Activist schrijft wet

08/05/2014

Stel: je zit bij een wijkcomité en je krijgt de kans een echte wet te maken die geldt  in heel de buurt? Wat zou je daar van denken? In het Verenigd Koninkrijk kan het. We praten met Jim Segers en Sofie Van Bruystegem van City Mine(d) over hun nieuw jachtterrein, de Localism Act, een regelgeving die nooit geziene bevoegdheden toekent aan wijkcomités. Een natte droom voor activisten? Of toch eerder een nachtmerrie?

Stel: je zit bij een wijkcomité en je krijgt de kans een echte wet te maken die geldt  in heel de buurt? Wat zou je daar van denken? In het Verenigd Koninkrijk kan het. We praten met Jim Segers en Sofie Van Bruystegem van City Mine(d) over hun nieuw jachtterrein, de Localism Act, een regelgeving die nooit geziene bevoegdheden toekent aan wijkcomités. Een natte droom voor activisten? Of toch eerder een nachtmerrie?

“Als 21 mensen uit een Britse buurt zich samen zetten, kunnen ze dankzij de Act erkend worden als neighbourhood forum. Dan mogen ze samen een buurtplan schrijven. En het ongelooflijke is: als dat plan per referendum wordt goedgekeurd, krijgt het kracht van wet! In Londen is er bijvoorbeeld een groep die de lokale supermarkten wil verplichten hun personeel in de buurt aan te werven,” vertelt Jim Segers van het internationale netwerk voor stedelijke actie City Mine(d), lidvereniging van Bral.

Moet je niet aan kwaliteitseisen voldoen of adelbrieven voorleggen om erkend te worden?

Jim: “Neen, je moet alleen tonen dat je representatief bent. Zo is er onlangs een groep afgekeurd die de diversiteit van de buurt niet weerspiegelde. Maar verder niks. Eens je plan af is, moet je het wel voorleggen aan de bevolking. Maar er is niet eens een quotum. Als je toont dat je goed gemobiliseerd hebt, kan je referendum doorgaan, ook als er maar 20 man opdaagt.”

Betere dienstverlening of besparing?

De Localism Act is één van de paradepaardjes van de coalitie van Conservatieven en Liberal-Democrats in de UK. Deze zeer lijvige turf herschikt een aantal bevoegdheden op lokaal vlak en heeft – onder andere – aandacht voor het wijkniveau. Helemaal in lijn met de basisfilosofie van eerste minister Cameron – Big Society, small government – creëert het een kader waarbinnen vrijwilligers verantwoordelijkheid kunnen krijgen over het lokaal beleid.

Jim en Sofie beten zich stevig vast in de Act. Door de praktijk te volgen, hopen ze te weten te komen wat er mogelijk is als je de knowhow van een local community valoriseert. Die kennis hopen ze ook in Brussel te kunnen gebruiken.

 

Sofie: “Door te kijken naar de Localism Act kunnen we veel leren over de voordelen én de gevaren ervan.” En gevaren zijn er.

Jim: “Vrijwilligersorganisaties kunnen claimen dat ze een bepaalde dienstverlening beter kunnen runnen. Meestal iets met een fysieke component als een bib. Er zijn heel wat vastgeroeste bibliotheken waar nooit een nieuw boek binnen komt. En dan kan zo'n buurtgroep het recht krijgen om die dienst gewoon over te nemen van de lokale overheid! Het klinkt interessant maar de sociale sector heeft er afwijzend op gereageerd. Want het ambetante is dat je de hele kostenstructuur moet overnemen. Je kunt wat subsidies krijgen maar niet in verhouding tot de kosten. ’t Is dus zeker ook een besparing.”

Er zit dus wel degelijk ook een gevaarlijk kantje aan. Hoe gaan jullie aan de slag met de Localism Act?

Lokale groepen kunnen een bijvoorbeeld een bib of ontmoetingscentrum ook laten erkennen als community asset, lokale troef, die niet mag verdwijnen.

