Artikels

Thema

Vanaf vandaag is de energiepremie in het Brussels Gewest opgeschort. Bral heeft kritiek op het paniekvoetbal van de regering en pleit voor een langetermijnpolitiek in het Brussels energiebeleid.

Voor Bral (Brusselse Raad voor het Leefmilieu vzw) is de energiepremie een goed instrument maar is ze niet voorspelbaar genoeg. Twee jaar na elkaar heeft de Brusselse minister van Leefmilieu en Energie zich verplicht gezien om urgentiemaatregelen te nemen over de energiepremie. Al in 2009 besliste ze onverwacht om de premie voor zonnepanelen niet langer toe te kennen, met de bekende "stormloop vóór sluitingstijd" tot gevolg. En ook nu schort ze de uitbetaling van de volledige energiepremie op, omdat het budget opgebruikt is. Tussen vandaag en het einde van het jaar worden de energiepremies niet meer uitbetaald.

Lees meer in het volledige persbericht als bijlage.

Contact:

Bral vzw, Piet Van Meerbeek: 02 217 56 33 of 0478 999 707
piet[a]bralvzw.be

 

Voedselgewassen moeten oneerlijke strijd aangaan met brandstofgewassen

Uit een studie die vandaag verscheen [1], blijkt dat de Europese plannen om meer en meer biobrandstoffen in te zetten wereldwijd 69.000 vierkante kilometer extra land zal vergen. Gewassen voor biobrandstoffen worden gekweekt op landbouwgrond. Daardoor moeten boeren voor het kweken van voedsel op zoek naar nieuw land, vaak wordt daarvoor regenwoud gekapt. Zo zal de teelt van biobrandstoffen leiden tot meer –in plaats van minder- uitstoot van CO2. Een Europese maatregel bedoeld om de klimaatverandering aan te pakken, dreigt dan ook een averechts effect te hebben. Belgische milieu- en Noord-Zuidorganisaties vragen ons land om als Europees voorzitter aan de kar te trekken voor een herziening van het Europese biobrandstoffenbeleid. Daarnaast vragen ze om in het – nog steeds niet ingediende- Belgische actieplan hernieuwbare energie geen biobrandstoffen in te zetten zolang er geen rekening wordt gehouden met de reële impact van de teelt van biobrandstoffen.

Volgens de studie van het Institute for European Environmental policy (IEEP) [2] zal een gebied twee keer zo groot als België omgezet moeten worden in akkers en plantages om te voldoen aan de toenemende Europese vraag naar biobrandstoffen. Indien de Europese landen vasthouden aan hun plannen om een deel van de diesel en benzine te vervangen door biobrandstoffen, zal dit een nefaste impact hebben op bossen, waardevolle ecosystemen en lokale bevolkingsgroepen.

An Lambrechts van Greenpeace legt uit: “Dit onderzoek toont aan dat bossen en andere waardevolle gebieden op grote schaal vernietigd zullen worden om brandstof voor onze auto's te produceren. Zolang de indirecte effecten op landgebruik niet in rekening worden gebracht, subsidiëren we een alternatieve energiebron die geen haar beter is dan de fossiele brandstoffen die ze moet vervangen. De CO2 uitstoot van transport kan aan de hand van alternatieve en veel effectievere instrumenten aangepakt worden.”
 

Sociale gevolgen rampzalig

Saar Van Hauwermeiren van Oxfam in België stelt: “Het is duidelijk dat biobrandstoffen geen klimaatvriendelijke oplossing zijn voor transport. Het Europese biobrandstoffenbeleid geeft bedrijven bovendien een blanco cheque om in hun zoektocht naar land voor de teelt van biobrandstoffen de landrechten van de lokale bevolking met de voeten te treden en lokale eigendommen in te pikken. Terwijl de voedselonzekerheid in Afrika toeneemt, moeten voedselgewassen zo een oneerlijke strijd aangaan met brandstofgewassen.”
 

België

De milieu- en Noord-Zuidorganisaties vragen aan ons land om geen biobrandstoffen in te zetten in het Belgisch actieplan hernieuwbare energie, zolang de indirecte effecten op landgebruik niet in rekening worden gebracht. Sara Van Dyck beklemtoont bovendien dat ons land gebruik moet maken van haar unieke kans om als Europees voorzitter dit probleem aan te pakken.” De Europese Commissie moet tegen eind dit jaar een voorstel uitwerken om de indirecte effecten op landgebruik in rekening te brengen. We vragen aan onze minister van leefmilieu Joke Schauvliege om aan de kar te trekken voor een grondige herziening van het Europese biobrandstoffenbeleid. Dit moet rekening houden met de indirecte effecten en de reële impact van biobrandstoffen op klimaatverandering en voedselzekerheid.”
 

Het onderzoek

Het onderzoek van IEEP, dat uitgevoerd werd in opdracht van een Europese coalitie van milieu en ontwikkelingsorganisaties [3], analyseerde voor het eerst de geplande inzet van biobrandstoffen in de actieplannen hernieuwbare energie van de Europese lidstaten [4]. Hieruit blijkt dat Europa tegen 2020 9,5% van de transportbrandstoffen wil vervangen door biobrandstoffen. Die biobrandstoffen komen voor 90% uit energiegewassen, die vaak de plaats innemen van voedselgewassen. De voedselproductie moet dan nieuw land innemen, niet zelden in bosgebied. Het telen van energiegewassen is zo een grote drijfveer voor ontbossing met extra CO2-emissies tot gevolg. Hierdoor zullen biobrandstoffen instaan voor 27 tot 56 miljoen extra broeikasgasemissies per jaar. Dit is gelijk aan 12 tot 26 miljoen extra auto’s op de Europese wegen tegen 2020. Indien Europa haar biobrandstoffenbeleid ongewijzigd verder zet, zal de bijkomende inzet van biobrandstoffen in de komende tien jaar gemiddeld 81 tot 167% slechter zijn voor het klimaat dan fossiele brandstoffen.
Het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Duitsland, Italië en Frankrijk zijn verantwoordelijk voor tweederde van deze bijkomende CO2-uitstoot. Aangezien ons land nog steeds geen actieplan hernieuwbare energie heeft ingediend, kon er voor België geen inschatting van de geplande inzet van biobrandstoffen gemaakt worden.
 

