Vrije tribune: Wie maakt het plan voor een duurzaam Brussel? (GPDO)

01/06/2010

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat aan de start van een zeer belangrijke wedstrijd, tegelijk een hindernissenloop en een marathon. Met tussenspurtjes! Als het slaagt, wacht een prestigieuze prijs: niet minder dan een ontwerp voor de ontwikkeling van Brussel als een duurzame stad. We hebben het hier over het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) dat tegen 2012 klaar moet zijn. Dit plan moet duidelijk maken hoe Brussel de bevolkingsaangroei gaat opvangen, hoe Brusselaars aan het werk zullen geraken, hoe de groeiende kloof tussen rijk en arm kan verkleinen, hoe Brussel een leefbare stad kan worden, en hoe dit allemaal in overeenstemming zal gebracht worden met de internationale uitstraling. Kortom: een mijlpaal voor ons stadsgewest! Nu al is de administratie bezig met een diagnose. En ze is op zoek naar bureaus die allerlei ateliers zullen organiseren en andere bureaus die stedenbouwkundige ideeën moeten tekenen.

Wat is de plaats van de gewone Brusselaar met de pet in dit proces? Hij of zij krijgt de kans om iets te zeggen op publieksmomenten. Alleen dreigen die uit te draaien op nieuwe frustraties als de mening van de gewone man of vrouw verloren gaat in een grote machine. Zonder de juiste ingesteldheid van politici en correcte procedures wordt het niks. Platform Participation, een verzameling van mensen die participatieve democratie promoten, geeft graag enkele aandachtspunten mee.

Ten eerste verwachten we van de overheid een duidelijke keuze: die publieksmomenten mogen geen window dressing of zouteloze infoavonden worden; je moet op z’n minst gaan voor consultatie. Leg uit wat de regering al beslist heeft en waarover mensen dus geen advies meer moeten/mogen geven. Anders zadel je mensen op met overtrokken verwachtingen. Nu is er waarschijnlijk nog weinig echt beslist maar er is wel al veel beleid in voorbereiding. Elke minister werkt in z’n hoek aan plannen en dat is normaal.

"We verwachten van de overheid een duidelijke keuze: die publieksmomenten mogen geen window dressing of zouteloze infoavonden worden; je moet op z’n minst gaan voor consultatie."

Maar als de ministers deze plannen niet transparant voorstellen aan de mensen, dreigen die achteraf het gevoel over te houden dat het allemaal doorgestoken kaart was. Wij pleiten dus voor zoveel mogelijk openheid. Leg alle onuitgesproken pistes voor advies voor aan de mensen en zorg dat de spelregels duidelijk zijn. Mensen moeten zich kunnen uitspreken over de plannen om hun organisch afval te methaniseren, over ballonnetjes over de verdichting van wijken of over regionalisering van bevoegdheden, over studies naar nieuwe metrolijnen …

Concrete pistes op tafel leggen, zou zo’n GPDO ook dichter bij de mensen brengen. Want we moeten eerlijk zijn: het is hoog gegrepen om mensen te betrekken bij een dergelijk plan. Het Gewest zal de discussie toegankelijk moeten maken, verduidelijken wat de impact is van - bijvoorbeeld - een slimme kilometerheffing of een stadstol. Ze kan samenwerken met verenigingen om de stem van minder mondige mensen, jongeren en kinderen te horen. Ook de bureaus kunnen inspanningen leveren om dat vergeten doelpubliek te betrekken.

"Het Gewest zal de discussie toegankelijk moeten maken, verduidelijken wat de impact is van - bijvoorbeeld - een slimme kilometerheffing of een stadstol."

Voorzie ook genoeg tijd om mensen te laten groeien in een denkproces. Op één avondje kan je onderwerpen hoogstens even àànraken, meer niet. We pleiten er voor om de discussies voor de bewoners op hetzelfde moment te starten als de ateliers voor deskundigen.

We willen ook wijzen op het gevaar bewoners naar een consensus te duwen. Mensen zijn dan enkel nuttig ter legitimering van een halfgevormde visie van de overheid. Consensus is niet alleen een illusie, je riskeert ook afwijkende maar interessante meningen over het hoofd te zien als je vertrekt met een dergelijke ingesteldheid. Maak dan op de publieksmomenten liever een inventaris van conflicten en tegenstellingen.

Wie deelneemt aan vergaderingen, moet ook controle krijgen over de verslaggeving: op welke manier verschijnen de standpunten van burgers in teksten en verslagen? Ook regelmatige informatie over de stand van zaken is nodig.

En tenslotte is participatie na de opmaak van dit GPDO even belangrijk. Waarom zouden we geen opvolgingscomités kunnen voorzien? Comités die thematisch en per wijk de uitvoering van dit plan blijven volgen?

Voila. Als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest rekening houdt met al deze addertjes onder het gras, kan het van dit plan iets maken dat gedragen wordt door een grotere groep mensen. Anders vrezen we voor veel frustraties.
 

Auteurs:

Bral vzw, Samenlevingsopbouw Brussel, Bernadette Lejeune, Periferia asbl, Habitat & Participation asbl, De Wakkere Burger, Jes/Yota vzw, de Buurtwinkel vzw

Bral volgt de opmaak van het GPDO nauwgezet op.
Volg alles op www.bralvzw.be/GPDO.

 

Lisez aussi