Un PRDD creux, dépassé et antidémocratique,... Bruxellois.e.s, on se moque de nous !
Aujourd'hui se clôture l’enquête publique sur le Plan régional de Développement durable (PRDD), le projet de ville tant attendu par les Bruxellois.e.s. Tant attendu parce que la mouture précédente date d'il y a quinze ans (PRD, 2002) et que son actualisation dure depuis six ans. Dans l'attente, de nombreux plans et réformes, parfois réglementaires, qu'il aurait dû précéder ont avancé sans lui... au point qu'il a perdu sa fonction élémentaire qui est de donner à la Région une vision claire à long terme dans laquelle doivent s'inscrire ses politiques de développement durable.
Het openbaar onderzoek over het Gewestelijk Plan Duurzame Ontwikkeling (GPDO) - het nieuwe ‘stadsproject voor Brussel’ - is op 13 maart afgesloten. Het vorige Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GeWOP) dateert van 2002. De opmaak van de nieuwe versie werd opgestart in 2009 en heeft dus meer dan zes jaar in beslag genomen. Ondertussen zijn er heel wat thematische plannen en reglementaire hervormingen goedgekeurd die zich eigenlijk hadden moeten baseren op het GPDO, dat per definitie een langetermijnvisie omvat. Met andere woorden: al vóór zijn goedkeuring is de basisfunctie van dit plan ondermijnd.
Het maatschappelijk middenveld heeft op vraag van de vorige regering in 2011 veel tijd geïnvesteerd in verschillende ateliers over de modernisering van het GeWOP. In januari 2014 kwam er een door de regering goedgekeurde versie online. De website nodigde iedereen uit om zijn of haar mening te geven, maar tegelijkertijd liet de toenmalige minister-president weten dat het onmogelijk zou zijn het GPDO definitief goed te keuren tijdens de lopende legislatuur.
Gebrek aan tijd hield diezelfde regering echter niet tegen om onder druk van de ondertussen enigszins gerelativeerde bevolkingstoename een Demografisch Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) op een drafje goed te keuren. Heel wat gebieden of gebouwen kregen dus al vroeger een bestemmingswijzingen. Vastgoedontwikkelaars zorgden er ondertussen voor dat de gronden in de volkswijken langs het kanaal in waarde zijn gestegen en dat de vroegere industriële zones tot woningen werden gerenoveerd. Woningen en privéprojecten alom dus.
Omdat het GPDO er niet was om een dam te vormen tegen die ontwikkelingen, glipten wijken door de vingers van hun huidige bewoners, ondanks de vele waarschuwingen van het maatschappelijk middenveld[1].
Sindsdien strandde wel het globalere stadsproject, het GPDO. Dit plan moest eerdere plannen en hervormingen kaderen en het plan moest ook zorgen voor een nieuw elan. Maar dat gebeurde niet. Het liet de Brusselaar met een opeenstapeling van moeilijkheden achter: sociale dualisering, huisvestingscrisis, onzekerheid, tekort aan kinderdagverblijven, scholen, sociale voorzieningen, gebrek aan groene ruimte, milieucrisis,…
EEN ONDEMOCRATISCHE EN OMGEKEERDE PLANNING
Bij de start van de nieuwe legislatuur in juli 2014 verwachtte iedereen dat het openbaar onderzoek van het GPDO snel van start zou gaan. In de plaats daarvan kwam er de ene hervorming na de andere: een bestuurlijke reorganisatie met nieuwe instellingen van openbaar nut onder voogdij van de minister-president (Brussels Planbureau, Maatschappij voor Stedelijke Inrichting, …), een nieuwe ordonnantie voor stedelijke herwaardering (wijkcontracten en stadsvernieuwingscontracten), de hervorming van het Brussels Wetboek Ruimtelijke Ordening (BWRO), etc. Bij elke gelegenheid herhaalden de bewoners, verenigingen en ook de officiële adviesraden: eerst het stadsproject met het GPDO en dan pas de concrete plannen en herstructurering.
