50 jaar BRAL: An & Sophie
An en Sophie blikten in ons babbelkot terug op ‘Commons Josaphat’, Tour et Taxis en de rol van burgerparticipatie in stedenbouwkundige plannen. Ze hebben lange tijd samengewerkt aan het project en de plannen voor de Josaphatsite. Het was een blij weerzien dat mooie herinneringen naar boven bracht.
“Het recht op de stad” vormt een rode draad doorheen Sophie Ghyselen haar activistische en professionele parcours. Als stadsactivist is ze betrokken bij verschillende commons-initiatieven zoals Commons Josaphat, Beescoop en andere kleinere burgercollectieven. Via haar huidige job bij Community Land Trust Brussel en voordien als architect ijvert ze voor betaalbare innovatieve woonvormen en een inclusieve stedenbouw.
An Descheemaeker werkte 14 jaar voor BRAL, waarvan tien als coördinator. Zo heeft ze bijgedragen aan de ontwikkeling van onder andere een tramlijn langs Tour et Taxis, een voetgangerszone in het centrum en een grotere participatie bij stedenbouwkundige plannen, zoals die voor de Josaphatsite. Sinds 2019 werkt ze als kabinetschef van schepen voor Mobiliteit Bart Dhondt.
An
Hoe ben je voor het eerst in contact gekomen met BRAL?
Sophie
Dat moet tijdens mijn studies architectuur geweest zijn toen ik mijn eindwerk maakte over wijkcontracten. Zo ben ik hier in de archieven van ALERT beginnen bladeren.
An
Had je toen al een beeld van wat BRAL doet?
Sophie
Ja, ik denk dat dat snel duidelijk was. Het viel me op hoe BRAL vooral probeerde om verschillende mensen in contact te brengen met elkaar, zowel burgers, overheden als lokale actoren, om zo een interessant debat te creëren. Bij het project rond Tour et Taxis was het heel interessant om te zien hoe men er decennia over deed om uiteindelijk tot de site van vandaag te komen. Het park is wel veel kleiner dan wat BRAL had voorzien, maar het is er wel.
An
En dan ben je even later ook nog in contact gekomen met BRAL als burger, als actieve Brusselaar …
Sophie
Ja, dat was dan met het collectief ‘Commons Josaphat’, dat ontstond uit verschillende actoren die op één of andere manier rond de commons werkten op thema’s die gelinkt waren aan stedenbouw en dachten: “tiens, we willen hier samen iets mee doen”. Een bepaalde casestudy ging over lege terreinen, en zo zijn we op Josaphat beginnen werken. Toen heeft BRAL zich daar ook volledig op gesmeten.
An
Als ik het mij goed herinner dan hadden jullie BRAL gecontacteerd om na te gaan hoe we konden meedenken over het integreren van die commons in de stadsontwikkeling. Samen met onze expertise en kennis over de mogelijkheden van het Gewest hebben we dan de koppen bij elkaar gestoken.
Sophie
Uiteindelijk zijn we nu al meer dan tien jaar later en is de wijk die er heel snel ging komen nog steeds niet. We zijn nu 2024 en er is nog altijd geen gebouw, maar er is wel een mooie natuurlijke site gegroeid net als een zekere bewustwording. Dit heeft een aantal wijzigingen aan het masterplan en interessante debatten op gang gezet. Voldoende tijd nemen om plannen te ontwikkelen kan soms een goede draai geven aan een stedenbouwkundige invulling.
Voor de toenmalige regering was het heel duidelijk: de overheid of de privé maakt de stad.
An
An
Josaphat is een mooie case van hoe en op welke thema’s BRAL werkt. Het was ook supertof dat die vraag kwam van buiten onze interne ploeg. Vanuit de behoefte die veel Brusselaars voelen om op een andere manier de stad te maken, niet vanuit de overheid of de privé.
Het vernieuwende aan ‘Commons Josaphat’ was van niet alleen te zeggen aan de overheid wat ze moesten doen via manifesten, maar om vooral te focussen op een plan en samen die coproductie te realiseren. We zijn toen wel op een muur gestoten van de overheid. Toen we tijdens een politiek debat vroegen “wat zijn de commons?”, kon geen enkele partij daar op antwoorden. Dat was echt triestig. Voor de toenmalige regering was het heel duidelijk: de overheid of de privé maakt de stad.
