Memorandum BHG 2024-2029 - 1. Milieu & klimaat

26/06/2023
Preview memorandum-milieu-klimaat

De impact van klimaatverandering op onze steden is onmiskenbaar, zoals recent nogmaals overduidelijk aangetoond door het IPCC. Klimaatmitigatie en klimaatadaptie zijn meer dan nodig in Brussel. Hoe we onze ruimte invullen, is cruciaal om het hoofd te bieden aan de drastische veranderingen op vlak van temperaturen, water, droogte, biodiversiteit, … We moeten de plaats van natuur in de stad bewaken en versterken. We moeten plaats geven aan verwilderde natuur in de parken en op friches waar de Brusselaar in contact komt met de natuur.

Ook de luchtkwaliteit in Brussel moet nog beter. De Wereldgezondheidsorganisatie paste recent haar normen aan voor de kwaliteit van de buitenlucht om de gezondheid van de bevolking te beschermen.

Doorheen die gigantische aanpassingen is het nodig om iedereen in de stad aan boord te krijgen én te houden. Wat betekent levenskwaliteit voor iedereen in de stad van morgen? En hoe krijgt iedereen een goede levenskwaliteit in de stad? Eén manier om hieraan te werken is om Brusselaars aan te spreken, waarbij wij geloven in de kracht van burgerwetenschap.

  1. Het klimaat is een transversale bevoegdheid bij uitstek en moet meegenomen worden in alle beleidsdomeinen van de Brusselse Regering. Het Gewest neemt het voortouw om overleg en samenwerking tot stand te brengen met het maatschappelijke middenveld en alle betrokken administraties. Het Gewest stemt alle gewestelijke plannen op elkaar af.
  2. Klimaatbeleid moet rekening houden met de noden van de Brusselse wijken. Het Gewest maakt een klimaatbeleidsplan op maat van de wijken met duidelijke prioriteiten. Ze legt erin concrete budgetten en instrumenten vast die het Gewest én de gemeentes in staat stellen om concrete maatregelen te treffen rond klimaat op wijkniveau. De Regering geeft prioriteit aan wijken met lagere inkomens, waar veel noodkoop bestaat en waar huurders in precaire omstandigheden wonen. De nood aan renovatie en duurzame energievoorziening vragen om een aanpak op wijkniveau. Renovatie en energievoorziening worden nu nog te vaak overgelaten aan individuele burgers die zich een weg moeten banen in leningen- en premiesystemen. De Regering voegt daarom aan het Renolution-kader beleidsinstrumenten toe op maat van de Brusselse wijken zodat renovaties van woningen ook collectief kunnen worden georganiseerd. Dit kan zowel op basis van overheidsinitiatief als collectieve organisatievormen (bv. coöperaties, vzw's, …).
  3. De Regering engageert zich om binnen de kortst mogelijke termijn het doel te behalen dat de luchtkwaliteit overal onder 40 μg /m³ voor NO2 valt. Ze houdt hierbij rekening met het telemetrisch net, secundair meetnet en de modellen. De Regering maakt wetgeving die de WHO-normen van de luchtkwaliteit tot doel stelt (10 μg /m³ voor NO2) en stippelt een tijdspad uit om de normen te bereiken. Ze schrijft de Europese AAQD zo snel mogelijk in de wet.
  4. De Regering blijft inzetten op het secundair meetnet voor het meten van luchtkwaliteit en sensibilisering door het burgerwetenschapsproject ExpAIR verder te zetten. Ze houdt in haar beleid rekening met de ongelijke verdeling van schone lucht en zet zich in om deze te verbeteren. Sensibilisatiecampagnes over de link tussen luchtkwaliteit, gezondheid en mobiliteit moeten proberen de gehele bevolking te bereiken en extra inzetten op groepen die we nog minder hebben gehoord in dit debat.  
  5. Brussel doet aan geïntegreerd waterbeheer. Het Gewest maakt ruimte voor water vanuit een globale, ruimtelijke visie. Het Gewest zet niet enkel in op stormbekkens, maar vooral op geïntegreerd regenwaterbeheer met participatie en cocreatie met burgers en middenveld.
  6. De Regering stelt een kaderordonnantie op met de belangrijkste doelstellingen, definities en instrumenten voor geïntegreerd bodembeheer, d.w.z. voor behoud, bescherming en herstel van de bodem.
  7. Brussel heeft nood aan een ambitieuze onthardingspolitiek. De Regering verhardt maximum 30 hectare per jaar tegen 2028 en 0 hectare per jaar vanaf 2029.
  8. De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV), het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) en het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) nemen alle nodige maatregelen op om de verbindingszones, de centrale zones en de ontwikkelingszones van het Ecologisch Netwerk van Brussel, met inbegrip van de binnengebieden, te beschermen en integreren de Biologische Waarderingskaart (BWK).
  9. Via gedifferentieerd beheer verwilderen de Brusselse parken. Bepaalde zones worden afwisselend overgelaten aan de natuur, wat de biodiversiteit ten goede komt. Netjes afgereden gazon verandert in bloemenweides. Eens de mens ergens wegtrekt, ontstaan er kleine friches. Samen met de natuurverenigingen wordt er aan evolutief beheer gedaan om die tijdelijke natuur te vrijwaren.
  10. Burgerwetenschap is een belangrijke methode om samen met burgers te werken rond klimaatproblemen. Net zoals voor luchtkwaliteit gebruikt de Regering deze methode om aan bewustwording en kennisopbouw te doen en om naar oplossingen te zoeken. Zo stimuleren we de cocreatie tussen burgers, experten, en beleidsmakers.

Inhoud memorandum BHG 2024-2029

1. Milieu & klimaat

2. Mobiliteit

3. Stedenbouw

4. Stedelijke democratie