Artikels

Thema

Persbericht Bral vzw, IEB en Neerpede Blijft: Over den beer en het verkopen zijner vel.

Plannen van de NV Erasmus voor Neerpede zéér voorbarig  Ze waren er plots, de glossy toekomstbeelden van wat nu nog maagdelijke velden rond de Ketelstraat zijn. De “nv erasmus” - een tijdelijke samenwerking tussen CFE, Deximmo en Soficom – diende een verkavelingvergunning in en stelde zijn plannen voor aan de pers. Enkele verschillen met de zwaar gecontesteerde plannen uit 2005: 3 éénsgezinswoningen minder, 244 woonéénheden meer en een dichtheid van 162 ipv 144 woningen/ha. Dit terwijl de hoge densiteit al in 2005 een belangrijke steen des aanstoots was. Men verlaagt de gebouwen maar compenseert dit door er meer te plannen. De conclusie van dit alles is éénvoudig : de inhoud blijft hetzelfde maar er werd werk gemaakt van de verpakking ... een beproefde verkoopstechniek. De timing en het opsplitsen van de site in 2 verkavelingsaanvragen is alles behalve toevallig. Het is een duidelijke poging om snelsnel het bijzonder bestemmingsplan te ontwijken dat de gemeente nu aan het opstellen is. Een cowboypraktijk die trouwens meer en meer wordt toegepast (maar dat is een ander verhaal). Het is nonsens om de ontwikkeling van de site op te splitsen in meerdere delen. Alsof de éné verkaveling geen effect zou hebben op de andere. Aangezien ze na 5 jaar kan vervallen, heeft een verkavelingvergunning bovendien slechts een beperkte verordenende waarde. Ze staat dus niet garant voor een definitieve en degelijke ontwikkeling van de site en is afhankelijk van de voornemens van de indiener ervan. Los van mogelijke inhoudelijke commentaar op het plan – dat wij enkel via de pers kennen – willen Ieb asbl, Bral vzw en Neepede Blijft! hier ten volle de kaart trekken van het Bijzonder Bestemmingsplan in aanmaak. Velden ontwikkelen die helemaal van de stad zijn afgesloten door zeer drukke gewestwegen, een immense parking, een nog groter ziekenhuis en de nodige bedrijventerreinen is alles behalve éénvoudig. Een coherente planning er van dient dan ook deel uit te maken van een ruimere reflexie én in overleg met de verschillende partners. Enkele voorbeelden: De Metro mag dan wel op een “boogscheut” van de nieuwe wijk liggen, men zal héél de huidige verkeerssituatie moeten herzien opdat de toekomstige bewoners hem veilig zouden kunnen bereiken. De terreinen van de foyer Anderlechtois, de gewestelijke grondregie, privé-eigendommen en huidige bewoners van de site zijn samen goed voor 5 van de 16,4ha van de totale oppervlakte van de toekomstige wijk. Deze zijn NIET opgenomen in de plannen van de promotoren. Als iedereen zijn “eigen” verkavelingsvergunning indient dan valt er te vrezen voor de samenhang van de toekomstige wijk. Het verplicht aanleggen van een bufferbekken voor de verbreding van de spoorweg (GEN) valt binnen de toekomstige wijk, maar buiten de ingediende verkavelingsvergunning. Het is niet voor niets dat het gewest nog niet lang geleden van plan was een “richtschema Erasmus” op te stellen. Dat plan belande echter in de schuif. Door het tumult rond de vorige plannen van de promotoren en mede onder druk van Neerpede Blijft!, Bral en Ieb begon de gemeente Anderlecht aan de opmaak van een BBP. In ruggespraak met het Gewest en in overleg met – of toch de aanzet daar toe – de voornoemde organisaties. Even geduld uitoefenen is dus de boodschap. Het mag dan nog wel een jaar duren vooraleer het BBP (met effectenstudie) af is, wij zien geen plotse hoogdringendheid om snel en ondoordacht dit groen stukje Neerpede vol te bouwen. Het is de plicht van zowel de gemeentelijke als de gewestelijke overheden om in naam van de huidige en de toekomstige generaties Brusselaars deze aanvragen resoluut te weigeren. In het Internationaal Ontwikkelingsplan formuleert het gewest de duidelijke ambitie zelf de regisseur te zijn van haar grondreserves. Moge ze de koe bij de horens vatten! Meer info: Steyn Van Assche, steyn[at]bralvzw.be, 02/217.56.33

Jaren geleden ondertekende de Vrije Universiteit Brussel het Copernicus universiteitshandvest (1993) en verbond zich daarmee tot het concretiseren van ecologische projecten. Uit een eerste voortgangsrapport blijkt dat de universiteit nog steeds geen noemenswaardige ecologische projecten wist op te starten. Om die situatie te verhelpen, sloegen enkele ecologische en sociaal gerichte verenigingen van de VUB de handen in elkaar. Zij schreven een uniek sociaal-ecologisch en pedagogisch project bij elkaar. Ze kregen daarbij de steun van heel wat externe verenigingen. Eind december overhandigen zij het project formeel aan de Raad van Bestuur van de Vrije Universiteit Brussel.

Protest tegen voetbalvelden op de Schapenweg-site

Enkele maanden geleden haalde het bericht de pers dat de Vrije Universiteit Brussel als bouwheer zou optreden bij de aanleg van twee voetbalvelden met bijhorende infrastructuur (kantine, vergaderruimte, kleedkamers en parking) naast het Laarbeekbos, een Europees beschermd Natura 2000 gebied. De bouw van het complex zou de groene zone ten noorden van Jette (Laarbeekbos, volkstuintjes en oude hoogstamboomgaard) fragmenteren en een stuk van de zo al krimpende groene open ruimte in Brussel wegnemen. De druk op de biodiversiteit eigen aan de site zou er ook verder door toenemen. Bovendien zou de voetbalinfastructuur het socio-historische weefsel van de volkstuintjes - die er sinds de schaarstejaren van de tweede wereldoorlog liggen – op zijn zachtst uitgedrukt, ontregelen. Ook over de toekomst van de Schapenweg – een relict van een Romeinse heirbaan – bestaat veel onzekerheid. Atalanta Natuurwerkgroep en Dado (twee ecologisch en sociaal geïnspireerde verenigingen van de VUB) bleven niet bij de pakken zitten en schreven een petitie uit. In geen tijd verzamelden zij meer dan duizend handtekeningen. “Op dit moment hebben zo’n 3600 mensen de petitie getekend. Vooral in de beginfase ging het heel snel. Toen tekenden vooral studenten en personeelsleden van de VUB de petitie. Dat was voor ons het teken om de koe bij de horens te vatten en een sterk project uit te schrijven. We hopen dat we onze Raad van Bestuur warm kunnen maken voor het project.”, aldus Anja Van Geert van ATALANTA(VUB). Bral en IEB spaarden materiële noch inhoudelijke steun om het verzet in de beginfase en de uitbouw van in goede banen te leiden.

