Circulaire economie, hoe zit dat in Brussel?

15/12/2016
Aperçu panelMasereel.jpg
Aperçu OpenstructuresTandem.jpg
Aperçu AvondMasereel.jpg

“Door tweedehands kleding te kopen, verleng je de levenscyclus van het textielproduct. Maar daar stopt het meestal. Circulaire economie gaat verder. Wij weten vanaf de productie bij wijze van spreken waar elke vezel zich bevindt in de cyclus.”

“Door tweedehands kleding te kopen, verleng je de levenscyclus van het textielproduct. Maar daar stopt het meestal. Circulaire economie gaat verder. Wij weten vanaf de productie bij wijze van spreken waar elke vezel zich bevindt in de cyclus.”

Aan het woord is Anna Balez van de kleding-deelwinkel Tale Me, een van de 5 initiatieven die zichzelf voorstelden op een gespreksavond in het Kaaitheater. Samen gaven zij een idee van hoe circulaire economie in onze stad er uit ziet. “Brussel is de eerste stad met een plan voor circulaire economie”, vertelt Catherine Vanderstichelen van Leefmilieu Brussel. Wat houdt zo’n plan in? En hoe kan dit soort kleine initiatieven doorgroeien tot onze volledige economie circulair is? Een impressie van een gespreksavond in het Kaaitheater, georganiseerd door het Masereelfonds in kader van het Transitiefestival 2016, in goede banen geleid door Piet Van Meerbeek van Bral.

“Bij Tale Me (www.taleme.be) huur je zwangerschaps- of borstvoedingskleren of kleren voor je baby” vertelt Anna. Een afgewerkt kledingstuk ligt bij de gebruikers. Als het kapot is komt het terug bij ons, wij upcyclen het kledingstuk of recycleren de vezels, waar dan nieuwe kledingstukken mee kunnen gemaakt worden. Tweedehands is dus een goed begin, maar nog niet verregaand genoeg.”

OpenStrucures is een gestart als een onderzoeksproject waarbij iedereen producten of onderdelen van producten kan ontwerpen en creëren binnen een modulair systeem, op basis van een beperkt aantal volstrekt compatibele onderdelen. Alle afgewerkte producten zijn open source en dus is het bouwplan voor iedereen toegankelijk.

De OS Work/Shop in Elsene is een eerste stap in de realisatie van een fysieke ruimte waarin alle OpenStructures onderdelen en objecten voorradig zijn en die ook de mogelijkheid biedt om nieuwe onderdelen te creëren en te ontwikkelen die binnen het systeem passen. – www.openstructures.net

Via Puur Plezier kan je speelgoed huren. Als je kinderen uitgespeeld zijn, vraag je een nieuwe box aan en je oude box geef je terug.  Speelgoed dient immers om mee te spelen en niet om in de kast of op zolder stof te vergaren. Daarnaast hecht Puur Plezier ook belang aan het duurzaam karakter van het speelgoed zelf: lange levensduur, makkelijk om te reinigen en makkelijk vervangbare onderdelen. Tenslotte krijgen beginnende ontwerpers hier een kans om producten op de markt te brengen. – www.puurplezier.be

Eatmosphere wil mensen bewust maken van voedselverspilling en massaconsumptie ombuigen naar duurzaam consumptiegedrag. Via verschillende projecten, waaronder ‘donate a plate’ en ‘createring’, worden voedseloverschotten gedistribueerd naar zij die het nodig hebben. Daarnaast is Eatmosphere ook bezig met sensibilisering door het organiseren van verschillende events. - www.eatmosphere.be

PermaFungi produceert paddenstoelen op Thurn & Taxis in Brussel, op basis van koffiedik, een ideaal substraat voor de oesterzwammenkweek. Deze techniek maakt het mogelijk om een afvalstof volledig weg te werken.  Het vervoer gebeurt per fiets!  www.permafungi.be

Deze 5 initiatieven krijgen steun van het Brussels Gewest in het kader van het plan voor circulaire economie. Voorlopig werkt de overheid nog niet aan de vraag; eerst het aanbod is de redenering. Er is wel aandacht voor openbare aanbestedingen, maar het is niet zo dat de Brusselse overheid zomaar aanbestedingen kan toekennen. Daar is een omvangrijke regelgeving aan verbonden. “We zetten dus vooral in op het sensibiliseren van diegene die een openbare aanbesteding uitschrijven: zij moeten het belang van een duurzaam of circulair product benadrukken in hun lastenboek” zegt Catherine Vanderstichelen.

