50 jaar BRAL: Hilde & Steyn
Hilde en Steyn hebben samen 55 jaar voor BRAL gewerkt! We dachten: zet die twee samen en je krijgt gegarandeerd een stortvloed aan anekdotes en herinneringen. En we werden niet teleurgesteld. Van het ontstaan van BRAL en de eerste acties en technische dossiers tot stadsactivisme en de rol van sociale media. Zowat alles komt aan bod!
38 jaar! Zo lang werkte Hilde Geens voor BRAL. Daarmee is ze tot nog toe ook de enige met een pensioensfeest. Ze was er dus zo goed als van in het begin bij en verdiepte zich vooral op de stedenbouwkundige dossiers. Ze schreef ook een boek over bewonersacties in de Europawijk. Haar enorme ervaring en kennis zorgen voor een schat aan informatie tijdens het interview.
Steyn Van Assche was stafmedewerker stedenbouw bij BRAL. Een gesprek op Schaarbeek-Vorming onderbreken om te verwijzen naar de zang van de kleine plevier typeert Steyn het best. Als je naar hem op zoek was, wist je dat je hem ergens tussen de ‘soep en de patatten’ kon vinden. Spreekwoorden zoals deze omschreven voor Steyn de soms ondoordringbare planning van Brussel het best. 17 jaar lang heeft hij de positie van BRAL ontwikkeld en verdedigd door zijn diepgaande kennis van dossiers zoals Tour & Taxis en Josaphat te combineren met zijn uitgebreide netwerk en talenten als naturalist.
Steyn
Hoe heb jij de betrokkenheid van burgers en middenveld bij stedelijke ontwikkeling en in het algemeen zien evolueren in Brussel?
Hilde
Zoals Brussel sinds de jaren 70 sterk geëvolueerd is, is dat ook het geval bij BRAL en het middenveld. Ik ben begonnen bij BRAL in ‘79, toen was Brussel nog geen afzonderlijk gewest. De structuren waren totaal anders en BRAL was de enige die zich vanuit het Nederlandstalige middenveld bezighield en affiniteit had met stedenbouw en leefmilieu. Want het grote item toen voor de Nederlandstaligen in Brussel was de Nederlandstaligheid, de ‘Brusselse Vlamingen’. Ook bij de sociaal-culturele raden, die uitgegroeid zijn tot de gemeenschapscentra, was het vooral het gevecht om rechten voor de Vlaamse minderheid dat de bovenhand hield. Het was voornamelijk langs Franstalige kant dat men zich bekommerde over hoe te leven in de stad.
BRAL is in 1973 ontstaan, IEB een half jaar later. Toen nog als onderdeel van de confederatie Bond Beter Leefmilieu / Inter-Environnement. Midden jaren 70 is de confederatie ontbonden en zijn de vier federaties hun eigen weg gegaan: Bond Beter Leefmilieu Vlaanderen, Inter-Environnement Wallonie, Brusselse Raad voor Leefmilieu en Inter-Environnement Bruxelles. ARAU is zelfs nog iets ouder.
Steyn
In die periode was er de opmaak van het allereerste Gewestplan, dat uiteindelijk in ‘79 van kracht is gegaan. Het toen nog erg kleine BRAL is dan den boer opgegaan en heeft veel energie gestoken in lokale verenigingen en actiegroepen om het belang uit te leggen van dat Gewestplan en hoe hun omgeving zou kunnen veranderen.
Kregen de burgers en de verenigingen dan een officieel forum om te kunnen wegen op dat gewestelijk bestemmingsplan?
Het was nooit zo dat de algemene aanpak van BRAL lineair was ... Er is vaak een wisseling van allianties geweest.
Hilde
Hilde
Er was een voorloper van de huidige Gewestelijke ontwikkelingscommissie (GOC), met een andere samenstelling, zoals de vakbonden. En daarnaast was er de mogelijkheid om bezwaarschriften in te dienen, wat de Brusselaars massaal deden.
