Artikels

Thema

Recup’Kitchen is een project dat de handen in elkaar slaat met de Latinis-moestuin om voedselrecuperatie in de kijker te zetten op de site van het voormalige station Josaphat. 



Het herwaardeert lokale en/of biologische producten en geeft de overschot van de Brusselse markten een nieuw leven. Het biedt budgetvriendelijke gerechten aan (vrije bijdragen met aanbevolen minimumbedrag), bereid in een mobiele keuken. Het toont aan dat er alternatieven zijn voor een 'ander bord'.

Op de site kan men ook samenkomen, samen dromen, debateren, koken, even uitblazen, banden smeden

Hiervoor zijn we op zoek naar een caravan en de nodige middelen om hem in te richten, met ecologische materialen, tweedehandsmeubeltjes, …

RECUP’KITCHEN toert door Brussel en duikt op bij andere burgerinitiatieven. 

Geïnteresseerd? Sluit je dan aan! Je kan hen helpen, je vaardigheden aanbieden, meubels of materiaal dat je niet gebruikt schenken en/of hun project financieel steunen. 



 

Deze publicatie zoomt in op het rijke ecosysteem van bewonersinitiatieven en vrijwilligerscollectieven in Brussel. Zijn zij een opstap naar een nieuwe samenleving?

In het eerste hoofdstuk schetsen we een beeld van de Brusselse bewonerscollectieven anno 2016. Daarbij schatten we in over hoeveel collectieven het gaat en hoeveel Brusselaars daarbij betrokken zijn. Én we bekijken hoe divers ze zijn. 

Onder de  projectnaam Selfcity ging er een jaar veld- en denkwerk vooraf aan deze uitgave. We volgden elf bewonerscollectieven van nabij, zetten ateliers op en organiseerden een tentoonstelling. We stellen de bewonerscollectieven en het project aan je voor in hoofdstuk twee.

Het derde hoofdstuk neemt hun interne werking onder de loep en probeert verschillende soorten collectieven te onderscheiden. We buigen ons ook over de vraag of begeleiding door professionele organisaties een zegen of eerder een vloek is.  

Deze publicatie zoomt in op het rijke ecosysteem van bewonersinitiatieven en vrijwilligerscollectieven in Brussel. Zijn zij een opstap naar een nieuwe samenleving?

Hoofdstuk vier bekijkt de verhouding tussen bewonerscollectieven en de overheid en geeft advies over een goed overheidsbeleid dat bewonersinitiatieven niet hindert maar stimuleert. 

In het vijfde en laatste hoofdstuk komt wellicht de hamvraag naar boven: wat is de impact van deze groepen op de deelnemers en hun omgeving? Zit er een democratischer, rechtvaardiger en meer ecologisch samenlevingsmodel verborgen achter dit weefsel van vrijwilligerswerking? En zo ja, zijn deze groepen krachtig genoeg om deze omschakeling in te zetten?

En er is ook een website: selfcity.brussels. Hier vind je (onder meer) uitgebreide interviews met bewonerscollectieven. 

Aanbevolen lectuur: ‘Brussel, productieve stad par excellence of by default?’ van de Brusselse Bouwmeester (Kristiaan Borret). Het verscheen zonet in nr. 28 van Ruimte, een nummer dat volledig in het teken staat van de economie.

Bottomline:  producerende economie, fabricage, onderhouds- en hersteleconomie horen ook bij het stedelijke leven en mogen niet verdwijnen. En die verdwijning is door de grote aandacht voor huisvesting, de druk van de markt en een doorgeschoten geloof in vermenging niet geheel ondenkbaar. Het artikel geeft niet enkel een overzicht van trends en gevaren maar wijst ook op de troeven en mogelijkheden van Brussel als productieve stad. Je vindt het volledige artikel in de PDF in bijlage. De link verwijst je naar het volledige nummer van Ruimte.

 

Laten we in actie schieten voor het Dapperheidsplein!

Het Platform Dapperheid kwam tot stand door een burgermobilisatie en wordt ondersteund door het Centrum voor Stadsvernieuwing (CSV). Na meer dan een jaar van pogingen tot constructieve dialoog met de lokale overheden, vinden wij het een noodzakelijke etappe om de krachten te verenigen in het Platform Dapperheid.

Dit platform brengt enkele specifieke eisen naar voren die samengebald zijn in een charter, waarvan de volledige tekst valt te lezen in de pdf als bijlage. 

Contact: 

mob.vaillance.dapperheid@gmail.com

Vlaanderen en Brussel[1] schreven 'een proeve van' Territoriaal Ontwikkelingsplan (T.OP) voor de Noordrand. BRAL ziet in het plan veel kansen om de lucht- en leefkwaliteit van de bewoners van Brussel én de Rand een stuk te verbeteren.

Deze 'proeve van' stelt een visie en een hele reeks acties voor voor de Noordrand. Ze is nog tot en met 4 april in openbaar onderzoek. Na het openbaar onderzoek maken de betrokken administraties een selectie van de acties die ze effectief willen realiseren. Het helpt dus om je uit te spreken voor een bepaalde actie. Op die manier maakt ze meer kans dat ze er ook echt komt. Dit artikel geeft alvast een reeks aanbevelingen die je daarbij kunnen inspireren.