Constructief socio-ecologisch projectvoorstel

Onder invloed van de dynamiek die de petitie opwekte, kreeg de platformtekst steeds concretere vormen onder de sprekende naam ‘LaarbeekbOOs / Laarbeek aux Abois’. Op zondag 28 oktober 2007 organiseerde het platform een openlucht-opendeur-dag waarbij omwonenden rondgeleid werden langs de volkstuintjes, de hoogstamboomgaard en het Laarbeekbos. De volkstuinders verwenden de bezoekers met verse soep. Daarnaast werkten Dado en Atalanta met inhoudelijke ondersteuning van de andere platformverenigingen een projecttekst uit. Vooral Erik Meerschaut van Natuurpunt liet er geen gras over groeien. “Onze vereniging is al geruime actief in de buurt van het laarbeekbos. Toen ik zag dat er een draagvlak en goede ideeën waren voor een pedagogisch en ecologisch project, ben ik in mijn pen gekropen om een eerste versie uit te schrijven.” verduidelijkt Meerschaut(NP). Het project wil de volkstuintjes in samenwerking met VELT (Vereniging voor Ecologische Leefen Teeltwijze) meer ecologisch beheren om het ecologische potentieel ervan ten volle te benutten. In het project wordt de plek toegankelijker gemaakt voor een breder publiek dat de gelegenheid krijgt om bij te leren over ecologisch tuinieren. Er zou ook een groene wandeling komen die de verschillende aspecten van het terrein zou verbinden om zo een pedagogisch kader. Daarin zou het constructief samengaan van natuur en menselijke activiteiten centraal staan. Het project voorziet ook meer plek voor ruigte en kleine landschapselementen (KLE) waardoor de aanwezige dieren en planten kansen zullen krijgen om hun biotoop uit te breiden. “We moeten evolueren van een logica die onderzoekt of een ingreep een al dan niet negatieve impact heeft op de betrokken ecosystemen naar een logica die streeft naar een positieve impact.” verheldert Maarten Roels van DADO (VUB).

Enthousiasme

De volkstuinders zijn bijzonder tevreden met het plan. Voor hen betekent het een verbetering van hun situatie. Het project wil immers het sociale weefsel dat hen bindt, verder versterken. André(volkstuinder) verwoordt het zo: 'Moest ge weten, menier en madam, hoeveel toalen hier gesproken worden et on s' entend merveilleusement, en hoe de mensen elkander helpen en welk een drama dat da zoe zaain als die mensen hun stukske grond verliezen.' Ze zijn ook enthousiast om mee te werken aan een meer ecologisch beheer van de tuintjes. Jorien Oste (Comac, VUB) trekt het verhaal wat open: “Lokaal telen is in deze tijd van massaal voedseltransport een duurzame vorm van lokale voedselvoorziening. Daarbij komt dat de volkstuinders sociale banden opbouwen over etnische, culturele en taalkundige grenzen heen. Ook hun bereidheid om met jongeren samen te werken - die trouwens steeds meer belangstelling tonen voor volkstuinen, vind ik stimulerend. Een zeldzaam stukje stadsweefsel om te koesteren.” De JNM-ers zijn ook razend enthousiast over het project. Zij zijn reeds jaren actief in de nabijgelegen hoogstamboomgaard en zien het project als een welkome uitbreiding van hun activiteiten. “Naast het ecologisch beheer door een kerngroep organiseren we ook activiteiten die we gebruiken om andere verenigingen en scholen dichter bij de natuur te brengen. Dat lukt nu goed, maar het zou nog beter gaan als ook het volkstuinproject er zou komen.” aldus Katrien Quisthoudt (JNM en VUB).

Het copernicus-charter: ecologisch engagement van de vub

In 1993 stelde de Association of European Universities – sinds 2001 de European Universities Association EUA) – het Copernicus Universiteitshandvest op. Dat gebeurde naar aanleiding van de Rio Conferentie (UNCED) die het jaar voordien plaatsvond en benadrukte dat er op alle domeinen dringend werk moest worden gemaakt van meer duurzame en ecologische praktijken. Onderwijsinstellingen bereiken een groot publiek en hebben een sterk vormend karakter. Het zijn daarom de plaatsen bij uitstek om gedragsveranderingen na te streven. De universiteiten die het Copernicus charter ondertekenden (waaronder dus de VUB) onderkennen deze rol en nemen hiermee hun verantwoordelijkheid op. Met het socio-ecologisch volkstuinproject willen de 23 verenigingen van het platform de daad bij het woord voegen. De petitie, de platformtekst en het projectvoorstel vind je op: ww.vub.ac.be/ATALANTA

De groep Mestdagh wil naast de Van Praetbrug (Werkhuizenkaai) een winkelcentrum bouwen van 56.271 m2 en het voorzien van 1.653 parkeerplaatsen. Roepnaam van dit kleinood: Just Under the Sky (JUTS). De locatie is onder patrimoniumliefhebbers beter bekend als de site van de oude kachelfabriek van de heer Godin. Een uniek stukje industrieel patrimonium. Op 24 mei buigt de overlegcommissie van de Stad Brussel zich over de aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundig attest. Er op of er onder dus voor dit project. Eens het stedenbouwkundig attest op zak, kan de eigenlijke vergunning niet meer worden geweigerd. Tenzij die echt afwijkt.

De verenigingen IEB, BRAL, ARAU, BruxellesFabrique-BrusselFabriek, La Fonderie, Petitions-Patrimoine, het wijkcomité Maria-Christina/Reine Stephanie en het interwijkencomité van NOH verzetten zich al in 2009 met klem tegen dit project. Vandaag worden ze hierin bijgestaan door UNIZO en de Union des Classes Moyennes (UCM).

Even op een rij waarom de Stad Brussel morgen een negatief advies moet uitbrengen.

1./ Richtschema Schaarbeek-Vorming: praat voor de vaak?

Momenteel is de opmaak van het richtschema Schaarbeek-Vorming in een ver gevorderd stadium. De inhoud werd nog niet bekend gemaakt maar we weten dat de perimeter ook de site van JUTS omvat. Normaliter maakt men éérst een visie op een gebied en komen dan de concrete projecten. De huidige gang van zaken draait die logica om en vormt een gevaar voor een evenwichtige ontwikkeling van de gehele zone.

