Artikels

Thema

Vereenvoudiging en rationalisering zijn voor de regering de sleutelwoorden bij de hervorming van de stedenbouwwet.  Maar wij zien nefaste gevolgen voor het leefmilieu en het patrimonium, voor de  bewonersbetrokkenheid, de rechtszekerheid van plannen en op gebied van goed bestuur in het algemeen.

Het Brussels Parlement  buigt zich deze weken over  de hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening BWRO, ook gekend als CoBAT (Code Bruxellois de l'Aménagement du Territoire). Vereenvoudiging en rationalisering zijn voor de regering de sleutelwoorden bij de hervorming van de stedenbouwwet.  De regering hoopt met snellere procedures meer investeringen in vastgoedprojecten aan te trekken, en daardoor meer kapitaalkrachtigen inwoners,  wat  de financiële draagkracht van het gewest moeten verhogen. Het is absoluut niet zeker dat ze hun doel zullen bereiken. De collateral damage is alleszins groot.

Aanslag op leefmilieu

De manier waarop de overheid moet rekening houden met milieueffecten van plannen en projecten is vooral door Europese regels vastgelegd. Het grondwettelijk hof heeft Brussel in het verleden al veroordeeld omdat ze op dit vlak tekort schieten. Bijvoorbeeld het mag niet uitsluitend van de omvang van een project afhankelijk zijn of er al dan niet een effectenstudie nodig is, maar verschillende criteria moeten samen in rekening gebracht worden. Dus alleen het aantal parkeerplaatsen als norm nemen is niet correct, er moet ook worden gekeken naar andere omgevingsfactoren.

Vandaag is er een effectenstudie nodig vanaf 200 parkings, in het nieuwe BWRO pas vanaf 400 parkings. En dat terwijl de strijd voor een betere luchtkwaliteit een prioriteit zou zijn.      

De regering heeft van de huidige wijziging geen gebruik gemaakt om in orde te maken. Integendeel, ze houdt vast aan dat ene omvangscriterium en legt de grens nog hoger. Vandaag is er een effectenstudie nodig vanaf 200 parkings, in het nieuwe BWRO pas vanaf 400 parkings. En dat terwijl de strijd voor een betere luchtkwaliteit een prioriteit zou zijn.      

Ook het openbaar onderzoek over het lastenboek van een effectenstudie wil de regering schrappen. Bewoners die hun omgeving het best kennen hebben daardoor geen kans meer om te wijzen op nuttige bijkomende onderzoeken en zullen veel later in het planningsproces op de hoogte zijn van een project in hun buurt. Dat is een inbreuk op het zogenaamde standstill principe. Dit houdt in dat een wetgever geen regeling kan treffen die een aanzienlijke vermindering betekent van een bestaand beschermingsniveau inzake de rechten die in art 23 van de grondwet zijn ingeschreven. Gezond leefmilieu is één van de rechten die daarin zijn opgenoemd.

Samen met ARAU en IEB heeft BRAL de volledige ontwerptekst grondig geanalyseerd. We hebben over onze opmerkingen een nota gemaakt en die aan het parlement doorgegeven. Zie bijlage.  Wij hopen dat ze die bij hun bespreking ter harte zullen nemen en de ontwerptekst nog zullen bijsturen.

Auteur: Hilde Geens, stafmedewerker BRAL

Ontdek in ons bezwaarschrift  waarom volgens BRAL het Gewestelijk Plan voor Duurzame ontwikkeling niet duurzaam is. Maar reageer vooral zelf. Dat kan nog tot en met 13 maart (deze maandag!) via deze link.

Te lui of te moe om heel het bezwaarschrift te lezen? check via deze link voor een korte synthese.

Met dank aan onze leden en sympathisanten voor hun gewaardeerde input.

Ontdek in dit bezwaarschrift  waarom volgens BRAL het Gewestelijk Plan voor Duurzame ontwikkeling (GPDO) niet ‘duurzaam’ is en wat we liever anders zien aan dit plan.

Wat ben je met een plan dat niet verder werkt op de beleidsdoelstellingen en actieprogramma’s uit verschillende reeds goedgekeurde plannen? Is dit langverwachte plan wel gedragen door de hele regering? Wij hebben een sterk vermoeden van niet. Dit en nog vele andere bezorgdheden staan in het bezwaarschrift dat we vandaag overmaken aan de bevoegde Brusselse instanties.