Voor meer informatie:

  • Sara Van Dyck, Bond Beter Leefmilieu, Beleidsmedewerker energie en klimaat, Nederlandstalig, 0485 92 31 12
  • An Lambrechts, Greenpeace België, Verantwoordelijke bossencampagne, Nederlandstalig, 0485 788 375
  • Stéphane Desgain, CNCD-11.11.11., chargé de recherches Souveraineté alimentaire, Franstalig, 0475 76 90 61

 

Persbericht van Bond Beter Leefmilieu, Inter-environnement Wallonie, Natuurpunt, Natagora, Greenpeace, Friends of the Earth Vlaanderen en Brussel, BRAL, VODO, CNCD-11.11.11, Oxfam in België en Wervel.

Voetnoten:
[1] De studie, ‘Anticipated Indirect Land Use Change Associated with Expanded Use of Biofuels in the EU’ kan u raadplegen op: http://www.foeeurope.org/agrofuels/ILUC_report_November2010.pdf
[2] Institute for European Environmental Policy (IEEP). November 2010. ‘Anticipated Indirect Land Use Change Associated with Expanded Use of Biofuels in the EU: An Analysis of Member State Performance’. Author: Catherine Bowyer, Senior Policy Analyst. http://www.ieep.eu
[3] Die organisaties zijn: ActionAid, BirdLife International, ClientEarth, European Environmental Bureau, FERN, Friends of the Earth Europe, Greenpeace, Transport & Environment, Wetlands International.
[4] De studie analyseerde de 23 actieplannen hernieuwbare energie die in oktober 2010 waren ingediend (Oostenrijk, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) http://ec.europa.eu/energy/renewables/transparency_platform/action_plan….
Media briefing: http://www.foeeurope.org/agrofuels/ILUC_briefing_November2010.pdf

21 augustus 2007 - Vorige week reikte het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een milieucertificaat uit voor het uitbaten van de parkings die zich onder het Rogierplein bevinden. Groen licht dus ook voor de 147 extra parkings en een tunnelingang op het plein. Nochtans bestond er onder de verenigingen en bewoners die op 13 juli 2007 bij de gemeente Sint-Joost deelnamen aan de overlegcommissie over dit dossier een grote consensus over de onwenselijkheid van deze uitbreiding van het parkeerpark. Een bijkomend gevolg voor deze knieval voor de hegenomie van de auto is dat het certificaat de stedenbouwkundige ambities voor en de toegankelijkheid van het Rogierplein hypothekeert. 

 

Gewest laat zich ook op Rogier inpakken door hegemonie van de wagen

Hoe onzinnig deze uitbreiding is, blijkt uit het feit dat de onmiddellijke buurt van het Rogierplein reeds over een zeer uitgestrekt parkeerpark beschikt dat daarenboven niet eens de volle honderd procent in gebruik genomen is. Wie de onmiddellijke omgeving van Rogier even aftast op zoek naar parkeerruimtes en de som maakt, komt bij het getal 2969 uit. Daarvan blijft gemiddeld 20% in ongebruik. Het parkeerpark blijkt er nog groter te zijn als we er ook de privéparkings van de aangrenzende bureaus bij rekenen. 440 daarvan werden onder de nieuwe Rogiertoren aangelegd. 

Toch neemt het Gewest geen aanstoot aan een uitbreiding met 147 parkeerplaatsen. De schadelijke gevolgen zijn nochtans voor iedereen bekend: stijging van de verkeersdruk, hinder bij de in- en uitgangen van de parkings, geluidsoverlast, luchtvervuiling, enz. Van veel coherentie geeft het Gewest hier weinig blijk: het pleitte eerder voor een herstel van de leefbaarheid van het Rogierplein en beoogt tegen 2010 een daling van 20% van het verkeer in vergelijking met 1999 met het oog op het bereiken van het Kyotoprotocol . En nu laat het de uitbreiding van het parkeerpark toe. Zou het dan werkelijk nog nooit gehoord hebben van het aanzuigeffect dat zo'n ruimte heeft?

Het aanzuigeffect of het Brussels Gewest lijkt het maar niet te willen begrijpen: meer parkings betekent meer wagens.
Tijdens de overlegcommissie van 13 juli werd vooral gesproken over een ander luik van het dossier, het bovengrondse. Het ondergrondse luik werd daardoor geminimaliseerd. Het gevolg is niet fraai: de uitbouw van het parkeer- en dus wagenpark hypothekeert in belangrijke mate de filosofie die de ontwikkelaars van het bovengrond project nastreefden. Ze zouden er een obstakelloze voetgangerszone van maken die het plein haar sociale functie zou terug geven. Niet dus. De wagen heeft het nog steeds voor het zeggen. 

Zulks was laatst ook het geval bij een ander project dat dubbel zo groot was en op evenveel verzet stuitte van buurtbewoners en verenigingen: de megaparking naast het nieuwe NAVO-kwartier . In het NAVO-dossier legitimeerde men de uitbreiding van het parkeerpark met het argument dat er te weinig openbaar vervoer in de buurt was. Dat is nochtans volop in opbouw en zal waarschijnlijk operatief zijn voor de eindiging van de NAVO- werken. 

Rogier is een ander verhaal. Dit is een van de best voorziene zones wat openbaar vervoer betreft. Je hebt er trams, metro's, bussen en treinen. Wanneer het Gewestelijk Ontwikkelingsplan aanzet tot het concentreren van kantoorgebouwen in de buurt van treinstations, is het net om pendelgedrag met de trein aan te moedigen. Door extra parkeerruimte te voorzien in zo'n regio ondermijn je het potentieel ervan om mensen aan te zetten tot een andere, minder schadelijke mobiliteit. Ook het potentieel van de verplichting om via een bedrijfsvervoerplan mensen minder met de wagen te laten rijden, lijdt onder de impulsen die het Gewest via deze goedkeuring geeft.

De administraties Bestuur Ruimtelijk Ordening en Huisvesting (BROH) en Leefmilieu Brussel (BIM) adviseert doortastend, Gewest trekt er haar neus voor op.
 

Het BROH en BIM somden de voornoemde elementen op die tegen de uitreiking van een certificaat pleitten en onderwierpen de mogelijke uitreiking van het certificaat aan de volgende maatregelen: 

  • de parking moet beschikbaar blijven voor buurtbewoners en mag niet via abonnementen in handen komen van de werknemers van aangrenzende bureaus die reeds over eigen privéparkings beschikken. 
  • Niveau -2 mag niet gebruikt worden voor de dubbele functie van parking en tentoonstelling 
  • Parkeerruimtes op de hellende vlakken en in het centrum van de spiraal moeten opgeheven worden
  • Het gebruik van niveau -5 als parking enkel toelaten 's avonds en tijdens het weekend 

Enkel de tweede maatregel werd in het definitieve advies weerhouden. Voor de andere voorstellen trok het Gewest haar neus op en liet zich hiermee nogmaals verleiden tot de populaire maar onjuiste opvatting dat de heropleving van een regio enkel kan door de parkeercapaciteit en de toegang ertoe te verhogen. Zou het nog lang duren voor een reeds lang geboekstaafde werkelijkheid er ook bij de beslissende administratieve instanties ingaat? 