2./ De aanvraag is in strijd met het Gewestelijk Bestemmingsplan

Mestdagh vraagt geen attest voor een ‘winkelcentrum’ maar voor een centrum voor ‘grote speciaalzaken’. En dat heeft een heel goede reden. Het gebied is namelijk ingekleurd als zone voor stedelijke industrie. In deze gebieden laat het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) niet enkel stedelijke industrie toe maar ook ‘grands commerces specialisés tels que les commerces de meubles ou les concessions automobiles’. Een regel die werd ingevoerd omdat het gewest vreest deze plaatsverslindende activiteiten anders helemaal te verliezen.

JUTS is echter een moderne versie van een klassiek winkelcentrum. Weliswaar eentje waarin ook plaats is voor grote gespecialiseerde handelszaken. Hoewel de handelsmix nog niet vastligt, wil Mestdagh via de uitzonderingsmaatregel voor de grote speciaalzaken duidelijk een loopje nemen met het GBP.

Zo voorziet het GBP ook de mogelijkheid ‘complementaire’ handelszaken te creëren in gebieden voor stedelijke industrie. Denk aan een broodjeszaak of bankfiliaal voor de mensen die er werken. Deze activiteiten zijn begrensd op maximum 2000 m2 per gebouw. En wat blijkt: het JUTS-project bestaat officieel uit 6 gebouwen en zou dus recht hebben op 12.000 m2 ‘kleinhandel’! Nochtans werd deze redenering al ontkracht in het advies dat de overlegcommissie uitbracht op 7 juli 2009: "il convient de limiter les commerces, hors grands commerces spécialisés, à 2000 m² maximum pour ce projet".

Bovendien is het verassend dat de pers blijft aankondigen dat Decathlon zich in het project zou vestigen. Zij trokken zich echter al enkele maanden terug uit het project. Het gewest brengt momenteel een andere zone voor stedelijke industrie in stelling (Bordet in Evere) om er de grootste Decathlon van België te ontvangen.

3./ Mobiliteit

Wie af en toe eens over de Van Praetbrug of de middenring rijdt, weet genoeg. Fileleed à gogo. En het is zeer duidelijk dat dit project het alleen zal verergeren. Ze vragen maar liefst 1.653 parkeerplaatsen. In hun berekeningen gaat het studiebureau er van uit dat 70% van de bezoekers met de wagen zal komen. Het project mag dan graag uitpakken met zijn goede ontsluiting met het openbaar vervoer (lijn 3 en 23 passeren er): het is
een vooral op de auto gebaseerd project. Met de A12 in de hoofdrol. Het project verkoopt zich wel als ‘stedelijk’ maar gedraagt zich als het eerste het beste winkelcentrum op het platteland. Uit de jaren 70 of 80. De effectenstudie bevestigt dit idee door te poneren dat ‘wat ligging betreft het JUTS-project als ‘buiten de stad kan worden bestempeld’ Wat nu al niet het geval is en wat zeker in de toekomst niet zo zal zijn.

Het ‘ovaalpunt’ dat men wil aanleggen om het verkeer in goede banen te lijden, is slechts een doekje voor het bloeden. Aangezien het sneller kan worden gerealiseerd (er werd een vergunning voor gevraagd) dan JUTS zelf, is er zelfs het gevaar dat het bestaan er van op zich al een argument pro JUTS wordt.
Ging het Gewest bovendien niet voor 20 % minder autoverkeer? Hingen er ons geen Europese boetes boven het hoofd omdat we veel te veel de (autogerelateerde) luchtvervuilingnormen overschrijden? (En er bovendien niets aan doen.) Is het niet één van de ambities van het richtschema om van de perimeter een zéro emmission zone te maken?

4./ Impact op handel

Alhoewel men nog niet weet wie men juist gaat aantrekken, beweert men dat de impact op de andere handelszaken relatief gering zou zijn. Dit door het aantrekken van supplementaire handelszaken en het feit dat ze zich ook tot de Rand richten. De effectenstudie zegt wel dat het project zou kunnen concurreren met vergelijkbare handelskernen als Westland en Woluwe Schopping en (het meest) City 2. Ruimer gesproken is het duidelijk dat de 110.000 bezoekers die JUTS wekelijks verwacht natuurlijk hun inkopen elders niet meer gaan doen.

Belangrijk in deze context is dat er meerdere projecten op stapel staan die ook dromen van al die tweeverdieners uit de rand: Uplace in Machelen en het geplande winkelcomplex op de Heizel. Voor meer info hierover verwijzen we graag naar de persberichten die het Interregionaal Platform voor een Duurzame Ontwikkeling hierover opstelde. Samengevat: elke coördinatie ontbreekt waardoor er een bijna symbolische race tegen de tijd bezig is. Iets wat Mestdagh graag uitspeelt als argument om hen snel een vergunning te geven. Zo lezen we: “Vanuit een ander standpunt bekeken, biedt het JUTS-project het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de stad Brussel een mooie kans om minstens een deel van de potentiële klanten aan te trekken die door het commerciële ontwikkelingsschema voor het noordelijke deel van het Gewest worden geïdentificeerd en dit nog vóór het ‘Uplace’-project in Machelen wordt uitgevoerd”.

Wat kopen wij daarvoor? Het zal Uplace niet tegenhouden verder te gaan met hun plannen. Hun vergunningsaanvraag loopt alvast. De haast van JUTS is bovendien één van de redenen waarom Mestdagh alternatieven met meer respect voor het patrimonium niet in overweging neemt.

Een verrassend element uit de effectenstudie:
“Het verwachte koopgedrag toont aan dat JUTS meer het noodoostelijke deel van Brussel zou aantrekken (de inwoners van de postcodes Vilvoorde, Machelen en Evere zouden vooral naar JUTS gaan)”.

Dus net het gebied dat Uplace zeker zal aanboren. Dit project zou op relatief korte termijn dus wel eens in economisch moeilijke papieren kunnen komen te zitten. Zeker als we weten dat het project door zijn ligging amper beschikt over een primaire afzetmarkt. Iets wat volgens specialisten nochtans onontbeerlijk is voor een goede werking van een winkelcentrum.

De aanpak van de Brusselse handelsontwikkeling verdient een serene en liefst intergewestelijke aanpak. Momenteel werkt men aan een vervolg voor het Schema voor Handelsontwikkeling, een studie die trouwens nooit helemaal werd afgewerkt. Gelieve de resultaten van die vervolgstudie dus af te wachten.

5./ Tewerkstelling

Het aantal werknemers dat momenteel op de site werkt wordt geschat op 300. Het aantal verwachtte werkplaatsen in het definitieve project wordt geschat op … 500. Heel dit project - dat trouwens een veel grotere vloeroppervlakte zal bezitten dan wat er vandaag alles samen wordt gebruikt - zou dus slechts een schamele 200 werkplaatsen extra creëren. De voordelen wegen hier duidelijk niet op tegen de nadelen.