Steyn
Eigenlijk een openbaar onderzoek avant la lettre, waarbij BRAL burgers ondersteunde en bij elkaar bracht.
In die begindagen, de periode van strijd tegen de invalswegen die werden gebouwd, waar wijken voor werden afgebroken, werd er dan meer op straat gekomen?
Hilde
Zeker! De strijd om de Noordwijk is daar het sterkste voorbeeld van. Maar elders in Brussel gebeurde gelijkaardige zaken. In het ontwerp gewestplan stond een voorstel om de zuidelijke ring te sluiten doorheen de groene zones van Ukkel. De lokale Nederlandstalige comités waren grote voorstanders, terwijl de Franstaligen hun patrimonium en het groen wilden behouden. BRAL nam het ook op voor de groene ruimtes en is toen zijn Nederlandstalige achterban in Ukkel verloren.
In veel dossiers heeft de context de richting bepaald. Het was nooit zo dat de algemene aanpak van BRAL lineair was ... Er is vaak een wisseling van allianties geweest.
Picnic the Streets in 2012 was het eerste voorbeeld van de mobilisatiekracht van sociale media.
Hilde
Steyn
Die tendens zagen we ook eind jaren 90 toen de eerste wijkcontracten werden opgericht, met de aandacht voor leefkwaliteit. Daar speelde BRAL een rol in via officiële participatietrajecten. Tegelijkertijd zag je heel wat ‘Reclaim the City’-acties gebeuren op de Anspachlaan om de publieke ruimte terug op te eisen. Dat zijn twee verschillende rollen die BRAL speelt, op het kruispunt van klassieke inspraakmomenten en de meer actiegedreven manier om standpunten proberen op de agenda te zetten.
Hilde
Veel heeft ook te maken met de aanwezige communicatiemiddelen. Zo heeft de opkomst van de sociale media de mobilisatiekracht van organisaties als BRAL sterk verhoogd. Picnic the Streets in 2012 was daarvan het eerste voorbeeld. Mensen konden reageren, wat dan weer anderen aanzette om ook deel te nemen. Begin jaren 80 werd er anders gemobiliseerd. Toen hebben we rond de openbare ruimte een hele campagne gedaan in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. Mensen werden de straat op gestuurd met een brochure, een sjabloon van een gekroonde kindervoet en een spuitbus. De brochure vertelde wat je wettelijk mocht verwachten van een goed trottoir en gaf goede voorbeelden. Deelnemers werden dan uitgenodigd om de slechte situaties te markeren met de gekroonde voet en ons een inventaris door te sturen. Citizen science avant la lettre. Die mobilisatie sprak aan omdat het zo hands-on en in your face is.
Stedenbouwkundige principes zijn moeilijker, omdat je daarbij op veel langere termijn moet denken, en het is ook een technische en veelal juridische materie. Zelf vond ik het altijd heel boeiend om me te verdiepen in stedenbouwwetgeving: hoe kan je dat instrument creatief gebruiken om te werken aan betere buurten?
Steyn
Begin de jaren 2000 zaten we met BRAL op twee sporen, enerzijds in bewoners ondersteunen en actie voeren tegen bepaalde voorstellen en anderszijds lobbyen bij de overheid en bijsturen. BRAL heeft toen besloten om mee in een participatieproces te stappen rond de opmaak van grote stedenbouwkundige plannen. Dat was wel een beetje een game changer. Het was duidelijk dat dat ook op een andere, meer co-creatieve manier kon, met een snellere betrokkenheid van de mensen. Niet eerst een plan bedisselen achter de schermen en dat op tafel leggen tijdens een openbaar onderzoek. Dan moest er bij wijze van spreken enkel nog over de kleur van de stenen worden gediscussieerd. Terwijl het au fond over het programma moest gaan.
We hebben toen officieel ook de participatie van plannen aan Tour et Taxis en het Rijksadministratief Centrum mee in goede banen proberen leiden. Het was een momentum waar die openheid toen bestond, weliswaar met wisselende successen.