Sophie
In het buitenland genoten de commons al enige bekendheid, dat was super inspirerend voor ons. Hier was dat totaal nog niet het geval. Een aantal jaren later zien we dat de overheid de commons een beetje ondersteunt en er het positieve van inziet. Net hetzelfde met de wooncoöperaties. Tien jaar nadat wij het Zwitserse wooncoöperatieproject ‘Kalkbreite’ gingen voorstellen op het kabinet van minister Vervoort, zijn er nu verschillende politici en de bouwmeester die de wooncoöperaties aanprijzen. Dus het is wel leuk om te zien hoe dat uiteindelijk toch doordringt en inspireert. Nu moeten er gewoon nog meer middelen vrijkomen.
Tijdens ‘Commons Josaphat’ werden we vaak uitgenodigd door mensen uit het buitenland omdat ze zich zo hard aangesproken voelden door onze slogan “In case of emergency, make your own city”. We zagen onze stickers zelfs in Bologna of Parijs!
An
Uiteindelijk zagen ze toch in dat het niet een of-of-verhaal maar een en-en-verhaal is. Dat is toch een mentaliteitswijziging die we hebben kunnen verwezenlijken.
Sophie
Herinner je je nog de campagne die we voerden toen we die poster uitbrachten? We organiseerden een openingsceremonie waar die schop achter glas zat, die we dan kapot geklopt hebben met een hamer om te beginnen graven op de site.
An
Ja! We hebben de pers daar toen voor uitgenodigd.
Sophie
Toen we zijn beginnen nadenken over de vormgeving van zo’n terrein als Josaphat, heeft BRAL daar ook goed bij geholpen. Het was nooit de bedoeling om een ‘tegenproject’ te maken, maar om te zien hoe we co-constructief kunnen samenwerken. Uit dat idee kwam dan ons fameuze ‘roze boekje’ met allerlei aanbevelingen rond negen thema’s, waaronder gezondheid. We werkten dan samen met een dokter die aan de wieg stond van alle maison médicales en hielden expo’s met foto’s in verschillende gezondheidscentra. Zo trachtten we de buurt te betrekken bij onze reflecties. We hebben super interessante voorstellen gedaan met dat boekje.
An
We hebben sessies gehouden met verschillende werkgroepen overal in de stad, waaruit onze marathonschrijfsessie in de Bozar is ontstaan. Commons Josaphat had daar ook een plekje om een antwoord te bieden op de grote uitdagingen van vandaag. Dat was echt een geweldig energiek moment. Allemaal uitgeput, maar super content en enthousiast!
Sophie
Dat was een idee van een van onze hackers die in het collectief zat. Het idee was: we zetten ons uren samen, we sluiten ons op en we gaan samen onze tekst schrijven. En dat was dan in Bozar, in die keimooie zaal. Dat was inderdaad een heel krachtig moment.
Het leek de goede richting uit te gaan door het aanstellen van curators voor het tijdelijk gebruik, maar dan bleek het toch gewoon om stadsmarketing te gaan.
Sophie
Toen we dat roze boekje gingen voorstellen aan het kabinet was het ook handig om BRAL erbij te hebben, met al jullie contacten en tips over vragen zoals: “Met wie moet je gaan praten?" "Hoe moet je met de overheid praten?” Één van onze grote punten met Commons Josaphat was om aan te tonen dat er nooit correct werd gecommuniceerd over het feit dat 32 hectare publieke eigendom op termijn voor 75% geprivatiseerd ging worden.
An
‘Publieke woningen’ is ook een heel vaag begrip. Voor welk publiek is dat dan? Door de overheid ontwikkelde woningen die uiteindelijk op de private markt terechtkomen.
Sophie
Iemand in ons collectief was een krak in Excel-tabellen en heeft toen een vergelijking gemaakt met de statistieken. Als we op termijn keken, gingen er van die 50% publieke woningen maar 25% overblijven, waarvan de helft voor sociale woningen. Uiteindelijk bleek dat die site maar voor 7% Brusselaars toegankelijk ging blijven, voor de 7% rijkste Brusselaars dus! Eigenlijk was het heel interessant om als burger die vastgoedlogica te doorgronden. Daarom dat we ook tegen de overheid zeiden “maak van die grond gemeengoed”. Zo blijven ze eigenaar en kan de grond toegankelijk blijven voor iedereen.
Er zijn genoeg voorbeelden hoe je daar creatief mee kan omgaan als overheid. In Amerika werken ze al vijftig jaar met de principes van erfpacht of opstalrecht. In de geschiedenis van de commons zien we ook dat op de gemeenschapsgronden in de dorpen, de koeien en schapen graasden. Dat waren ook gronden die op een collectieve manier beheerd werden. Er zijn zoveel mogelijkheden.