6./ Patrimonium

Alle experts - ook de opstellers van de effectenstudie - zijn overtuigd van de patrimoniale waarde van de site. Bovendien blijken de meeste gebouwen in verassend goede staat. We zijn blij dat het herwerkte project de ‘kathedraal’ wil renoveren, maar er zat meer in. Alle loodsen afbreken is niet alleen een spijtige zaak vanwege de zeldzame architectuur maar ook absurd vanuit historisch/patrimoniaal standpunt. De site is namelijk gegroeid vanuit deze loodsen/werkplaatsen. Pas daarna kwamen er de familistère en de kathedraal. Het is een beetje zoals het koor en de zijvleugels van een kerk afbreken en de twee torens laten staan.

Contact:

- ARAU: Isabelle Pauthier, 0477 330 378
- BRAL: Steyn Van Assche, 02 217 56 33, 0498/13 25 86, steyn@bralvzw.be
- IEB: Claire Scohier, 02 893 09 14, 0473/66 75 05, claire.scohier@ieb.be
- Comité Marie-Christine: René van Liefferinge, vanliefferinge.boon@skynet.be

 

40 redenen waarom omstreden megashopping onder viaduct van Vilvoorde er niet kan komen

Tot eind juli 2011 is de stedenbouwkundige aanvraag voor UPLACE Machelen (Vlaams-Brabant) voor het grote publiek consulteerbaar. Deze vergunning is de laatste te nemen baken voor multimiljonair Bart Verhaeghe en zijn UPLACE. Als deze vergunning verleend wordt, dan heeft de voorzitter van Club Brugge alles op zak om onder het Viaduct van Vilvoorde het grootste shoppingcenter van de Benelux te bouwen. Er zijn echter 40 redenen, op basis van onafhankelijke bronnen, waarom dit buitenproportioneel project voorbestemd is om te mislukken.

Een uniek platform van Vlaamse en Brusselse milieu, werknemers- en zelfstandigenorganisaties (Interregionaal Platform voor Duurzame Economie) roept de Vlaamse regering op om dit project tegen te houden nu het nog kan en zet veertig redenen op een rij waarom het UPLACE-project (200.000 m² Uplace Machelen + 225.000 m² parking) nefast is voor de mobiliteit en de economische ontwikkelingen in de brede regio.

Wanneer we alle relevante studies, regeringsbeslissingen, adviezen, kostenramingen, verslagen en publieke uitspraken er bij nemen, komen we tot de simpele vaststelling dat er heel weinig mensen dit project eigenlijk echt steunen. Al die bronnen tonen ook duidelijk dat het UPLACE-project een onmetelijk negatief effect zal hebben op de economische ontwikkeling, de mobiliteit en de leefbaarheid tot tientallen kilometers rond het projectgebied”, zegt Joost Vandenbroele van het Interregionaal Platform. “De vorige Vlaamse regering heeft dan wel concrete afspraken gemaakt met Bart Verhaeghe, wij twijfelen of de huidige Vlaamse regering wel goed beseft waar ze mee zit opgezadeld.

UPLACE Machelen is een buitenproportioneel project dat niet grondig genoeg onderbouwd is, dat niet is gebudgetteerd, dat het dorpscentrum van Machelen afsluit van de buitenwereld, dat goedgekeurd wordt op basis van tegenstrijdige informatie en dat verstrekkende gevolgen zal hebben voor steden in de verre omgeving rond het project.

Wat winnen de voorstanders van Uplace?

  • een monolithisch winkelparadijs dat zelfs met de auto onbereikbaar wordt
  • nog meer sluipverkeer in Machelen en omstreken en nog meer fileleed op de R0
  • nog een veel groter vervuild gebied dan dat van Uplace, waar vandaag geen geld meer voor overblijft om verder te ontwikkelen

Wat verliezen de voorstanders van Uplace? 

  • gezellige handelskernen met veel diversiteit in o.a. Vilvoorde, Asse, Mechelen en Leuven en Brussel
  • de kans op een interessante ontwikkeling van de Kerklaan als verbindingsas tussen centrum en (nog onzeker) station
  • minstens 32,5 miljoen euro belastingsgeld

Het openbaar onderzoek loopt af eind juli. De ondertekende organisaties gaan in het kader van dit openbaar onderzoek bezwaren indienen tegen UPLACE. Ze vragen aan de leden van de Vlaamse regering een duidelijke motivatie over het schenden van de verschillende beslissingen en het negeren van eigen studies. Ze roepen de lokale besturen van centrumsteden rond Machelen en gemeenten in Vlaams-Brabant op om dat, op basis van bijgevoegde argumenten, ook te doen.

De "40 redenen waarom Uplace Machelen er niet kan komen" (BIJLAGE) en alle bronnen vindt u als bijlage.

Klik hier voor de pdf-versie van dit persbericht.

Contact

Joost Vandenbroele: stafmedewerker stedenbouw BRAL – Brusselse Raad voor het Leefmilieu - 0473/853537

Myriam Gerard: gewestsecretaris ACV – CSC Brussel – 0497/026924

Ben Debognies: gewestscecretaris ACV Halle – Vilvoorde - 0475/841348

Tomas Borremans: stafmedewerker ACW Brussel – Halle Vilvoorde – 0479/62 30 62

Nancy Van Espen: directeur UNIZO Vlaams – Brabant & Brussel -0477/291871

Francine Werth: FNUCM – Secrétaire Patronal Bruxelles - 0473/985564

Erik Grietens: beleidsmedewerker BBL - Bond Beter Leefmilieu - 0474/406394

Claire Scohier: stafmedewerker IEB – Inter-Environnement Bruxelles - 0473/667505

5 juli 2011

In januari ll. legde Charles Picqué op de onderhandelingstafel van de Brusselse regering een ontwerp van besluit waarmee de procedure tot gedeeltelijke wijziging van het Gewestelijke Bestemmingsplan (GBP) werd geopend. [1]Het nieuwe ‘demografische’ GBP, zoals het al vlug werd genoemd, moet antwoorden bieden op de demografische uitdagingen waar het Brusselse Gewest voor staat.

Volgens het kabinet van de Minister-President “zou een wijziging van het GBP voor het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO)[2]twee  jaar tijdswinst opleveren. Wanneer we rekening houden met de huisvestingscrisis in Brussel,  moeten we hierover dus niet twijfelen”.[3]

Ondertussen is het besluit goedgekeurd en zal er deze zomer snel een effectenstudie worden uitgewerkt. Het demografische GBP zou dan begin 2012 moeten worden goedgekeurd, voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Op een moment dat er diverse ateliers bezig zijn in het kader van het toekomstige Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO), met vertegenwoordigers van de civiele maatschappij, stellen we ons ernstige vragen over de noodzaak om nu snel, snel dit demografische GBP er door te jagen. Een bestemmingsplan goedkeuren vóór een ontwikkelingsplan is onlogisch. Eerst moeten we het eens raken over een strategische visie, en pas nadien over de acties en bestemmingen die hiermee samenhangen, en niet omgekeerd !