Hilde
Voor BRAL was dat een dillemma: “Is dat eigenlijk wel de rol van BRAL? Moeten we niet eerder tot het uiterste gaan en op onze strepen blijven staan en daar radicaal in blijven? Of kiezen we toch wel voor die dialoog en eventuele compromissen?” Wat betreft Tour et Taxis, was de openheid er dankzij de forcing die er voordien gebeurd is op het terrein. Privé-investeerders hadden plannen voor een grote concertzaal: Music City. Het zou het karakter van de wijk drastisch veranderen en het historisch patrimonium moest volledig verdwijnen. Een goede samenwerking tussen verschillende lokale en gewestelijke groepen heeft dit kunnen tegenhouden en tegelijk aan het licht gebracht dat de investeerders niet in staat waren om hun plannen te kunnen realiseren. Dankzij die opening is BRAL mee in het participatietraject kunnen stappen.
Steyn
Het kwam de politiek ook wel goed uit in het machtsspel met privé-promotoren. De opstand die er was gekomen, was duidelijk tegen heel slechte plannen. Die hebben ons in een onderhandelingspositie gezet, waardoor we met die nieuwe manier van stadsplanning konden experimenteren.
We hebben die beide wegen, van klassieke tegenbeweging tot samenwerking met de overheden, altijd al bewandeld en BRAL blijft dit nog steeds doen.
Steyn
Hilde
Aanvullend is de mindere mobilisatie in latere dossiers daarom niet rechtstreeks verbonden met de kwaliteit van de plannen. Als ik bijvoorbeeld aan de Europawijk denk, daar kan je wel stellen dat de plannen niet goed waren. Het dossier is daar zo complex en de belangen zijn zo belangrijk dat het heel moeilijk is om daar een voet tussen de deur te krijgen. Bovendien is mobilisatie er enorm moeilijk omdat je daar veel minder bewoners en grotere politieke belangen hebt. Die internationale insteek speelt duidelijk veel minder in andere grote stadsprojecten. Hier is er zo'n enorme complexiteit dat het ook heel demotiverend is om er zelfs nog maar aan te beginnen. De strijd die daar gevoerd werd was veel meer op juridisch vlak. In de Europawijk is zeker geschiedenis geschreven: rechtszaken, ongewone allianties met de prive-sector om zaken gedaan te krijgen. Maar ook bezettingen en heel veel overleg en commissies.
Als BRAL moet je in de wijk een heel andere rol gaan spelen dan bijvoorbeeld in het dossier van Tour et Taxis. Was dat trouwens het eerste grote dossier waar je op hebt gewerkt ?
Steyn
Ja klopt. Bij Tour et Taxis zaten we eerst mee aan tafel, in het kader van de wijkcontracten. We hebben heel veel lokale kennis opgedaan op het terrein, ook ten tijde van het protest tegen de vroegere plannen. Daarna zijn we opnieuw in een officieel proces gestapt, waar je kan spreken over een goede samenwerking met de verschillende overheden, hoe ingewikkeld en tumultueus dat soms was. Er was een zekere erkenning over het geleverde werk en de manier waarop er toch gewogen is op het beleid en de beslissingsvorming. De mensen uit de wijk werden vooraf ook betrokken en het programma werd in samenwerking met de bewoners opgesteld. Al blijven we uiteraard terecht teleurgesteld dat er zo weinig betaalbaar wonen werd gecreëerd op de site.
Hilde
Dat lukte duidelijk niet voor alle grote stadsprojecten ...
Steyn
Inderdaad. Bij de Josaphatsite zijn we al heel snel in een klassieke tegenbeweging terechtgekomen, met ons Manifesto Plan B. We hebben toen een groot consortium van buurtbewoners en groeperingen rond ons verzameld, samen met Natagora en diverse partners, om alternatieven te gaan voorstellen tegen een bestaand masterplan. Om dan opnieuw te kunnen wegen op die politieke agenda.