Oude angsten

Zeker wanneer het gaat om (ideeën voor) nieuwe woningen komen oude angsten boven. Zo schrijft de Vlaamse Volksbeweging op 8 februari : “De plannen komen neer op het verder uitsmeren van Brussel over grote stukken van Vlaams-Brabant en op een grootschalige verstedelijkingsoperatie in stukken die vandaag nog in groengebied of landbouwzone liggen”. Het gaat niet om een marginale mening, want de VVB wordt hierin gesteund door lokale verenigingen en politici en – niet onbelangrijk – de Vlaamse minister van Mobiliteit en de Rand. Geen goede punten dus voor een plan dat wil inzetten op een doordachte mobiliteit en eigenlijk juist de polarisering wil tegen gaan.

Om verder te kunnen is het dus belangrijk de angel uit dit plan te halen. En dat is de perceptie dat er groene en open ruimte wordt opgeofferd.

Het klopt dat er aan die open ruimte in Vlaanderen – en ook in Brussel, niet te vergeten - lustig wordt geknabbeld. Maar gezien het feit dat dit plan expliciet inzet op het versterken en met elkaar linken van de open en groene ruimte kan het T.OP net een kans zijn om aan dit ongecoördineerd geknabbel een einde te maken. Dat de omgekeerde angst leeft, valt deels te verklaren door het feit dat het T.OP ook expliciet inzet op de uitdaging om ‘goede en betaalbare woningen aan te bieden’. De soms confronterende visualisaties hiervan doen de rest. Wat nu blijft hangen, is het beeld dat er een hoop nieuwe woningen komen in wat nu velden zijn. Combineer dat met de vrees voor het uitblijven van de noodzakelijke randvoorwaarden en je krijgt een no pasaran.

De perceptie leeft (onterecht) dat met dit plan groene en open ruimte zal worden opgeofferd.

De oplossing is dan ook eenvoudig: de betrokken administraties selecteren best geen acties die het bestaande groen of de open ruimte aantasten. Probleem opgelost. Acties die gaan voor een andere mobiliteit en/of een versterking van je groene en open ruimte dienen voorrang te krijgen. Daar liggen kansen voor het grijpen die de lucht- en levenskwaliteit van alle randbewoners (de Vlaamse en de Brusselse) ten goede komen. En dit zonder al te veel communautair gehannes.

Handen vuil maken

De deugdelijkheid van dit T.OP zal uit de projecten moeten blijken. Per project zal er een projectregisseur moeten komen om alle actoren in kaart te brengen en op maat van de locatie een proces uit te stippelen om zo het overzicht te bewaren. Met aandacht voor betrokkenheid van onderuit. Hier zijn geen passe-partout-oplossingen voor en men zal telkens enige creativiteit aan de dag moeten leggen. Sowieso is het meestal complexer dan gedacht en duurt het langer dan gehoopt.

Het begint al bij de terreinen waarvoor men plannen maakt. Die zijn meestal in handen van één of meerdere privé-eigenaars. En die hebben meestal andere plannen of ze gaan voor de winst, niet voor een geïntegreerde planning.

Tenzij ze kunnen overtuigd worden dat je plannen hen geen nadeel berokkenen en liefst een voordeel opleveren. Meer zichtbaarheid door de passage van een fietsroute of een ecologisch imago door de aanleg van een moeraszone bijvoorbeeld. Je krijgt ze dus best mee in je verhaal. Anders zal er creatief moeten worden omgesprongen met de bestaande trukendoos (verkavelen, onteigenen, …) of geëxperimenteerd worden met bij ons vrij nieuwe instrumenten zoals verhandelbare grondrechten, grondenbanken etc. Zo kan een eigenaar bijvoorbeeld overtuigd worden niet te bouwen op een ongelukkig gelegen stuk bouwgrond door hem het recht te geven in een stationsbuurt iets hoger te bouwen.

Als je wil dat de positieve zaken uit dit plan een kans maken, dan raden we je aan om, net zoals BRAL, dit aan de Vlaamse en Brusselse administratie te laten weten. Je hebt nog tijd tot 4 april.

Concrete acties

Als aanvulling op bovenstaande algemene aanbevelingen, geven we een zeer onvolledige lezing van concrete ideeën die voor twee van de vier bestudeerde deelgebieden naar voren worden geschoven. We focussen ons op wat we gerealiseerd willen zien. Het artikel in PDF als bijlage staat stil bij alle bestudeerde deelgebieden.

“Zenne, gedeelde vallei”

Hier is de overlap met Metropolitan Landscapes zeer groot. Dat is goed, want het maakt duidelijk dat er een consensus is over onderstaande punten. Ze krijgen ook de volle steun van BRAL

  • Maak plaats voor water. Zowel het T.OP als Metropolitan Landscapes bieden prenten waarbij de Woluwe terug wordt opengelegd en er zich moerasgebieden vormen waarin ook regenwater wordt opgevangen.. En zo wordt er onmiddellijk met relatief weinig moeite waardevolle natuur gecreëerd. Het herwaarderen van dit stukje Woluwe sluit ook aan op een groter plan van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) om de Woluwe in haar geheel te revaloriseren. Ook recreatief. En ook hier stuiten we op de realiteit van een eigenaar die de meerwaarde moet inzien van zo groene en publieke passage door zijn domein. Maar deze actie is niet al te complex en heeft een grote meerwaarde. Niet twijfelen dus.
  • Naast de Woluwe zijn er in het deelgebied ook de Hollebeek én de Zenne zelf die meer aandacht verdienen. De bermen van de Zenne worden in Brussel trouwens as we speak verprutst. Leefmilieu Brussel werkt gelukkig aan de herwaardering van een klein stukje Hollebeek. ’t Is een begin.