Tal van studies tonen het ons: om de vitaliteit van een commerciële kern te vrijwaren, hoef je de toegankelijkheid ervan met de wagen niet te verhogen. De aangrenzende hoteliers zetten hun achterhoedegevechten uitgerust met stevige oogkleppen ongehinderd verder, want volgens hen hebben ze er alle baat bij dat wagens dichtbij kunnen parkeren en ook onmiddellijke toegang hebben tot de parking onder het Rogierplein, i.e. via een nieuwe ingang die over een strook loopt die nochtans volledig voor voetgangers werd gereserveerd. 

Gewest noch gemeente verzetten zich tegen deze positie en leggen het advies van BROH gezwind naast zich neer. Die laatste instelling wees uitvoerig op de nadelen die deze ingang zou opleveren voor de voetgangers, terwijl er eigenlijk al voldoende ingangen elders zijn. 

Bral en IEB zullen blijven herhalen dat een aantrekkelijke stad er een is waar men even kan uitblazen. Niet alleen tijdens een autoloze zondag, maar het hele jaar lang. Stedenbouw staat volgens ons ten dienste van de bewoners en gebruikers van onze steden. Als de extra parkings en de ingang ertoe over de voetgangersstrip er uiteindelijk komen, dan is dat het gevolg van een zoveelste stap in de verkeerde richting, een die de leefbaarheid van onze hoofdstad meer en meer ondermijnt. Het wordt tijd dat het Gewest rekenschap geeft van de gevolgen die haar beslissingen heeft.

Contacten:
Bral vzw: Maarten Roels - 02/217.56.33 - maartenroels@bralvzw.be
IEB: Claire Scohier - 02/548.39.46 - claire.scohier@ieb.be

De plannen om een voetbalcomplex neer te poten waar nu naast het Laarbeekbos volkstuintjes liggen, zijn in een stroomversnelling gekomen. Het verzet tegen die plannen beende gauw bij. Tientallen verenigingen en meer dan duizend individuen vinden dat sportinfrastructuur belangrijk is, maar dat die er niet mag komen ten koste van sociaal, cultureel, ecologisch en historisch waardevol stadsweefsel. De bal ligt momenteel in het kamp van de Vrije Universiteit Brussel. Het platform “aarbeekbOOs/Laarbeek aux abois” roept de universiteit op om te tonen dat zij een beschermer van biodiversiteit en duurzame stadsontwikkeling is.

sociaal belang

De site aan de Schapenweg omvat meer dan 130 volkstuinpercelen die voedsel opleveren aan ongeveer 150 gezinnen. Mensen die er geboren en getogen zijn, leggen er nauwe contacten met anderen die uit alle windrichtingen komen. Niet enkel tuinders genieten van deze zone. Veel recreanten zien de volkstuintjes als een verlenging van het Laarbeekbos. Dit aspect kan nog geoptimaliseerd worden door de volkstuinen beter te laten aansluiten op het bestaande netwerk van wandelpaden. Wanneer meer zekerheid ontstaat over de toekomst van de zone kan een educatief luik het recreatieve aspect aanvullen. Iets waar de tuinders graag willen aan meewerken. Volkstuintjes brengen een in de tijd meer gespreide aanwezigheid mee dan voetbalvelden. Het globale gebruik is echter even intens. Een belangrijk voordeel van deze spreiding in tijd is de sociale controle die ze meebrengt. Aan de tuinders werden reeds alternatieven voorgesteld aan de rand van de site. Deze zijn ongeschikt voor groenten- en fruitteelt. Het duurt vele jaren om deze gronden cultiveerbaar te maken. Bovendien zal een vergrijzing van de bevolking die een toename van vrije tijd tot gevolg heeft, de vraag naar volkstuintjes enkel doen toenemen. Wij vinden het maatschappelijk onverantwoord om een reeds langs bestaande (sinds 1940!) infrastructuur voor een Brusselse derde generatie te doen wijken voor sportinfrastructuur voor jongere generaties. Beide zijn absoluut nodig maar de heterogeniteit en de verbondenheid die we in de Schapengaarde aantreffen, is dermate zeldzaam en kostbaar dat we deze ten allen prijze moeten koesteren en beschermen. Zeker als we weten dat infrastructuur voor de derde generatie in een grootstad als Brussel vele malen schaarser is dan sport- en andere ontspanningsmogelijkheden voor de jeugd.

ecologische waarde

Het gebied ligt vlak naast het Laarbeekbos. Dat is één van de drie Natura-2000 gebieden van Brussel. Een uiterst belangrijke plek voor de natuur dus. In het bos komt een bijzondere biodiversiteit (de verscheidenheid aan dieren en planten) voor en deze wordt strikt beschermd. In het bijgevoegde dossier vinden jullie hierover meer informatie. Een passende beoordeling (een equivalent van een milieueffectenrapport of MER) dat de gevolgen bekijkt van de aanleg van de voetbalvelden klaar zou zijn, maar is nog niet openbaar. Zelfs als de studie geen rechtstreekse negatieve impact zou aantonen, dan nog moeten we rekening houden met de bufferfunctie die de volkstuintjes nu vervullen. In andere Europese regio’s en landen is het in stand houden van deze bufferzone opgenomen in de specifieke wetgeving rond de bescherming van de Natura-2000 habitats. Spijtig genoeg is dit principe nog niet geïmplementeerd in de Brusselse wetgeving maar de noodzaak hiertoe is reeds voldoende aangetoond. Een Nederlandse studie toonde in dit verband aan dat volkstuintjes grenzend aan een natuurgebied vaak een zeer hoge ecologische waarde hebben. Beiden versterken elkaar en het is duidelijk dat de volkstuintjes naast het Laarbeekbos deze belangrijke bufferfunctie kunnen invullen. Sommigen zullen tegenwerpen dat deze tuintjes momenteel niet bepaald ecologisch waardevol zijn, dat ze er rommelig bijliggen, dat er al eens iemand pesticiden gebruikt. We mogen echter niet uit het oog verliezen dat de volkstuinders al een tijd in grote onzekerheid leven over de toekomst van de site. Mensen met een karig budget zijn in dergelijke omstandigheden uiteraard niet geneigd te investeren. Hoe dan ook recycleren de volkstuinders hun afval en verbiedt het reglement het gebruik van pesticiden. Kortom, de goede wil om de ecologische waarde van de tuintjes te vergroten is onder de volkstuinders zeker aanwezig.

