Brussel van onderuit, CitizenDev: Marianne, honderd per uur voor het lokaal
Marianne, geboren in Nederland, is een vrouw van overtuiging die weet wat ze wil. Ze is een gepassioneerde gepensioneerde die zowel haar hoofd als handen graag aan het werk zet voor haar projecten. Daarnaast wandelt ze graag in het bos, onderhoudt ze haar tuin en droomt ze ervan te leren naaien met een naaimachine. Sinds het prille begin zet ze zich in voor haar woonplaats, waardoor ze van dichtbij de veranderingen in haar wijk heeft meegemaakt.
Marianne, honderd per uur voor het Lokaal
Marianne, geboren in Nederland, is een vrouw van overtuiging die weet wat ze wil. Ze is een gepassioneerde gepensioneerde die zowel haar hoofd als handen graag aan het werk zet voor haar projecten. Daarnaast wandelt ze graag in het bos, onderhoudt ze haar tuin en droomt ze ervan te leren naaien met een naaimachine. Sinds het prille begin zet ze zich in voor haar woonplaats, waardoor ze van dichtbij de veranderingen in haar wijk heeft meegemaakt.
“Ik woon sinds 1979 in deze wijk, al veertig jaar in hetzelfde huis. Eén ding is er op al die tijd veranderd: ik ben van de eerste verdieping naar het gelijkvloers verhuisd.” De Brabantwijk heeft voor Marianne dus geen geheimen: ze woont er, zet zich in voor de buurt en heeft al jarenlang een heleboel contacten. Haar engagement voor de wijk is mettertijd wel veranderd: “Toen ik hier in het begin kwam wonen, vertrok ik ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Ik wist toen niet goed wat er gaande was.”
Marianne heeft echter niet gewacht tot ze haar kwamen halen om zich in te zetten. Tijdens haar loopbaan was ze al erg actief en vrijwilligerswerk is dan ook niet nieuw voor haar. Voor het Wijklokaal concreet werd, vonden er in de buurt van de Groenstraat al meerdere activiteiten plaats: de telefoonlijn, de gastentafels, animaties rond de mobiele broodoven. “Die broodoven dient om pizza’s te bakken: hij wordt in de straat gebruikt voor feesten, enz.” Het Wijklokaal maakt dus deel uit van haar langdurige inzet voor de buurt.
“Er zijn soms momenten op de dag waarop je iets moet doen en ergens moet zijn.”Hoewel ze de uren niet telt die ze in het Lokaal doorbrengt, is Marianne er niet om haar vrije tijd op te vullen. Ze is betrokken bij het Lokaal omdat ze een missie heeft, ze doet het niet voor zichzelf: “Ik zie het Lokaal niet als een louter tijdverdrijf of uit gebrek aan contact. Ik ben goed omringd. Dat is volgens mij zelfs een voorwaarde sine qua non: je kunt niet veel doen voor anderen als je zelf niet goed in je vel zit.” Het mag duidelijk zijn: haar dagen zijn goed gevuld met permanenties, ontmoetingen en zelfs de voorbereiding van de gastentafels die ze één keer per maand organiseert. Ook al is het voor haar geen doel op zich, Marianne ontmoet via het Wijklokaal wel nieuwe mensen: “Het gebeurt niet zo vaak, maar soms leer ik mensen kennen die in dezelfde straat wonen als ik. Mensen die ik daarvoor niet kende en met wie ik dingen gemeen heb. Op een zekere manier ontmoet je mensen zonder ze zelf op te zoeken.”
Ze hoopt vooral dat ze het vroegere klimaat van onderlinge hulp nieuw leven kan inblazen: “Ik heb zelf de tijd nog meegemaakt waarin mensen elkaar veel meer hielpen. Ik wil dat soort banden weer creëren en me tegelijkertijd nuttig maken.” Dankzij het Lokaal werden de wijkactiviteiten ook samengebracht en gepromoot. “Het is bovendien een plek waar je beseft dat personen die je als anders beschouwt, vaak veel dichter bij ons staan dan we denken.”
Portret door Montaine Kayaert, Romane Marchal en Lucie Roba, studenten van Université Saint-Louis-Bruxelles
Lees hier de volledige publicatie.