kader van de Dag van de Architectuur, pakken ze uit met een tentoonstelling, met steun van BRAL vzw, vol info en ideeën én met concrete ingrepen.
“De heraanleg van de Anspachlaan zal een groot effect hebben op de handel in de binnenstad, op het leven van de buurtbewoners en – niet te vergeten - op de mobiliteit in heel Brussel” zegt Pieter Thibaut van het collectief. “Het doorgaand verkeer wordt immers doorgeknipt. Het is dan ook de hoogste tijd om het debat hierover te voeren met de buurt en met de stad.” “Het zou inderdaad zonde zijn om te wachten tot de plannen al veel verder zitten vooraleer de mensen er wat van horen”, aldus collega Pieter Maes. “Op dit moment loopt de studie voor de opmaak van een lussenplan voor het verkeer in de vijfhoek. Belangrijke beslissingen zijn dus in de maak.”
Gelukkig heeft ook het schepencollege dit beseft want de ontwerpers hebben hen bereid gevonden om hun initiatief te steunen. Zo worden er parkeerplaatsen vrijgemaakt om enkele proefopstellingen te tonen en is er een filmvoorstelling op het Beursplein op zondagavond, met financiële steun van de Stad Brussel en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daar zal het werk van de filmstudenten van het Rits te zien zijn vanop de trappen van de Beursschouwburg.
De proefopstellingen tonen hoe een groene opbouw bovenop de bestaande verharding tot snel uitvoerbare en kwalitatieve resultaten kan leiden. Ook verticale begroeningsmogelijkheden zullen getoond worden. Bart Bols en Hans De Blauwe leggen uit: “Met de opstelling willen we aantonen dat groen in de Anspachlaan geen utopie is. Ook de fasering van de werken wordt hier duidelijk mee geillustreerd.”
De tentoonstelling zelf vindt plaats in de inkomhal van de Ancienne Belgique op de Anspachlaan. Het publiek is welkom doorlopend van 10 tot 18 uur. De proefopstellingen staan op de Anspachlaan zelf net voor de AB. De kortfilmvoorstelling gaan van start om 19u30 op het Beursplein en eindigt om 21u.
Contact :
Pieter Maes: 0479 27 41 39
Pieter Thibaut: 0499 42 23 44
** volledige persuitnodiging (pdf) als bijlage*
Burgerorganisaties uit Brussel, Antwerpen en Gent komen op voor een leefbare stad, met frisse en zuivere lucht, met meer ruimte voor fietsers en voetgangers en met meer groen in de straat. Naar aanleiding van de start van het nieuwe schooljaar en de grote bezorgdheid over de nefaste effecten van luchtvervuiling op kinderen, steunen Bond Beter Leefmilieu, Bral vzw en de Gezinsbond dit signaal vanuit de ‘onderbuik’ van de grote steden. Duizenden stadsbewoners komen belangeloos op voor een leefbare en kindvriendelijke stad, met minder autoverkeer, meer groen en gezondere lucht. Een duidelijk signaal aan de overheid.
Zoals uit een recente studie van de WHO blijkt, zijn stadsbewoners goed voor 80% van de slachtoffers van de gevolgen van het autoverkeer. Stadskinderen worden extra getroffen. Daarom nodigen wij u uit om meer te vernemen over deze problematiek.
Programma:
- Toelichting bij deze unieke samenwerking door Erik Grietens, Bond Beter Leefmilieu
- Overzicht van de gezondheidsgevolgen van luchtvervuiling door autoverkeer in de stad door Dr. Wouter Arranzola de Onate, medisch directeur van de VRGT (Vlaamse vereniging voor respiratoire gezondheidszorg en tuberculosebestrijding),
- De effecten van luchtvervuiling door autoverkeer op kinderen door Danielle Van Kalmthout, projectleidster Childproof van de Gezinsbond
- De acties in Brussel en de specifieke eisen voor hun stad door Piet Van Meerbeek, Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL) en een vertegenwoordiger van Pic Nic the Streets
- De actie in Antwerpen en de concrete voorstellen voor de stad door Wim van Hees van Ademloos
- De actie in Gent en de specifieke eisen voor deze stad door Christophe Rogolle, Gents Milieufront
Contact/organisatoren:
-
Erik Grietens, Bond Beter Leefmilieu (BBL), 02/282.17.34, 0474/40.63.94
-
Wim Van Hees, Ademloos, 0477/55.10.18
- Piet Van Meerbeek, Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL), 02/217.56.33
- Christophe Rogolle, Gents Milieufront (GMF), 0474/44.16.53
“12 euro tol maakt Brussel horendol”, titelde een artikel in DS op 22 januari, naar aanleiding van een strategisch lek van een studie besteld door de Brusselse regering over stadstol. Aangezien geen enkele politieke partij uiteindelijk te vinden lijkt voor een tarief van 12 euro voor stadstol, is het duidelijk dat het lek eerder dient om het draagvlak van een stadstol an sich onderuit te halen in plaats van een eerlijk debat te voeren. Bovendien wijst een studie van Touring uit dat automobilisten bereid zijn 10,58 euro te betalen voor vlot verkeer.