archeologische waarde

De Schapenweg is een relict uit de Romeinse tijd (Heirbaan Asse - Elewijt). De waarschijnlijke verharding van deze weg én de aanleg van de geplande infrastructuur zou een en ander definitief voorgoed de vergetelheid insturen. Voor meer info over het Romeinse verleden van de ze site verwijzen we graag naar het boek Koning Boudewijnpark (1979) van het Min. van Openbare Werken.

planologische bezwaren

Er zijn ook planologische knelpunten. De geplande aanleg van de voetbalvelden situeert zich in een van de zeldzame stukken natuur-zonder-infrastructuur in Brussel. Het is bij wijze van spreken een ‘niemandsland’ waar momenteel ‘iedereen’ van kan genieten. Een (privé) sportinfrastructuur - met de noodzakelijke aanleg van gas, water, elektriciteit, telefonie, parkeergelegenheid, … - in deze groene omgeving kunnen we op zijn zachtst gezegd ‘een vreemde eend in de bijt’ noemen. Hier komt ook het mobiliteitsvraagstuk opduiken. De mobiliteit van een plaats hangt nauw samen met haar functie. Het huidige gebruik is verbonden met een infrastructuur die zich perfect leent tot een trage en dus duurzame mobiliteit die steeds schaarser wordt. Een sportfunctie vraagt een infrastructuur die in dit gebied niet voorhanden is en dus een grondige transformatie zou behoeven. We stellen daarom voor bij het zoeken naar alternatieven rekening te houden met dit inzicht.

noodzaak?

Om de schaarse groene ruimte in Brussel op te offeren moeten wetenschappelijk en planologisch stevig onderbouwde argumenten op tafel liggen die de absolute noodzaak aantonen van de nieuwe invulling. We weten dat de Vlaamse voetbalclubs in Brussel het moeilijk hebben en we wensen al evenmin de stadsvlucht in de hand te werken door een gebrek aan goede sportinfrastructuur. De site heeft echter al een belangrijke sociaal-recreatieve functie, voornamelijk voor een derde generatie die in Brussel weinig kan terugvallen op open-lucht ontspannings- en leefruimtes. Om stadsvlucht tegen te gaan is het behoud van groene, rustige plekken meer dan essentieel. We ondersteunen Ritterklub in hun vraag naar een eigen kantine en een voetbalveld waar ze voldoende toegang toe hebben om de voetbaltalenten van hun spelers ten volle te ontwikkelen. We aanvaarden het antwoord op die vraag echter alleen als dit op een sociaal, ecologisch en historisch wel overwogen en duurzame manier gebeurt. Wij verzoeken daarom dat de bevoegde instanties formeel afzien van de aanleg van voetbalvelden naast het Laarbeekbos en dat zij de mogelijkheden van alternatieve locaties grondig onderzoeken.

Contact:

ATALANTA & DADO (VUB): Maarten Roels - mroels@vub.ac.be - T 0497 772 869

BRAL vzw: Steyn Van Assche - steyn@bralvzw.be - T 02 217 56 33 - 0498 132 586

Het platform LaarbeekbOOs/Laarbeek aux abois: Schapegaarden/Le clos des moutons, Atalanta, DADO, JNM, Natuurpunt, BRAL, IEB, Graafschap Jette, Wervel, Le Début des Haricots, CEBO, Curieus Jette, Trage Wegen, Brussel Natuur/Bruxelles Nature, Fietsersbond Jette, Ca passe par ma commune Jette, Comac, Coin de Terre/Hoekje Grond, Groen!, sp.a Jette en Ecolo Jette.

De daling van concentraties fijn stof in Brussel is helemaal stilgevallen. Bral roept de Europese Commissie op om krachtig op te treden tegen België en Brussel. Verder uitstel van de naleving van de normen voor fijn stof is niet te rechtvaardigen. Fijn stof daalt niet meer

20 december 2007

Tot 2004 daalden de daggemiddelden aan fijn stof duidelijk. Volgens deskundigen was dat het gevolg van Europese maatregelen in de industrie en de verbrandingsinstallaties. Om die daling te kunnen doorzetten, moesten de nationale, regionale en lokale overheden maatregelen nemen om de uitstoot van het autoverkeer te verlagen. Het Brussels Gewest heeft dat ook gedaan. In 2002 kwam het plan voor de structurele verbetering van de luchtkwaliteit uit. En in 2006 lanceerde de huidige regering het plan Brussel’Air. Wat stellen we vast? De laatste drie jaar is de daling van concentraties aan fijn volkomen stilgevallen. In de meetstations Berchem, Ukkel en Woluwe is de toestand ten opzichte van 2004 zelfs verslechterd. Molenbeek deed het de jongste twee jaar iets beter maar piekt dit jaar weer sterk. Alleen in Haren lag het aantal overschrijdingen in 2004 en 2005 nog hoger dan nu.

Brussel overtreedt norm

Om onze longen te beschermen tegen fijne, kankerverwekkende stofdeeltjes, legt de EU ons sinds januari 2005 een verplichting op: in geen enkel meetstation mogen we meer dan 35 keer per jaar een daggemiddelde meten van 50 microgram per m³ lucht. Helaas! Ook dit jaar zitten drie van de vijf meetstations die actief waren in Brussel boven die norm. Voor vele duizenden Brusselaars betekent dat een zware aanslag op hun gezondheid. Fijn stof verhoogt het aantal overlijdens door hartinfarcten, tast de ademhalingswegen aan en veroorzaakt kanker. Hoe zijn de cijfers dit jaar ? Molenbeek en Haren zijn verwikkeld in een nek-aan-nekrace. Molenbeek heeft lang op kop gestaan maar mag (het is niet van moeten) nu de scepter weer doorgeven aan Haren met 63 overschrijdingen. Zelf heeft Molenbeek 61 keer de norm overschreden.

Ook Ukkel overtreedt de norm : het is zopas over de piek van 35 overschrijdingen gegaan. Neder-Over-Heembeek blijft met 33 nog net onder de norm maar die cijfers zijn niet volledig : het meetstation Heembeek heeft de eerste maanden van het jaar stil gelegen. Voor Sint-Lambrechts-Woluwe worden de laatste tien dagen van het jaar nog spannend. Het station zit nu op 32. Alleen in Sint-Agatha-Berchem is de lucht aanvaardbaar met 26 overschrijdingen.