De verenigingen die deze oproep ondertekenen, vragen aan de Brusselse regering om onmiddellijk het project van herziening van het GBP stop te zetten. Op dit moment is dit nutteloos : het beantwoordt niet aan de verwachte toename van de Brusselse bevolking en al helemaal niet aan de sociale dualisering.

De verenigingen vragen dat de toename van de Brusselse bevolking en de sociale dualisering worden besproken in het kader van het GPDO, op basis van objectieve gegevens over de nood aan sociale woningen, infrastructuur, crèches, scholen en economische activiteiten met tewerkstelling voor laaggeschoolden : doelstellingen die door alle deelnemers aan de voorbereidende ateliers van het GPDO worden onderschreven.

De verenigingen vragen in het bijzonder dat er veel meer sociale en betaalbare woningen worden gerealiseerd en dat deze regering zich concentreert op de ware uitdaging van het Brusselse Gewest : de sociale dualisering.

De verenigingen eisen ook dat er wordt gediscussieerd over de noodzakelijke middelen om meer openbare controle te krijgen op het grondbezit en dat er regels komen die de immobiliënmarkt verplicht om antwoorden te bieden op de achten noden van ons Gewest. In het bijzonder vragen de verenigingen dat bij de bouw van grote privéprojecten er minstens 25% sociale woningen worden voorzien.

Meer informatie over dit dossier, vindt u in de bijgevoegde achtergrondtekst.

Contact :

An Descheemaeker– Coördinatrice Bral vzw (NL) – 0477 26 93 14

Werner Van Mieghem– Coördinator RBDH/BBRoW  (NL) – 02 502 84 63

Mathieu Sonck– Secrétaire Général IEB (Fr) – 0478 20 35 78

Isabelle Pauthier–Directrice Arau (Fr) – 0477 33 03 78

 

Pourquoi donc faut-il réviser le PRAS aujourd'hui ?

L'exposé des motifs du gouvernement est à cet égard éloquent: il s'agit de « faire face à une pénurie de logements en Région bruxelloise, pénurie qui risque de s'aggraver dans les années à venir du fait d'une augmentation démographique importante au sein de la Région »[4]

Le 15 juin dernier, à l'occasion d'un colloque organisé par le Conseil Economique et Social, Charles Picqué complétait sa pensée en insistant sur le fait que sa priorité n°1 devait être la lutte contre la dualisation sociale et que le PRAS démographique pourrait y contribuer.

Dans l'exposé des motifs de l'arrêté, les éléments à prendre en compte en vue de la modification du PRAS sont les suivants :

1/ Définir l'affectation des terrains de Delta appartenant à la société d'acquisition foncière (SAF) (équipements, bureaux, logements commerces et activités productives) ;

2/ Définir l'affectation du plateau du Heysel sensé accueillir en plus d'un centre de congrès et d'un centre commercial, une fonction hôtelière, des bureaux accessoires et du logement ;

3/ Déterminer les zones urbanisables du PRAS propres à accueillir du logement et de l'équipement, tout en y préservant les espaces à vocation économique ;

4/ Définir les densités de certaines zones urbanisables proches des transports en commun (l'objet ici serait d'introduire des recommandations de densité sur certaines zones du PRAS).

Les questions que tout citoyen doté d'un esprit logique se pose à la lecture des éléments qui précèdent sont les suivantes : en quoi le PRAS démographique répondrait-il au boom démographique et comment permettrait-il de réduire la fracture sociale?

Répondre aux besoins en logements

Le besoin en logements dans la Région n'est pas neuf. Rappelons que près de 50% de la population bruxelloise remplit les conditions d'attribution d'un logement social et que 38.000 familles sont inscrites sur les listes d'attente. Cette situation est notamment la conséquence d'un manque d'opérationalité des pouvoirs publics pour la construction de logements sociaux neufs ces trente dernières années.

Il y a pourtant plus d'un milliard d'euros dans les caisses de la Région destinés à la rénovation et la construction de logements sociaux.

Il est frappant de constater que les deux zones appartenant aux pouvoirs publics qui sont concernées par le PRAS démographique sont destinées à accueillir prioritairement un centre de congrès international, un centre commercial, des bureaux, un hôpital et des activités productives. La fonction logement est très largement accessoire dans les options d'aménagement de ces zones.

La Région compte donc principalement sur la dynamique des investisseurs privés pour répondre à la croissance démographique. Cette option a été confirmée le 15 juin par le Ministre-Président devant les participants au colloque du Conseil économique et social. Malheureusement, la majorité des nouveaux habitants attendus dans les dix prochaines années sera due à la natalité propre aux quartiers populaires et aux migrants qui arrivent dans ces quartiers. Il est très peu probable que les investisseurs privés répondent à une demande en logement issue de Bruxellois dont les revenus sont faibles

Le PRAS démographique ne vise donc pas à répondre à renforcer le droit au logement pour tous.

Lutter contre la dualisation sociale?

Avec le PRAS démographique, le gouvernement projette d'introduire une dose de mixité fonctionnelle dans des zones jusqu'alors dévolues aux activités productives et portuaires. Certains des logements qui s'y construiront seront des logements de luxe, principalement destinés à une clientèle internationale, aux revenus majoritairement défiscalisés.

L'annonce du PRAS démographique a déjà été anticipée par les marchés. Il y a un an déjà, un promoteur interrompait une transaction de la SDRB en doublant l'offre d'achat d'un terrain industriel en bordure du canal. Aujourd'hui, des projets fous se multiplient : une marina sur le quai de Biestebroeck, une « gated community » de 140 mètres de haut au droit du pont de Armateurs. On ne compte plus les projets de logement spéculatifs sur des terrains industriels proches de la zone du canal. La volonté affirmée de la Région d'autoriser l'introduction de logements sur ces zones, sous prétexte de mixité fonctionnelle, y condamne certains types d'activités productives. A moyen terme, ce type de logement, par les exigences de leurs occupants, sera très probablement déclaré incompatible avec des activités industrielles pourvoyeuses d'emplois infra-qualifiés. La mixité fonctionnelle en zone portuaire ou industrielle au bord du canal condamnera à terme l'usage des quais à des fins de transbordement et l'option du transport fluvial qui est pourtant stratégique pour répondre aux futurs chocs pétroliers.