“Als de stad geen tol eist van de files, eisen de files hun tol van de stad.”
Volgens de berekeningen van de Brusselse werkgeversorganisatie BECI bedragen de “externe kosten” van autoverkeer in Brussel 511 miljoen euro per jaar. Deze kosten worden niet betaald door de auto in de file, maar worden doorgeschoven naar de hele maatschappij. Denk maar aan klimaatverandering, luchtvervuiling, ziekte, vroegtijdig overlijden, etc. En, last but not least, de verloren tijd die elke bijkomende auto veroorzaakt aan alle mensen die in de file vaststaan. Iedereen zegt : Het moet anders. Wij zeggen : tijd dus voor een stadstol.
Wist u dat de Vlaamse regering al een stadstol voor Brussel heeft goedgekeurd? Een stadstol van 3 euro per dag en een kilometerheffing van 0,07 euro per km maken deel uit van het goedgekeurde scenario voor de uitbreiding van de Ring rond Brussel (R0). Bovendien zal de stadstol van 3 euro per dag een grotere impact op het verkeer op de R0 hebben (dus minder files) dan de uitbreiding van de R0 op zich. Toch zet de Vlaamse regering door met de uitbreiding zonder de begeleidende stadstol of kilometerheffing.
Zelfs de autolobby (FEBIAC, Touring) is ondertussen voorstander van een fileheffing onder de vorm van een “slimme kilometerheffing”, om op die manier meer het gebruik en minder het bezit van een auto te belasten. Bij deze slimme kilometerheffing moet echter in elke auto een “on board unit” worden ingebouwd, wat de invoering ervan complex maakt. En het bestaat nergens ter wereld. In tegenstelling tot stadstol, wat al in verschillende steden ter wereld in verschillende vormen wordt toegepast. De cameras die automatisch nummerplaten lezen van wie betaalt en wie niet, vind je niet alleen in steden als Stockholm en Londen. Ook in bijvoorbeeld Mechelen worden ze gebruikt om doorgaand verkeer te weren.
Het voorbeeld van Stockholm toont bovendien aan dat vooral de stadstol zelf en niet zozeer het bedrag belangrijk is. In Stockholm bedraagt de tol ‘maar’ 2,20 euro in spitsuren. In de daluren is dit bedrag lager, of zelfs niet van toepassing. De opbrengsten gaan naar beter openbaar vervoer. Dankzij de stadstol, daalde het autoverkeer er met 20% en nam het gebruik van openbaar vervoer en fiets significant toe. De zichtbare verbetering van de leefkwaliteit in de stad veranderde de aanvankelijke weerstand tegen de tol in een groot draagvlak. De stadstol is nu helemaal ingeburgerd en net zo vanzelfsprekend als parkeermeters. En de luchtkwaliteit is er serieus op verbeterd.
Blijft nog de vraag: welk tarief voor de tol? In 2012 voerde automobilistenvereniging Touring een studie uit, waaruit blijkt dat de autobestuurders bereid zijn om gemiddeld 10,58 euro per dag te betalen voor vlot verkeer. BECI heeft in 2013 dan weer de waarde van een verliesuur berekend op 11,72 euro. Een bedrag dat voor transporteerders nog hoger oploopt, tot zelfs 36 euro per uur. (1)
De negatieve vaak emotionele politieke reacties op de 12 euro tol tonen dat deze berekende maatschappelijke kost van filerijden helaas nog steeds een ongemakkelijke waarheid is, an unconvenient truth. Je kan wel vinden dat de auto die in de file rijdt daar niet de tol van moet betalen, maar je eist dan wel een tol van iedereen.
Contact
Jeroen Verhoeven
stafmedewerker mobiliteit BRAL
| T 02 217 56 33 | M 0477 46 31 81
Erik Grietens
Beleidsmedewerker Bond Beter Leefmilieu
|T 02/282.17.34 | M 0474/40.63.94
(1) BECI, 2013. Witboek voor een efficiënte mobiliteit.
De balans van 30 jaar bewonersstrijd in de Europese wijk in Brussel is negatief. De Brusselse institutionele realiteit en de dagelijkse stedenbouwpraktijk staat een behoorlijk participatief bestuur in de weg. “De Europese instellingen moeten meer doen voor Brussel. Waarom zou Europa de bewoners geen geld kunnen toestoppen zodat ze zich beter kunnen organiseren? En wanneer de oprichting van een Alliantie Werkgelegenheid-Europa? De Europese instellingen kunnen meer jobs genereren voor de Brusselaars.” Dat schrijft Hilde Geens van de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL vzw) naar aanleiding van haar publicatie “Bewonersactie in de Brusselse EU-wijk - Strategieën in de Strijd – van 1986 tot nu”.
“In de Europese wijk komen alle beleidsniveaus samen en staat er voor alle betrokkenen blijkbaar veel op het spel. De politieke versnippering blijft een flink obstakel om een degelijk bestuur mogelijk te maken, waarbij de bewoners echt worden betrokken”, aldus Geens.