We hebben die beide wegen, van klassieke tegenbeweging tot samenwerking met de overheden, altijd al bewandeld en BRAL blijft dit nog steeds doen. Soms trekken wij dossiers als burgerbeweging en soms zijn het de burgers die mee het voortouw nemen. Als burgers daar zoveel energie in steken, kunnen wij steunen of bijstaan en meer op de achtergrond werken zodat we die mensen kunnen laten schitteren. En dat hebben we dan ook vaak gedaan. Belangrijk, mede dankzij de Josaphatsite, is die extra gevoeligheid voor natuurwaarden, het ecologische netwerk in de stad en het belang van groen in de stad.
Dat is wat BRAL kan blijven doen de komende vijftig jaar, het enthousiasme capteren en een bredere basis geven, met de kennis die we hier hebben opgebouwd.
Steyn
Waar BRAL ook echt heel actief in is geweest, zijn de wijkcontracten.
Hilde
Eerst waren er de ‘Quartiers d’initiatives’, die probeerden een antwoord te formuleren op de rellen en de structurele problemen in bepaalde wijken, waaronder Kuregem en Molenbeek. De focus lag in eerste instantie op de openbare ruimte en de tewerkstelling. Dat is nadien verder geëvolueerd tot de wijkcontracten, met ruime subsidies voor bouwprojecten.
Steyn
Vanuit de wijken werd hard gestreden om de leefbaarheid van de stad weer vooraan op de agenda te plaatsen.
Hilde
De wijkcontracten waren een voorbeeld van een top-down initiatief om daaraan tegemoet te komen. Zoals het wel meer gebeurde, een model gekopieerd uit Frankrijk.
Steyn
BRAL heeft in die periode eveneens mee de agenda kunnen bepalen en mee aan de kar getrokken, zoals in Sint-Joost, eerder een voorloper van de stadsvernieuwingscontracten.
Hilde
Dat klopt. Toen ik bij BRAL begon, werkte BRAL gedecentraliseerd en lokaal bijna als een soort buurtwerk, mijn standplaats was Haren met het project Chiconville. Collega’s zaten onder meer in Vorst, Molenbeek, Boudewijnpark Jette en zelfs toen al in Sint-Joost. Door de precaire subsidiëring konden we geen garantie geven voor een langdurige aanwezigheid op het terrein. De toenmalige raad van bestuur besliste om die terreinwerking te stoppen en meer een tweedelijnsfunctie op te nemen.
En dat spanningsveld is een constante geweest in de BRAL-werking, van een meer lokale werking tot wat meer afstand nemen en het globale plaatje bekijken. Het lokale aspect is vandaag misschien minder belangrijk geworden. Mensen vinden elkaar meer rond een gemeenschappelijke bezorgdheid, dan wel omdat ze in elkaars buurt wonen. Meer thematisch, zoals het project rond de zuivere lucht of rond mobiliteit. Er is nog wel betrokkenheid met bewoners en burgers, maar daarom niet wijkgericht.
Steyn
Aansluitend op daarnet, de komst van het internet en andere technologieën heeft een thematische werking en de mobilisatie over heel het gewest en daarbuiten makkelijker gemaakt. Op regionaal en thematisch niveau is het makkelijker om een grote groep geïnteresseerd te houden omdat er vaak nieuwe uitdagingen zijn. Maar op heel lokaal niveau ligt dat anders, bijvoorbeeld de effecten van de verbrandingsoven in Neder-Over-Heembeek. Dat zijn heel concrete bedreigingen.
Een groot struikelpunt hierbij is de tijd. Wanneer de oplossing niet snel genoeg komt, of de urgentie voorbij is of lijkt, blijft het moeilijk om er op lokaal niveau die schwung in te houden.
Hilde
Het is vaak het enthousiasme en de bereidheid om daar verder iets aan te doen dat telt.
Steyn
Dat is wat BRAL kan blijven doen de komende vijftig jaar, het enthousiasme capteren en een bredere basis geven, met de kennis die we hier hebben opgebouwd.