Gebruik dit bezwaarschrift (pdf als bijlage) gerust als inspiratie om ook zelf nog te reageren. Dat kan nog tot en met tot en met 13 maart (deze maandag!) .

Als je een iets minder technisch overzicht van onze bezwaren nodig hebt, verwijzen we graag naar de tekst die we eerder maakten en hier publiceerden: ‘Het GPDO minder duurzaam dan verwacht’.

We danken onze leden en sympathisanten voor hun gewaardeerde input bij dit werk.

Contact BRAL:

Steyn Van Assche: steyn@bral.brussels

Hilde Geens: hilde@bral.brussels

De Korte Hallenstraat is een publieke ruimte, een publieke doorgang. We vinden het een zwaktebod van de Stad Brussel dat ze deze belangrijke doorsteek tussen de nieuwe voetgangerszone en de Sint-Katelijnewijk zomaar wilt afschaffen. We vinden het een zwaktebod, omdat uitdagingen van openbare netheid en veiligheid geen argumenten zijn om een straat zomaar af te schaffen. Als er problemen van netheid of veiligheid zijn, dan moeten die via preventie en ordehandhaving aangepakt worden, niet door een straat af te schaffen.

Deze straat is een belangrijke verbinding tussen de toekomstige voetgangerszone op de centrale lanen en de florerende Sint-Katelijnewijk. De Korte Hallenstraat afschaffen verplicht voetgangers uit te wijken naar drukke verkeerspunten.

We vinden het ook problematisch dat de Stad Brussel er blijkbaar geen probleem mee heeft om oost-west twee assen met dubbele autorijvakken te versterken (Bisschopstraat > Schildknaapstraat) en (Wolvengracht > Bisschopstraat) en tegelijkertijd wel een bestaande voetgangersverbinding zomaar kan doorgeknipt worden. Gemotoriseerd verkeer krijgt meer plaats en de voetganger wordt ruimte afgenomen. De voetganger in het centrum verliest dus twee keer.

De Stad Brussel bevestigt met deze beslissing dat ze de centrale, moeilijk oversteekbare verkeersas die de Centrale Lanen vroeger waren, gewoon verlegt naar de Zwarte Lieve Vrouwestraat. De beslissing om de Korte Hallenstraat af te schaffen bestendigt de Zwarte Lieve Vrouwestraat als een onaangename autosluis, zonder publieke meerwaarde, moeilijk over te steken en een nieuwe barrière midden in de stad.

Het moet de ambitie zijn van een stadsbestuur, in de lijn van de filosofie van de heraanleg van de Centrale Lanen, bestaande barrières op te heffen, eerder dan er nieuwe te creëren.

“Straten zijn voor de Brusselaars, niet voor een privé-eigenaar”

Bovendien is deze beslissing ook in tegenspraak met het effectenrapport (SumProject BGroup Greisch, 2015 – hernieuwd maart 2017) bij de stedenbouwkundige aanvraag voor de heraanleg van de centrale lanen. In dit rapport staat dat de noord-zuid- zowel als de oost-west-voetgangersverbindingen zullen hersteld worden. “Premièrement par le réaménagement de l’axe nord-sud combiné à une nouvelle vision de la Ville sur la mobilité, les boulevards du Centre ne formeront plus un barrière urbaine entre la Ville Basse et la Ville haute, mais au contraire seront un espace de rencontre entre l’est et l’oues du centre ville, où les flux piétons fluides seront restaurés tant du nor au sud que le l’est à l’ouest. […]” (Rapport d’incidences boulevards centraux 1.4. Les concepts d’aménagement).

Gelieve het beheer van de de Korte Hallenstraat niet aan privé-ontwikkelaar te geven. Dit is openbaar domein, met enorm veel potentieel.  Zowel vandaag als in de toekomst is dit een ruimte die alle Brusselaars toebehoort.

Wij vragen aan de leden van de overlegcommissie negatief advies te geven aan deze aanvragen.

Voor BRAL, Stadsbeweging voor Brussel.