An
Klopt! En we hebben die mogelijkheden wel aan het licht gebracht. Brussel heeft niet veel ervaring met het opleggen van voorwaarden aan privé-ontwikkelaars. We wilden aantonen dat het echt niet zo onrealistisch was. Nadat ze ons eerst niet serieus namen, hebben ze wel gezien hoe gedetailleerd alles was omschreven. Toen kregen ze schrik en zagen ze het als een bedreiging voor hun model.
Eén van die andere speerpunten was tijdelijk gebruik. We werden toen verplicht om een officieel statuut te hebben vooraleer we actie mochten ondernemen. Daar hebben we intern lang over gediscussieerd, maar uiteindelijk toch overstag gegaan en een vzw opgericht. Vooral omdat we dat tijdelijk gebruik echt van de grond wilden krijgen. Vanuit de contacten uit de buurt en vanuit onze filosofie de site gebruiken om dat collectieve en die coproductie te starten. Samen dingen bouwen met recuperatiematerialen, moestuintjes aanleggen die werden onderhouden door mensen uit de buurt, een collectieve keuken, ...
Met Commons Josaphat werden er samen dingen gebouwd met recuperatiematerialen, zoals deze collectieve keuken.
Sophie
Het was een manier om een breed publiek te bereiken. De overheid verweet ons dat we een collectief van intellectuelen waren. Ze hadden nog nooit zoveel intellectuelen in een moestuin gezien. De moestuintjes en collectieve keuken zorgden net voor lokale verankering. Het bracht buurtbewoners op de site, want ze hadden geen weet dat er zo’n mooi terrein lag. Op een bepaald moment hebben we met een constructie een soort van parlement nagebouwd. Zo konden we samen regels afspreken, met respect voor elkaar kon ieder zijn ding doen. We wilden tonen aan het Gewest dat samen een ‘common’ beheren geen utopie was.
En wat zien we nu bij andere ontwikkelingen in de stad? Ze stellen van bij het begin een curator aan voor het tijdelijke beheer. Jammer genoeg met een volledig andere insteek, want ze stellen daar een privébedrijf voor aan, omdat het rendabel moet zijn. Dat worden wel allemaal leuke sites, maar steeds met een commercieel doel. Het wordt gebruikt om een ietwat verwaarloosde plek in de spotlights te zetten. Het leek de goede richting uit te gaan, maar dan bleek het toch gewoon om stadsmarketing te gaan.
An
En eigenlijk hadden we dat al voelen aankomen. Toen de SAU (maatschappij voor stedelijke inrichting, red.) ons de hand reikte om het tijdelijk gebruik te cureren, hebben we dat na lange interne gesprekken toch geweigerd. Zo’n rol hadden we vanuit BRAL in de jaren 2005-2009 al gespeeld in opdracht van de overheid. We hadden toen vanuit die ervaring heel duidelijk beslist om dat niet meer te doen. Wat ons interesseert vanuit BRAL is het steunen van wat er lokaal groeit om van daaruit in dialoog te gaan met de overheid. Niet vanuit een overheidsopdracht mensen verzamelen om op een neutrale manier de participatie of het tijdelijk gebruik te organiseren. De overheid begreep echt niet dat we dat niet wilden doen. Dat zorgde voor een vertrouwensbreuk. We wilden wel samenwerken, maar we zagen dat als een instrumentalisering.
Sophie
Een van de grote projecten waar we op werkten, was het uitwerken van een concreet huizenblok. We hadden uiteindelijk vijf geloofwaardige partners gevonden, waaronder huurderscoöperatieve Comensia, om na te denken hoe we – moest ons een terrein aangereikt worden – we er een ‘model’-woonblok op konden realiseren. Maar dan wel op onze manier waar we de insteek van de commons volledig in verwerkten, geïnspireerd op het Zwitserse coöperatief project ‘Kalkbreite’. We hebben toen een brief opgesteld aan de Minister-president, waarin we alles beschreven, en als antwoord kregen: “met Comensia willen we samenwerken maar niet met Commons Josaphat”.... Toen waren we keigedegouteerd en was dat voor mij het moment om na vijf jaar actief samen te komen voor Commons Josaphat het ergens anders te proberen.