Ook op de Noord-Zuidas zijn er nog mogelijkheden om de fietsinfrastructuur te verbeteren. Zo kan je langs de de spoorweg makkelijk een fietspad richting Vilvoorde Station aanleggen.

  • Algemeen, de Zenne en haar zijtakken kunnen in dit deelgebied een grote rol spelen in het uit te bouwen ecologische en recreatieve netwerk dat deze regio kan dooraderen. Los van hun belang voor de natuur, waterbeheer etc. zou dit een mooie aanvulling zijn op de productieve en logistieke activiteiten die er gelukkig nu nog zijn. Deze combinatie is geen bedreiging voor de aanwezige of toekomstige productieactiviteiten maar kan juist een troef zijn in het pleidooi voor het behoud ervan. En het kan bijdragen tot een betere bereikbaarheid van de aanwezige bedrijven.
  • De voorbereidende studie van dit deelgebied wijst terecht op het belang van de verschillende bronnen die er ontstaan doordat het geïnfiltreerde regenwater op een ondoordringbare kleilaag botst en naar boven borrelt langs de flanken van de Zennevallei. Hopelijk zorgt deze hernieuwde aandacht ervoor dat dit bronwater niet langer eenvoudigweg in de riool stroomt. Tip: vroeger werd er bier mee gebrouwen.
  • Maak werk van Oost-Westverbindigen. Zowat alle assen in het deelgebied zijn Noord-Zuid georiënteerd. Ze volgen dus min of meer het kanaal en de Zenne. Het kanaal, de Zenne, wegen en de sporenbundels vormen een grote barrière. Een brug die het Meudonpark verbindt met het Moeraske krijgt al onze steun.
  • Ook op de Noord-Zuidas zijn er nog mogelijkheden om de fietsinfrastructuur te verbeteren. Zo kan je langs de de spoorweg makkelijk een fietspad richting Vilvoorde Station aanleggen.

De “Europese Boulevard”

  • “De Leopold 3- laan versmallen tot 2 x 1 rijstrook en de tram op die laan doortrekken tot aan de luchthaven” Vooral doen! Het zou bovendien gaan om een verlenging van de tram die technisch gesproken geen problemen oplevert. Een versmalling van de Leopold 3-laan maakt deze ineens oversteekbaar. En zo loopt het fijne fietspad in het Woluweveld niet langer dood op een stadsautostrade maar kent ze haar logische vervolg richting Haren aan de andere kant van de laan. Indien de versmalling er niet komt, dringt een fietsbrug zich op.
  • “Een echt mobiliteitsknooppunt maken waar de trein, de tram en het fietsnetwerk samenkomen aan Bordet”, ook daar kan niemand tegen zijn. Hier zou kunnen aangetakt worden op "publieke/groene/open ruimte, tewerkstellingspolen en stadsweefsel met woningen”. Die ruimte om op aan te takken, zien we voorlopig niet. Wel zijn er veel bedrijven en kantoren die over een aanzienlijke oppervlakte grasperk beschikken met een groot hek errond. Breek deze hekken af en je krijgt een aanzienlijke hoeveelheid groen dat je een upgrade kan geven en integreren in je stadsweefsel..

Het T.OP versmalt de Leopold 3-laan tot 2 x 1 rijstrook en trekt de tram door tot aan de luchthaven. BRAL is voor.

  • Ook het station van Evere zou een echt mobiliteitsknooppunt worden. En zo komt de aanpalende Josaphat-site pal in het midden van de ‘Europese Boulevard’ te liggen. Deze boulevard verbindt de Europese instellingen met de luchthaven. Gelukkig is de overheid eigenaar van deze cruciale grondreserve zodat er weerstand kan geboden worden aan al te grote immo-druk en plaats bewaard kan worden voor publieke functies. Het T.OP voorziet onder meer een groen fietspad door de site die de E.U.-werknemers gezwind tot bij de luchthaven brengt. Ook hier: ga ervoor. Bij deze suggereren we een aanvulling: in plaats van met de fiets af te slagen richting luchthaven kan je het langs de sporen ook doortrekken richting Haren en zo naar het station van Vilvoorde. Een stuk van dit fietspad werd al geopperd tijdens de plannen voor de bouw van de geplande gevangenis in Haren en een ander deel zien we terugkomen in Metropolitan Landscapes.

Lees het Territoriaal Ontwikkelingsplan Noordrand vooral zelf via http://www.ruimtevlaanderen.be/topnoordrand/consultatie en geef door wat jij echt graag zou gerealiseerd zien.

Steyn Van Assche, stafmedewerker stedenbouw

[1] Brussel Stedelijke Ontwikkeling, Departement Ruimte Vlaanderen, de Provincie Vlaams Brabant en OVAM

Het basisidee van Metropolitan Landscapes (ML) is heel simpel: landschap, natuur, water, bodem en (open) ruimte kennen geen grenzen. Wie begaan is met deze thema’s, kijkt dan ook al eens over gewestgrens om te zien wat er daar gebeurt. Binnen de bevoegde administraties gebeurt dat al een tijd informeel maar bij deze dus ook officieel.