Het openbaar onderzoek over het Gewestelijk Plan Duurzame Ontwikkeling (GPDO) - het nieuwe ‘stadsproject voor Brussel’ - is op 13 maart afgesloten. Het vorige Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GeWOP) dateert van 2002. De opmaak van de nieuwe versie werd opgestart in 2009 en heeft dus meer dan zes jaar in beslag genomen. Ondertussen zijn er heel wat thematische plannen en reglementaire hervormingen goedgekeurd die zich eigenlijk hadden moeten baseren op het GPDO, dat per definitie een langetermijnvisie omvat. Met andere woorden: al vóór zijn goedkeuring is de basisfunctie van dit plan ondermijnd.

Het maatschappelijk middenveld heeft op vraag van de vorige regering in 2011 veel tijd geïnvesteerd in verschillende ateliers over de modernisering van het GeWOP. In januari 2014 kwam er een door de regering goedgekeurde versie online. De website nodigde iedereen uit om zijn of haar mening te geven, maar tegelijkertijd liet de toenmalige minister-president weten dat het onmogelijk zou zijn het GPDO definitief goed te keuren tijdens de lopende legislatuur.

Gebrek aan tijd hield diezelfde regering echter niet tegen om onder druk van de ondertussen enigszins gerelativeerde bevolkingstoename een Demografisch Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) op een drafje goed te keuren. Heel wat gebieden of gebouwen kregen dus al vroeger een bestemmingswijzingen. Vastgoedontwikkelaars zorgden er ondertussen voor dat de gronden in de volkswijken langs het kanaal in waarde zijn gestegen en dat  de vroegere industriële zones tot woningen werden gerenoveerd. Woningen en privéprojecten alom dus.

Omdat het GPDO er niet was om een dam te vormen tegen die ontwikkelingen, glipten wijken door de vingers van hun huidige bewoners, ondanks de vele waarschuwingen van het maatschappelijk middenveld[1].

Sindsdien strandde wel het globalere stadsproject, het GPDO. Dit plan moest eerdere plannen en hervormingen kaderen en het plan moest ook zorgen voor een nieuw elan. Maar dat gebeurde niet. Het liet de Brusselaar met een opeenstapeling van moeilijkheden achter: sociale dualisering, huisvestingscrisis, onzekerheid, tekort aan kinderdagverblijven, scholen, sociale voorzieningen, gebrek aan groene ruimte, milieucrisis,…

EEN ONDEMOCRATISCHE EN OMGEKEERDE PLANNING

Bij de start van de nieuwe legislatuur in juli 2014 verwachtte iedereen dat het openbaar onderzoek van het GPDO snel van start zou gaan. In de plaats daarvan kwam er de ene hervorming na de andere: een bestuurlijke reorganisatie met nieuwe instellingen van openbaar nut onder voogdij van de minister-president (Brussels Planbureau, Maatschappij voor Stedelijke Inrichting, …), een nieuwe ordonnantie voor stedelijke herwaardering (wijkcontracten en stadsvernieuwingscontracten), de hervorming van het Brussels Wetboek Ruimtelijke Ordening (BWRO), etc. Bij elke gelegenheid herhaalden de bewoners, verenigingen en ook de officiële adviesraden: eerst het stadsproject met het GPDO en dan pas de concrete plannen en herstructurering.

Want wij verwachten van de overheid dat ze ook borg staat voor een democratisch kader. Dit betekent dat de het stadsproject eerst grondig en collectief moet besproken en vastgelegd worden vooraleer eventuele hervormingen door te voeren.

Maar pas begin 2017 vroeg de regering de Brusselaar (verenigingen, bewoners, handelaars, …) om zich - op twee maanden tijd - uit te spreken over wat uiteindelijk een vrij vage en algemene tekst blijk te zijn. Erger nog : het gaat om een tekst die moet legitimeren wat de voorbije periode zonder publiek debat beslist is.

Anders gezegd : deze versie van het GPDO sluit helemaal niet aan bij de stand van zaken en de resultaten van de ateliers van 2011, waar wij en vele anderen onze energie hebben in gestopt.

