[OPEN BRIEF] Volgende regering moet prioriteit geven aan sociale huisvesting
Het is geen geheim dat de sociale huisvesting in Brussel het hard te verduren heeft: te weinig beschikbare woningen, lange wachtlijsten, vervallen gebouwen, overbezetting van sommige woningen en leegstand van andere... Op een moment dat drastische besparingen worden aangekondigd om de financiën van het Gewest te saneren, zijn wij, een groep verenigingen die opkomen voor de toegang tot betaalbare huisvesting voor iedereen, bezorgd over het lot van de sociale huisvesting. Als enige echte garantie voor toegang tot huisvesting voor iedereen, vragen we dat de sociale huisvesting niet aan haar lot wordt overgelaten en dat ze gefinancierd wordt in overeenstemming met de immense behoefte aan degelijke en betaalbare huisvesting waarmee de Brusselaars worden geconfronteerd.
Deze open brief verscheen in Le Soir op 9 december 2024.
“Ga naar de flat van mevrouw, alsjeblieft. En kijk met je eigen ogen. Kijk hoe de flat is. Elke keer als [de huurder belt] naar de technische dienst, zeggen ze: 'Mevrouw, u ventileert niet goed'.” Meriyem, van de Vereniging van Sociale Huurders, begeleidt regionale afgevaardigden tijdens een bezoek aan Molenbeekse Woningen. Veel van de huurders in deze sociale woningen leven in vervallen, ongezonde omstandigheden die te klein zijn voor hun huishouden. Beschimmelde muren, defecte verwarming, defecte liften... De problemen zijn talrijk en er wordt zelden naar de klachten geluisterd. In plaats daarvan krijgen de huurders vaak de schuld.
Molenbeekse Woningen is een van de eerste en grootste OVM's (Openbare Vastgoedmaatschappijen) in het Brusselse Gewest. Een van de terugkerende problemen is de grootte van de woningen: 78% van de portefeuille bestaat uit één- of tweekamerwoningen en in Molenbeek zijn grote gezinnen oververtegenwoordigd in vergelijking met het regionale gemiddelde. De gevolgen van overbewoning worden nog versterkt: gezondheidsproblemen door vocht, verslechtering van de mentale gezondheid of moeilijkheden op school door overbevolking, enz. Het geval van Molenbeekse Woningen staat helaas niet op zichzelf: het sociale woningbestand in Brussel is aan het verouderen en de renovatie ervan is een centrale zorg geworden, niet alleen voor de bewoners, maar ook voor de overheid. Tijdens de vorige legislatuur werden grote renovatieprojecten voor sociale woningen opgestart en afgerond: we verwelkomen deze inspanningen, maar willen erop wijzen dat dit nog maar het begin is. Terwijl 7% van de bestaande sociale woningen leegstaat als gevolg van een ingrijpende renovatie (of omdat ze deel uitmaken van een 'toekomstig' project), worden er nog steeds veel zeer vervallen woningen bewoond.
Gigantische wachtlijst
Tot zover de huidige situatie van sociale woningen. Wat het toekomstige bestand betreft, is er ook reden om alarm te slaan. In het Brusselse Gewest zijn de cijfers intussen gekend: er staan bijna 54.000 gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning. Die sociale woningen vertegenwoordigen slechts 6,78% van de woningen, hoewel 30% tot 50% van de bevolking ervoor in aanmerking komt. Brussel ligt ver achter op andere Europese steden: Amsterdam heeft 42% sociale huisvesting, Parijs 25%, Kopenhagen 20%, enz.
We hebben de komende tien jaar een totaalbudget van 300 miljoen euro nodig om al onze woningen te renoveren. Helaas hebben we tot nu toe slechts €70 miljoen gekregen.
De gewestplannen van 2005 (Gewestelijk Huisvestingsplan) en 2013 (Alliantie Wonen) voorzien in de creatie van 8.000 openbare woningen (waaronder 6.400 sociale woningen) via verschillende mechanismen. Vóór juni 2019 waren er slechts 1.633 woningen opgeleverd. Sindsdien is het tempo echter versneld: tussen juni 2019 en april 2024 zijn er nog eens 1.421 woningen opgeleverd, 873 woningen zijn in aanbouw en tussen 2024 en 2026 worden er naar verwachting 619 'sleutel-op-de-deur'-woningen opgeleverd (gekocht door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) nadat ze door een particuliere ontwikkelaar zijn opgeleverd). We zijn echter nog ver verwijderd van de gestelde doelen. En de onderhandelingen binnen de toekomstige regionale meerderheid zullen waarschijnlijk moeizaam verlopen: terwijl de versnelling van de projecten logischerwijs de schatkist van de BGHM heeft aangetast, is de toekenning van een lening van 300 miljoen euro in juni 2024 al het onderwerp geweest van langdurig getalm en politieke spelletjes van de kant van zowel de meerderheid als de oppositie.
