40 jaar onderzoek over de Noordwijk online

01/03/2011

Wat is algemene conclusie van je onderzoek?

40 jaar na de goedkeuring van de drie Bijzondere Plannen van Aanleg (1967) is het mogelijk om een precies beeld te krijgen van enerzijds de gevolgen van de vernieling en afbraak van 53 ha stad en anderzijds van de realisaties die drie gemeenten (Brussel-Stad, Schaarbeek en Sint-Joost) onder het motto “modernisering van de stad” hebben willen doorvoeren. En wat blijkt: een “urban Titanic”. Hadden de meest ervaren ingenieurs en de scheepswerven van Glasgow in 1908 niet de mooiste, de modernste, de prachtigste boot ontworpen en gebouwd? Een technologisch hoogstandje, met de beste voorzorgsmaatregelen – zodat zinken uitgesloten was. Dat monument is met have en goed tijdens de eerste ‘maiden trip’ naar Amerika, gezonken. Het verhaal van de Noordwijk is een schoolvoorbeeld van de ‘titanische’ ontaarding van een heus project, ontworpen aan de tekentafel van ingenieurs en architecten van de ‘Groupe Structure’ en opgevolgd door een stel vernufte technocraten van de Société Belge d’Economie et Mathématiques Appliquées (SOBEMAP).

En een concrete balans?

De ruggengraat van het ganse project – twee autowegen van 60m breed die elkaar aan de voet van de acht WTC-torens moesten kruisen, werden nooit gebouwd. Het volksprotest enerzijds, de petroleumcrisis (1974) anderzijds, hebben die de grond ingeboord. Ook de “sokkel” op 13m hoog, waarop de voetgangers moesten lopen werd tot 5% van de voorziene oppervlakte gereduceerd, wegens te duur. En slechts 20 van de 80 geplande torens zijn volgens het oorspronkelijk ontwerp gebouwd. Om de schade van het oorspronkelijke plan toch te beperken, waren niet minder dan 27 planherzieningen nodig: Brussel-Stad goed voor 13, St-Joost 9 en  Schaarbeek 5. Vele van die herzieningen werden door dezelfde studiebureaus ontworpen. Onuitvoerbare plannen verzekeren alvast veel werk aan bouwmaatschappijen, studiebureaus, collega’s en concurrenten.

 

Wat heeft die operatie eigenlijk gekost aan de gemeenschap?

Als we niet enkel met de onteigeningsvergoedingen rekening houden, maar ook met andere kosten zoals huurontbinding, gerechtskosten, hergebruikkosten, wachtinteresten, studiekosten en honoraria voor architecten ten laste van de gemeenten, onderhoudskosten, infrastructuurkosten, gederfde onroerende voorheffing per jaar, diverse niet-ontvangen belastingen per jaar tijdens de periode van niet-exploitatie, en leningkosten, dan benadert men een bedrag van 8 à 10 miljard BEF (1970). Dat is dubbel zoveel als de aangekondigde 5 miljard die de drie gemeenten eerst dachten te moeten ophoesten.

 

Welke doelstellingen van het plan zijn dus niet bereikt?

De Noordwijk moest aanvankelijk een internationaal handelscentrum worden voor meer dan 70.000 werknemers en 15.000 inwoners. Vandaag tellen we er amper 15.000 jobs (waarvan 47% ambtenaren en overheidspersoneel) en 6.100 inwoners.

 

Welke lessen trek je uit het mislukte Manhattanplan?

De ramp is te wijten zowel aan het plan zelf als aan de uitvoering. Vandaag is er bijvoorbeeld geen draagvlak meer voor autosnelwegen tot in de stad. Ook de sokkel tussen de gebouwen is een idee dat snel is opgegeven. En renovatie door massale afbraak en kaalslag? Een voorbeeld van wat nooit meer dient te gebeuren. De term ‘bruxellisatie’ is hier ontstaan. Wat we vandaag ook weten is dat een mix van stedelijke functies niet het naast elkaar leggen is van mono-functionele gebieden.

En wat met de uitvoering?

De afbraak was chaotisch, want zeer verspreid zowel in tijd als plaats. Ten tweede had niemand een idee van de planning van de globale uitvoering van het oorspronkelijke Manhattanplan. Er werden telkens alleen maar deelcontracten afgesloten. En ten slotte was er de onmacht van de betrokken gemeenten om bouwpromotoren te verplichten om te bouwen in de Noordwijk. En de verdoken regie was in handen van de SOBEMAP.

 

Zijn dit je memoires en dus een afgesloten hoofdstuk of kijk je ook naar de toekomst?

Het onnoemlijk voordeel van ons onderzoek, is dat het als een afgesloten hoofdstuk kan worden bekeken. Het stelt ons eindelijk in staat om een grondige balans van een gekend megaproject op te maken. We kunnen indiceren, meten en evalueren. Wat economist Bent Flyvbjerg al jaren in staat is te doen, met name een risico-analyse van megaprojecten, is trouwens niet enkel op de Noordwijk, maar ook op de andere Brusselse megaprojecten van toepassing: Zuidstation, Europa-wijk, Flagey, Thurn & taxis, Weststation…

Flyvbjerg vernoemt enkele van die risico’s die we ook hebben aangetroffen: de utopie van een maatschappij zonder tegenstellingen en spanningen (zero-friction society), de paradox van de gegevens over de resultaten (paradox of performance records), de kostenoverschrijding (cost overrun), de systematische overschatting van de baten, de uitkomst en de positieve resultaten (benefit overestimation) en de prognosevergissingen (reasons for demand prediction failures). De Noordwijk-analyse zou zeker als model voor de kritische analyse van andere Brusselse megaprojecten kunnen dienen.

Vandaar dat wij hard aan het werken zijn om een publiek internetsite met alle kritische boeken en studies over de Noordwijk en het Manhattanplan. Vele van die (vroegere) publicaties waren niet meer beschikbaar. Binnenkort meer nieuws op (de nog te ontwikkelen webpagina) quartiernord.be.

 

Zijn kantoren nu echt zo’n economisch interessante functie? Brengt het de gemeenten zoveel op als ze altijd gehoopt hadden?

Terechte vraag, maar moeilijk te beantwoorden zonder een rits factoren in overweging te nemen: afbraak- en (re)constructiekosten, maar ook de periodes van leegstand en andere gederfde inkomsten. Belastingen op de kantooroppervlakten worden vaak door de bedrijven bij rechtbanken gecontesteerd. Idem dito voor het beboeten van de leegstand. Bepaalde openbare instellingen genieten bovendien vrijstelling van het betalen van het kadastraal inkomen. Zonder een zeer gedetailleerde analyse, over meerdere jaren, gebouw per gebouw, kantoor per kantoor, woning per woning is het niet mogelijk daarover een zinnige uitspraak te doen. Op het eerste gezicht zou ik durven beweren dat met kantoren, een gemeente nooit op lange termijn rijk zal worden. Maar ik kan het moeilijk bewijzen zonder een zeer omvangrijke gegevensinventaris. U kunt u gerust afvragen of dat ook niet een bewuste strategie is. Ik zou graag nog op het getouw willen zetten!

Joost Vandenbroele

Read also