EEN ZEER SLECHT ANTWOORD op de crisissituatie

De grondige aanpassingen van het GBP vóór de goedkeuring van het GPDO is niet alleen een inbreuk op de hiërarchie van de plannen, maar hypothekeert het gewest om de oplossingen voor de territoriale uitdagingen op elkaar te kunnen afstemmen. Het plan is dan ook een slecht antwoord op de sociaal-economische en institutionele crisis. 

Zonder in te gaan op de details van de bezwaarschriften die we schreven bij het GPDO, willen we wijzen op het reële risico dat  vooral de sterke en financieel meest rendabele functies zich nu zullen ontwikkelen. We willen er ook wijzen dat dit ten nadele van de zwakke functies gebeurt, die nochtans beantwoorden aan de noden van groepen met specifieke noden: zoals sociale woningen, groene en publieke ruimtes, voorzieningen en productie-activiteiten gelinkt aan jobs voor laaggeschoolden.

Het GPDO geeft niet het kader waaruit het GBP eigenlijk moet voortvloeien, maar probeert a posteriori iconische torens, luxe-woningen of voorzieningen met internationale uitstraling te rechtvaardigen. En dan zwijgen we nog over een nieuwe, zeer dure metrolijn. 

WAT WILLEN WE DAN WEL

We willen dat de regering zich engageert in een democratisch proces die naam waardig, met een brede consultatie en voldoende tijd voor alle actoren om te reageren.

Dit nieuwe proces moet de prioriteiten bepalen en de behoeften van de Brusselaars in beeld brengen. Een en ander moet becijferd worden op basis van objectieve gegevens, vooral wat betreft sociale huisvesting, buurtvoorzieningen, crèches en scholen, groene ruimten en biodiversiteit, bovengronds openbaar vervoer, productieactiviteiten. 

Verder vinden we dat dit nieuwe project afgestemd moet zijn op de stand van zaken en op de aanbevelingen uit de geactualiseerde effectenbeoordeling. Het plan moet dus uitvoerbaar zijn en, zoals het BWRO zegt “de transversaal en sectoraal in te zetten middelen om de alzo gedefinieerde doelstellingen en prioriteiten te bereiken” aangeven.

Wij vinden, en we zijn niet alleen, dat het GPDO voor het hele gewest doelstellingen, criteria, indicatoren en evaluatieprocessen naar voren moet schuiven die beantwoorden aan de werkelijke noden van de Brusselaars. Pas dan verdient dit plan het adjectief 'duurzaam'.

CONTACT
ARAU : Isabelle Pauthier - isabelle.pauthier@arau.org - 0477 33 03 78
Stadsbeweging BRAL: Hilde Geens - hilde@bral.brussels  - 0472 83 45 74
Inter-Environnement Bruxelles : Claire Scohier – claire.scohier@ieb.be - 0473 66 75 05
RBDH : Werner Van Mieghem - 02 502 84 63
Réseau Habitat : Marilène De Mol  mdemol@reseauhabitat.be  0473 83 03. 99
Bruxelles Nature : Mario Ninanne -  mario.ninanne@gmail.com   0473 66 75 05
Natagora - Amandine Tiberghien : amandine.tiberghien@natagora.be  02 893 09 25

[1] Zie Persbericht: Het demografisch gewestelijk bestemmingsplan: een hold-up op het gpdo ! - juli 2011

 

 

Bruxelles est confronté avec un démantèlement structurel du salariat, des dénis de reconnaissance perçus par certaines populations, une méfiance entre les citoyens et les politiques, la difficulté de certains habitants à être acteurs de leur cadre de vie...

Le pouvoir public essaie de trouver des solutions pour ces défis, entre autres via les Contrats de Quartier. Mais le potentiel des habitants est trop rarement considéré comme atout à mobiliser. Souvent les habitants sont même considérés comme faisant partie intégrante du problème (les jeunes, les chômeurs, les personnes issues de l’immigration...).

Pourtant, les citoyens possèdent des ressources et mettent en place des stratégies de subsistance et d’adaptation. La méthode Asset-Based Community Development (ABCD) qui a été appliquée plusieurs fois, avec succès, dans d’autres pays, vise à révéler et mobiliser ces compétences des citoyens. ABCD est une approche qui stimule des initiatives collectives basées sur les atouts de la communauté locale, et qui, par ce biais, renforce le tissu social dans un quartier.