Certains pensent que les hausses foncières ont également des effets collatéraux sur les quartiers environnants, majoritairement populaires : la hausse des prix liés à ces projets se diffuse bien au-delà de la parcelle visée, provoquant l'éviction des habitants les plus précaires.

Il est évident que la lutte contre la dualisation sociale ne passe par l'éviction des classes populaires de la Région. Le PRAS démographique ne répond pas dès lors pas à l'objectif visé.

Gouvernement et promoteurs : même combat  !

Faire sauter le seul verrou restant aux pouvoirs publics pour contrôler le développement de zones jusqu'alors dévolues aux activités productives et portuaires, ce serait irresponsable. A moins de penser que le rôle des pouvoirs publics est de jouer au promoteur sur les zones dont ils sont propriétaires.

Le cahier des charges du rapport d'incidence du PRAS démographique prévoit d'étudier la possibilité de capter les éventuelles plus-values générées par les changements d'affectations. Cette ambition a peu de chances d'aboutir pour deux raisons. La première, c'est que le marché a déjà anticipé les changements d'affectation : les promoteurs spéculent déjà sur nombre de terrains industriels.  La seconde, c'est que la captation des plus-values menaceraient les projets des plus grands bénéficiaires de ces changements d'affectation, c'est-à-dire la Région et la Ville de Bruxelles elles-mêmes. Les projets de la Région sur le site de Delta sont en effet financés par la plus-value générée par la construction de bureaux pour la Commission européenne. De même, le centre de congrès de la Ville de Bruxelles prévu sur le site du Heysel ne pourra être financé que par un méga-centre commercial.

Les pouvoirs publics ne pourront pas capter les plus-values pour construire des logements sociaux

Il faut empêcher la spéculation !

Au fond, rien n'a changé sous le soleil : évoquer des « chancres », des zones précarisées, déprimées, insécures, insalubres, mal fréquentées, etc. c'est reproduire le scénario du quartier Nord : céder à vil prix des terrains bien situés pour des affectations plus juteuses mais pas forcément sociétalement intéressantes ni urbanistiquement intégrées. Les associations refusent la spéculation sur les terrains industriels situés autour du canal. Le prix des terrains industriels est bas car cette accessibilité doit permettre l'implantation des activités d'industries urbaines créatrices d'emploi. Laisser entrevoir qu'ils pourraient y faire autre chose, en fonction de la demande supposée du marché, c'est encourager la spéculation.

L'étude sur base de laquelle le Cabinet Picqué affirme mener sa réflexion doit être rendue publique. Il importe de définir PREALABLEMENT à toute modification du régime juridique de ces zones quel type d'industries Bruxelles devra se relocaliser en ville. Il faut PREALABLEMENT mettre en place des mécanismes de maîtrise foncière, de captation de plue-value, de compatibilité des affectations entre elles et d'imposition de quotas de logements sociaux dans les projets privés, cette dernière proposition ayant rencontré une large adhésion des participants aux ateliers du PRDD.

Pour reprendre la réponse du Président de la SDRB à Charles Picqué lors du colloque précité, « on veut bien faire des choses complexes mais on ne voudrait pas que d'autres puissent faire avant des choses trop simples ».

Il faut réduire la dualisation sociale !

Pour répondre aux besoins, il faut construire en masse des logements sociaux et des logements publics abordables. Cette nécessité implique que les pouvoirs publics affinent les projections, déterminent exactement les besoins et y consacrent majoritairement les terrains qui s'y prêtent et qui sont en leur possession. Si les pouvoirs locaux persistent à ne pas collaborer à cet objectif, la Région devra élaborer des formes de préemption plus efficace, en particulier en deuxième couronne.

Un apport massif de logements accessibles aura un effet déprimant sur les prix du marché et diminuera la dualisation sociale.

Pour réduire la fracture sociale, il faut éviter la spéculation immobilière qui provoque l'éviction des classes populaires et préserver les terrains susceptibles d'accueillir des activités productives pourvoyeuses d'emplois faiblement qualifiés. Annoncer cette option à l'occasion du présent processus d'élaboration du PRDD devrait calmer la fougue spéculatrice des acteurs les plus « dynamiques » du marché immobilier et réduire les pressions sur celui-ci.

 

(Brusselse Raad voor het Leefmilieu) is een Nederlandstalige Brusselse vereniging van bewonersgroepen, organisaties en Brusselaars met hetzelfde engagement: een leefbare stad, waar iedereen zich kan verplaatsen, kan wonen en kan vertoeven op een milieuvriendelijke, betaalbare en aangename manier. We zetten ons hier samen met onze leden en partners voor in via lobbywerk en acties, door kennis te verzamelen, op te bouwen en te verspreiden. We steunen Brusselaars in hun strijd en adviseren en sensibiliseren hen. Als onafhankelijke vereniging werken we hierbij altijd vanuit een solidaire visie en met aandacht voor participatie, gelijkheid en diversiteit.

 

[1]   Het GBP verdeelt het grondgebied van het gewest in verschillende zones en bestemmingen. Iedere stedenbouwkundige vergunning moet die bestemmingen volgen.

[2]   Het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling is een strategisch document waarin de Brusselse Regering haar intenties voor de toekomst van Brussel definieert.   (bron : www.adt-ato.be)

[3]   « En 2012, le Pras démographique », Le Soir, 20 januari 2011

[4]    Ces différents point sont tirés du projet de cahier des charges du rapport sur les incidences environnementales du projet de modification partielle du PRAS, avril 2011.

40 RAISONS POUR NE PAS IMPLANTER LE MEGA SHOPPING CENTER UPLACE MACHELEN

 

La plate-forme interrégionale pour un développement économique durable, rassemblant les organisations environnementales, les syndicats et les classes moyennes, interpelle une fois encore le Gouvernement flamand pour s’opposer à ce projet tant qu’il en est encore temps et dresse la liste des 40 raisons explicitant pourquoi le projet Uplace (200.000 m² pour Uplace Machelen auxquels il convient d’ajouter 225.000 m² de parkings) est néfaste pour la mobilité et le développement économique d’une très large région.

Si l’on prend en considération toutes les études relevantes, décisions gouvernementales, avis, évaluations de coûts, rapports et déclarations publiques, on doit forcément conclure que ce projet rencontre peu de soutien. Toutes ces sources démontrent clairement que ce projet aura des effets négatifs aux conséquences incalculables à ce jour sur le développement économique, la mobilité et la viabilité dans un rayon de plusieurs dizaines de kilomètres autour du site du projet. Le précédent Gouvernement flamand a conclu des conventions avec Bart Verhaeghe. L’actuel Gouvernement flamand ne réalise peut-être pas le guêpier dans lequel il est tombé. 

Le projet Uplace n’est pas étayé par des études suffisamment approfondies et a été approuvé sur base d’informations contradictoires, contestables et contestées. Ce projet aura de lourdes conséquences pour les villes situées dans un large rayon autour du site du projet.

