Reactie BRAL Waterbeheerplan
Het openbaar onderzoek naar het Brusselse Waterbeheerplan is na zes maanden afgelopen. We reageerden op het plan en riepen de Brusselaars op dat ook te doen. Na een vruchtbare discussie op het Bralcafé Water in de stad, hadden we voldoende input om onze reactie op te stellen.
Water in de stad?
In het Waterbeheerplan 2022-2027 kunnen we lezen: “door klimaatveranderingen kunnen we ons verwachten in Europa aan meer regenval, met vooral korte en extreme neerslag, een regenachtig klimaat gedurende het hele jaar, een warmer klimaat in alle seizoenen, een afname van de grondwateraanvulling, met een daling van de gemiddelde grondwaterspiegel van bijna een meter tegen 2100[1].” In de presentatie van Brussel Leefmilieu zagen we grafieken met prognoses van de neerslag, de evaporatie en of de watertafels zich opvullen, die laatste gaf een licht dalende trend voor de komende 75 jaar.
Brussel is gebouwd op moerasgebied – daar komt onze naam “Broek-zele” vandaan, de nederzetting aan het moeras. Terwijl het kanaal de bekendste artificiële stroom is, zijn de Zenne, de Maalbeek, de Woluwe en de Molenbeek de grootste natuurlijke waterlopen. Die waterlopen creëerden valleien, die het grootste risico op overstromingen kennen. Dat zag je ook goed op de kaart met de interventies van de brandweer voor overstromingen in woningen. Het is dan ook bemoedigend dat de samenwerking met safe.brussels zal versterkt worden.
We kregen ook de tabel met de meest recente stand van zake van de waterkwaliteit van het oppervlaktewater, waar het rood – ‘slecht’ overheerste, enkel de specifieke verontreinigende stoffen in de Woluwe kreeg het label ‘goed’. Je kan de volledige presentatie in bijlage lezen.
Het waterbeheerplan 2022-2027 telt maar liefst 800 pagina’s en is gestoeld op 8 pijlers:
- oppervlaktewater,
- grondwater,
- beschermde gebieden,
- betaalbaar water,
- klimaatverandering,
- water in de leefomgeving,
- waterbronnen,
- coördinatie van het beleid en kennisuitwisseling.
Een cocreatieve reactie
Omdat we zelf geen expert zijn in de materie, nodigden we op 19 april een aantal actoren uit het Brusselse landschap om hun input te geven en de discussie te starten. Dankzij de kritische maar constructieve bijdrages van Amandine Tiberghien van Natagora, Tim Van Cauwenberghe van Coördinatie Zenne, Patrick Panneels van Ecotechnic, EGEB, Super Terram, … en Pieter Elsen van Canal It Up konden we onze reactie opstellen.
In het kort:
Het Waterbeheerplan 2022-2027 is eigenlijk al bezig zonder goedkeuring, en beslaat amper zes jaar. Omdat de kwaliteit van het water veel beter moet, moeten we eigenlijk verder in de toekomst denken. In Kopenhagen plannen ze hun Cloudburst Management Plan bijvoorbeeld voor de volgende 20 jaar.
Hoewel het plan best wel holistisch is, hameren we er op dat de sociale en ecologische maatregelen beter gecombineerd kunnen worden – we vragen bijvoorbeeld een geautomatiseerde toekenning van de sociale tegemoetkoming. Een transversaal plan vraagt ook transversale samenwerking tussen actoren met en zonder kennis. Dit vraag om veel koffietjes samen aan tafel met alle relevante actoren om de projecten zo goed mogelijk te plannen en uit te voeren én om extra hydrologen die hun kennis kunnen delen. De veelvuldige rode mannetjes – het symbool dat aangeeft dat er te weinig personeel is – doet ons pleiten om voldoende middelen en mankracht te voorzien.
Het plan heeft de gemeentes nodig om te slagen, terwijl het enkel uitgaat van de goede wil bij deze laatste. Een flashback naar het Gewestelijk Mobiliteitsplan? Niet enkel verbintenissen van de gemeentes zijn nodig, ook het betrekken van de Brusselaars bij het uitvoeren– dit voor de gedragenheid van het plan, en om de slaagkansen van het plan te doen stijgen. Helaas plakt het plan geen becijferde objectieven aan wat het wil bereiken, dus het slagen ervan zal moeilijk in te schatten zijn. Zo wordt er geen cijfer geplakt op de vermindering van overstorten die willen bereikt worden.
Relatie met territoriale planning
Het Brussel Hoofdstedelijk Gewest is, zoals we weten, vandaag verstedelijkt gebied: twee derde van de Zenne is overwelfd en 47 procent van het grondgebied is bedekt. Meer dan 50 procent van de open ruimte is verdicht. Het gaat dan om drukbezochte gebieden zoals parken of bebouwing. De Brusselse bodem reguleert de watercyclus dankzij infiltratie. Verharde gebieden lopen meer risico op overstromingen.[2]
Die grote bedekking en verharding van onze grond maakt ons kwetsbaar voor hitte en overstromingen. Het is daarom nodig om ruimte te creëren voor water vanuit een globale, ruimtelijke visie.
We juichen toe dat geïntegreerd waterbeheer is opgenomen in het plan ondanks dat het nog ontbreekt aan concrete projecten. We vrezen dat er sterk zal ingezet worden op de stormbekkens en dat het geïntegreerd regenwaterbeheer erbij zal inschieten. We pleiten ervoor om het geïntegreerd waterbeheer met participatie en cocreatie explicieter toe te voegen, want expliciet uitgeschreven zaken maken veel meer kans om uitgevoerd worden.
We waarschuwen voor een versplinterde aanpak. Bepaalde planningsinstrumenten zoals het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP, PRAS in het Frans) en het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO, CoBAT in het Frans) kregen niet voldoende plaats in dit plan. Die hervormingen, die nu plaatsvinden, moeten beter deel uitmaken van dit plan.
De bezorgdheid volgt ook de andere richting: vandaag wordt water nog te weinig meegenomen in deze planningsinstrumenten en men zou er nog ambitieuzer kunnen zijn rond water. Het Waterbeheerplan is afhankelijk van de uitvoering van andere plannen zoals de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening.
De hamvraag blijft wat er rechtsgeldig kan gemaakt worden met dit plan, welke kracht heeft het? Wij hopen alleszins dat het belang van en zorg voor water in de stad kan groeien.
Ondanks de grootte en omvattendheid van het plan, willen we dus dat een aantal zaken worden uitgeklaard, aangepast en geïntegreerd. Onze volledige reactie kan je lezen in de bijlage.