En 2017 un groupe d'associations et de centre de recherches lance, pour la 1e fois en Belgique, un projet pilote avec cette approche dans 3 "livings labs": le quartier Gaucheret/Brabant, le quartier Matonge et ses alentours et la communauté des membres du Community Land Trust Brussel.

Ces organisations vous invitent à découvrir la philosophie et la méthode ABCD grâce à une conférence de Shaun Burnett, "Community Building Programme Manager" chez Nurture Development (membre de l'ABCD Institute et le reférent en Europe quant à ABCD).

L'exposé de Shaun sera en Anglais mais nous fournirons des traductions synthétiques en FR/NL.

INFO on Shaun Burnett:

Having spent the last number of years working as a Community Builder in Ayrshire; he is now focusing his attention on mentoring community building initiative in different learning sites across the UK. He has a passion for community-driven change, in particular, how communities harness and nurture the energy of young people to drive change.

With a varied background, Shaun’s previous experiences include stabilisation at a local level in Afghanistan and youth work in various settings including working with young people with disabilities.

CONTACT/ INFO / INSCRIPTION : piet@bral.brussels

INFO on ABCD: 

http://abcdinstitute.org/
http://www.nurturedevelopment.org

Nog voor Beliris begint met de heraanleg van de centrale lanen en het Beursplein in Brussel, vraagt BRAL aan de Stad Brussel om enkele intelligente mobiliteitsingrepen te doen. Het stadsbestuur hoeft niet te wachten tot de werken van start gaan om de opmerkingen uit omliggende wijken ter harte te nemen.

De verkeerstellingen zijn achter de rug en werden publiek gemaakt. In de vergunningsaanvragen die vandaag voorliggen ontdekken we waar de zwarte punten zich bevinden. We lezen nu zwart-op-wit waar het goed en waar het fout loopt met het circulatieplan rondom de voetgangerszone. Het is vandaag het moment om naast de heraanleg ook aanpassingen aan het circulatieplan door te voeren. De Stad Brussel moet ook buiten de nieuwe voetgangerszone de publieke ruimte kwalitatiever maken. Dat kan met enkele simpele, maar gedurfde ingrepen:

Laat geen transitverkeer meer toe in de Zespenningenstraat

Breng de Wolvengracht terug op één rijvak en geef plaats terug aan de bussen en fietsers

Maak werk van een wettelijk verankerd en doordacht Gemeentelijk Mobiliteitsplan (GemOP) dat de levenskwaliteit in alle wijken verbetert

 

Daarvoor moet de Stad Brussel wel afstand nemen van de idee-fixe dat de bestaande publieke parkings in de Vijfhoek per se bereikbaar moeten zijn via een zogeheten 'bestemmingslus', die als een soort mini-ring rondom de voetgangerszone loopt en op verschillende plaatsen voor problemen zorgt.  Auto's naar een parkeergarage brengen kan ook, naar Gents voorbeeld, via een lussenplan en door op een nog bredere schaal na te denken over de mobiliteit in de Vijfhoek. Nu de eerste parkeergeleidingsborden op de Kleine Ring staan en geactiveerd zijn, kan de Stad vandaag maatregelen nemen om die verkeersstromen in goede banen te leiden.

* BRAL dient op 10 april een bezwaarschrift bij de overlegcommissie van de Stad Brussel, naar aanleiding van het openbaar onderzoek voor de heraanleg van de Centrale Lanen en het Beursplein. Je vindt het als bijlage hieronder. 

Parking 58, één van de grootste parkings langs de Brusselse Miniring, telt 676 parkeerplaatsen. Maar dat zijn er 115 teveel. Dat blijkt uit een effectenstudie die nu ter inzage ligt bij de Stad Brussel.

Het is Interparking zelf, de eigenaar van de parking, die de effectenstudie liet uitvoeren. Ze zijn daartoe verplicht omdat de milieuvergunning voor de exploitatie van zo’n grote parking om de 15 jaar moet vernieuwd worden. In die effectenstudie staat te lezen dat de parking in normale periodes maar voor 60% vol staat. En zelfs in piekperiodes (zaterdagen en tijdens evenementen etc.) staat de parking nooit helemaal vol (80 à 90%). Er is dus een overcapaciteit. Toch vraagt Interparking om de huidige vergunning te verlengen, dus om de huidige capaciteit te behouden. Dat is niet nodig, en daar zijn twee duidelijke redenen voor.