Sancties

Zopas heeft de EU een richtlijn gestemd die de Commissie de mogelijkheid geeft lidstaten tijd te geven tot 2011 om de fijn-stofnorm te halen. Ze moeten dan een extra plan voorleggen met voldoende maatregelen om de uitstoot tegen die datum tot onder de norm te brengen. Bral twijfelt er sterk aan dat onze overheid krachtige maatregelen zal nemen. De halfbakken, vriendelijke aanpak die we altijd gekend hebben, zal de concentraties fijn stof nooit terugdringen en kan dus niet volstaan om Brussel nog uitstel te geven, zegt Piet Van Meerbeek van de milieufederatie Bral. Dat zou neerkomen op onverantwoord omspringen met onze gezondheid. Bral roept de Europese Commissie op om Brussel en België te sanctioneren als er geen krachtige maatregelen komen.

Zwak beleid

Fijn stof houdt zich niet aan grenzen. Luchtkwaliteit is dan een zaak van alle overheden. Volgens Bral schiet het beleid in het algemeen te kort op twee vlakken: Ten eerste beperken de Gewesten en de Brusselse Gemeentes zich tot steun aan fietsers en openbaar vervoer; de auto blijft onaangeroerd, zegt Van Meerbeek. Je kan nog altijd met de wagen van in de Rand tot net voor de Grote Markt rijden. De parkeerordonnantie laat maar op zich wachten. En omdat er files zijn op de snelwegen, wil het Vlaams Gewest extra rijstroken aanleggen! We hebben dringend een beleid nodig dat de plaats voor de auto’s sterk vermindert want een ijzeren wet van de mobiliteit zegt: hoe meer rijvakken, hoe meer verkeer (aanzuigeffect). Omgekeerd betekent dat: als we rijvakken en parkeerplaatsen verminderen, verdampt een deel van het verkeer vanzelf. Ten tweede moeten we een financieel instrument inzetten om de hoge externe kosten van autoverkeer te doen betalen door de chauffeur. Bij voorkeur de slimme kilometerheffing. Maar als de andere Gewesten niet meewillen, dan moet Brussel maar een stadstol invoeren. Tol incorporeert immers het ruimtelijk aspect van een slimme kilometerheffing.

 Dichtheid moet een middel zijn om wijken leefbaarder te maken; het mag geen doel zijn op zich, vinden Inter-Environnement Bruxelles en Bral vzw.

Vandaag buigen deskundigen zich over de vraag welke dichtheid ideaal is voor een stad als Brussel op een groot colloquium. Een belangrijke discussie, vinden Inter-Environnement Bruxelles en Bral vzw. Maar de twee milieufederaties benadrukken dat streven naar een hogere dichtheid niet enkel een kwestie is van infrastructurele ingrepen of architecturale hoogstandjes voor de stad. Dichtheid is een voorwaarde voor een leefbare en duurzame stad. We kunnen de weerstand bij de bevolking voor nieuwe bouwprojecten alleen overwinnen als we van leefbaarheid een duidelijke doelstelling maken, zegt Maarten Dieryck van Bral vzw. Door eenzijdig te focussen op aantallen woningen en dus op dichtheid, vaak nog met het bijkomende delicate element van sociale huisvesting die veel vrees oproept bij mensen, afficheert de overheid telkens opnieuw de meest bedreigende elementen in haar project. Zo ontstaat er een snelle polarisering tussen een echt neen-kamp en de overheid. Op die manier wordt het moeilijk om de stad te verdichten of kwaliteitsprojecten te ontwikkelen.

Hoe kunnen we leefbaarheid en dichtheid met elkaar verzoenen?

Ten eerste maakt de schrik die overal heerst tegen bouwprojecten overleg noodzakelijk. Ten tweede vinden Bral en IEB het veel zinniger te vertrekken van de noden van een wijk. Welke behoeftes bestaan daar en wat kunnen we oplossen met nieuwe bebouwing? Welke publieke ruimte en gebouwen moeten er zijn om te voldoen aan de noden en wensen van nieuwe en bestaande bewoners? Waar moet er kleinhandel en horeca komen? Bussen of trams? Hoe kunnen we er voor zorgen dat onze wijken autoluw worden? Dat er geen wateroverlast ontstaat? Hoe kunnen we het sociaal contact binnen een nieuwe wijk maximaal stimuleren? Zo'n aanpak maakt van leefbaarheid het eerste doel. De dichtheid is daar een gevolg van want om al deze voorzieningen rendabel te maken, hebben de meeste wijken meer bewoners nodig. Brussel is helemaal niet zo dicht als we vaak denken. Alleen op die manier kunnen we van verdichting een voordeel maken voor de huidige bewoners.

De vos preekt de passie

Bral en IEB vinden het interessant te zien dat het "vademecum overheidsopdrachten" dat zopas verschenen is op initiatief van de staatssecretaris voor huisvesting en stedenbouw, vrij goed strookt met deze principes. We lezen bijvoorbeeld dat het belangrijk is stedenbouwkundige en andere studies uit te voeren en een programma van goede kwaliteit op te stellen voor je een aanbestedingsprocedure start. In haar voorwoord zegt de staatssecretaris zelf dat integratie van een project in zijn omgeving een grote uitdaging is. Verder zegt het vademecum dat betrokkenheid van bewoners het project verrijkt.

Heel mooi. Maar Bral en IEB wijzen er op dat de praktijk nog vaak anders is dan de mooie principes. Op 11 oktober werd de staatssecretaris in de commissie ruimtelijke ordening van het Brussels parlement geïnterpelleerd over Neerpede. We wisten al dat er geen richtschema komt voor dat gebied maar nu laat ze ook duidelijk blijken weinig interesse te hebben in het Bijzonder Bestemmingsplan 'Ketel' omdat de opmaak er van te lang duurt. De staatssecretaris zegt: "wij zijn niet verplicht om op dat BBP te wachten.

"Wij mogen om het even wanneer met de bouw van woningen op dat terrein starten" Daarom heb ik besloten om, voor sociale redenen, zelf vooruit te gaan indien alles te lang zou duren". "Het is helaas nog altijd business as usual, merkt Maarten Dieryck op. Rap werken en politiek scoren is belangrijker dan een kwaliteitsvolle ruimtelijke planning toe te passen. Later zullen we spijt krijgen van dat korte-termijn-denken.

Contacten

Bral vzw: Maarten Dieryck en Piet Van Meerbeek 

De Heizel is dan wel volledig eigendom van het Brusselse stadsbestuur, de herbestemming ervan mag geen zaak van één gemeente worden. Eind april zwengelden we het debat over dit dossier al aan met een ... debat.

