Brussel uit de grond
Het ijzeren hek dat de Beurs doorgaans beschermt tegen nieuwsgierigen stond open. Zaterdag kon je als Brusselaar zomaar binnen lopen. Waarom? Omdat Brussel Stad “via uitwisseling, overleg en dialoog wil rekening houden met jullie verwachtingen, wensen en noden, om zo de Brusselaars in het hart van het participatief beleid van de stad te plaatsen.” BRAL was erbij.
Zaterdag 16 juni, de Beurs
Het ijzeren hek dat de Beurs doorgaans beschermt tegen nieuwsgierigen stond open. Zaterdag kon je als Brusselaar zomaar binnen lopen. Waarom? Omdat Brussel Stad “via uitwisseling, overleg en dialoog wil rekening houden met jullie verwachtingen, wensen en noden, om zo de Brusselaars in het hart van het participatief beleid van de stad te plaatsen.” BRAL was erbij.
In het hart van de hoofdstad staat een prachtig neorenaissance gebouw. Het Beursgebouw straalt klasse en rijkdom uit. Het is zonder meer een plek die zou moeten openstaan voor Brusselaars, elke dag van het jaar, maar of het de geschikte plek was voor een laagdrempelige ontmoeting is nog maar de vraag. De zwartgeklede, vriendelijke bewaker - die al de trappenzitters wegjoeg-, was niet meteen een hartverwarmend welkomstcomité. Diezelfde trappen, al waren ze dan mensenvrij, waren dan weer een obstakel voor mensen met een verminderde mobiliteit.
Ik vond mijn weg naar binnen, gewapend met een naamkaartje en een headset voor de simultaanvertaling van de ‘plenumgesprekken’. U hoort het, dit was een conferentie. Zonder meer vol goede bedoelingen, en het schept zeker hoop voor een nieuwdemocratische toekomst, maar het bleef een conferentie. Zo’n conferentie heeft heel wat ongeschreven regels. Wat doe je als deze regels je niet eigen zijn? Durf je dan binnenlopen om mee te doen aan een discussietafel, workshops?
Talent in een korset?
Ons eigen groepsgesprek was boeiend, en duidde aan dat mensen zelf nadenken, dat de aanwezige Brusselaars zelf een beeld hebben van waar ze naartoe willen met hun stad. Ons gesprek ging over het talent van de Brusselaar, en hoe een overheid dit talent zou kunnen gebruiken. Na een korte voorstelling van onze ervaringen in Matonge en andere wijken was het tijd om te brainstormen.
Al rap rezen de vragen ‘Wie gaat dat betalen?’ en ‘Hoe?’. Hoe past een echt bottom-up project dat vaak begint met niet meer dan een ‘idee’ binnen het toch wel rigide kader van een overheidssubsidie? Dezelfde vraag kan je stellen over participatie. Hoe past het betrekken van iedereen binnen het rigide kader van een overheidsinstelling. Oftewel: hoe krijgen we de burgers naar boven en vooral hoe krijgen we het bestuur naar beneden? Luisteren, veranderen en respecteren lijkt de boodschap. Maar het begint allemaal met een idee.
Net daarom was dit participatie-initiatief lovenswaardig te noemen. Net daarom we willen wij graag meer van dit. Volgende keer ietwat laagdrempeliger. Maar ze hoeven het maar te vragen, Brusselaars genoeg die het bestuur willen helpen. Alvast, dat is wat ik meeneem uit deze zaterdag in ‘t centrum van de prachtigste Stad op aarde.
Christiaan Vansteenkiste