In een meer dan ongunstige budgettaire context verdubbelen we onze inspanningen om te pleiten voor grote investeringen in sociale huisvesting. Frédéric Dufour, directeur van Molenbeekse Woningen, verwoordt het heel duidelijk: “We hebben een heel oud bestand geërfd. [...] We zouden de komende tien jaar een totaalbudget van 300 miljoen euro nodig hebben om al onze woningen te renoveren. Helaas hebben we tot nu toe slechts €70 miljoen gekregen [...]. Het is een kwestie van politieke wil en bemiddeling. Voor het Gewest als geheel zal er 8 miljard nodig zijn om het sociale woningbestand te renoveren - als we de (zeer) hoge energieambities willen halen die zijn gesteld. Voor ons is het heel duidelijk: het al dan niet renoveren van sociale woningen is geen keuze. Onbewoonbaarheid en de daarbijhorende gevolgen voor de gezondheid, zijn nooit aanvaardbaar, en in sociale huisvesting is het nog schokkender. De publieke sector heeft de plicht om het goede voorbeeld te geven en zijn uiterste best te doen om zijn huurders fatsoenlijke leefomstandigheden te bieden.
Bijdrage privé-sector
Ook de bouw van sociale woningen mag niet worden afgeremd. Op zijn minst moeten de middelen worden gegarandeerd, en indien nodig verhoogd, om de doelstellingen van de verschillende huisvestingsplannen te halen. We weten al dat met de geplande budgetten, die niet geïndexeerd zijn en geen rekening houden met de stijgende grondprijzen, slechts 6.700 van de geplande 8.000 woningen kunnen worden gebouwd. Maar we vragen om verder te gaan dan de huidige doelstellingen en dat het aandeel sociale huisvesting voldoet aan de behoeften van de tienduizenden mensen waar vraag naar is.
De huisvestingscrisis in Brussel is het resultaat van politieke keuzes en niet een onvermijdelijkheid of een verstoring van het marktevenwicht, zoals men ons wil doen geloven.
Huisvesting is een essentiële en vitale basis voor elk individu. Sociale huisvesting is een veiligheidsvangnet van algemeen belang en een collectief goed voor de lange termijn dat gebaseerd is op solidariteit. Het onttrekt huisvesting aan de marktlogica die discrimineert en huurders tegen elkaar opzet, en garandeert eerlijke huurprijzen op basis van inkomen. Sociale huisvesting biedt stabiliteit en helpt om het aandeel van huisvesting in het budget van huishoudens te verminderen, zodat ze hun tijd en inkomen kunnen investeren in zaken die net zo essentieel zijn: goed eten, voor zichzelf zorgen, vrijetijdsactiviteiten hebben, toegang hebben tot opleidingen en banen, betrokken zijn bij de gemeenschap, enz. Sociale huisvesting is ook een bolwerk tegen gentrificatie, omdat het bewoners een stevige houvast geeft in hun buurt ondanks de snel stijgende prijzen. Ten slotte is het een essentieel instrument in de strijd tegen dakloosheid, omdat het mensen in staat stelt om snel en met ondersteuning opnieuw gehuisvest te worden.
Sociale huisvesting kan niet worden overgelaten aan de privé-sector, wiens belangrijkste doel het maken van winst is. Niettemin moeten en kunnen privé-projectontwikkelaars, die een aanzienlijke winst maken met de duizenden (steeds onbetaalbaardere) woningen die ze elk jaar bouwen, een bijdrage leveren, in het bijzonder via stedenbouwkundige heffingen en het opleggen van quota's voor sociale huisvesting bij nieuwbouw. Publieke gronden mogen alleen worden gebruikt voor huisvesting of openbare voorzieningen. De huisvestingscrisis in Brussel is het resultaat van politieke keuzes en niet een onvermijdelijkheid of een verstoring van het marktevenwicht, zoals men ons wil doen geloven. Het valt nog af te wachten of de nieuwe meerderheid in staat zal zijn om keuzes te maken die de meerderheid van de Brusselaars ten goede komen.
Ondertekenaars
-
Buurthuis Bonnevie
-
La Rue asbl
-
La Fébul
-
Périféria
-
Brusselse Bond voor het Recht op Wonen (BBROW)
-
Union des Locataires Marollienne (ULM)
-
Union des Locataires d’Anderlecht-Cureghem (ULAC)
-
Brussels Platform Armoede (BPA)
-
Hart boven Hard Brussel
-
Straatverplegers vzw
-
Stadsvernieuwingscontract (SVC)
-
Comité de la Samaritaine
-
Une Maison en Plus
-
Inter-Environnement Bruxelles (IEB)
-
Atelier de Recherche et d’Action Urbaines (ARAU)
-
't Eilandje vzw
-
Communa
-
Wijkhuis Chambéry
-
BRAL
-
VZW Rizome-Bxl ASBL
-
SAAMO Brussel vzw
-
asbl DIOGENES vzw
-
La Fédération des Services Sociaux
-
Union des Locataires de Schaerbeek (ULS)
-
Fédération des maisons d’accueil et des services d’aide aux sans-abri (AMA)
-
Intersectorieel daklozenpreventienetwerk Bru4home (B4H)
-
DoucheFLUX
-
Chez Nous Bij Ons asbl
-
Union des Locataires Quartier Nord (ULQN)
-
asbl LHIVING vzw
-
Angela.d asbl
-
Buurtwinkel vzw