Brusselse ring: voor milieu en natuur is scenario zonder extra rijstroken de enige toelaatbare optie
De plannen voor de Brusselse ring gaan een nieuwe fase in. Tijdens de lopende inspraakprocedure liggen drie alternatieven op tafel. Een light-scenario zonder nieuwe rijstroken, een scenario met extra parallelwegen en een scenario dat een mix is van die twee. Voor BBL, BRAL, Fietsersbond, Greenpeace, JNM, Natuurpunt & Netwerk Duurzame Mobiliteit is het minimumalternatief het maximum dat we kunnen aanvaarden.
De plannen voor de Brusselse ring gaan een nieuwe fase in. Tijdens de lopende inspraakprocedure liggen drie alternatieven op tafel. Een light-scenario zonder nieuwe rijstroken, een scenario met extra parallelwegen en een scenario dat een mix is van die twee. Voor BBL, BRAL, Fietsersbond, Greenpeace, JNM, Natuurpunt & Netwerk Duurzame Mobiliteit is het minimumalternatief het maximum dat we kunnen aanvaarden.
“Door geen extra rijstroken aan te leggen, blijft de groei van het verkeer onder controle, blijft de luchtvervuiling beperkt en de klimaatimpact kleiner. De keuze is dus duidelijk”, zegt Erik Grietens (Bond Beter Leefmilieu).
Door de op- en afritten te verbeteren of te beperken, verbetert bovendien de verkeersveiligheid en wordt sluipverkeer tegengegaan. De op- en afritten liggen op de Brusselse ring heel dicht bij elkaar, waardoor het verkeer zeer vaak moet in- en uitvoegen. Het beperken van die op- en afritten zou de verkeersveiligheid en de ‘leesbaarheid’ van de ring sterk verhogen.
Als er daarentegen wel extra rijstroken worden aangelegd, zullen die extra autoverkeer aantrekken, waardoor de luchtvervuiling en de klimaatimpact zullen toenemen. In dat geval verdwijnt er ook veel groene ruimte en dreigt er ook te veel stikstof neer te komen in beschermde natuurgebieden zoals het Laarbeekbos. "Zelfs in het minimumscenario is er een variant met extra rijstroken aan het Laarbeekbos. Dat kan voor ons niet”, zegt Steyn Van Assche (BRAL).
|
Fiets en openbaar vervoer centraal
|
De verenigingen zijn tevreden dat ingezet wordt op extra fietsverbindingen en drie nieuwe tramlijnen, los van het scenario dat voor de ring zelf gekozen wordt. Op dit punt heeft de Werkvennootschap goed werk verricht.
|
Met slimme kilometerheffing is ring breed genoeg
|
De Vlaamse en Brusselse regering willen allebei inzetten op een betere modal shift: minder autoverkeer, meer fietsen en openbaar vervoer. Dat moeten ze nu ook hard maken, want mensen laten niet vanzelf de auto staan. Uit eerdere mobiliteitsdoorrekeningen bleek dat voor het verminderen van de files, het meest heil te verwachten is van rekeningrijden. Een kilometerheffing dus.
“De Brusselse regering heeft al een eerste stap gezet naar rekeningrijden met SmartMove, we moedigen de Vlaamse regering aan om dezelfde weg in te slaan”, aldus Steyn Van Assche (BRAL).
Een slimme kilometerheffing zorgt voor 20% minder autoverkeer op de ring en de aansluitende snelwegen en ook voor minder sluipverkeer op het onderliggende wegennet. Wanneer de Vlaamse regering besluit om een slimme kilometerheffing in te voeren, dan is de huidige Brusselse ring al breed genoeg. Extra rijstroken daarentegen zouden ervoor zorgen dat het autoverkeer blijft groeien en stimuleert mensen niet meer om naar alternatieven voor de auto zoeken.
De invoering van een kilometerheffing is ook nodig om de luchtkwaliteit te verbeteren en onze klimaatdoelstellingen te halen. Vandaag wordt op geen enkele locatie rond de ring de gezondheidsdoelstellingen van de WHO voor fijn stof gehaald. De transportsector is verantwoordelijk voor de grootste stijging van broeikasgassen, terwijl die uitstoot net moet dalen om de klimaatdoelstellingen te halen.
|
Grondig onderzoek naar milieueffecten
|
Het inspraakmoment loopt nog tot 23 juli. Dan worden de milieueffecten van de verschillende scenario’s verder onderzocht. Vervolgens wordt een definitieve keuze voor een scenario gemaakt.
Voor de milieu- en natuurverenigingen is het belangrijk dat de effecten van verkeer op milieu en natuur terdege worden onderzocht.
“Hoe zal het teveel aan stikstof - waarvan verkeer een belangrijke bron is - in beschermde natuurgebieden worden aangepakt? Kunnen de ecoducten over de ring robuuster worden? Hoe kunnen de gezondheidsdoelstellingen van de WHO voor fijn stof worden gehaald? Al die vragen moet goed onderzocht worden in het milieu-effectenrapport (MER)”, besluit Erik Grietens (Bond Beter Leefmilieu).
Contactpersoon
Erik Grietens, Bond Beter Leefmilieu, 0474 40 63 94
Steyn Van Assche, BRAL, 0498 13 25 86
Oliver Mechthold, JNM vzw, 0478 40 27 53
Wies Callens, Fietsersbond, 0478 54 64 52
Bernard Govaert, Netwerk Duurzame Mobiliteit, 0484 87 97 73
|
|
|
|