 

QUE GAGNENT LES PARTISANS D’UPLACE?

  • un ‘paradis’ commercial monolithique inaccessible même en voiture
  • davantage de congestion automobile dans Machelen et environs et davantage de files sur le Ring
  • un terrain, d’une superficie très largement supérieure à celle d’Uplace, encore en grande partie pollué étant donné qu’à l’heure actuelle, les moyens financiers font défaut pour poursuivre la dépollution.

QUE PERDENT LES PARTISANS D’UPLACE ?

  • 32,5 millions d’euros de frais à charge de la Région flamande
  • des noyaux commerciaux conviviaux dotés d’une grande diversité, entre autres à Vilvorde, Asse, Malines,  Leuven et Bruxelles
  • l’opportunité d’un développement intéressant de la Kerklaan comme axe de liaison entre le centre et la gare

 

L’enquête publique se clôture fin juillet. Les organisations signataires introduiront dans le cadre de cette enquête publique des réclamations et griefs à l’encontre d’Uplace. Elles demandent instamment aux membres du Gouvernement flamand de motiver clairement l'écart entre ses décisions et les résultats de ses propres études. Elles invitent les autorités des villes situées dans les environs de Machelen et des communes du Brabant flamand à faire de même, sur base de l’argumentaire joint en annexe.

Les 40 raisons avec leurs sources sont présentées en annexe.

Téléchargez la version PDF ici.

Contacts

Joost Vandenbroele

Conseiller urbanisme au Bral  0473 853 537

Francine Werth

Secrétaire patronale Bruxelles à la FNUCM  0473 98 55 64

Myriam Gérard

Secrétaire régionale ACV-CSC Bruxelles 0497 026924

Claire Scohier

Inter-Environnement Bruxelles 0473 667505

Ben Debognies

Secrétaire régional ACV Halle – Vilvoorde 0475 841348

Tomas Borremans

ACW Brussel – Hal Vilvoorde 0479 62 30 62

Nancy Van Espen

Directeur Unizo Vlaams Brabant en Brussel 0477 291 871

Erik Grietens

Bond Beter Leefmilieu 0474 406394

 

 

 

 

 

Brussel heeft meer en meer kwalitatieve publieke ruimte nodig, en waar beter beginnen dan voor onze eigen deur? Want Bral wil anderen inspireren. Voor onze eigen deur op het Zaterdagplein, het plein dat er geen is, heeft de leefkwaliteit erg te lijden heeft onder het sluipverkeer. Ons doel is het Zaterdagplein ook op lange termijn om te vormen tot een aangename ontmoetingsplek, waar kinderen kunnen spelen en waar je even rustig op een bank kan zitten en van de stad kan genieten.

Beeld

  • Inhuldiging van het straatnaambord voor het “Autoloze Zaterdag-plein” (zowel op formaat 30*60 cm als 125*250 cm) om 12u.
  • De straat wordt vanaf 10u afgezet en versierd met rood-witte linten en tot 13u zullen een “straatsalon” en spelende kinderen leven brengen op het plein. Tussen bomen en verkeerspalen komen ook hangmatten.

Wanneer?

Zaterdag 17 september 2011 om 12u

Waar?

Zaterdagplein - 1000 Brussel (Begijnhofwijk)

Contact :

Jeroen Verhoeven

Stafmedewerker mobiliteit

T 02 217 56 33 | M 0477 46 31 81

Brusselse Raad voor het Leefmilieu vzw

Zaterdagplein 13 – 1000 Brussel

www.bralvzw.be

PDF-versie van deze uitnodiging als bijlage.

 

Nu de Stad Brussel - gesteund door het Gewest - het stedenbouwkundig attest afleverde voor het shoppingcenter Just Under the Sky (JUTS) aan de Van Praetbrug stellen wij u graag een alternatief project voor. Een alternatief dat rekening houdt met de geschiedenis van de site, de unieke ligging valoriseert en conform is aan de ambities en plannen van het Gewest. Kortom, alles wat JUTS niet doet. De jonge architect Sander van Duppen stelt vrijdag 7 oktober 2011 (11u op de Godinsite, Werkhuizenkaai 153, Atelier Alter), met de steun van 14 uiteenlopende organisaties en verenigingen, zijn alternatief aan de pers voor. 

Sander van Duppen bezocht de site en zag dat het wel degelijk mogelijk was er een project te realiseren dat én voldoet aan de huidige noden van de stad én respect heeft voor de geschiedenis van de site. Deze vrijdag  deelt hij tijdens een persconferentie met plezier zijn ideeën over verleden en vooral toekomst van de Godinsite.

Pro memori: Just Under the Sky is het shoppingcenter (56.271 m2, 1653 parkeerplaatsen) dat de groep Mestdagh op de oude industriële Godinsite wil realiseren. In een vorig persbericht schreven we al dat dit project nefast is voor de mobiliteit, het patrimonium en de handel. De negatieve effecten van dit project overstijgen ruimschoots de grenzen van Brussel. Vandaar dat naast de vele Brusselse organisaties ook Vlaamse en Vlaams-Brabantse organisaties de oproep steunen.*

* De oproep van Bral (Brusselse Raad voor het Leefmilieu), Inter-Environnement Bruxelles (IEB) en BrusselFabriek krijgt de steun van het Interregionaal Platform voor een Duurzame Economie: ACV regio Halle-Vilvoorde, ACV/CSC Brussel, ACW Brussel–Halle-Vilvoorde, UNIZO regio Vlaams–Brabant en Brussel, Union des Classe Moyennes (FNUCM), Bond Beter Leefmilieu (BBL) en van ARAU, La Fonderie, Pétitions Patrimoine, het wijkcomité Maria-Christina/Reine/Stéphanie en het Interwijkencomité van Neder-Over-Heembeek.

Lees alle bezwaren tegen het shoppingcenter hier: "Just Under the Sky: stille dood of snelle vlucht?"

Contact:

BruxellesFabriquesBrusselFabriek: Guido Vanderhulst, 0477/25 09 61, gvanderhulst@skynet.be
BRAL : Steyn Van Assche, 02/217 56 33, 0498/13 25 86, steyn@bralvzw.be
IEB : Claire Scohier, 02/893.09.14,  0473/66 75 05, claire.scohier@ieb.be

 

Al sinds 2009 wacht het Brussels middenveld op de opmaak van het nieuw gewestelijk ontwikkelingsplan, een duurzaam deze keer, het GPDO. Hierin moeten de grote krachtlijnen voor het beleid van ons gewest in worden uitgetekend en dit voor de komende 10 jaar. Hoe zullen we de demografische groei opvangen? Hoe verminderen we de dualisering? Hoe pakken we ons mobiliteitsinfarct aan? Hoe creëren we tewerkstelling? Hoe maken we Brussel leefbaarder? Veel vragen die Bral na aan het hart liggen. We waren dan ook opgetogen toen de regering een ambitieus participatief proces aankondigde. Maar nu, op het einde van de ateliers waarin het middenveld en dus ook Bral betrokken is, trekken we aan de alarmbel. We willen niet dat deze ateliers gebruikt worden als legitimering van het beleid.

