Memorandum BHG 2024-2029 - 4. Stedelijke democratie

26/06/2023

Het versterken van de stedelijke democratie is van cruciaal belang voor de toekomst van onze stad. Als mensen mee aan tafel zitten, zal het beleid beter afgestemd zijn op hun noden. Als meer stemmen gehoord worden in het publieke debat en beleid, komen die met creatievere en inclusievere ideeën en voorstellen

Al te vaak echter komen participatie en inspraak nog uit de lucht vallen, waarbij Brusselaars in korte ‘post it-sessies’ naar hun mening gepolst worden. De echte inspraak ontbreekt, omdat de krijtlijnen niet getekend worden en omdat de uitkomst vaak al is bepaald. Democratie is dan ook niet eenvoudig, het is telkens opnieuw zoeken naar wat werkt, en altijd streven om beter te doen. Conflicten kan je daarbij niet uit de weg gaan, maar maken essentieel deel uit van de stad.

De stedelijke democratie heeft vele lagen, waarbij heel wat procedures en instellingen betrokken zijn. We stellen hier een aantal zaken voor die te maken hebben met hoe Brusselaars inspraak krijgen in het stedelijk beleid op de thema’s die BRAL na aan het hart liggen - stedenbouw en stadsvernieuwing, mobiliteit, milieu en klimaat.
 

Aanbevelingen

  1. Meerstemmigheid en collectieve actie zijn essentieel voor een gezonde stedelijke democratie. De Regering waardeert en versterkt het werk van het ruime Brusselse middenveld. Hiervoor is er nood aan continuïteit in de financiering van het middenveld. In het bijzonder vragen we aandacht voor het middenveld dat werkt rond stedenbouw en stadsplanning, waarvoor er al jaren geen structurele financiering bestaat. De Regering gebruikt het bestaande erkenningskader (ordonnantie uit 2008)[1] om organisaties de mogelijkheid te geven financiering aan te vragen.
  2. Het opzetten en uitvoeren van beleid vraagt om een samenwerking en cocreatie met het brede Brusselse middenveld. Er zijn talrijke organisaties met een grote kennis van het terrein en met jarenlange ervaring in collectief sociaal en sociocultureel werk. Zij zien de kansen en talenten in de wijken van Brussel en weten waar mogelijke drempels bestaan. De Regering werkt in cocreatie met deze organisaties strategieën uit omtrent energie, renovatie, mobiliteit, klimaat, ….  Cocreatie start bij het begin van de beleidsperiode en wordt niet enkel ingeroepen om halverwege de besluitvorming gemaakte beslissingen af te toetsen.
  3. Adviesraden zijn sinds lang een platform waar verschillende representatieve organisaties overheden informeren. Sterke adviesraden betekenen ook sterke adviezen voor de Regering, waardoor ze beter beleid kan ontwikkelen. De Regering houdt rekening met deze adviezen en stuurt een gemotiveerd antwoord aan de adviesraden zodat duidelijk wordt wat er met de adviezen gebeurt.
  4. Het Gewest heeft nood aan een informatiepunt waar alle Brusselaars terecht kunnen om informatie te bekomen over de stedelijke ontwikkeling van Brussel, met het oog op de klimaatverandering. Nu is alle informatie nog te veel verspreid over verschillende instellingen, of blijft deze te veel verborgen in complexe pdf's. Daarom geeft de Regering opdracht om een Centrum voor Stedelijke Monitoring (Monitoring.Brussels) op te richten dat informatie verzamelt en op toegankelijke wijze ontsluit. Op basis van dialoog met het Brusselse netwerk van onderzoekers, experten, middenveld, administraties, … bepaalt het welke data daarbij essentieel zijn, en hoe die op regelmatige basis geactualiseerd kunnen worden.

 

[1] Ordonnantie met betrekking tot het subsidiëren van de verenigingen en de projecten ter verbetering van het stadsmilieu en het leefklimaat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 4 september 2008.

Inhoud memorandum BHG 2024-2029

1. Milieu & klimaat

2. Mobiliteit

3. Stedenbouw

4. Stedelijke democratie

Lees ook