Ten eerste omdat er genoeg parkeerplaatsen zijn in de Vijfhoek. Brussel beschikt van alle Europese hoofdsteden over het grootst aantal publieke parkeerplaatsen in haar centrum (bijna 20.000 plaatsen). Ook deze zijn globaal gezien maar voor 60% bezet. Onze binnenstad kan het dus wel met enkele parkeerplaatsen minder.

Ten tweede is er ook het feit dat de Stad Brussel van plan is om binnenkort haar intrek te nemen in een nog te bouwen kantoorgebouw op de plaats waar nu Parking 58 staat: BRUCITY. Dat gebouw ontvangt moet daar binnenkort het gros van de administratieve diensten van de Stad huisvesten. De Stad Brussel diende voor de bouw van dit project in maart een vergunningsaanvraag in en liet weten dat zij genoeg hebben aan 561 parkeerplaatsen. Dat zijn er dus 115 minder dan vandaag.

Dikke pech voor Interparking, maar ze hebben 115 parkeerplaatsen teveel in hun portefeuille. Een historische fout kan vandaag worden rechtgezet. 

De vergunningsaanvraag voor de bouw van BRUCITY is aangevraagd, kreeg een positief advies en het gewest moet normaal gezien de komende dagen/weken de vergunning afleveren. De werken moeten nog dit jaar beginnen. Er is dus geen reden om de vergunning voor die 115 extra parkeerplaatsen vandaag te verlengen. Dat is een logische eis, maar toch vraagt Interparking om dat alsnog te doen. Dat versterkt ongetwijfeld hun onderhandelingspositie in toekomstige gesprekken met de Stad Brussel of wie dan ook, maar voor BRAL is het duidelijk: de leefbaarheid van de binnenstad staat voorop. Een overaanbod aan parkeerplaatsen legt een druk op de stad. Dikke pech voor Interparking, maar ze hebben 115 parkeerplaatsen teveel in hun portefeuille. Een historische fout kan vandaag worden rechtgezet. De verlenging van de milieuvergunning mag niet zomaar gebeuren. In het kader van het lopende openbare onderzoek vragen wij aan de overlegcommissie van de Stad Brussel om die verlenging niet toe te kennen. 

Besluit: hashtag parkingmythe. 

!! Je kunt ook alleen deelnemen aan de speciale workshop die BRAL die namiddag organiseert, van 14u tot 16u: "Citizens' Inititiaves in Brussels: What Network?"

De ontmoeting tussen duurzame burgerinitiatieven in Brussel is de 1e editie van een forum dat gezamenlijk wordt georganiseerd via een partnerschap tussen Bral, het  Réseau des Consommateurs Responsables (RCR), het Réseau Transition, de Participatieve Duurzame WijkenBrulocalis en Leefmilieu Brussel, op initiatief van de minister van Leefmilieu, Céline Fremault.

Deze ontmoeting heeft als doel de banden tussen de verschillende burgerinitiatieven en de lokale actoren die actief zijn op het grondgebied van het Brussels Gewest te versterken m.b.t. Brusselse projecten rond duurzame ontwikkeling, die exclusief door de burgercollectieven worden gedragen. 

Waarover gaat het? Over collectieve moestuinen of composthopen, "zero afval"-projecten, initiatieven rond duurzame voeding, projecten bestemd om de mobiliteit te verbeteren, het energieverbruik te optimaliseren, de ontwikkeling van de biodiversiteit in de stad te bevorderen, enz.

Het programma van de dag zal de voorstelling van diverse initiatieven om de ontmoeting, de oprichting van een netwerk te bevorderen, combineren met een wederzijdse uitwisseling van praktijken en knowhow.   

Ook zal het debat worden geopend over de relatie tussen overheden, verenigingen, initiatieven en actoren op het terrein, met als doel de governance (financiering, actiewijzen, …) te laten evolueren.