Lokale initiatieven, lokale jobs

Het Brussels Gewest steunt de circulaire productie via een projectoproep: 80 initiatieven zullen ondersteuning krijgen.  Deze oproep heeft niet alleen aandacht voor grondstoffen en materialen maar ook voor energie, waterverbruik… En, heel belangrijk in onze duale stad, tewerkstelling. De circulaire ondernemingen doen veel meer voor lokale jobcreatie dan de grote concerns, benadrukt Stijn Broucke van PuurPlezier. “Wij kunnen het nazicht van onze speelgoedboxen moeilijk uitbesteden naar China.” Tale Me zorgt dan weer voor jobs in de verkoop, productie, retouche, recyclage, logistiek… en dat zijn allemaal lokale jobs, uitgezonderd van sommige delen van de productie die voor een groot stuk in Portugal gebeurt. Permafungi wil ook de productie decentraliseren, en op verschillende plaatsen lokale productiekernen opstarten, die dan telkens lokale jobs met zich meebrengen.

Tale Me zorgt dan weer voor jobs in de verkoop, productie, retouche, recyclage, logistiek… en dat zijn allemaal lokale jobs, uitgezonderd van sommige delen van de productie die voor een groot stuk in Portugal gebeurt. 

Verschillende van de ondernemers hameren bovendien op een ander sociaal aspect: hun deelmodel maakt duurdere ontwerpen betaalbaar voor Brusselaars met minder koopkracht.

De quantumsprong

Maar hoe kunnen we deze embryonale vorm van economie laten doorstoten tot iets veel groters? “In ons economisch model is het moeilijk concurreren voor een aantal kleine initiatieven”, zegt Thomas Lomé van Open Structures. “Wij hebben moeite om op te boksen tegen Ikea. De consument voelt nog geen noodzaak. Waarom zou je je er mee bezighouden om elk vijsje te recupereren, als je voor 20€ een nieuwe stoel kan kopen? In Zuid-Amerika is er meer nood aan een oplossing zoals Open Structures.” In die zin vormt een geglobaliseerde vrijhandel een obstakel voor circulaire economie. Of toch het soort vrijhandel waarin transport en energie heel weinig kosten. Zolang vrijhandelsakkoorden geen maatregelen bevatten om de uitdagingen inzake klimaat, afval en lokale tewerkstelling mee te lijf te gaan, helpen ze ons weinig verder.

Maar hoe kunnen we deze embryonale vorm van economie laten doorstoten tot iets veel groters? “In ons economisch model is het moeilijk concurreren voor een aantal kleine initiatieven”, zegt Thomas Lomé van Open Structures.

Het circulaire brengt ook een grotere logistieke stroom met zich mee: producten moeten immers ook terugkeren. “De impact van deze logistieke stroom is een uitdaging waar het Gewest op werkt” voegt Catherine toe.

Ook de financiering van circulaire initiatieven is een probleem want banken houden nog geen rekening met ‘social return on investment’. Het delen en het open-source-principe promoten, zoals deze pioniers ook doen, is op zich ook niet winstgevend. Misschien is dit ook een taak voor de overheid?

Wat met de overlevingseconomie?

Aan het publiek van deze avond te zien, zijn voornamelijk hooggeschoolden geïnteresseerd in circulaire economie. Ook Leefmilieu Brussel lijkt vooral in te zetten op dit segment van de samenleving, met een duidelijk marktgericht model. Maar Brussel kent ook een overlevingseconomie waar delen en repareren evengoed centraal staat en die voor meer kwetsbare mensen een belangrijke houvast vormt.

Check le Grenier des Casseuses de CriseCollectactif, Corvia, Make It op www.selfcity.brussels

Bral roept het Gewest op om in de toekomst meer aandacht te besteden aan deze realiteit. Leefmilieu Brussel kan hun initiatieven ook in de picture te zetten en steunen, hen uitnodigen voor conferenties… Ook al staat het los van de vrije markt, toch is het economie en het is belangrijk dat we dat beseffen.

 

Lisez aussi