Zo hebben we samen met een aantal van die partners Europese middelen gevonden om in Vorst het Calico-project op te richten, waar een community land trust woongroep, een feministische woongroep en Pass-ages is gevestigd, met hun geboorte- en sterftehuis. Dat is op iets kleinere schaal met 34 woningen, terwijl we op ‘Commons Josaphat’ 100 woningen voor ogen hadden. Maar kijk, we hebben dat project kunnen uitvoeren in korte tijd, in drie jaar. En nu komen ze dat project van overal in Europa bezoeken. We hebben het toch maar mooi gerealiseerd.
Sinds 1973 heeft BRAL een gigantische ervaring en kennis opgebouwd die ter beschikking wordt gesteld aan Brusselaars die de stad willen doen bewegen.
An
An
En ondertussen is er nog steeds geen duidelijk plan voor Josaphat…
Het ondersteunen van bewoners bij nieuwe initiatieven zoals bij Commons Josaphat en dan de link leggen met de overheid, dat is de rol die ik zie voor BRAL. Sinds 1973 heeft BRAL een gigantische ervaring en kennis opgebouwd die ter beschikking wordt gesteld aan Brusselaars die de stad willen doen bewegen.
Sophie
En dat was ook heel interessant voor ons collectief. Uiteindelijk deden de meesten van ons dat vrijwillig en hebben we hier ‘s avonds uren vergaderd en dingen vormgegeven. In die zin was de rol van BRAL ook belangrijk om ons allemaal samen te brengen en ons te helpen met het ontwarren van soms heel technische dossiers of ingewikkelde regelgeving. Om af en toe een professionele partner te zijn die er ook werkuren aan kon besteden. Het was heel handig om hier te mogen vergaderen en logistieke hulp te krijgen. Want als je dat er nog eens allemaal moet bijnemen als burgercollectief, dan begint het ook wel heel erg slopend te worden.Het was super om BRAL er op die manier bij te hebben!
An
Als je zo terugdenkt aan al die jaren burgerengagement, is er zo iets waar je in het bijzonder trots op bent?
Sophie
Doorheen de jaren denk ik wel dat we heel veel zaadjes hebben geplant die zijn beginnen bloeien en dat is wel leuk. Ik kijk nog altijd terug naar een periode waarin ik me heel hard heb geamuseerd en veel leuke mensen heb leren kennen die ik nu nog steeds privé of professioneel tegenkom en waar ik van weet dat ik er op kan rekenen.
Tijdens ‘Commons Josaphat’ werden we vaak uitgenodigd door mensen uit het buitenland omdat ze zich zo hard aangesproken voelden door onze slogan “In case of emergency, make your own city”. We zagen onze stickers zelfs in Bologna of Parijs!
An
We kregen meer erkenning in het buitenland dan in Brussel.
Sophie
Op een bepaald moment werden we gecontacteerd door bondgenoten uit Parijs die nog een plaats zochten om een ‘European Commons Assembly’ te organiseren in Brussel. In geen tijd overtuigden we Zinneke vzw om hun gebouwen te gebruiken. ‘s Ochtends zaten al die activisten, geitenwollensokken en hackers in het Europees Parlement waar een parlementaire sessie rond de commons op de agenda stond. Om daarna workshops en debatten in het Zinneke-gebouw te organiseren, met al die lobbyisten en parlementairen erbij. Collect’actif, een kookploeg die opgericht is door vluchtelingen uit het Maximiliaanpark, zorgde er voor de catering. Je zag de lobbyisten denken: “waar zijn wij hier eigenlijk?”. Dat zijn dingen die nog heel goed in mijn geheugen staan gegrift.
An
Waar ik heel trots op ben is mijn eerste project, de Tour en Taxis-site. Daar hebben we op tijdelijk gebruik gewerkt om de mensen in die buurt te krijgen. We hadden een park gevraagd van minstens tien hectare. En dat park ligt er wel. Uit onze burgerateliers kwam er dan het zotte idee om van die oude spoorwegverbinding een kwaliteitsvolle groene verbinding te maken.
Op een bepaald moment waren de twee bruggen aan Tour en Taxis opgehoogd met aangevoerde gronden die van ergens anders kwamen. We noemden dat de ‘Coulée Brune’. We hebben dat publiek ten schande gemaakt en dat moment gebruikt om te pleiten voor de ‘Coulée Verte’, die echt gebruikt wordt als voetgangers- en fietsverbinding. Dat leek zo'n onmogelijk idee, maar we hebben toch volgehouden en uiteindelijk is die er nu, de L28 die we toen hebben uitgetekend.
“Zelf de stad willen maken”, of het nu op Tour & Taxis is of "in case of emergency" op de Josaphatsite, de emergency was er en is er nog steeds.