Want wij verwachten van de overheid dat ze ook borg staat voor een democratisch kader. Dit betekent dat de het stadsproject eerst grondig en collectief moet besproken en vastgelegd worden vooraleer eventuele hervormingen door te voeren.
Maar pas begin 2017 vroeg de regering de Brusselaar (verenigingen, bewoners, handelaars, …) om zich - op twee maanden tijd - uit te spreken over wat uiteindelijk een vrij vage en algemene tekst blijk te zijn. Erger nog : het gaat om een tekst die moet legitimeren wat de voorbije periode zonder publiek debat beslist is.
Anders gezegd : deze versie van het GPDO sluit helemaal niet aan bij de stand van zaken en de resultaten van de ateliers van 2011, waar wij en vele anderen onze energie hebben in gestopt.
EEN ZEER SLECHT ANTWOORD op de crisissituatie
De grondige aanpassingen van het GBP vóór de goedkeuring van het GPDO is niet alleen een inbreuk op de hiërarchie van de plannen, maar hypothekeert het gewest om de oplossingen voor de territoriale uitdagingen op elkaar te kunnen afstemmen. Het plan is dan ook een slecht antwoord op de sociaal-economische en institutionele crisis.
Zonder in te gaan op de details van de bezwaarschriften die we schreven bij het GPDO, willen we wijzen op het reële risico dat vooral de sterke en financieel meest rendabele functies zich nu zullen ontwikkelen. We willen er ook wijzen dat dit ten nadele van de zwakke functies gebeurt, die nochtans beantwoorden aan de noden van groepen met specifieke noden: zoals sociale woningen, groene en publieke ruimtes, voorzieningen en productie-activiteiten gelinkt aan jobs voor laaggeschoolden.
Het GPDO geeft niet het kader waaruit het GBP eigenlijk moet voortvloeien, maar probeert a posteriori iconische torens, luxe-woningen of voorzieningen met internationale uitstraling te rechtvaardigen. En dan zwijgen we nog over een nieuwe, zeer dure metrolijn.
WAT WILLEN WE DAN WEL
We willen dat de regering zich engageert in een democratisch proces die naam waardig, met een brede consultatie en voldoende tijd voor alle actoren om te reageren.
Dit nieuwe proces moet de prioriteiten bepalen en de behoeften van de Brusselaars in beeld brengen. Een en ander moet becijferd worden op basis van objectieve gegevens, vooral wat betreft sociale huisvesting, buurtvoorzieningen, crèches en scholen, groene ruimten en biodiversiteit, bovengronds openbaar vervoer, productieactiviteiten.
Verder vinden we dat dit nieuwe project afgestemd moet zijn op de stand van zaken en op de aanbevelingen uit de geactualiseerde effectenbeoordeling. Het plan moet dus uitvoerbaar zijn en, zoals het BWRO zegt “de transversaal en sectoraal in te zetten middelen om de alzo gedefinieerde doelstellingen en prioriteiten te bereiken” aangeven.
Wij vinden, en we zijn niet alleen, dat het GPDO voor het hele gewest doelstellingen, criteria, indicatoren en evaluatieprocessen naar voren moet schuiven die beantwoorden aan de werkelijke noden van de Brusselaars. Pas dan verdient dit plan het adjectief 'duurzaam'.
CONTACT
ARAU : Isabelle Pauthier - isabelle.pauthier@arau.org - 0477 33 03 78
Stadsbeweging BRAL: Hilde Geens - hilde@bral.brussels - 0472 83 45 74
Inter-Environnement Bruxelles : Claire Scohier – claire.scohier@ieb.be - 0473 66 75 05
RBDH : Werner Van Mieghem - 02 502 84 63
Réseau Habitat : Marilène De Mol mdemol@reseauhabitat.be 0473 83 03. 99
Bruxelles Nature : Mario Ninanne - mario.ninanne@gmail.com 0473 66 75 05
Natagora - Amandine Tiberghien : amandine.tiberghien@natagora.be 02 893 09 25
[1] Zie Persbericht: Het demografisch gewestelijk bestemmingsplan: een hold-up op het gpdo ! - juli 2011