Ontdek de eerste, tussentijdse resultaten van ExpAIR!

19/01/2024

BRAL, stadsbeweging voor Brussel, en Leefmilieu Brussel lanceerden op 18 december de eerste, tussentijdse resultaten van ExpAIR in Be-Here. Met ExpAIR meten de Brusselaars, BRAL en Leefmilieu Brussel opnieuw de luchtkwaliteit, als aanvulling op de officiële metingen van Leefmilieu Brussel. Wat leren we al van de eerste, tussentijdse resultaten? De ambassadeurs kregen de primeur, nu leggen we ze ook aan jou uit.

Klik hier om de kaart in een apart venster te openen. 

Met dank aan Philippe, geëngageerd in het lokale meetnetwerk in Schaarbeek, voor het maken van de kaart!

Over welke resultaten gaat het?

Er blijven plekken in Brussel waar de luchtkwaliteit waarschijnlijk illegaal slecht is, die buiten het primaire netwerk (de officiële meetstations) vallen. Waarschijnlijk, want deze eerste, tussentijdse resultaten kunnen nog geen jaargemiddelde weergeven, waardoor extrapoleren naar de Europese drempels nu nog niet mogelijk is. De metingen gaan nog minstens 1 jaar lang door, waardoor vergelijken met de Europese drempels na 1 jaar wel mogelijk wordt. De eerste resultaten die we hier voorstellen gaan van juni tot en met september 2023, opgedeeld in waardes die 2 weken beslaan.

ExpAIR meet, net zoals CurieuzenAir, NO2 of stikstofdioxide, een gas dat vrijkomt bij verbrandingsprocessen en dat schadelijk is voor mens en natuur.

Welke conclusies kunnen we al trekken uit deze resultaten?

Eerst en vooral zijn we trots dat het ExpAIR-netwerk operationeel is. De installatie van dit netwerk in de publieke ruimte vult het netwerk van officiële meetpunten aan en is een belangrijke stap om alert te blijven voor luchtvervuiling in Brussel.

 

Kaart officiële meetpunten Brussel Leefmilieu

 

Deze eerste resultaten van ExpAIR tonen de betrouwbaarheid van de meettechniek aan. Onze waarden volgen de inschattingen van Irceline, de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL). Op hun website kan je trouwens de meetwaardes van de officiële meetpunten in België uur per uur volgen. Wanneer IRCEL een periode met betere luchtkwaliteit inschat, liggen ook onze waardes lager. In de zomer is er bijvoorbeeld minder verkeer en dan hebben de meetpunten van zowel ExpAIR als IRCEL ook minder luchtvervuiling gemeten. 

Primair en secundair netwerk

De metingen van het primaire netwerk geven voor 2022 aan dat er geen overtredingen zijn van de Europese luchtkwaliteitsnormen (40µg/m³ NO2-concentratie per jaar). Hierdoor kan er gedacht worden dat er geen jaargemiddeldes meer boven de 40 µg/m³ kan worden gemeten over heel Brussel.

Projectpartner Brussel Leefmilieu geeft meer duiding bij het verschil: “De technische vereisten voor het installeren van de officiële meetstations beperken de keuze van de locaties en hun kosten maken het onmogelijk om er een groot aantal te installeren.

Het huidige primaire meetnetwerk van Leefmilieu Brussel omvat veel meer meetstations dan vereist door de Europese richtlijnen. Deze stations maken het mogelijk om de luchtkwaliteit te karakteriseren in verschillende types representatieve omgevingen in het Brussels Gewest, maar geven geen gedetailleerd beeld van de ruimtelijke verspreiding van NO2-concentraties. Daarom vult Leefmilieu Brussel de metingen van het primaire netwerk aan met luchtkwaliteitsmodellen met een hoge ruimtelijke resolutie.

Het secundaire meetnetwerk van ExpAIR voegt daarom een extra laag toe aan het primaire netwerk. 

Brussel Leefmilieu: “Het secundaire netwerk van ExpAIR zal worden gebruikt om de NO2-modellering in het hele Brusselse Gewest te valideren of te verbeteren.

Aan de hand van deze 24 extra meetpunten kan worden aangetoond dat op veel plaatsen in Brussel hoogstwaarschijnlijk de jaarlijkse norm van 40 µg/m³ niet wordt gehaald. De eerste tussentijdse resultaten bevestigen alvast dit vermoeden. Op veel plekken ligt het tweewekelijks gemiddelde van ExpAIR hier ver boven, en ook hoger dan de resultaten van het primaire netwerk in dezelfde periode. 

Wat kunnen we vaststellen: 

  • We meten met dit secundaire netwerk op de vermoedelijk meest vervuilde plekken van Brussel. Dat blijkt ook uit de cijfers. Hiermee willen we aantonen dat er nog inspanningen nodig zijn om iedere Brusselaar het recht op gezonde lucht te garanderen. De officiële metingen tonen aan dat de volgehouden inspanningen inzake luchtbeleid lonen, zoals bijvoorbeeld de Lage Emissie Zones. Het kan dus.
  • Op de grote assen merken we dat het secundair netwerk een meerwaarde biedt. Het officieel meetpunt in de Regentstraat vertegenwoordigt de grote verkeersassen in Brussel. Het jaargemiddelde daar ligt onder de huidige Europese drempel. Met ExpAIR zien we dat we op vergelijkbare plaatsen de drempel wellicht wel wordt overschreden. Aan de Vlaamse Poort bijvoorbeeld zitten we er nu systematisch boven, ook in de normaal betere zomermaanden. 
  • Ook buiten de grote assen blijft de luchtkwaliteit problematisch. Op sommige plaatsen liggen de tussentijdse waarden vaak hoger dan die van een gelijkaardig, officieel meetstation. Bijvoorbeeld het officiële meetpunt op het Sint-Katelijneplein (wat een residentiële omgeving zou moeten representeren) is een vergelijkbaar punt als de Piersstraat (ook residentieel). Daar zijn er waarden rond de 54,9 µg/m³ gemeten met een gemiddelde van 42,4 µg/m³ over de periode. 
  • Het ExpAIR-netwerk haalde bijna nergens de WHO–norm van 25 µg/m³ per dag.
  • Er is een opvallend verschil tussen de zomer en september. Dit bevestigt de afhankelijkheid van het weer en het verkeer: in de zomer warmer weer en minder verkeer, in september meer verkeer met de verwachting op hogere NO2 waarden.

Heb je vragen over de resultaten? Contacteer ons op expair@bral.brussels!

Lees ook