Wanneer? 13 mei 2017 – van 9h tot 18h - in het BEL (Thurn & Taxis).

Het is gratis en voor iedereen toegankelijk.  Informatie, programma en online-inschrijvingen (aantal deelnemers beperkt): Burgerbijeenkomst.brussels

 

Vorige week zat shoppingcenter Docks zonder milieuvergunning. Maar de Brusselse regering schoot het winkelcentrum aan de Van Praetbrug ter hulp. Een licht gewijzigde vergunning haalde Docks uit de illegaliteit. Uit deze pirouette moeten we enkele lessen trekken, zeggen de betrokken partijen en de leden van het Interregionaal Platform voor een Duurzame Economie.

Op dinsdag 2 mei kregen de verschillende partijen die betrokken zijn bij de beroepsprocedures tegen het winkelcentrum Docks Bruxsel een aangetekend schrijven in de bus van de minister van Leefmilieu. De boodschap: de regering trekt de milieuvergunning voor het winkelcentrum in. Docks zat dus zonder milieuvergunning en zou moeten sluiten. Op 3 mei viel er echter een nieuw aangetekend schrijven in de bus: het besluit van de regering met daarin een nieuwe – licht gewijzigde - milieuvergunning voor Docks.

De verenigingen die in beroep gingen en de leden van het Interregionaal Platform voor een duurzaam Economisch Beleid hekelen al langer de manier waarop projectontwikkelaar Equilis de verschillende vergunningen wist te bemachtigen. Die vergunningen werden niet zonder slag of stoot verkregen: er waren geannuleerde vergunningen, ingetrokken vergunningen, verlopen vergunningen... Dat is niet verwonderlijk: het winkelcentrum bevindt zich in een gebied voor stedelijke industrie, heeft weinig klanten in de directe omgeving, vernietigde industrieel erfgoed (de kachelfabriek van Godin), is moeilijk bereikbaar met het openbaar vervoer (zeker voor het publiek vanuit Vlaanderen) en verzamelt de klassieke merken en winkelketens die reeds grotendeels aanwezig zijn in Brussel.

De stedenbouwkundige vergunning, de socio-economische vergunning en milieuvergunningen werden om verschillende redenen dus aangevochten bij de Raad van State. Op 20 april besloot de Brusselse regering daarom om de milieuvergunning voor een tweede keer in te trekken. De vergunning had een beter motivatie nodig wilden ze een nietigverklaring vermijden. Het winkelcentrum werd dus uit de illegaliteit gered door een juridische pirouette waarbij het Gewest een vernietigbare en twijfelachtige milieuvergunning bevestigt.

Het nieuwe besluit van 3 mei legt de aanvrager op om een jaarverslag te maken over mobiliteit, inclusief de problematiek van het parkeren. Dat verslag, dat voor de eerste keer moet worden binnengebracht bij Leefmilieu Brussel en het Observatorium van de Mobiliteit, binnen de eerste 14 dagen na de eerste 12 maanden opening, moet de evolutie van de modal shift weergeven en moet beschrijven welke maatregelen de eigenaar neemt en plant om die doelstellingen te bereiken.

Deze juridische pirouette werd noodzakelijk door de strategie van het fait accompli. Na de realisatie blijkt nu uit de feiten dat de al van bij het begin aangekondigde problemen inzak commercieel aanbod mobiliteit effectief problemen zijn. Toch wordt de milieuvergunning onderweg nog eens aangepast. De angst voor de vernietiging van de vergunning door de Raad van State is hierbij dus de voornaamste raadgever.

Of deze aanpassing voldoende zal zijn, is nog de vraag. De Brusselse regering zou beter voorwaarden eisen en creëren die een duurzame mobiliteit op en rond de site effectief mogelijk maken. Dit om ervoor te zorgen dat het aandeel van de klanten die het winkelcentrum bezoeken met de auto effectief maximaal 50% wordt. Dit kan bv. door de tarieven in de parkeergarages te verhogen en door extra investeringen in het openbaar vervoer en fietsinfrastructuur te doen.