Anders dan bij het T.OP Noordrand trekken Leefmilieu Brussel, de Vlaamse Landmaatschappij en het Agentschap voor Natuur en Bos mee aan de kar.  En net zoals bij het T.OP zijn ook Brussel Stedelijke Ontwikkeling en Ruimte Vlaanderen van de partij.  Om het plaatje compleet te maken, werd het proces ook van nabij opgevolgd door het Team Vlaamse Bouwmeester en hun Brusselse evenknie.

Debat?            

Deze olijke bende liet vier ontwerpteams los op vier zones. Dit geeft vier resultaten die géén concreet project willen zijn maar wel de start voor verder debat. Via hun ontwerpend onderzoek en de ideeën die ze naar voren schuiven doen de ontwerpers aan agendasetting en bereiden ze mee het beleid voor.

We kunnen maar één ding zeggen: lezen die handel. Ook diegenen met een instinctieve afkeer voor alles waar het woord metropolitaans in voor komt, vinden er waarschijnlijk toch inspiratie voor lokale actie.

Case 1: “De Zuidelijke Zennevallei”

Wie vorig jaar onze klassieker Brussel-Halle-Brussel meefietste merkte het op: de zuidelijke Zennevallei wordt doorkruist door (snel)wegen, industriezones, spoorbundels etc. En daartussen verstoppen zich allerhande onverwachte pareltjes. De uitdaging in de zone is om deze met elkaar te verbinden.

In het eerder industriële Noordelijke deel van het projectgebied plannen de ontwerpers een biogasfabriek. Eentje die alleen al met het Brusselse groenafval (40.000 ton!) elektriciteit voor  20.000 gezinnen genereert. De gegenereerde warmte gebruiken ze vervolgens voor visteelt en daarna zuiveren ze het water in een rietveld. Alvast een mooie combinatie natuur en industrie. 

Tip van BRAL: je kan een biogascentrale ook koppelen aan een waterzuiveringsinstallatie. De extra toevoer van organisch materiaal zorgt dan voor een grotere gasproductie. Vanuit die optiek kan je het idee van een biogascentrale ook verplaatsen naar projectgebied vier, de Noordelijke Zennevallei..

Het gros van het Brusselse organisch afval gaat trouwens nog altijd recht de verbrandingsoven in. En wat Net Brussel selectief ophaalt, rijden ze naar Ieper om daar te laten verwerken. In afwachting van een echte biogascentrale, blijf je dus maar best gewoon composteren.

Meer Zuidelijk is de Zenne prominent aanwezig in de idyllische Zennebeemden.  Het is al een groene oase voor menig stedeling maar: alles kan beter! Zo krijgt de Zenne meer plaats om af en toe nog eens ouderwets te overstromen. Wat het gebied  niet alleen ecologisch opwaardeert maar ook het waterbeheer in de Zennevallei eenvoudiger maakt. Maar laat ons klein beginnen: eigenaars die doorgang verlenen of gebruikers die afstappen van bv. maïsteelt zouden de kwaliteit en de bereikbaarheid van het gebied alvast een boost geven.

Case 2:  ‘Scheutbos’

Hier voorziet men een groene, aaneensluitende zone door Molenbeek tot aan het Scheutbos en de Vlaamse rand. Het idee van een samenwerking tussen het versnipperde agrarisch landschap en een dichtbebouwde woonomgeving staat hier centraal.

Vanaf het Weststation, naar beneden richting centrum, kom en blijf je wel in de overbevolkte centrumwijken waar er amper groen is. Comité Porte NiNove Poort werkte al in 2010 voorstellen uit om de voorgestelde groene vinger effectief tot in het centrum door te laten door lopen.

Zoals bij alle plannen op deze schaal werkt de realiteit al eens tegen. Sommige stukken zijn al volgebouwd en voor andere bestaan al plannen. Kortom, zo’n groene vinger vraagt veel coördinatie en plankracht. Tot het zover is, is het met stukjes en beetjes bricoleren en hopen dat de puzzel samen valt.  Het zou al een begin zijn, moesten ideeën zoals deze hernomen worden in het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling.

Case 3: Molenbeekvallei

Dit gebied verbindt Thurn & Taxis via de spoorweg met het Koning Boudewijnpark, Laarbeekbos én de velden aan de overkant van de Ring.  De ontwerpers bouwen dus voort op het park in de oude spoorwegbedding aan Thurn & Taxis. De belangrijkste eerst knoop zit hem er in dat door te trekken tot aan het Bockstaelplein. Omdat de ambitieuze versie  - een brug over sporen  om het hoogteverschil naar het plein toe te overwinnen –lang op zich zal laten wachten, pleiten we er voor om snel werk te maken van een tijdelijke versie. Dit kan door de spoorwegtalud af te graven. Zo krijgen we alvast snel een stevig groen lint door druk bevolkte wijken.

Het voorstel voor de verbinding Thurn & Taxis – Laarbeek Bos is op zich niet verassend.  Dieren en planten gebruiken ze al lang. Echt verassend is het idee om Laarbeek bos te verbinden met de velden aan de andere kant van de Ring. De voorgestelde manier om dit landbouwlandschap te verbinden met Brussel is heel eenvoudig: overkap de ring! Als ze dan toch geld in de Ring steken, kunnen ze het maar beter daar in steken. Momenteel zou er akkoord zijn voor een kleine ecoduct maar het kan ambitieuzer.

Case 4, de noordelijke kanaalzone overlapt met wat in het T.OP Noordrand de gedeelde Zennevallei heet. Ook inhoudelijk is er een serieuze overlap. Check het artikel over het T.OP hier. Meer achtergrond over wat ze in Vlaanderen allemaal met de Woluwe doen: zie het artikel in bijlage.