Geens doet in de conclusie van haar publicatie een opmerkelijke oproep. “Het gebrek aan middelen bij de bewoners is een absoluut pijnpunt. Zowel de EU-Instellingen, de Brusselse administraties en de vastgoedsector hebben professionele mensen in dienst om hun projecten uit te werken. Maar bewoners moeten dat allemaal verwerken in hun vrije tijd. En heel vaak moet dat ook nog eens in de zeer beperkte tijd die hen is toegemeten tijdens officiële procedures. Een permanente financiële ondersteuning om hun belangen te kunnen verdedigen is broodnodig”, klinkt het.
Volgens BRAL moeten de Europese Instellingen zelf minder aan de zijlijn staan en moeten ze zich meer als betrokken partners gedragen. Dus naast de discussie of de Europese Instellingen al dan niet hun bijdrage moeten leveren aan de stedenbouwkundige lasten zoals vastgoedpromotoren dat moeten doen, moeten we de verweving van de Europese instellingen in het Brussels stadsweefsel breder bekijken.
“De aanwezigheid van Europa heeft een grote impact. Niet alleen op de directe buurt maar op heel Brussel. We verwachten dat de EU zich effectief engageert op die twee niveaus. Ten eerste zouden ze samen met de Brusselse instellingen een financiële bijdrage kunnen leveren voor de ondersteuning van de bewoners”, zegt Geens.
Naar analogie van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu pleit BRAL ook voor een Alliantie Werkgelegenheid-Europa. De Europese instellingen hebben veel tentakels over heel Brussel. Al hun activiteiten zijn een bron voor jobs en economische ontwikkeling. Door de juiste actoren te mobiliseren die bezig zijn met opleidingen van kansengroepen en met daarbij de nodige goodwill van de Instellingen en de openbare instellingen moet dit kunnen leiden tot duurzame werkgelegenheid. Op die manier zou Europa direct een compensatie geven voor de hogere vastgoedprijzen en de hogere levenstandaard die zij veroorzaakt in Brussel.
“Uiteraard kan je meteen een aantal praktische en juridische bezwaren opsommen waardoor dit onmogelijk zou zijn. Maar met de nodige creativiteit en politieke inzet kan daarvoor een oplossing worden gevonden.
"Meer Brusselaars moeten rechtstreeks baat hebben bij de aanwezigheid van Europa in Brussel.” - Hilde Geens.
Met deze gloednieuwe publicatie heeft BRAL een deel van de Brusselse stadsgeschiedenis neergeschreven. De bewoners en gebruikers van de EU-wijk kunnen namelijk een stevig palmares voorleggen wat betreft stadsstrijd. Vanaf de beslissing om naast de Europese Commissie ook de Ministerraad van de toenmalige EEG een vaste stek te geven in Brussel is het aanzicht van de Brusselse Leopoldswijk danig veranderd.
De kantooroppervlakte is in de EU-wijk sinds 1981 bijvoorbeeld vervijfvoudigd, van 680.000 m² toen tot 3.450.000 m² nu. Veel verbeelding is er niet nodig om te begrijpen dat de impact daarvan enorm is, op het vlak van verkeer, woonkwaliteit, grondprijzen, winkelaanbod, bevolking, etc.
Negatieve balans
30 jaar heeft BRAL samen met de bewoners en gebruikers geprobeerd om hun stem te laten doorklinken in de beslissingen over de ontwikkeling van de wijk. En heel vaak hebben ze daarvoor een directe strijd moeten voeren, met kraakacties en bezettingen, met culturele acties, maar ook altijd met grondige dossierkennis en vooral met veel inzet en creativiteit. Genoeg verhalen en voldoende redenen om dat allemaal op papier te zetten.
Er zijn belangrijke stappen gezet en de bewonersstrijd heeft volgens BRAL ook resultaat geboekt. Op gebied van inspraak en participatie zijn de bewoners minder lichtgelovig en zeker veeleisender geworden. Voor belangrijke projecten verwachten de mensen bijvoorbeeld meer dan het verplichte openbaar onderzoek, net voor een vergunning zal worden afgeleverd. Het feit dat de wijk is bewoond gebleven en geen stadskanker is geworden is minstens ten dele de verdienste van het actieve wijkleven.
Alle info en online-versies van de drietalige publicatie vind je op www.bralvzw.be
CONTACT:
Hilde Geens | www.bralvzw.be
| Zaterdagplein 13 – 1000 Brussel |
| T 02 217 56 33 |
Hilde Geens is stafmedewerker stedenbouw bij BRAL. Ze werkt sinds begin jaren tachtig op het Europadossier en was heel nauw betrokken bij alle initiatieven en acties die in deze publicatie staan beschreven. Tot op vandaag volgt ze van dichtbij de algemene Brusselse planningsprocessen op, en in het bijzonder de ontwikkelingen in de Europawijk.
Paginering
- Eerste pagina
- Vorige pagina
- …
- Thema's 223
- Thema's 224
- Huidige pagina 225
- Thema's 226
- Thema's 227
- …
- Volgende pagina
- Laatste pagina