Nieuws: Overlegcommissies veranderen in september

06/09/2013
Preview dsc00623_0.jpg

In het federaal regeerakkoord van eind 2011 stonden een aantal punten opgesomd waaraan Brussel volgens de toenmalige onderhandelaars moest werken om bepaalde zaken minder complex te maken. De regering en het parlement hebben al een flink stuk van dat huiswerk gedaan, o.a. voor het hoofdstuk stedenbouw en mobiliteit. Vanaf september 2013 zijn er nieuwe regels van kracht.

Het parlement heeft een aantal wijzigingen goedgekeurd aan het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening (BWRO of voor de Franstaligen: Code Bruxellois de l’Aménagement du Territoire - Cobat). De bedoeling was een aantal procedures te vereenvoudigen en tegelijk een meer coherent stedenbouwbeleid te krijgen en ook de nodige aandacht te geven aan mobiliteit.

Uitbreiding Overlegcommissie

Vanaf 13 september zal de administratie mobiliteit en vervoer ook deel uitmaken van de gemeentelijke overlegcommissie, als volwaardig lid. Zij moeten er mee op toe zien dat de stedenbouwkundige vergunningen voor wegen en publieke ruimtes in overeenstemming zijn met de goedgekeurde mobiliteitsplannen.  

Een andere vernieuwing is dat het gewest voorzitter wordt van de overlegcommissie wanneer het gaat om mobiliteitsprojecten van gewestelijk belang. Bijvoorbeeld voor de aanleg van een nieuwe tramlijn die verschillende gemeenten doorkruist zal er één gewestelijke overlegcommissie georganiseerd worden.

Projecten met een effectenbeoordeling

Het is de gemachtigde ambtenaar (dus de gewestelijke administratie stedenbouw) die voortaan de vergunning zal afleveren voor alle projecten waarvoor een effectenbeoordeling nodig is. Dat betekent een effectenstudie of een effectenverslag, zoals voorzien in het BWRO.  In die gevallen dient de aanvrager het dossier meteen in bij het gewest, wat de procedure verkort.  De gemeente heeft enkel een advies te geven als lid van de overlegcommissie.

Deze wijziging geldt voor dossiers die ingediend worden na 1 september. Aan het voorzitterschap verandert er echter niets voor deze dossiers: dat blijft de gemeente (meestal de schepen van stedenbouw). En ook niet onbelangrijk voor de gemeenten: al is het de gemachtigde ambtenaar die vergunt, wanneer het project stedenbouwkundige lasten zou genereren blijft het de gemeente die kan beslissen over de bestemming van het eventuele geld.

Projecten zonder effectenbeoordeling

Wanneer de overlegcommissie tot een unaniem advies komt en de afgevaardigde van het bestuur stedenbouw aanwezig is op de vergadering van de overlegcommissie, dan staat dit gelijk met het advies van de gemachtigde ambtenaar en moet het dossier niet meer worden doorgestuurd naar het gewest. Het advies van de overlegcommissie komt dan in de plaats van het advies van de gemachtigde ambtenaar en Het college van burgemeester en schepenen kan dus meteen zelf vergunnen of de vergunning weigeren (wanneer het een negatief advies is).

Wanneer de afgevaardigde van het bestuur stedenbouw niet aanwezig was, en het advies van de overlegcommissie unaniem gunstig was heeft de gemachtigde ambtenaar slechts 8 dagen de tijd om te beslissen of hij het dossier grondiger wil bekijken en een eigen advies geven.

Wanneer de gemachtigde ambtenaar niet reageert binnen die periode wordt hij veronderstelt het eens te zijn met het advies van de overlegcommissie.

Het college kan dan de vergunning afleveren en zich steunen op de bepalingen van het advies van de overlegcommissie.

Deze werkwijze geldt voor de projecten die aan de overlegcommissie worden voorgelegd na 1 september. (in de ordonnantie staat “voorgelegd aan de overlegcommissie na de inwerkingtreding van de ordonnantie”, geen referentie naar de start van het openbaar onderzoek).

Tekortkoming van de gemeente

In de toekomst zal de gemachtigde ambtenaar zelf het initiatief kunnen nemen om een dossier van de gemeente over te nemen in geval van “een duidelijke tekortkoming van de gemeente”. Vandaag kan dat ook al, op vraag van de aanvrager, wanneer bepaalde termijnen verlopen zijn. De gemachtigde ambtenaar moet wel eerst een waarschuwing zenden en de gemeente de kans geven haar werk alsnog behoorlijk te doen. Indien de gemeente in gebreke blijft zal de gemachtigde ambtenaar alle betrokken (uiteraard ook de aanvrager) op de hoogte brengen en het dossier verder zelf behandelen.

Conclusie

De aanwezigheid van een afgevaardigde van administratie mobiliteit is zeker positief. Dat moet de kwaliteit van de vergunningen verhogen en zal normaal ook de procedure vereenvoudigen en korter maken.

Door de rechtstreekse overheveling van dossiers met effectenbeoordeling naar de gemachtigde ambtenaar en door hem de mogelijkheid te geven dossier over te nemen wanneer gemeenten falen, is het duidelijk dat de invloed van het gewest groter wordt.

Voor projecten zonder effectenbeoordeling komt nu meer verantwoordelijkheid bij de leden van de overlegcommissie. Hun advies wint zeer zeker aan belang. Als het unaniem is, neemt de gemeente de inhoud daarvan over in de bepalingen van de vergunning. Misschien zal intern de druk toenemen om tot een unaniem advies te komen, want niemand wil procedures onnodig langer maken.

Maar ook voor mensen die vragen om gehoord te worden is dit een nieuw gegeven. Zij kunnen nu hun argumenten meedelen aan de mensen die in vele gevallen het laatste woord hebben betreffende de vergunning.

Hilde Geens

Federaal regeerakkoord vanaf p 31

De recentste wijzigingen aan het BWRO: 20130830wijzcobat.pdf en 20130903

De volledige (gecoördineerde) versie van het BWRO vind je online.

Read also