Boeren voor Brussel?

Zowat alle voorstellen, zetten expliciet in op het linken van landgebruik in de Rand met de enorme Brusselse afzetmarkt. Vreemd genoeg is dat nu vaak niet het geval. Zo kweken veel landbouwers bijvoorbeeld op grote schaal maïs voor veevoeder op de wereldmarkt. Een teelt die bovendien veel mest en pesticiden vraagt. Ter vergelijking: zowat de enige landbouwer die momenteel wél produceert voor Brussel, verdient op twee hectaren even veel als de meesten op 20 hectaren. Velen zijn echter bang voor een ommezwaai en hebben geen idee hoe zich naar die Brusselse markt te richten. Daarom: er komt best een organisatie die boeren en landbouwers uit de Rand desgewenst begeleidt naar een teelt die afgestemd is op de omgeving en het nabije Brussel. Zonder die hulp blijft het een theoretische oefening.

http://www.vlaamsbouwmeester.be/sites/default/files/uploads/MetropolitanLandscapes_web.pdf

Steyn Van Assche, stafmedewerker stedenbouw

Met de keuze voor een grote voetgangerszone in het centrum van Brussel nam dit stadsbestuur een moedige beslissing. BRAL vraagt aan de Stad en het Gewest om met dezelfde vastberadenheid door te zetten, maar vooral om werk te maken van een gecoördineerd overleg met alle inwoners, handelaars en bezoekers van de binnenstad. Daarvoor is het nog niet te laat.

Dat Brussel binnenkort het Beursplein gaat omtoveren in een plein die naam waardig, komt niet uit de lucht gevallen. In 2012 lanceerden we met BRAL de ideeënwedstrijd ParcAnspachpark en Pic Nic the Streets zette het autovrije Beursplein helemaal op de politieke agenda. Al in 2002 waren er acties op de centrale lanen om te pleiten voor een andere aanpak. Brussel heeft een centrum nodig waar de auto niet langer baas is, maar waar plaats is voor kwalitatieve publieke ruimte. Het is een logische evolutie, goed voor de Brusselaars én de bezoekers. Iedereen tevreden, denk je dan. Toch is de tegenstand groot. En die tegenstand groeit met de weken.

Ja, er zijn vandaag veel andere factoren (de tunnels, de lockdown, de aanslagen ...) die een  goed oordeel over de testfase moeilijk maken. En ja, wat we vandaag zien, is niet ‘de voetgangerszone’ maar zijn de voorbereidende werken. Toch ontkent niemand meer dat de aanpak en de communicatie niet goed zijn. Zo was er vorige week slechts een handvol mensen aanwezig op een door de Stad en Sibelga groots opgezette infoavond over de geplande werken. Pijnlijk. Maar vooral een teken dat het anders moet.

BRAL vraagt om met dezelfde vastberadenheid als waarmee de beslissing voor een autovrij Beursplein werd genomen, werk te maken van een structureel overleg met alle inwoners, handelaars en gebruikers van de stad.

Zwakke schakel: het circulatieplan

Het stadsbestuur besliste onlangs dat de Lakensestraat dan toch opnieuw open gaat vanaf de Kleine Ring. Ook de Zuidstraat krijgt voor een stuk opnieuw verkeer in twee richtingen. Deze nieuwe aanpassingen, twee maanden ná het einde van een ‘testfase’ die acht maanden duurde, tonen aan dat de Stad nog altijd geen duidelijk plan van aanpak heeft. Bovendien maken deze aanpassingen opnieuw transitroutes mogelijk door de Vijfhoek. Wat in tegenstelling is met een mobiliteitsplan dat als doel heeft de autodruk in het centrum te verminderen. Wij onthielden uit de testfase dat er in beide straten eindelijk wat minder auto’s waren en het bijvoorbeeld veel veiliger fietsen was. Het terugdraaien van de situatie is dan ook een spijtige zaak De Stad verliest zich de laatste maanden in aanpassingen hier en daar. Het ruikt naar improvisatie en ad hoc reageren op specifieke situaties of klachten. En ondertussen vergeet men een degelijke en gecoördineerde dialoog op te bouwen met bewoners en handelaars.

Interactie

Dat de voetgangerszone de laatste maanden op steeds minder bijval kan rekenen, hebben de Stad en het Gewest grotendeels aan zichzelf te danken. Er is geen transparantie over de beslissingen die de laatste maanden werden genomen. De Stad en het Gewest zetten bewoners te pas en te onpas voor voldongen feiten en er is geen dialoog, geen interactieve website, geen publieke vergaderingen, geen stappenplan, geen overkoepelend communicatieplan, geen projectmanager die het proces de komende jaren kan begeleiden. Een en ander zorgt begrijpelijk voor wrevel en ongenoegen. Het beleid moet transparanter, zowel over de zaken die goed lopen als de zaken die minder goed lopen.

Er zijn geen degelijke publieke vergaderingen, er is geen dialoog, geen interactieve website, geen stappenplan, geen overkoepelend communicatieplan, geen projectmanager die het proces de komende jaren kan begeleiden. 

Daarom is BRAL met drie onderzoeksgroepen van de VUB al sinds vorig jaar bezig met cijfermateriaal te verzamelen die verband houden met de recente veranderingen. Zo kunnen we ons baseren op objectieve gegevens. In november 2016 organiseren we samen met de VUB ook een grote studiedag over de voetgangerszone. Van de Stad krijgen we daarvoor nog altijd niet alle informatie die we vragen. Waarom niet?