Ons verslag vind je ook als bijlage. Ook een journalist van BDW maakte een analyse. Op 5 mei verstuurden we een persbericht met de Bral-standpunt. Ondertussen volgen we elke stap die in dit dossier wordt gezet, zo goed als zo kwaad mogelijk op.

>>> Download hier het volledige persbericht

Een samenvatting van het persbericht vind je hieronder.

Meer info?
Contacteer Joost Vandenbroele (stafmedewerker stedenbouw) op 02 217 56 33 of 0473 85 35 37 of per mail naar joost[at]bralvzw.be.

---

"Deconstructieve concurrentie haalt het van samenwerking"
Bral vraagt dringend gewestelijke coördinatie

De Brusselse Raad voor het Leefmilieu (Bral) vraagt aan de Brusselse regering de regie over de toekomst van de Heizelvlakte mee in handen te nemen. De Heizel is dan wel volledig eigendom van het Brusselse stadsbestuur, de herbestemming ervan mag geen zaak van één gemeente worden. Dat er in het begeleidingscomité van een recente bestelde mobiliteitsstudie niemand van de gewestelijke administratie zetelt, stemt Bral ongerust.

Bral vreest dat het Gewest zich tevreden stelt met een rol als toeschouwer. Wil het Gewest globale planning voorop stellen en concurrentie tussen de belangrijke ontwikkelingszones in Brussel vermijden, dan moet het de regie mee in handen houden. De ontwikkeling van de Heizelvlakte uit handen geven aan Stad Brussel getuigt niet van een geïntegreerde en daadkrachtige planning. Bral vreest dat het Brusselse stadsbestuur wel daadkrachtig wil zijn, maar dit te weinig in samenspraak met het Gewest doet.

Brussel moet samenwerken met Vlaanderen

Veel contact tussen Brussel en Vlaanderen in het algemeen en Grimbergen en Vilvoorde/Machelen in het bijzonder is er nog niet geweest. Zowel voor de mogelijke inplanting van een internationaal stadion als van een mega-shoppingcenter is dit nochtans absoluut noodzakelijk. Bral vraagt daarom om vandaag nog met die dialoog te starten en samen duidelijke lijnen uit te tekenen.

"Een goede coördinatie en duidelijke afspraken zijn essentieel om te verhinderen dat concurrerende ideeën en projecten het halen van een geïntegreerde visie op Brussel en zijn hinterland", aldus Bral.

UNIZO Brussel-Vlaams-Brabant spreekt in een perscommuniqué over het Heizeldossier van "deconstructieve concurrentie" tussen Vlaanderen en Brussel. Bral vraagt dat deze race tegen de tijd wordt opgeschort, tot er heel duidelijk onderzocht is wat de inplanting van een shoppingcenter op de Heizel of in Machelen (aan de voet van de viaduct van Vilvoorde) voor Brussel en voor Vlaanderen voor gevolgen heeft: invloed op de mobiliteit, op de leefbaarheid in de omgeving, de gevolgen voor de handelscentra in de Brusselse rand zowel als voor deze in de Brusselse binnenstad.

Brussel Stad moet samenwerken met het Brussels Gewest

Maar het is niet alleen de concurrentiementaliteit tussen Brussel en Vlaanderen die dit dossier mee kleurt. Stad Brussel laat het als eigenaar van de site niet na om "cavalier seule" te spelen. Eerst was er de (uitgelekte) kandidaatstelling voor de Europese Commissie (november 2008) waar de Brusselse regering niets van scheen af te weten, nu is er Neo (maart 2009).

Het plan om een globale visie op de site te ontwikkelen, de bevolking hierover tijdig te informeren en één coördinator (de Stad noemt het, een beetje onverwacht, een 'bouwmeester') aan te duiden om een en ander in goede banen te leiden, doet een stijlbreuk vermoeden. Want sinds jaren wordt er niet transparant over dit dossier gecommuniceerd. Voor BRAL is er nog veel meer nodig om ons te doen geloven dat we een nieuwe weg zijn ingeslagen.

Het gewest moet in elke stap vertegenwoordigd zijn

Het Gewest heeft in het kader van het opstellen van het PIO (Plan voor Internationale Ontwikkeling) (2007), een gewestelijk plan dus, een uitzondering gemaakt voor de Stad Brussel. Ze mag zelf de richtschema's op haar grondgebied opstellen, op de voorwaarden van het Charter, dat ze in november 2007 samen met het Gewest ondertekende.

Dat Charter wordt hier in een belangrijke fase van het project duidelijk niet gevolgd. Het Gewest is niet afgevaardigd in het begeleidingscomité van een eerste grote mobiliteitsstudie voor de Heizel. Terwijl het Charter al een straffe uitzondering was voor Stad Brussel.

En de bewoners?

Dat het niet mogelijk bleek om de kandidatuur voor de Europese Commissie publiek te maken, getuigt van weinig respect voor de vele bewoners rond de Heizelvlakte.

De bewoners van de dichtbevolkte wijken rond de Heizelvlakte worden in het ongewisse gelaten. Ze worden vandaag geïnformeerd via Wijkfora en het stadsbestuur verspreidt informatie in de pers of op de website van Stad Brussel, maar van inspraak is nog geen sprake geweest. BRAL is vragende partij voor meer actieve participatie.

>>> Download het volledige persbericht als bijlage.

Dit zijn de vijf punten waar Bral en Inter-Environnement Bruxelles (IEB) het in dit dossier moeilijk mee hebben: 

    1. Een gewestelijke studie over handelsontwikkeling in het Brussels Gewest wordt genegeerd;
    2. Er is geen overleg tussen Brussel en Vlaanderen;
    3. Een mobiliteitsinfarct dreigt;
    4. Het dossier is te zeer opgesplitst;
    5. Belangrijk Europees patrimonium wordt met de grond gelijk gemaakt.

 

Lees hier het volledige persbericht.

Lees hier het uitgebreider bezwaarschrift dat Bral verdedige tijdens de overlegcommissie van 16/06/09.

>> EN FRANCAIS: Voici les remarques d'IEB (et du Bral) sur ce dossier.

Contact:

Bral vzw: Joost Vandenbroele, joost[at]bralvzw.be, 02 217 56 33 of/ou 0473 853 537

De omgeving van de Grote Markt wordt door het gebruik van (bolle) kasseien minder toegankelijk voor fietsers en personen met beperkte mobiliteit.

