Verkeer is geen water. Deel 2: het aanzuigeffect in verkeersmodellen

14/07/2021
Aperçu Lucio-Cressatti-123-18814742_1440925695957633_6081336871105249549_o.jpg
Aperçu Florence-Lepoudre-Beaulieu-2.jpg
Aperçu 13951501927_9a93d3ebf2_h2.jpg

Al dat bijkomend asfalt en de lengte van de file neemt alleen maar toe? Hoe kan het dat regeringen noch deskundigen dat effect hebben zien aankomen? Het blijkt dat in het algemeen slechts een klein deel van het aanzuigeffect in de officiële studies over wegcapaciteit wordt berekend.

Al dat bijkomend asfalt en de lengte van de file neemt alleen maar toe? Hoe kan het dat regeringen noch deskundigen dat effect hebben zien aankomen? Het blijkt dat in het algemeen slechts een klein deel van het aanzuigeffect in de officiële studies over wegcapaciteit wordt berekend.

Transport & Mobility Leuven (TML) deelde ons mee welke soorten aanzuigeffect er zijn en hoe men dit meeneemt in computermodellen. Het moet gezegd dat dit uiteraard complexe materie is om te berekenen. Desalniettemin is wat TML ons wist te vertellen ontluisterend.

Verschillende vormen van aanzuigeffect en hoe ze meegenomen worden in computermodellen:

  1. Andere routes: als het vlotter gaat op de snelweg, zullen sommigen hun route naar het werk verschuiven, weg van het onderliggend wegennetwerk. Dit is een belangrijke vorm van ‘aanzuigeffect’ die toch positief kan zijn: het kan bijvoorbeeld leiden tot minder sluipverkeer door dorpscentra, woonstraten en langs scholen.
  2. Andere tijdstippen: als het vlotter gaat op de snelweg, dan moeten mensen niet meer zo vroeg opstaan, en kunnen ze later vertrekken naar hun werk.
  3. Andere vervoersmodi: mensen die nu met de trein gaan, grijpen bijvoorbeeld terug naar de auto.
  4. Andere bestemmingen: mensen die het bijvoorbeeld te druk vonden om in Brussel te gaan winkelen, zien dat nu ineens terug zitten. Ze doen dat in plaats van te gaan winkelen in de eigen stad.
  5. Nieuwe verplaatsingen: mensen nemen bijvoorbeeld een job aan ver van huis of verhuizen verder weg van hun werk.

 Factor 1 wordt altijd meegenomen in verkeersmodellen. Factor 5 meestal niet.

Factoren 2 tot 4 kunnen met de nieuwe generatie verkeersmodellen meegenomen worden. Dit vraagt echter heel veel rekenwerk en het gebeurt nog altijd niet standaard. Vaak staat er ook niks over in de lastenboeken waarmee overheden studies bestellen. De meeste ambtenaren vertrouwen gewoon op het studiebureau. (1)

(1) Emailverkeer met Transport & Mobility Leuven, 26/06/2021

Lisez aussi

  • Afbeelding
    Financiële steun voor afbraak Zuidpaleis
    Mobilité

    Appel à soutien financier pour le recours contre la démolition du Palais du Midi

    Le 12 mars, une ordonnance d'urgence a été approuvée par le Parlement bruxellois afin d'obtenir une démolition accélérée du Palais du Midi. Bea Suys, membre du BRAL, a fait appel et cherche maintenant une aide financière pour payer les frais d'avocat. 

  • Afbeelding
    Metro 3 PPS
    Mobilité

    Métro 3 : le PPP, une très mauvaise idée

    Le 24 mai dernier, le ministre bruxellois des Finances annonçait avoir demandé à la Banque européenne d’investissement (BEI) d’étudier l’opportunité d’un PPP (partenariat public-privé) pour financer le Métro 31. IEB, l’Arau et le Bral s’opposent fermement à cette piste de financement et demandent la mise en œuvre du Prémétro+, une alternative au Métro 3.

  • Afbeelding
    Stad op Kindermaat
    Mobilité

    Bruxelles aux enfants : manifeste pour une ville enfants bienvenu-e-s !

    À l’occasion de la journée internationale de la protection des droits des enfants et des 35 ans de la Convention Internationale des Droits des enfants, une coalition d’associations publie un manifeste pour revendiquer une ville à hauteurs d’enfants, respectueuse de leurs droits.