Al van bij de eerste plannen roept BRAL op tot dialoog met het middenveld, tot een professionele opvolging en een doorgedreven participatie. Ons voorstel om bij aanvang van de testfase in september 2015 een begeleidingscomité op te richten, waarin verenigingen en handelaars vertegenwoordigd zijn, bleef onbeantwoord. Dat is jammer, vooral omdat er niets anders in de plaats kwam.

Mogen we iets voorstellen?

Zo’n traject, dat parallel kan lopen aan de politiek beslissingsprocessen en dus het project niet hoeft te vertragen, had al veel ongenoegen kunnen temperen. Bewoners of handelaars laten deelnemen aan het debat, verplicht je er heus niet toe om gevolg te moéten geven aan àlle opmerkingen. Debat en inspraak kunnen leiden tot gedeelde inzichten en gezamenlijke oplossingen. Waarom laat je bewoners vandaag niet mee nadenken over hoe we de zomer gaan overbruggen bijvoorbeeld? Komen er opnieuw banken en pingpongtafels? Mogen we iets voorstellen? Vandaag stellen we vast dat de polarisatie overheerst en dat het Gewest noch de Stad er in slaagt er een antwoord op te bieden. Wachten ze op de volgende tegenpetitie en boze affichecampagne of gaan ze gaan het debat structureel aan?

BRAL wil niet terug naar centrale lanen vol met auto’s, en is voor de snelle heraanleg van een voetgangerszone. Betrek de Brusselaar bij dit plan. 

Joost Vandenbroele - stafmedewerker - joost@bral.brussels

Twijfelen we nog over de komst van een megapark op Thurn & Taxis? Wat is er zo uniek aan de tientallen bewonersiniatieven die in Brussel als paddenstoelen uit de grond schieten? Hoe laten bewoners van zich horen over de nieuwe voetgangerszone in het centrum? Zijn er nu eigenlijk Brusselaars die naar de rechtbank stappen om een betere luchtkwaliteit te eisen? Hoe kan Brussel beter bestuurd worden? 

Hoewel de initiële opzet, geeft deze publicatie geen exhaustief overzicht van de activiteiten van BRAL in 2015. Daarvoor verwijzen we u door naar het document ‘Power tot he people’ als bijlage in pdf. Deze beknopte publicatie focust wel op onze speerpunten. We willen hiermee zowel insiders als voor mensen met een gezonde interesse voor Brussel en/of voor Bral inspireren

Op de laatste pagina’s lees je ook met welke middelen BRAL werkt en waar we ons geld aan besteden. Bestuurders Tom Lootens en Sofie Vermeulen geven bij wijze van inspirerende inleiding een kritische kijk op de toekomst van het Brusselse middenveld anno vandaag.

Veel leesgenot en tot op straat, tot in Brussel, tot in ons kantoor (op 2 stappen van het de Brouckèreplein) of tot op de golven van de sociale media.  

Op 22 maart 2016 gebeurde wat we al een tijdje vreesden: de Brusselse luchthaven en metro werden het doelwit van bandieten met bommen. Veel gewonden; tientallen lieten het leven. Ergens onderweg. Veelkleurig en veeltalig Brussel, de hoofdstad van Europa, staat nu oog in oog met vele vragen én meningen over het waarom. Tom Lootens en Sofie Vermeulen, bestuurders bij BRAL, overschouwen de situatie, met de blik en ingesteldheid van echte middenvelders.

Daags na de aanslagen riep onze premier Michel op tot solidariteit en eendracht. Het was een mooie hoopvolle boodschap in tegenstelling tot de oorlogstaal van de Franse premier Hollande na de aanslagen in Parijs. Het is een boodschap waar het Brussels middenveld zijn twee mouwen verder voor kan opstropen en het is tevens een versterking van de oproep van de Grote Parade tot meer solidariteit en eenheid in diversiteit, die twee dagen voor de aanslagen nog 25.000 mensen op de been bracht in Brussel.

Het valt ons immers moeilijk, dat in het zoeken naar antwoorden op dat ‘waarom’ van terrorisme, de woorden banditisme, werkloosheid, schoolachterstand, rechten, plichten, waarden, vluchtelingen en asielbeleid, religie, cultuur en gemeenschap, vaak, quasi achteloos, op één hoop worden gegooid. Opbouwwerk wordt eveneens snel in het verdomhoekje der naïevelingen geduwd. Onterecht. De bruggen tussen burgers en overheden moeten meer dan ooit weer versterkt worden. Drastisch en met veel verschillende vormen en soorten. De middenvelder heeft hierin een cruciale rol te spelen, net als in het voetbal. Dat is ook waar BRAL voor gaat: Citizens in Action for Brussels.

Bijna twee jaar geleden vierden BRAL en IEB de gezegende leeftijd der wijsheid van 40 jaar. Toen blikten de voorzitters en twee stafmedewerkers terug op het ontstaan van beide stadsverenigingen. Ze hielden de uitdagingen van toen en nu tegen het licht. De impact van de vastgoedmarkt en economie op stadsontwikkeling en het belang van opbouwwerk op het terrein stonden duidelijk al vanaf het prille begin centraal in de werking[1]. Dat is ook vandaag nog zo.