Op 10 november 2009 leverde het Brussels Gewest (Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting) een bouwvergunning af voor de herinrichting van de Grote Markt en omgeving. Hierin wordt gesteld dat de werken enkel mogen aanvangen als de heraanleg gebeurt met (bolle) kasseien. Dit zowel op de straten met trottoirs als op de straten zonder trottoir (voetgangerszones). Dit was een grote teleurstelling voor vele zachte weggebruikers. Nochtans had de Stad Brussel er gekozen voor een heraanleg in gezaagde of platte kasseien. In hun bezwaarschrift en op de overlegcommissie hadden de fietsverenigingen Gracq en Fietsersbond voluit deze keuze ondersteund. De beslissing van het Brussels Gewest was dan ook een teleurstellende verrassing. Het gebruik van bolle kasseien heeft voor de zachte weggebruiker heel wat nadelen.

  • Bolle kasseien zijn minder comfortabel voor iedereen. Of het nu gaat om fietsers, voetgangers of rolstoelgebruikers.
    Langs 2 kanten loopt er een gewestelijke fietsroute door de comfortzone. Bolle kasseien hypothekeren niet alleen het comfort maar ook de reissnelheid van de fietsers op deze GFR.
    Voor fietsers zijn bolle kasseien niet enkel oncomfortabel maar ook gevaarlijk. Zeker bij regenweer gebeurt het wel eens dat een fietser uitglijdt op deze kasseien.
    Voor rolstoelgebruikers en andere personen met beperkte mobiliteit is het gebruik van (bolle) kasseien niet alleen gevaarlijk; het bemoeilijkt vele van deze mensen de betrokken zone te betreden. Het kan toch niet de bedoeling zijn van een comfortzone om een deel van de stad, het historisch centrum, moeilijk toegankelijk te maken voor sommigen?

 

oorspronkelijk ontwerp graag

Om al deze redenen vragen we aan de Brusselse regering om in dit dossier tussen te komen en het oorspronkelijke ontwerp om gezaagde straatstenen te leggen, te handhaven. We vragen ook aan de Stad Brussel om de bekomen stedenbouwkundige vergunning te laten aanpassen.

overleg graag

De gezaagde kasseien zijn een compromis tussen toegankelijkheid voor iedereen en eerbied voor de cultuur-historische waarde. (Hoewel fietsen op asfalt vlotter verloopt, begrijpen fietsers dat men in de binnenstad om cultuurhistorische redenen kiest voor een andere ondergrond. Maar niet volledig ten koste van toegankelijkheid en mobiliteit.)

In de toekomst zou een overleg tussen gebruikers (voetgangers, fietsers, minder validen) en de overheid, in het bijzonder met het Bestuur voor Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, Mobiel Brussel, aangewezen zijn voor beslissingen vallen in symbolisch belangrijke dossiers als deze. Deze gesprekken moeten er toe leiden dat een toekomstige aanpassing van de openbare ruimte zodanig gebeurt dat die een optimale toegankelijkheid voor voetgangers, fietsers en personen met beperkte mobiliteit toelaat.

 

Contact:

- Piet Van Meerbeek, Bral vzw | T 02 217 56 33 - 0478 999 707 | piet[a]bralvzw.be
- Roel De Cleen, Fietsersbond vzw Brussel | T 02 502 68 51 - 0486 306 604 | roel[a]fietsersbond.be

Persbericht van 25 februari 2010 i.s.m. Fietsersbond vzw Brussel, GRACQ & IEB asbl

PERSREACTIE BRAL vzw
op waarschuwing staking Brusselse taxi's
tijdens EU voorzitterschap

 

De Brusselse Raad voor het Leefmilieu (Bral) dringt er bij het kabinet Grouwels op aan om geen tariefverhoging toe te staan, zonder normen in te voeren om taxi’s zuiniger en milieuvriendelijker te maken. Bral wijst op een studie die berekende dat de invoering van deze normen een besparing tot 850 euro per jaar per taxi kunnen opleveren. Voor Bral betekent het toestaan van hogere tarieven zonder normen voor een lager brandstofverbruik op te leggen, een indirecte steun voor brandstofverspilling.

In een reactie op de waarschuwing voor stakingen uit protest tegen de lage rentabiliteit van de Brusselse taxisector, wijst Bral vzw op een studie die eind 2008 werd uitgevoerd in opdracht van het Brusselse Instituut voor Milieubeheer (BIM, huidig Leefmilieu Brussel). De studie, uitgevoerd door het studiebureau “Green Propulsion”, berekende dat de geleidelijke invoering van normen op basis van de ecoscore voor een wagenpark van 1250 taxi’s een brandstofbesparing van 610.000 tot 895.000 liter met zich meebrengt. Bij de huidige brandstofprijzen betekent dat een besparing van 579 tot 850 euro per taxi per jaar.

De studie stelt voor dat vanaf 2010 elke taxivloot een minimum van 75% van de voertuigen een ecoscore van 69 heeft, en het overige deel van de vloot een ecoscore tussen de 67 en 69. Per jaar zou die score dan met één punt omhoog gaan.

Uit de lijst van voertuigen die aan deze normen beantwoorden, die de studie ter illustratie opstelde, blijkt dat deze niet noodzakelijk duurder zijn dan de modellen die nu gebruikelijk zijn, eerder in tegendeel. De studie wijst er op dat omwille van de lage bezettingsgraad van de Brusselse taxi’s, de uitbaters er goed aan zouden doen om voor kleinere en lichtere wagens te kiezen, die perfect aan het stadsverkeer zijn aangepast.

“Het invoeren van milieunormen en een lager verbruik voor taxi’s is een duidelijke win-win situatie voor milieu en de toekomst van de taxisector zelf, want de brandstofprijzen zullen blijven stijgen. Het zou kortzichtig en  asociaal zijn om de klanten te laten opdraaien voor de stijgende brandstofprijzen, zonder de taxi’s zelf zuiniger en milieuvriendelijker te maken. Aangezien de taxisector dikwijls met brandstofverslindende wagens blijft rijden, is het aan de minister om het kader te scheppen.” Zegt Jeroen Verhoeven, mobiliteitsmedewerker bij Bral vzw.

Daarnaast stelt Bral vzw voor om “eco-driving” als onderdeel op te nemen in het examen om het bekwaamheidscertificaat te bekomen. Ook dit komt de rentabiliteit en milieuvriendelijkheid van de sector ten goede. Het is tegelijk een vlottere en meer ontspannen rijstijl, wat ook de werkomstandigheden in de sector ten goede komt.

