Braldossier: Prille liefde tussen Brussel en Vlaanderen?

29/01/2010

Brussel-Vlaanderen: prille liefde?

In het verkiezingsjaar 2009 wezen de talrijke beleidsnota’s, regeringsakkoorden en intentieverklaringen nadrukkelijk op de noodzaak tot intergewestelijke samenwerking tussen Brussel en Vlaanderen. Toen moest Zennegate nog komen. Bral zet alle voornemens op een rij.

Samenwerken is hét sleutelwoord voor de toekomst van Brussel. Dat stond al in de slotnota van de Staten-Generaal van Brussel, waar ook Bral aan meewerkte: “We stellen […] voor om enkele acties uit te werken, beperkt tot een of twee bevoegdheden, waarbij een win-win situatie voor beide partijen duidelijk kan worden vastgesteld en erkend. Het is omwille van slaagkansen aangewezen om voor elke actie een werkwijze te bepalen die tegelijk zo eenvoudig en efficiënt mogelijk is, evenals de verschillende partijen die rond de tafel moeten zitten en de relevante geografische zone ”

De politieke nota’s en akkoorden van 2009 (zie uittreksels in cursief hieronder) hebben vooral betrekking op de samenwerking tussen Brussel en zijn hinterland. Ofte - als het even mag - eerst en vooral tussen Brussel en de Vlaamse Rand. De neuzen staan in dezelfde richting, alleen is het nog wachten op iemand die de eerste (structurele) stap zet. Het ad-hocoverleg tussen de ministers van Leefmilieu na de Zennecrisis is hopelijk slechts het begin.

Dat de Brusselse regering de urgentie inziet is rechtstreeks af te leiden uit de regeringsnota over het nieuwe Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO), “een stadsproject dat de grote prioriteiten voor 2020 en 2040 vastlegt”. Die nota is nog geen twee maanden na de regeringsverklaring van 21 oktober al klaar. Een doortastendheid die wij niet gewoon zijn.

Nationaal Opvolgings- en Begeleidingscomité

We staan even stil bij het hoofdstukje ‘methodologie’ van die nota. Daarin staat dat er, wanneer de krachtlijnen van het GPDO gekend zijn, een Nationaal Opvolgings- en Begeleidingscomité wordt opgericht. De Brusselse minister-president was in zijn beleidsverklaring nog iets concreter. In het comité moeten “de verschillende Gemeenschappen en Gewesten vertegenwoordigd zijn”, aldus Charles Picqué. Zo’n comité zou zelfs ambitieuzer zijn dan wat de Staten-Generaal van Brussel naar voren schuift.

Voor dat nationaal begeleidingscomité mogen dan wel geen nieuwe juridische structuren nodig zijn, de ambitie is zeer groot. Het zal er op aan komen aan heel duidelijke agendasetting te doen en binnen dat comité heel concrete dossiers aan te duiden en doelstellingen te formuleren.

Dossiers à gogo

Er zijn genoeg dossiers die zich vandaag al aandienen: de plannen voor de shoppingcentra in het noorden van Brussel en de Rand; de ontwikkeling van de Heizelvlakte (naast en ín Vlaanderen); de verbreding van de Brusselse Ring; …

En Vlaanderen werkt ondertussen ook druk verder aan het Strategisch Actieplan voor Reconversie en Tewerkstelling (START) voor de luchthavenregio; het Gewestelijke Express Net (GEN) en de afbakening van Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB). Brussel wil dan weer niet te lang wachten op een multifunctioneel stadion en een uit de kluiten gewassen congrescentrum. Beiden in het noorden van Brusssel.  

Aangezien de domeinen ruimtelijke ordening, mobiliteit en leefmilieu per definitie geen grenzen kennen, wordt het dus vooral de oefening van “Welk dossier, binnen welke grenzen en in welke samenwerkingsstructuur?”. Hopelijk hoeven we niet te wachten op nog een ecologische ramp voor hier duidelijkheid over komt.