[de middenvelder] - "De middenvelder speelt tussen de verdedigers en de aanvallers. Hij/zij beweegt het meest - en geraakt daardoor sneller vermoeid. In het middenveld zit de spil van het spel. Wie het middenveld beheerst heeft de meeste kans om te winnen."

VAN HOE NAAR WAAROM

Het ontstaan van dat Brusselse middenveld, dat zich bezighield met een beter Brussel voor iedereen, stond met de natte voeten in een drievoudige crisis. Terwijl onze maatschappij steeds meer kleurde en verstedelijkte, belandde de wereldeconomie in algemene (olie)malaise. Tijdens de afbrokkelende Belgische welvaartsstaat, zat Brussel even in de politieke koelkast. De communautaire kwesties kwamen op het politieke voorplan, Brusselse wijken werden te vaak onterecht afgebroken. Er zijn teveel mensen die onterecht moesten verhuizen. Die Brusselisatie heeft zware littekens achtergelaten. Middenveldorganisaties gaven kleur aan de strijd tegen afbraak, pleitten voor meer bescherming van huisvesting, voor meer bewonersparticipatie. De zoektocht naar het hoe van een betere participatie, riskeert echter een belangrijke vraag naar de achtergrond te dringen: waarvoor willen we dan wel meer participatie? [2]

ZELF STAD MAKEN

BRAL gaat altijd op zoek naar goeie voorbeelden om uit te leren. We doen dit zoveel mogelijk in samenwerking met bewoners, activisten, opbouwwerkers, sociologen, geschiedkundigen, economen, politicologen en geografen. De verbetering van het democratisch proces van stadsplanning is een continue zoektocht waarbij we experiment op terrein moeten combineren met onderzoek. Een verfrissende kruisbestuiving! Overal ter wereld wordt vandaag geëxperimenteerd bottom-up projecten, andere ontwerpmethoden in stadsplanning, opbouwwerk in wijken, met waterbeheer, wijkbudgetten en -raden, moestuinen, etc. BRAL werkte het afgelopen jaar ook intensief samen met elf burgerinitiatieven in het project Selfcity. Uit de praktijk ontstond een grondige analyse, en veel goesting om de grenzen verder te verkennen.

Maar stadsontwikkeling is een complex beest: zoeken naar manieren waarop wij – burgers -  zeggenschap hebben in de complexe tango van markt en overheid, is niet altijd een passionele dans vol overgave. De vele overheden in Brussel creëren in vele gevallen een politiek vacuüm. Lange tijd heeft het middenveld de kracht van de grijze zones kunnen gebruiken - daar waar tijd en ruimte is voor experiment. In een leegstaand gebouw, op tijdelijke ongebruikte site of op een vergeten pleintje. Daarbij vergaten we soms dat we als middenvelders samen op het zelfde Brusselse veld staan. En dat we best een wedstrijdstrategie hebben voor dat beter Brussel. Met ieder z’n rol, z’n achilleshiel en uitblinkend talent.

"De verbetering van het democratisch proces van stadsplanning is een continue zoektocht waarbij we experiment op terrein moeten combineren met onderzoek. Een verfrissende kruisbestuiving!"

Met onze leden en achterban hebben we gekozen om op volgende prioriteiten te focussen: gezondere lucht voor alle ketjes door een duurzamere mobiliteit, een grotere betrokkenheid tussen beleid en burgers en een meer inclusieve sociale en groene economie voor onze stad. Het zijn de sleutels van het meerjarenproject van BRAL. Het is een duidelijke strategie gefundeerd op een sterk verhaal.

TIJD VOOR KRIJTJES

Net als zovele stadsbewegingen, blaast BRAL leven in dat verhaal. Maar dat kunnen we alleen samen met ieder die van Brussel houdt, met verenigingen, bewoners, overheidsmedewerkers, onderzoekers en private actoren. BRAL wil hier meer dan ooit haar schouders onder zetten. Zodat 2016 nog meer dan ooit het jaar van álle Brusselaars blijft. Zodat de voedingsbodem van zo’n vreselijke aanslagen verbrokkelt, elders en hier.

En daarom is het tijd voor wat John Lennon. En een paar dozen krijtjes, aan de Beurs, waar ooit de botermarkt stond. Krijtjes in verschillende kleuren, als symbool voor een collectieve creativiteit. Dezer dagen is het Beursplein de plaats om te rouwen, om bruggen te bouwen die zo nodig zijn, in een stad waar iedereen een beetje van ergens anders komt. Laat ons des te meer samen in het krijt treden, voor Brussel. Laat ons de vele verhalen vertellen en een nieuw collectief geheugen bouwen, voor een stad die rechtvaardig is, voor iedereen, in elke wijk, over alle administratieve, symbolische en taalgrenzen heen.

Sofie Vermeulen en Tom Lootens

Bestuursleden van BRAL  

Het jaar van de Brusselaar

[1] Lees het dubbelinterview met BRAL en IEB ‘40 jaar actie voor een beter Brussel'

[2] Vermeulen, S. (2015). Chapter 4 : Urban governance in Brussels & Chapter 5: Policies, planning system & instruments. In : The Brussels Canal Zone. Negotiating visions for Urban Planning. Brussel : VUBPRESS.

Tunnelsaga? Vreest niets, beste burger, Status Quo wordt niet in vraag gesteld ! Met de renovatie van de scheurtjestunnels investeert de regering in een verouderde oplossing in plaats van te investeren in de mobiliteit van de 21e eeuw.

