Communiceren in een veranderende stad

01/12/2014
Preview milieutelx.png

BRAL wil impact hebben op Brussel. Dat wil zeggen dat we er alles aan doen om – we zijn ambitieus – iedereen ervan te overtuigen dat het mogelijk is om van Brussel een betere en duurzamere stad te maken. Om dat te bereiken moeten we onze visie zo efficiënt en gericht mogelijk verspreiden en verkopen. En moeten we die visie ook aftoetsen en confronteren met andere visies. Dat heet communicatie. Omdat Brussel snel evolueert, dringen er zich ook een aantal verschuivingen op in de BRAL-communicatie.

We vernieuwen onze communicatie dus niet zomaar, maar uit noodzaak. Wat niet wil zeggen dat we niet goed bezig zijn natuurlijk. Laat ons onszelf even bewieroken: Bral maakt inhoudelijk sterke analyses, bouwt expertise op rond Brussel en is een officiële en gerespecteerde gesprekspartner van de overheid. Hierbij werken we dagelijks op het kruispunt van verschillende gemeenschappen (FR-NL), organisaties en thema’s.
Dat werk, die interacties, brengen we naar buiten via de website, onze elektronische nieuwsbrief, publicaties, Alert, aanwezigheid op debatten, etc.

Hoe doen we het nu ?

Na analyse van al die communicatiemiddelen bleek dat we onvoldoende een onderscheid maken tussen de specificiteit van de doelgroepen enerzijds en de specificiteit van de communicatiemiddelen anderzijds. Onze elektronische nieuwsbrief vertrekt bijvoorbeeld naar tweeduizend mensen. Maar zijn dat wel de mensen die geïnteresseerd zijn in de aangekondigde debatten of aangeleverde analyses? Je weet ook nooit zeker of de digitale versie van een nieuwe publicatie of Alert-artikel ook echt gelezen wordt door de mensen waarvan wij willen dat ze die lezen.

Tijd voor gerichtere communicatie dus: welke communicatiemiddel gaan we prioritair inzetten om wie te bereiken en waarom? Wie moet onze elektronische nieuwsbrief lezen, gaan we onze Facebook-pagina beter uitbouwen, tot wie richten we ons eigenlijk met Alert... en last but not least: wie hebben we nodig om ‘ons Brussel’ te realiseren maar bereiken we niét met onze huidige communicatie? Deze vragen – en dan vooral die laatste – hebben we vandaag beantwoord en vertaald in een nieuw communicatieplan.

Niet (meer) ééntalig Nederlands

De details besparen we jullie, maar grosso modo communiceren we vanaf 2015 naar volgende groepen: naar ‘de Brusselaar’ (in al zijn diversiteit), naar onze achterban (leden en sympathisanten), naar beleidsmakers en academici en naar andere (middenveld)organisaties. Die communicatie zal niet (meer) eentalig Nederlands zijn. Ze blijft vanzelfsprekend informatief maar dient wel meer aan te zetten tot dialoog en mobilisatie. Doel: Brussel en het gedrag van de Brusselaar veranderen. Te theoretisch? Dan volgt nu de praktijk.

"Désormais, notre comunication sera multilingue"

Bral heeft vanaf 2015 drie communicatiepijlers: papieren communicatie (publicaties, Bral-factsheet, jaarverslag), digitale communicatie (website, elektronische nieuwsbrief, persberichten, sociale media) en diversificatie (Bral gaat op het terrein en ontwikkelt nieuwe communicatiedragers). Een hele boterham. Aandachtige lezers merkten het direct op: ons magazine Alert komt niet voor in het lijstje. En het enigszins modieuze woord ‘diversificatie’ doet zijn intrede in het Bralvocabularium. We leggen uit.

Nog Alerter

Je favoriete tweemaandelijks magazine overleefde de herstructurering dus niet. We zullen echter nog wel degelijk tijd investeren in papieren publicaties. Die zullen wel niet meer met een vaste regelmaat verschijnen. En wat er zal verschijnen, zal afhangen van wat we ermee willen bereiken, wat de urgentie is en tot wie we ons richten. We mikken op 2 à 3 publicaties per jaar, met een herkenbare huisstijl maar niet in het strakke keurslijf van een magazine. Leden krijgen die publicaties opgestuurd en anderen kunnen zich abonneren.

Want we zijn ervan overtuigd dat het niet via onze papieren communicatie (alleen) is dat we Brusselaars en nieuwe doelgroepen gaan bereiken. Daarom maken we tijd en middelen vrij om nieuwe en andere werkmethodes uit te proberen en om meer op het terrein te gaan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een samenwerking met een school of een lokale theatergroep.

Goesting

Maar waarom willen nu per se een nieuwe doelgroep aanboren, waarom die fixatie op het verbreden van de basis? We doen dit niet zomaar om onze legitimiteit wat op te krikken. De ambitie ligt ergens anders: we hebben hen/jullie nodig (en jullie/zij ons?) om ‘ons Brussel’ te realiseren.

We kijken alvast uit naar de confrontatie met nieuwe ideeën en verwachtingen die deze verbreding ongetwijfeld met zich mee brengt. Als Brusselse stadsbeweging hebben we alleszins de ambitie om de complexiteit van Brussel te begrijpen, te gebruiken en te omarmen. Dus maken we daar best ook tijd voor vrij. Welkom op dit nieuwe Bral-avontuur.

Joost Vandenbroele