Brussels regeerakkoord 2009-2014 (18 juli 09)

“Gelet op de strategische rol van Brussel voor het hele land zijn nauwe samenwerkingsverbanden tussen Brussel en zijn hinterland van essentieel belang, zowel voor de inwoners van Brussel als deze van zijn rand. Deze betrekkingen zijn inzonderheid belangrijk op het vlak van het economisch beleid, het sociaal beleid, de ruimtelijke ordening, de mobiliteit en het leefmilieu.”

Vlaams regeerakkoord 2009-2014 (15 juli 09) (A) en de Beleidsnota Vlaamse Rand 2009-2014 van Vlaams minister voor de Vlaamse Rand Geert Bourgeois (N-VA) (28 okt 2009)

“De samenwerking tussen Vlaanderen en Brussel op het vlak van ruimtelijke ordening [en mobiliteit; en werk (enkel in A)] wordt versterkt, aangezien dit beleidsthema over gewestgrenzen heen een impact heeft. De sociaaleconomische belangengemeenschap Brussel-Vlaanderen moet structureel versterkt en uitgebouwd worden. Dat kan gebeuren in het kader van een breed samenwerkingsplatform tussen Vlaanderen en Brussel, waarbij niets verandert aan de grenzen of aan de eigen bevoegdheden van de betrokken overheden, maar waarbij er op een gestructureerde wijze wordt samengewerkt rond concrete projecten [inzake ruimtelijke ordening en mobiliteit; en werk (enkel in A)].” (p.19)

Verslag en aanbevelingen op basis van stadsregionale gesprekken, studie uitgevoerd in opdracht van Vlaams minister van Stedenbeleid en Wonen Philippe Muyters (N-VA) (31 mei 2009)

“Gezien de specifiek institutionele context ontbreekt het [in de Brusselse stadsregio] aan een grensoverschrijdende aanpak. Er is daardoor […] een stadsregionale concurrentie tussen stad en rand. […] In de context van de Brusselse stadsregio kan voor een verzakelijking van concrete dossiers op stadsregionaal niveau gepleit worden. […] In dergelijke verzakelijking moet het in principe mogelijk zijn om los te komen van de communautaire en bipolaire context. [..] Het is belangrijk dat een reeks van gewestoverschrijdende kleine voorbeelden worden gecreëerd van samenwerking op gemeentelijk niveau.” (p.41)

Beleidsnota Brussel 2009-2014, Vlaams minister voor Brussel Pascal Smet (26 okt 09)

“De samenwerking tussen Vlaanderen en Brussel voor de gewestmateries wordt versterkt in het bijzonder op het vlak van mobiliteit, ruimtelijke ordening en werk. […] Dat kan gebeuren in het kader van een breed samenwerkingsplatform tussen Vlaanderen en Brussel, waarbij niets verandert aan de grenzen of aan de eigen bevoegdheden van de betrokken overheden, maar waarbij er op een gestructureerde wijze wordt samengewerkt rond concrete projecten. Ik zal deelnemen aan de ontwikkeling van een samenwerkingsmodel rond Brussel, waarvoor onder impuls en coördinatie van de Minister-President een aanzet zal gegeven worden.”

Intentieverklaring GPDO (dec 2009)

“Er dient tevens een formule uitgewerkt te worden op grond waarvan de samenwerking met de andere twee Gewesten kan verlopen, met het oog op de bepaling van een gecoördineerde strategie voor de ontwikkeling van het Brussels grootstedelijk gebied en in het bijzonder om uit te maken op welke vlakken de drie Gewesten er baat bij hebben samen te werken, zonder evenwel voorbij te gaan aan de concurrentielogica die op bepaalde gebieden speelt.”

Zie ook: www.statengeneraalvanbrussel.be en www.docu.vlaamserand.be.

Dit is het hoofdartikel van onze Alert januari 2010.
Foto - Copyright: vzw De Rand

Lees ook