Contact:

Jeroen Verhoeven [0477 463 181]

Bral vzw - Brusselse Raad voor het Leefmilieu

Zaterdagplein 13 | 1000 Brussel

T 02 217 56 33 | F 02 217 06 11

jeroen[at]bralvzw.be

 

 

Noten voor de redactie:
Als bijlagen het persbericht, de studie in kwestie en het eindrapport van Green Propulsion

 

Vandaag 20 april bespreekt de overlegcommissie van de Stad Brussel de stedenbouwkundige en milieuaanvraag van promotor Atenor Group voor de afbraak en heropbouw van het huizenblok op de hoek tussen Wetstraat en Jacques de Lalaingstraat.

Voor de bewonerscomités GAQ (Groupe d’animation du Quartier européen de la Ville de Bruxelles), AQL (Association du Quartier Léopold) en de Brusselse milieuverenigingen BRAL (Brusselse Raad voor het Leefmilieu) en IEB (Inter-Environnement Bruxelles) zijn de vergunningen een niet te minimaliseren afwijking van de doelstellingen door het Brussels Gewest zoals ze zijn vastgelegd in zowel het ‘Richtschema Europa’ als in het ‘Stadsproject Wet’. Ironisch genoeg loopt er vandaag in het BIP een tentoonstelling van het Gewest over het ‘Stadsproject Wet'.

Bovenstaande verenigingen vragen dat de overlegcommissie om een negatief advies uit te brengen.

Het volledige persbericht vindt u als bijlage.

Contact:

An Descheemaeker, coördinator Bral, tel 02 271 56 33, gsm 0477 26 93 14

Woensdag 21 april 2010 belandt het dossier Neerpede  - nog maar eens - op het bord van de overlegcommissie van de gemeente Anderlecht. Het grootste woonuitbreidingsproject ooit in het Brussels Gewest dreigt zich in stukken en brokken te realiseren.

Pro memorie: het gaat over de plannen van een privépromotor woningen neer te poten op de akker- en weilanden tegenover het Erasmusziekenhuis. Niet naar de zin van velen, maar hoe dan ook legaal. Het terrein is nu eenmaal ingekleurd als residentieel woongebied.

De verkavelingaanvraag ‘Erasmus’ die nu voorligt omvat het grootste deel van bovenstaand akkercomplex. Het vormt geografisch echter één geheel met het gebied ‘Ketel’ waarvoor een andere verkavelingvergunning hangende is. Beide verkavelingen moeten dan ook in hun samenhang beoordeeld worden. De vraag van de regering naar één effectenstudie voor beide projecten werd wegens een vergetelheid van de regering om juridische redenen niet weerhouden.  

Van bij het begin van dit dossier hameren Neerpede Blijft!, Inter-Environnement Bruxelles (Ieb) en de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (Bral) op het feit dat er een globaal plan moest komen voor héél de site.  Als antwoord hierop ging de gemeente Anderlecht van start met  de opmaak van een Bijzonder Bestemmingsplan voor héél de zone. Y compris de stukken grond die de eigenaars niet in handen hebben.

Ook het BBP was in openbaar onderzoek maar om weer andere juridische redenen zal/mag de overlegcommissie zich hier morgen niet over uitspreken. Een verdere optimalisatie van het BBP blijft de uitgelezen weg om deze zone te ontwikkelen.

5 redenen om de verkavelingaanvraag Erasmus te weigeren

1.    Versnippering van het dossier (zie hierboven)

2.    Bouwen onder hoogspanningsleidingen. Dit tegen het advies van de brandweer in. De gehanteerde bestralingsnormen zijn trouwens het dubbele van diegene die men in Vlaanderen hanteert. Om die niet al te strenge norm te halen, gaan zij trouwens uit van een paar infrastructurele ingrepen die niet in hun macht liggen .Bv het 12 meter verhogen van een piloon die nog verplaatst moet worden.

3.     Akoestiek . De huizen in de verkavelingaanvraag vleien wel erg dicht aan bij de nabijgelegen spoorweg (15 treinen per uur); Om net binnen de maximaal toegelaten geluidsgrenzen te blijven, wil men een geluidsmuur bouwen die bijna over de hele lengte 8 meter hoog dient te zijn.  Het is hoogst twijfelachtig of  die geluidsmuur ooit een vergunning zou krijgen. Ook hier gaan ze uit van een belangrijke ingreep die niet in hun macht ligt.

4.    Landschap. De site is belangrijk voor een aantal perspectieven op het landelijke landschap. Niet voor niets is Neerpede een poort tot het Pajottenland. Bovengenoemde geluidsmuur zou het perspectief alvast danig verstoren. Ook het ophogen van de laagste terreinen tegen de sporen getuigt van weinig respect voor het landschap. Deze ophoging zorgt er trouwens voor dat de geluidsmuur extra hoog dient te zijn. De huidige plannen lijken ons alvast in strijd met de Europese conventie voor de Landschappen en we vragen dan ook dat de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen een advies uitbrengt over voorliggende plannen.

5.    Geen sociale mix. Momenteel wordt een deel van de site voorzien voor sociale woningen. Deze geografische segregatie is compleet voorbijgestreefd. De sociale woningen dienen verspreid te worden over heel het project.

Dit zijn slechts 5 argumenten uit het uitgebreide bezwaarschrift dat u in bijlage vindt en dat wij zullen verdedigen op de overlegcommissie. Wanneer men consequent bovenstaande argumenten volgt en de meest omstreden bouwblokken uit de verkavelingaanvraag schrapt, komt men verassend dicht uit bij de plannen zoals die in het kader van het BBP werden gemaakt.

Wij vragen dan ook de gevraagde verkavelingaanvraag stop te zetten en het BBP verder te optimaliseren. Indien iedereen uit zijn loopgraaf komt, is er misschien zelfs een positieve samenwerking mogelijk.

Contact:

Steyn Van Assche, BRAL vzw - T 02 217 56 33 - steyn[at]bralvzw.be - www.bralvzw.be

Pierre Meynaert, IEB asbl - T 02 893 09 09 - pierre.meynaert[at]ieb.be - www.ieb.be

Steven De Ridder, Neerpede Blijft ! - T 0497 82 11 60 - steven[at]neerpede.org - www.neerpede.org

Peter Vanbellinghen, CCN  VOGELZANG  CBN - T 02 640 19 24 - ccnvogelzangcbn[a]gmail.com

Denis Salmon, Connaissance & Protection de la Nature du Brabant - T 0486 86 02 97 - www.cpnbrabant.eu

Jean Rommes, Commission de l'Environnement de Bruxelles-Ouest - jean.rommes[at]natagora.be

Bart Hanssens, Natuurpunt Brussel - www.natuurpunt.be/brussel
Brussel Natuur/Bruxelles Nature - www.bruxellesnature.be