ExpAIR Explained #1: luchtvervuiling en sociale ongelijkheid in Brussel
'ExpAIR Explained' is een minireeks, gelinkt aan ons ExpAIR-project, waarmee we mensen meer willen betrekken bij het thema luchtvervuiling, voornamelijk via sociale media. Het doel is om interessante weetjes en onderwerpen gelinkt aan luchtvervuiling en onze hoofdstad aan te kaarten en hiermee een breder publiek te bereiken. Het eerste thema dat we aankaarten is de relatie tussen luchtvervuiling en sociale ongelijkheid in Brussel.
De luchtvervuiling in Brussel blijft ondermaats. 98% van de Brusselaars ademt lucht in die niet voldoet aan wat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als drempelwaarde (10 µg/m³ NO2) vooropstelt. In Brussel is de bron van luchtvervuiling, waaronder het irriterend gas stikstofdioxide (NO2), voornamelijk (44%)1 afkomstig van het verkeer. Maar op sommige plekken in Brussel adem je betere lucht in dan op andere. Met CurieuzenAir, het voormalige grootschalige burgeronderzoek naar luchtkwaliteit, werd duidelijk dat de luchtvervuiling oneerlijk verdeeld is over Brussel.
Boven de Europese grenswaarde
Zoals te zien is op de kaart, situeert de meest vervuilde lucht zich vooral in de eerste kroon van Brussel (de zone tussen de Kleine Ring en de Middenring). Dat deel van de kaart kleurt voornamelijk paars, rood, oranje en geel. De rode en paarse bolletjes geven een concentratie aan van 40 µg/m³ of meer, wat boven de Europese grenswaarde ligt. Overal waar het rood of paars kleurt is die Europese grenswaarde dus overschreden, die al vele malen hoger ligt dan de drempelwaarde die de WHO vooropstelt. Rond die eerste kroon van Brussel geeft de kaart het omgekeerde resultaat: vooral groene en blauwe bolletjes.
Zoals je hieronder kan zien, is het autobezit het laagst in de eerste kroon. Toch is de luchtkwaliteit hier het slechtst.
In de eerste kroon van Brussel leven de mensen het dichtst op elkaar en is het openbaar vervoer er het best uitgerust. De hoge bezettingsdichtheid zorgt er ook voor dat kortere verplaatsingen mogelijk zijn (Ermans & Henry, 2022). Dit kan een verklaring zijn voor het lagere autobezit.
Dubbel gestraft
Maar als het autobezit er lager is, waarom is de luchtvervuiling dan slechter? Dit komt omdat het gebruik van auto’s in de eerste kroon van Brussel duidelijkere gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit. Wanneer het verkeer het gas stikstofdioxide uitlaat, kan deze minder goed weg door de hogere densiteit in het centrum. Hoge gebouwen die dicht op elkaar liggen kunnen zorgen voor streetcanyons2 en de weinige openbare ruimte zorgt ervoor dat de luchtvervuiling moeilijk weg kan. Bovendien is er in de wijken van de eerste kroon en het noordwesten van Brussel te weinig groen (< 20%).
Minder groene ruimte, een hogere densiteit, slechtere lucht in de eerste kroon en het noordwesten van Brussel... die optelsom van factoren zorgt ervoor dat mensen in die omgeving dubbel worden gestraft. Ze leven in omstandigheden met hoge concentraties luchtvervuiling én weinig groene ruimte. Dit staat in schril contrast met de wijken waar het autobezit veel hoger ligt, maar de luchtkwaliteit vaak beter is en meer groene ruimtes te vinden zijn. Er heerst dus een sociale ongelijkheid in Brussel op het vlak van luchtvervuiling die zich oneerlijk verspreidt. Daarom is het des te belangrijker om de luchtkwaliteit te meten in de wijken die hiervoor het meest kwetsbaar zijn. En dat is wat we met het ExpAIR-project ook in kaart brengen.
---
1. (2015-2019). Bron: Leefmilieu Brussel
2. Smalle straten met hoge bebouwing. In deze straten worden de uitlaatgassen slechter verdund en kan de luchtvervuiling zich opstapelen.