Deze ervaring moet nauwlettend worden onderzocht om te zien in welke mate de algemene beloften van het project (mobiliteit, handelsaanbod, ...) wel zijn vervuld. We moeten hier lessen uit trekken voor toekomstige beslissingen omtrent nieuwe winkelcentra; het shoppingproject NEO op de Heizel ligt maar een steenworp verder en de bezorgdheden zijn daar grotendeels dezelfde. Ook bij het derde winkelcentrum-project in het noorden van Brussel schorste de Raad van State de milieuvergunning ... vanwege de geprojecteerde mobiliteitsproblemen.

Het wordt tijd dat de overheid maatregelen neemt die een ​​goede mobiliteit garanderen en lessen trekt voor toekomstige commerciële ontwikkelingen.

Perscontacten:
ARAU: Isabelle Pauthier, 0477 330378
IEB: Claire Scohier, 0473 667505
BRAL: Steyn Van Assche, 0498 132586
BBL: Erik Grietens, 0474 406394
ACV-CSC Brussel: Benedict Dassy 0498 51 89 15
UCM: Antoine BERTRAND, 0494 25 44 78
UNIZO Vlaams-Brabant & Brussel: Anton Van Assche 0478 44 41 19
Beweging.net Halle-Vilvoorde: Pieter-Jan Mattheus, 0474 84 96 72

Hoe kunnen de vele bottom-up initiatieven in Brussel meer samenwerken? Hoe zorgen we ervoor dat we niet in competitie met elkaar staan maar aan co-creatie doen? Zijn initiatieven als Civic Innovation Network of ‘Belgique, Mode d’emploi’ van het collectief Dewey  een antwoord op deze vraag of creëren we hiermee juist een digitale kloof tussen de inwoners van Brussel die wel en niet toegang hebben tot het internet? Over deze vragen bogen we ons zaterdag 13 mei 2017 tijdens de workshop “Mise en Réseau/netwerken”, op de Bijeenkomst voor bewonersinitiatieven/Rencontres des Initiatives Citoyennes.

Klik hier voor enkele foto's van de netwerkdag 'FOrum des initiatives citoyennes'. 

Initiatieven zoals Deweys ‘Belgique, Mode d’emploi ‘et les Consommateurs Responsables (RCR) brengen verschillende burgerinitiatieven in kaart, elk met een eigen invalshoek of focus. De website ‘Selfcity’ is nog een andere manier om initiatieven “in kaart te brengen”. Blogposts, teksten en foto’s geven zichtbaarheid aan een wat er leeft op het vlak van burgerinitiatieven in het Brusselse landschap. Iedereen die wilt kan hier zijn bijdrage leveren.

Hoe verhouden deze initiatieven zich dan tot bijvoorbeeld Civic Innovation Network. Dit ‘netwerk’ wil ook verschillende actoren (burgers, privé, middenveld, startups, administraties, vrijwilligersorganisaties) uit Brussel samenbrengen en probeert aan de hand van “joint ventures” nieuwe samenwerkingsverbanden te laten ontstaan rond specifieke thema’s zoals: de toekomst van werk, stadsontwikkeling, politiek …. Het doel: de lokale economie sterker maken en het sociale netwerk fijnmaziger. Heb je de zeven verschillen al gevonden met Dewey, Selfcity of RCR?

Aan de hand van korte presentaties en een hands-on workshop willen we op het einde van de dag een aantal concrete afspraken gemaakt hebben om met samenwerkingsverbanden (joint ventures) aan de slag te gaan. Op naar een duurzamer burgerbeweging voor Brussel!

En dan zijn er nog de ‘Dialogues en Humanité’. Dit initiatief   komt van het collectief ‘Les Compagnons de la Transition’ uit Watermaal-Bosvoorde maar moet de komende drie jaar op gewestelijke schaal mensen samenbrengen over allerlei thema’s “die ons als mensheid aangaan”: zoals: de zorg voor de natuur, zorg voor elkaar, armoede bestrijding en het voorkomen van natuurrampen. Door met elkaar in dialoog te treden hopen ze een grotere en sterkere burgerbeweging op gang te krijgen die een impact heeft op het politieke landschap.

Alle info over de Burgerbijeenkomst.brussels.

Contact

BRAL- stafmedewerkers Toha De Brant en Piet Van Meerbeek

De foto's op Flickr zijn van BRAL-stagiaire Cyriel Kaviani