Persbericht: "Balans van 30 jaar bewonersstrijd in Brussel EU-wijk is negatief"
De balans van 30 jaar bewonersstrijd in de Europese wijk in Brussel is negatief. De Brusselse institutionele realiteit en de dagelijkse stedenbouwpraktijk staat een behoorlijk participatief bestuur in de weg. “De Europese instellingen moeten meer doen voor Brussel. Waarom zou Europa de bewoners geen geld kunnen toestoppen zodat ze zich beter kunnen organiseren? En wanneer de oprichting van een Alliantie Werkgelegenheid-Europa? De Europese instellingen kunnen meer jobs genereren voor de Brusselaars.” Dat schrijft Hilde Geens van de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL vzw) naar aanleiding van haar publicatie “Bewonersactie in de Brusselse EU-wijk - Strategieën in de Strijd – van 1986 tot nu”.
De balans van 30 jaar bewonersstrijd in de Europese wijk in Brussel is negatief. De Brusselse institutionele realiteit en de dagelijkse stedenbouwpraktijk staat een behoorlijk participatief bestuur in de weg. “De Europese instellingen moeten meer doen voor Brussel. Waarom zou Europa de bewoners geen geld kunnen toestoppen zodat ze zich beter kunnen organiseren? En wanneer de oprichting van een Alliantie Werkgelegenheid-Europa? De Europese instellingen kunnen meer jobs genereren voor de Brusselaars.” Dat schrijft Hilde Geens van de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (BRAL vzw) naar aanleiding van haar publicatie “Bewonersactie in de Brusselse EU-wijk - Strategieën in de Strijd – van 1986 tot nu”.
“In de Europese wijk komen alle beleidsniveaus samen en staat er voor alle betrokkenen blijkbaar veel op het spel. De politieke versnippering blijft een flink obstakel om een degelijk bestuur mogelijk te maken, waarbij de bewoners echt worden betrokken”, aldus Geens.
Geens doet in de conclusie van haar publicatie een opmerkelijke oproep. “Het gebrek aan middelen bij de bewoners is een absoluut pijnpunt. Zowel de EU-Instellingen, de Brusselse administraties en de vastgoedsector hebben professionele mensen in dienst om hun projecten uit te werken. Maar bewoners moeten dat allemaal verwerken in hun vrije tijd. En heel vaak moet dat ook nog eens in de zeer beperkte tijd die hen is toegemeten tijdens officiële procedures. Een permanente financiële ondersteuning om hun belangen te kunnen verdedigen is broodnodig”, klinkt het.
Volgens BRAL moeten de Europese Instellingen zelf minder aan de zijlijn staan en moeten ze zich meer als betrokken partners gedragen. Dus naast de discussie of de Europese Instellingen al dan niet hun bijdrage moeten leveren aan de stedenbouwkundige lasten zoals vastgoedpromotoren dat moeten doen, moeten we de verweving van de Europese instellingen in het Brussels stadsweefsel breder bekijken.
“De aanwezigheid van Europa heeft een grote impact. Niet alleen op de directe buurt maar op heel Brussel. We verwachten dat de EU zich effectief engageert op die twee niveaus. Ten eerste zouden ze samen met de Brusselse instellingen een financiële bijdrage kunnen leveren voor de ondersteuning van de bewoners”, zegt Geens.
Naar analogie van de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu pleit BRAL ook voor een Alliantie Werkgelegenheid-Europa. De Europese instellingen hebben veel tentakels over heel Brussel. Al hun activiteiten zijn een bron voor jobs en economische ontwikkeling. Door de juiste actoren te mobiliseren die bezig zijn met opleidingen van kansengroepen en met daarbij de nodige goodwill van de Instellingen en de openbare instellingen moet dit kunnen leiden tot duurzame werkgelegenheid. Op die manier zou Europa direct een compensatie geven voor de hogere vastgoedprijzen en de hogere levenstandaard die zij veroorzaakt in Brussel.
“Uiteraard kan je meteen een aantal praktische en juridische bezwaren opsommen waardoor dit onmogelijk zou zijn. Maar met de nodige creativiteit en politieke inzet kan daarvoor een oplossing worden gevonden.
"Meer Brusselaars moeten rechtstreeks baat hebben bij de aanwezigheid van Europa in Brussel.” - Hilde Geens.
Met deze gloednieuwe publicatie heeft BRAL een deel van de Brusselse stadsgeschiedenis neergeschreven. De bewoners en gebruikers van de EU-wijk kunnen namelijk een stevig palmares voorleggen wat betreft stadsstrijd. Vanaf de beslissing om naast de Europese Commissie ook de Ministerraad van de toenmalige EEG een vaste stek te geven in Brussel is het aanzicht van de Brusselse Leopoldswijk danig veranderd.
De kantooroppervlakte is in de EU-wijk sinds 1981 bijvoorbeeld vervijfvoudigd, van 680.000 m² toen tot 3.450.000 m² nu. Veel verbeelding is er niet nodig om te begrijpen dat de impact daarvan enorm is, op het vlak van verkeer, woonkwaliteit, grondprijzen, winkelaanbod, bevolking, etc.
Negatieve balans
30 jaar heeft BRAL samen met de bewoners en gebruikers geprobeerd om hun stem te laten doorklinken in de beslissingen over de ontwikkeling van de wijk. En heel vaak hebben ze daarvoor een directe strijd moeten voeren, met kraakacties en bezettingen, met culturele acties, maar ook altijd met grondige dossierkennis en vooral met veel inzet en creativiteit. Genoeg verhalen en voldoende redenen om dat allemaal op papier te zetten.
Er zijn belangrijke stappen gezet en de bewonersstrijd heeft volgens BRAL ook resultaat geboekt. Op gebied van inspraak en participatie zijn de bewoners minder lichtgelovig en zeker veeleisender geworden. Voor belangrijke projecten verwachten de mensen bijvoorbeeld meer dan het verplichte openbaar onderzoek, net voor een vergunning zal worden afgeleverd. Het feit dat de wijk is bewoond gebleven en geen stadskanker is geworden is minstens ten dele de verdienste van het actieve wijkleven.
Alle info en online-versies van de drietalige publicatie vind je op www.bralvzw.be
CONTACT:
Hilde Geens | www.bralvzw.be
| Zaterdagplein 13 – 1000 Brussel |
| T 02 217 56 33 |
Hilde Geens is stafmedewerker stedenbouw bij BRAL. Ze werkt sinds begin jaren tachtig op het Europadossier en was heel nauw betrokken bij alle initiatieven en acties die in deze publicatie staan beschreven. Tot op vandaag volgt ze van dichtbij de algemene Brusselse planningsprocessen op, en in het bijzonder de ontwikkelingen in de Europawijk.