EU-luchtkwaliteit: follow the science!
Het voorstel van de Europese Commissie voor de nieuwe luchtkwaliteitsstandaarden in de EU ligt niet in lijn met de meest recente wetenschappelijke inzichten. We roepen de lidstaten op om bij te sturen.
Het voorstel van de Europese Commissie voor de nieuwe luchtkwaliteitsstandaarden in de EU ligt niet in lijn met de meest recente wetenschappelijke inzichten. We roepen de lidstaten op om bij te sturen.
Zoals we eerder aankondigden, kwam de Europese Commissie op 26 oktober 2022 met haar voorstel voor het nieuwe regelgevende kader inzake luchtkwaliteit, de zogenaamde ambient air quality directive (AAQD). De oude regelgeving dateerde van 2008, en het is een understatement om te zeggen dat deze niet erg up-to-date was met de huidige wetenschappelijk inzichten over de impact van luchtkwaliteit op onze gezondheid. Experts tonen immers meer en meer aan dat er geen veilige ondergrens bestaat voor luchtvervuiling.
Gapend gat tussen EU-voorstel en gezondheidswetenschap
Het goede nieuws is dat de Europese Commissie een zero emission policy voorstelt. Alleen prijkt daar het jaartal … 2050 op. Het slechte nieuws is dus dat de Commissie de zero emission met deze AAQD-hervorming nog niet (of pas in 28 jaar) gehoord wil hebben. Er blijft daardoor een enorm gat gapen tussen wat gezondheidswetenschappers zeggen en wat er op EU-niveau van kracht zal zijn.
Zo stelt de hernieuwde AAQD een jaargemiddelde van 20µg/m³ voor NO2 als wettelijke norm voorop. Dit laat het dubbele toe van wat de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) vorig jaar als aanbeveling formuleerde. Hetzelfde geldt voor fijn stof (PM2,5). Het voorstel van de Commissie spreekt hier van een norm van 10µg/m³, terwijl de WGO 5µg/m³ vooropstelt.
De normering is één ding. De afdwingbaarheid een andere. Als we weten dat de vorige normen eigenlijk al in 2010 dienden gerespecteerd te worden, dan duidt dat op een serieus probleem. Want het moge duidelijk zijn: op vele plaatsen in Europa halen we zelfs de huidige normwaarden niet. De voorbije jaren zijn er hieromtrent een heel scala aan rechtszaken geweest. Zo ook in Brussel. Veelal gingen die over het al dan niet vaststellen van de overtreding (hoe en waar meten) of over het al dan niet tekort schieten van het beleid (impactberekeningen van vooropgesteld beleid). Slechts in een aantal gevallen dwong de rechter de overheden ook tot concrete maatregelen.
Men zou dus verwachten dat de nieuwe regelgeving de afdwingbaarheid zou bijsturen, door beter wettelijk te verankeren wat de verplichtingen van de overheden zijn en daar ook duidelijke sancties tegenover te plaatsen. Quod non. Zoals Client Earth opmerkte, dreigen bestaande of nieuwe standaarden gewoon een lege schelp te blijven.
Brussels gewest kan de dans leiden
Dit voorstel zal nu naar de Europese Raad van bevoegde ministers gaan. Hier komen de nationale belangen in het spel. Dat worden dus bijzonder moeilijke onderhandelingen. De uitdagingen in West-Europese steden (zoals Brussel) zijn van een andere orde dan in Oost-Europa. Daar is immers een groot probleem op het vlak van fijn stof, terwijl wij hier eerder met een stikstofprobleem kampen. Het gevaar is reëel dat verschillende lidstaten voor verschillende substanties op de rem gaan staan, en dat dit voorstel nog sterk verwatert.
Het goede nieuws is dat het Brussels Gewest heeft verkondigd om in deze discussie op de lijn van een harmonisatie met de WGO-normen te zitten. Hopelijk krijgt minister Maron ook zijn Vlaamse en Waalse collega’s hiervan overtuigd. Als BRAL schreven we al –samen met een coalitie van milieu- en gezondheidsorganisaties- de bevoegde ministers in alle gewesten aan.
De boodschap is duidelijk. De herziening van de AAQD is nodig. Maar opnieuw heeft de EU koudwatervrees. De wetenschappelijke onderbouwing van de gezondheidsimpact van luchtvervuiling is overweldigend. Hierover mag geen compromis gesloten worden.