Het Lucht-, Klimaat-, Energieplan: niet altijd concreet genoeg

22/02/2023

Het Lucht-, Klimaat-, Energieplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verhoogt de ambitie om de broeikasgasuitstoot met 47% te verminderen tegen 2030 in plaats van de huidige 40%.  Het doel van het plan is de onafhankelijkheid van het Gewest van fossiele brandstoffen, de verbetering van de luchtkwaliteit maar ze zet ook in op de adaptatie die nodig zal zijn in het licht van de klimaatverandering. In het kort wil het Gewest koolstofneutraliteit tegen 2050 in alle beleidsdomeinen, of het nu gaat over economie, stedenbouw, mobiliteit, wonen, voeding, het digitale of afvalverwerking. Het Gewest treft in het plan begeleidende maatregelen voor de transitie en voor de energie-betaalbaarheid.

Het Lucht-, Klimaat-, Energieplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verhoogt de ambitie om de broeikasgasuitstoot met 47% te verminderen tegen 2030 in plaats van de huidige 40%.  Het doel van het plan is de onafhankelijkheid van het Gewest van fossiele brandstoffen, de verbetering van de luchtkwaliteit maar ze zet ook in op de adaptatie die nodig zal zijn in het licht van de klimaatverandering. In het kort wil het Gewest koolstofneutraliteit tegen 2050 in alle beleidsdomeinen, of het nu gaat over economie, stedenbouw, mobiliteit, wonen, voeding, het digitale of afvalverwerking. Het Gewest treft in het plan begeleidende maatregelen voor de transitie en voor de energie-betaalbaarheid.

Goede ambities, nog te concretiseren

Om te beginnen met het goede nieuws: het is lovenswaardig dat de regering de ambities verscherpt, zoals de nieuwe WHO-richtwaarden voor luchtkwaliteit tegen 2035 en koolstofneutraal tegen 2050. Maar het voorstel voor het plan dat nu op tafel ligt, is voor BRAL niet concreet genoeg. Het blijft vaak vaag en open. De te nemen acties moeten duidelijker geformuleerd worden om impact te hebben. Zo is er juridische afdwingbaarheid nodig om de waarden voor de luchtkwaliteit te bereiken.

Er moeten ook duidelijkere tijdspaden en tussenliggende doelstellingen in. Veel van de vooropgestelde data liggen buiten het tijdsframe van het plan (2023-2027). Dat is op zich geen probleem. Sommige van deze doelen zijn inderdaad niet haalbaar binnen het tijdsbestek van dit plan. Maar het plan zou wel moeten aangeven waar we in 2027 moeten staan op weg naar dat einddoel. Misschien is het ook nuttig intermediaire doelen stellen, zoals in 2025. We willen dus graag dat het Gewest tussentijdse resultaten op het gebied van emissies en vervuiling koppelt aan het (vrij summiere) tijdschema (p.58).

Verder merken we dat dit schema nu al niet realistisch meer is. Zo staat er dat er 25 verkeersluwe wijken zullen zijn in 2025. Dat lijkt verre van haalbaar, temeer daar deze timing door Brussel Mobiliteit al is losgelaten. Wat is het effect daarvan?

Verstrengelde plannen

Dat brengt ons op het probleem van de verstrengeling van maatregelen uit diverse beleidsplannen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Heel veel van de voorgestelde maatregelen komen uit andere plannen. Daardoor is het niet altijd duidelijk welke zaken nu nieuw zijn en welke al door die andere plannen worden ingevuld. Ook in het milieueffectenrapport wordt dit aangehaald.

Bovendien is het niet altijd duidelijk op welke manier de voor het LKE-plan bevoegde overheden (in casu Leefmilieu Brussel) mee aan de knoppen zitten bij deze maatregelen, welk deel van de uitvoering voor haar rekening komt, en hoe zij kunnen bijsturen in geval dat deze plannen niet of laattijdig worden uitgevoerd.

Iedereen mee

Voor BRAL moet er een duidelijk plan komen om te zorgen dat de transitie een sociale transitie is. De sociale kant van het verhaal is nog onvoldoende uitgewerkt. Nog te veel is het uitgangspunt dat sociale rechtvaardigheid te bereiken is door het meten van het effect van bepaalde maatregelen op de allerarmsten in de samenleving en hen dan steun te verlenen. In plaats daarvan moet er veel meer gezocht worden naar het uitdenken en in plaats stellen van inclusieve systemen die het recht op schone lucht, energie, comfortabel leven, wonen, mobiliteit, … garanderen voor iedereen binnen de limieten van de vooropgestelde emissie-doelstellingen.

Het is cruciaal dat het Gewest draagvlak creëert voor de maatregelen die in het plan staan. Zeker nu er veel van de maatregelen op de schouders van de burgers terecht zullen komen. Het is moeilijk in te beelden dat de vragenlijst die gekoppeld was aan het openbaar onderzoek en waarvan men verwachtte dat burgers deze invulden, zal bijdragen aan dit draagvlak. De manier waarop de burgers bevraagd werden - zoals polsen naar wat ze denken van het ambitieniveau van de maatregelen of de vier vooropgestelde principes, of ze het eens of oneens zijn met bepaalde stellingen, zal er niet voor zorgen dat het plan gedragen zal worden.

Lieselotte Gevens & Tim Cassiers

Bijlage

Lees ook