De Brusselse scheurtjestunnels werden in de pers al eens gekscherend vergeleken met de Belgische kerncentrales. Vanwege hun belabberde staat natuurlijk. Maar bij nader inzien gaat de vergelijking ook verder op: het openhouden van een voorbijgestreefde infrastructuur houdt een systeem in stand. Dit vertraagt en blokkeert het veranderen van paradigma. Inspanningen om tot een duurzamer verkeersmodel te komen, gaan de koelkast in. En de schaarse gewestelijke middelen gaan naar renovatie van een voorbijgestreefde model.

Nood breekt wet

De hernieuwbare oplossingen zijn in dit geval

  • ontradingsparkings in combinatie met bovengronds openbaar vervoer, dat ongehinderd door het verkeer stipt de reizigers bedient
  • ruimte voor aangename fietspaden die ook effectief zin geven om te fietsen.
  • Ondergrondse parkings die de auto’s van de bewoners van de openbare weg halen.
  • Nieuwe tramlijnen met hogere frequenties
  • bredere en toegankelijke voetpaden
  • meer groen in de stad
  • een kwaliteitsvolle openbare ruimte met plaats voor ontmoeting, ontspanning en verplaatsen met respect voor elkaar en het milieu…

 

Klinkt het u ook als muziek in de oren ?  I Hear A Symphony ? Nee hoor, het Brussels Gewest kiest resoluut voor Fahren Fahren Fahren auf der Autobahn… De tunnels zullen en moeten volledig worden gerenoveerd, en daarvoor worden kosten noch middelen gespaard. Met andere woorden: onze beleidsmakers gaan er alles aan doen om vooral niéts aan onze vervoersgewoonten te veranderen, en voor deze dure grap (900 miljoen euro and counting) moeten en zullen alle mogelijke middelen worden ingezet. Extra personeel, dure werven – want er wordt alleen ’s nachts en in het weekend gewerkt- , extra wegcapaciteit bovengronds (tijdens de sluiting van de tunnels) waardoor fietsen of te voet gaan van rock’n’roll richting grindcore gaat.  Nood breekt wet, weetjewel.

10 keer fietsGEN

Stel je even voor dat we gewoon rustig de tijd nemen om te zien wat we met deze middelen eventueel ook zouden kunnen doen ?

  • Tien keer het mythische fiets-GEN aanleggen (1 keer is genoeg) ?

  • Vijf nieuwe tramlijnen met 15 ontradingsparkings ?

 

Ok, maar wat dan met de auto’s? En hoe begin je aan die fameuze modal shift?

Als we nu eens, in afwachting van rustiger tijden, ervoor zorgen dat de normale toestand er een is met meer voetgangers, fietsers en openbaar vervoer-gebruikers en minder auto’s ? En dat we de toestand van vóór de crisis als de noodtoestand gaan beschouwen die ze in werkelijkheid ook was ?

De ene tunnel is de andere niet

Om te beginnen kan je een analyse maken welke tunnels bijdragen tot het functioneren van ons wegennetwerk (de scharnieren, zeg maar) en welke gewoon ervoor zorgen dat er auto’s in de stad worden gepompt.



De Stefaniatunnel bijvoorbeeld, die kan misschien blijven bestaan, vooral omdat deze tunnel toelaat om de Louizaflessenhals autovrij te maken. Het zou trouwens geen slecht idee zijn om dit meteen bij de heropening te doen. Er ontbreekt nu eigenlijk een tunnel, namelijk om van Zuid naar Louiza te gaan. Dit is de reden waarom de flessenhals tot nu nooit autovrij kon gemaakt worden. Tijdens een werf gaat alle verkeer richting Louiza bovengronds, dus na de werf kan het interessant zijn om de ontbrekende ondergrondse beweging via Poelaertplein en tunnel uit te proberen, aangezien auto's het omrijden via Poelaert nu kennen.

Maar die gruwelijke tunnel die het Jubelpark in twee rijt renoveren, really? Dat hou je toch niet voor mogelijk? Maar ook de opeenvolging van ondertunnelde kruispunten op de Kleine Ring die elke vorm van openbare ruimte onmogelijk maken ? De vraag is : dienen onze wegen 60 jaar na expo 58 nog altijd om met de auto zo snel mogelijk van de rand naar het centrum te rijden, of mag een straat ook andere functies hebben?

 

Crisismanagement of lange termijn visie

Door de tunnelproblemen en de aanslagen zit Brussel met een dramatische daling van de autobereikbaarheid. Maar deze crisis blijft niet duren. Als we nu eens, in afwachting van rustiger tijden, ervoor zorgen dat de normale toestand er een is met meer voetgangers, fietsers en openbaar vervoer-gebruikers en minder auto’s ? En dat we de toestand van vóór de crisis als de noodtoestand gaan beschouwen die ze in werkelijkheid ook was ?



Oja, nog dit: onze scheurtjestunnels zijn niet afgeschreven, zoals onze kerncentrales. Nee, na een fikse investering in renovatie lopen de kosten gewoon weer op. Want dat onderhoud belangrijk is, hebben ondertussen zelfs onze beleidsmakers ook begrepen.



De vergelijking gaat dus niet helemaal op.

+ Petitie

Er loopt vandaag ook een petitie, met een boodschap die in de lijn ligt van dit het standpunt van BRAL: JA AAN HET OPENBAAR VERVOER, NEE AAN DE BRUSSELSE TUNNELS