Hilde
Uiteraard staat die samenwerking van burgers niet alleen. De politieke constellatie speelt ook een grote rol. Eind jaren 90 leefde er een gevoeligheid rond leegstand, waarop investeerders speculeerden. Zo was er op Jacqmainlaan op de vroegere site van Het Laatste Nieuws een lege ‘friche’, Hotel Central aan het Beursplein stond leeg en ook elders in de vijfhoek was enorm veel leegstand. In samenwerking met de VUB heeft BRAL toen een groot onderzoek gedaan over leegstand in de Vijfhoek en dat in kaart gebracht.
Steyn
Dat was toch echt handmatig werk op het terrein?
Hilde
Absoluut. In het kadaster, opzoeken wie eigenaar was, wat zijn de plannen hiermee, waarom beheert de eigenaar dit? We zijn met die studie naar het stadsbestuur gegaan en daar zijn dan verschillende initiatieven uit gekomen.
De meest gekende uitloper van die leegstandsstudie was de actie Hotel Central, maar ook later ‘de delegatie van de Vijfhoek’, die onder andere als opdracht had de groepsaankoop van leegstaande gebouwen te faciliteren.
De oorzaak van de langdurige leegstand kwam vaak door investeerders die wachtten op betere tijden, zoals ook het huizenblok van Hotel Central, met daarin een oude cinema en appartementen. Complete afbraak en in de plaats een nieuwbouw was het plan.
Een ongewone coalitie met de Beursschouwburg, BRAL en IEB, Sint-Lucasarchief, gemeenschapscentrum De Markten en de Buurtwinkel hebben toen de campagne Hotel Central op poten gezet. Zoals vele acties, werd deze beraamd in café Le Coq. Er kwam een bezetting, een brede mobilisatie, debatten over het stedelijk woonbeleid en de inrichting van een modelappartement. Verschillende actiemiddelen geconcentreerd op een korte periode om van de Stad Brussel gedaan te krijgen dat ze strenger zouden optreden tegen de speculanten, en als concrete eis: renovatie tot betaalbare woningen op de site in de plaats van de volledige afbraak.
Het was ook een aanklacht tegen de algemene leegstand in de Vijfhoek. Na overleg met de investeerders en de stad Brussel werd een eerste project afgezwakt, nadien is er nog juridische strijd gevoerd. Het volledige project is uiteindelijk niet tegengehouden. Het is wel een actiemodel geweest dat nadien veelvuldig werd toegepast: een actie op korte termijn die ervoor zorgde dat er iets in beweging kwam, om er dan voor een langere periode op te kunnen werken.
Steyn
Met BRAL nemen we die rol soms op in de voorgrond, soms meer op de achtergrond. Een goed voorbeeld is dat BRAL super actief is geweest bij de organisatie van Picnic the Streets.
Dat protest was ondersteund door de opkomst van sociale media, waardoor je snel heel veel mensen kon bereiken. Maar de vraag voor een andere inrichting van de centrale boulevards hadden al een langere geschiedenis. Zo heeft Bral een internationale wedstrijd georganiseerd. Zowel jongeren, architecten en collectieven hebben daarop ingetekend en dat heeft echt voor veel inspiratie gezorgd om die Anspachlaan fundamenteel te vergroenen.
De Anspachparkwedstrijd met een gerenomeerde jury met Bernardo Secchi als voorzitter heeft echt voor een mentaliteitsswitch gezorgd. Dat je ook helemaal iets anders kon doen met zo'n boulevard vol auto's.
Hilde
En die wedstrijd is er dan weer kunnen komen omdat er vroeger al jaarlijkse ‘Streetsharing-momenten hadden plaatsgevonden aan het Beursplein.
Steyn
En zo komen we eigenlijk terug bij het begin van het interview. We kunnen hier spreken over een continuïteit, met de focus op de herverdeling van de openbare ruimte met duidelijk minder plaats voor de auto en meer aandacht voor de vergroening van de stad!