Lees hier de brief die we op 6 oktober 2011 naar de Brusselse ministers stuurden

 

 

Contact:

An Descheemaeker

coördinatrice Bral

|T02 217 56 33 | M0477 26 93 14 |

| Zaterdagplein 13 – 1000 Brussel |

 

Formateur Di Rupo heeft een unieke kans om tot 4 miljard euro te besparen op de fiscale steun voor bedrijfswagens. “We staan met z’n allen in de file en verliezen een levensjaar door de luchtvervuiling. Toch heeft de overheid een fiscale gunstregeling voor wagengebruik. Er rijden in België honderdduizenden bedrijfswagens nutteloze kilometers op kosten van de belastingbetaler”, zegt Mathias Bienstman van de Bond Beter Leefmilieu. Om dat probleem te verhelpen, stellen de Belgische milieufederaties een hervorming van de fiscaliteit voor bedrijfswagens voor.

De OESO en de EU roepen op om de fiscaliteit te vergroenen, in de eerste plaats door belastingsvrijstellingen en subsidies die (onbedoeld) milieuschade veroorzaken, te schrappen. De voordelige fiscaliteit voor bedrijfswagens is een voorbeeld van zo een milieuschadelijke fiscale regeling. De steun aan bedrijfswagens kost de overheid tot 4 miljard euro, volgens een studie van Copenhagen Economics voor de Europese Commissie.

Bedrijfswagens rijden 9.200 km extra

Tweederde van de verplaatsingen van Belgische bedrijfswagens zijn voor privé redenen, zoals woon-werkverkeer. De steun aan bedrijfswagens kost de overheid niet alleen miljarden, ze zorgt er ook voor dat er meer wagens op de weg komen. Bedrijfswagens doen het aantal gereden kilometers sterk toenemen. Volgens een studie, uitgevoerd in 2009 door verschillende universiteiten, leidt een bedrijfswagen gemiddeld jaarlijks tot 9.200 extra gereden kilometers in vergelijking met particuliere wagens van mensen met hetzelfde profiel. Het feit dat heel wat bedrijfswagens een gratis tankkaart krijgen of een peulschil bijdragen aan de tankkosten, is daar niet vreemd aan. Het gebruik van bedrijfswagens niet langer fiscaal bevoordelen zou de files doen verkorten, de luchtkwaliteit in België verbeteren en de groeiende uitstoot van CO2 van het wegverkeer tegen gaan.

Fileprobleem verkleinen

Joeri Thijs van Greenpeace: “Bouw de fiscale gunstregeling af zodat er minder bedrijfswagens overbodige kilometers op de wegen rijden. Dit komt niet alleen het klimaat ten goede, maar biedt ook een structurele oplossing voor de fileproblemen zoals op de Brusselse ring. Daar is tijdens de spits ongeveer één wagen op twee een bedrijfswagen. Een hervorming van de fiscaliteit heeft heel wat voordelen: minder auto's in de spits en dus minder files, minder uitstoot van vervuilende stoffen en minder overheidsuitgaven.”

Volgens Bond Beter Leefmilieu en de andere Belgische milieufederaties moet de fiscale bevoordeling van bedrijfswagens weggewerkt worden. Hoe, wordt toegelicht in onderstaande fiche.

Meer info:

Bekijk de fiscale fiche bedrijfswagens op de website van BBL.

 

Contact:

Mathias Bienstman

Beleidsmedewerker klimaat en mobiliteit

Bond Beter Leefmilieu

02/282 17 37 of 0499/776 806

 

Joeri Thijs

Campagneverantwoordelijke klimaat & transport

Greenpeace België

02/274 02 11 of 0496/263 192

 

Jeroen Verhoeven

stafmedewerker mobiliteit 

Brussel Raad voor het Leefmilieu (BRAL)

02/217 56 33 of 0477 46 31 81

STAD BRUSSEL MAAKT FIETSBOX 25 KEER DUURDER DAN BEWONERSKAART VOOR AUTO

Wie in Stad Brussel Stad voortaan een fiets veilig wil parkeren, betaalt in verhouding 25 keer zoveel als een iemand die een jaarlang zijn auto wil parkeren. Een jaarabonnement om een fiets te stallen in één van de 10 nieuwe fietsboxen van de Stad Brussel kost 50 euro. Een bewonerskaart om een auto te parkeren kost slechts 10 euro per jaar. Een fietsbox, waarin 5 fietsen kunnen gestald worden, neemt dezelfde oppervlakte in als één auto en toch betalen 5 fietsers samen 250 euro, tegenover 10 euro voor één auto. Voor dezelfde oppervlakte doet de Stad Brussel haar inwoners die fietsen dus 25 keer meer betalen dan eigenaars van een auto. Bral en de Fietsersbond vragen een dringende rechtzetting.

 

Voor de Brusselse Raad voor het Leefmilieu (Bral) en de Fietsersbond is dit opmerkelijke prijsverschil de wereld op zijn kop. Eén auto neemt 5 keer meer plaats van de openbare ruimte in beslag dan één fiets, en in tegenstelling tot een fiets heeft het gebruik van een auto een negatieve impact op de gezondheid van de bewoners en het verkeer. In plaats van de fiets aan te moedigen en de auto te weren, doet de Stad Brussel het omgekeerde.

Voor Bral en de Fietsersbond moet het plaatsen van de fietsboxen gefinancierd worden door het verhogen van de prijs van een bewonerskaart, niet door hoge abonnementskosten voor fietsers. “Een bewonerskaart voor het parkeren van een auto zou 25 keer meer moeten kosten dan het stallen van een fiets. Op die manier worden bewoners aangemoedigd om aan autodelen te doen, en vermindert de overlast van de auto in de stad”, zegt Jeroen Verhoeven van de Brusselse Raad voor het Leefmilieu.

Stad Brussel zal dit najaar nog 10 fietsboxen in het straatbeeld plaatsen. De stedenbouwkundige vergunningen voor de boxen zijn toegekend.

Contact :

Jeroen Verhoeven

Stafmedewerker Mobiliteit

02 217 56 33 | M 0477 46 31 81

Brusselse Raad voor het Leefmilieu vzw

Zaterdagplein 13 – 1000 Brussel

www.bralvzw.be