Jim: “De functie wordt dan beschermd en de lokale groep krijgt zelfs voorkooprecht. Het is al een aantal keren toegepast in Londen en meestal zie je dat pubs op die manier beschermd worden.”

Sofie: “Dit is een klein onderdeel van de Act maar makkelijk toepasbaar, hapklaar. Daarom gaan we waarschijnlijk ook beginnen met dit onderdeel. In twee Londense buurten, Camden Town en East London, werken we met bewonersgroepen van zo'n 15 mensen die willen onderzoeken of ze hun buurt kunnen verbeteren door middel van de Act.”

Jim: “In East London zijn we de eerste keer samen gekomen in een soort gemeenschapscentrum. Maar daar willen de bazen nu al niet meer dat we ons over de Act buigen. Ze zijn bang dat het te polemisch wordt want ze bestaan zelf dankzij de Act. Dus moeten we verhuizen naar een living.”

Terwijl jullie zelf de Act willen toepassen?

Sofie: “Dat stelt de vraag hoe empowerend ze willen zijn. Willen ze eigenlijk wel een neighbourhood forum?”

Is het nu wachten op de eerste situatie waarin twee rivaliserende fora opstaan?

Jim: “Ze zullen nooit twee fora tegelijk erkennen. Maar ze hebben vooral schrik van groepen die de Act willen misbruiken voor een single issue. Dat begrijp ik ook wel.”

Zoiets is niet ondubbelzinnig. De heraanleg van Anspach is bijvoorbeeld heel concreet maar raakt aan veel thema's: mobiliteit, handel, huisvesting... Is een autovrij centrum dan een single issue of een kapstok voor een breed wijkplan?”

Jim: “Inderdaad. En bovendien, hoe gaan ze controleren waar zo'n forum naartoe wil? De staatsveiligheid de lijst met namen laten screenen?”

Sofie: “Dit gaat ook over competentie en legitimiteit. Wie kan en mag er mee beslissen? Binnenkort houden we daar in Barcelona een workshop over. Veel mensen in East London hebben niet de capaciteiten om zo'n Act te snappen maar hebben erg veel knowhow over de buurt. Hoe kunnen we die kennis, die niet gelegitimeerd is door instellingen, valoriseren?”

Jim: “Dat raakt ook aan expertise. Die heb je nodig maar een expert is maar een deel van het verhaal. Niemand weet het nog allemaal. Je kunt niet tegelijk expert zijn in mobiliteit, luchtkwaliteit en in het ademhalingsstelsel.”

Sofie: “En regelgeving is gelobbyd. Het is niet de enige waarheid.”

Hebben we de besluitvorming niet onnodig complex gemaakt, met milieueffectenrapporten en andere procedures, om het een wetenschappelijke onderbouw te geven? En met stakeholdervergaderingen om het draagvlak te vergroten? Terwijl de beslissing op regeringsniveau toch weer bepaald wordt door partijpolitieke overwegingen, net als vroeger?

Sofie: “Misschien wel. Misschien moeten we zeggen aan de politiek dat we niet meer mee doen in dat circus. Dat we niet meer geloven in participatie, maar co-creatie willen.”

Jim: “In Londen had de overheid the London Plan, een strategisch beleidsplan, uitbesteed aan een studiebureau. Maar bewonersgroepen stelden toen, onder impuls van wat nu de vereniging Just Space is, een alternatief plan op dat zeker zo valabel was. En een stuk goedkoper. Het is tijd om ons af te vragen of we bestaande plannen van de overheid moeten blijven becommentariëren, en zeggen wat er niet goed is. Dat zijn achterhoedegevechten. Misschien moeten we ons eigen plan maken en dan kijken waar die twee plannen samen komen. Da's moeilijker maar veel interessanter. En je kan daar ook experten bij betrekken. Ik was bijvoorbeeld positief verrast door het Bralcafé over de centrale lanen. Van jonge Brusselaars tot founding fathers van Bral die zich samen afvragen hoe een stad kan werken. Geweldig.”

Sofie: “Wij geloven in 'Can do', het plezier om iets te proberen.”

Piet Van Meerbeek

Lees ook