Project TRAM 10: te veel plaats voor de auto

19/05/2022

BRAL, stadsbeweging voor Brussel, schreef een bezwaarschrift over de plannen voor een nieuwe tramlijn die Neder-over-Heembeek met het centrum verbindt. Conclusie: men wil niet kiezen en daardoor zal het project verkeersconflicten en een degradering van de publieke ruimte veroorzaken.

BRAL, stadsbeweging voor Brussel, schreef een bezwaarschrift over de plannen voor een nieuwe tramlijn die Neder-over-Heembeek met het centrum verbindt. Conclusie: men wil niet kiezen en daardoor zal het project verkeersconflicten en een degradering van de publieke ruimte veroorzaken.

  1. Over de ambitie

De ambitie om Neder-over-Heembeek beter bereikbaar te maken via het openbaar vervoer is lovenswaardig. Ook de keuze om dit met de tram – een aftakking van tram 3 – te doen is logisch.

Men belooft een directe verbinding met het centrum maar dit moeten we helaas met een korrel zout nemen. De huidige tram 3 rijdt momenteel effectief via het centrum (Beurs) vlot door tot in het zuiden van Brussel. In de toekomst zal er moeten overgestapt worden in Rogier.

  1. Over het traject

De keuze van het traject is verdedigbaar maar …. Het is om moeilijkheden vragen. Positief geformuleerd kan je het ook dapper noemen.

Vooral de passage van twee trambeddingen door de smalle François Vekemansstraat – de centrumstraat van NOH - is niet voor de hand liggend. Al is de passage door de Heembeekstraat ook niet van de poes. De beperkte breedte is relatief moeilijk te combineren met de hoge ambities van het project wat betreft het comfort voor de zachte weggebruiker, plaats voor water en de vergroening van de publieke ruimte.

De keuze van dit traject impliceert dat de tram vooral afgestemd is op lokale bediening en ontsluiting. Daarbij verdwijnen de commerciële snelheid en de bovenlokale functie een beetje naar de achtergrond. Men kan immers moeilijk verantwoorden om een tram op grote snelheid door een lokale straat te jagen.

Als men de voorkeur geeft aan commerciële snelheid en snelle verplaatsingen over langere afstanden, zou een tracé langs de Oorlogskruisenlaan logischer geweest zijn.

Als men de voorkeur geeft aan een lokale verbinding, kan men de tram in het stedelijk weefsel beter integreren met een T4000s, zoals men deed in Bordeaux (zie foto). Daar rijdt de tram door de voetgangersstraat met aangepaste snelheid.

  1. Over de consequenties (die niet getrokken worden)

Het huidige project wil de kool en de geit sparen door én de tram én auto’s én parkeerplaatsen te behouden. Omdat er geen echte keuzes gemaakt worden, is het improviseren geblazen om iedereen gelukkig te maken. Wel worden verschillende straten –waaronder de François Vekemansstraat - éénrichtingsverkeer. Eén tram zal in eigen bedding kunnen rijden maar de andere zal tussen de auto’s moeten rijden (en stilstaan).  

Eénrichtingstraten maken is een begin maar niet genoeg. Het was veel eenvoudiger geweest om de F. Vekemansstraat – dé centrumstraat van NOH - gewoon autovrij te maken (zie boven) en de meeste parkeerplaatsen weg te halen. Zo kan er echt werk worden gemaakt van een kwaliteitsvolle publieke ruimte, ruimte en comfort voor de zachte weggebruiker en plaats voor water en vergroening.

Waarbij er weliswaar moet rekening gehouden moet worden met de leveringen voor de handelaars en de bewoners.

De tram zal niet alleen de plaats moeten delen met rijdende auto’s. Ook het aantal parkeerplaatsen durfde men niet drastisch aan te pakken. Het lijkt erop dat men de toekomstige trambestuurders én buurtbewoners wil pesten door veel parkeerplaatsen te behouden die aan de andere kant van de rijrichting liggen. De automobilist die de ruimte deelt met de tram in één richting, zal dus de ‘trambaan in eigen bedding’ moeten oversteken om daar tégen de (tram)richting in te parkeren. Dat is vragen om tal van conflictsituaties. We zien dit al in de Van Ooststraat in Schaarbeek waar dit principe ook wordt toegepast. Trams die eigenlijk vlot in eigen bedding zouden moeten kunnen rijden, gaan op de rem moeten staan door mensen die hun parkeerplaats in- en uit rijden. Het vertragen en versnellen en bovenal het belletje van de tram zullen de omwonenden als “muziek” in de oren klinken.

Bovendien zullen er ook nog eens fietsers moeten rijden tussen de tramsporen. Want natuurlijk is er geen plaats voor fietsers. Fietsen tussen trams, tramsporen én auto’s is bepaald ontmoedigend voor mensen die met de fietskar hun kinderen naar school brengen. De politiek van geen keuzes willen maken, zorgt er trouwens ook voor dat een voetpad langs een school smaller wordt i.p.v. breder. Herkwalificatie van de publieke ruimte, iemand?

Schrap dus op z’n minst alle in de tegenovergestelde richting gelegen parkeerplaatsen en vermijdt conflictsituaties. Wat BRAL betreft, worden best gewoon àlle parkeerplaatsen geschrapt. Het is wel belangrijk om rekening te houden met bewoners die om historische redenen geen plaats hebben voor een garage. En om dit te kaderen in een ruimer parkeer- en mobiliteitsbeleid.

Ook in de Heembeekstraat zorgt het behouden van zo veel mogelijk parkeerplaatsen voor toekomstige conflictsituaties en een weinig ambitieuze landschappelijke visie.

  1. Aansluiting BrabantNet?

De aftakking vanaf de Tyraslaan richting de Bruynstraat bedient het militair hospitaal. Begrijpelijk op dit moment.

Het is echter jammer dat de heraanleg op de kruising Tyras/Bruyn geen optie openlaat om op termijn de tram te verlengen en even verderop aan te sluiten op de Ringlijn van het BrabantNet. Die wordt op termijn ook een tram met zelfde spoorbreedte als in Brussel.

BRAL vraagt dat hierover de lijnen met het Vlaams Gewest en meer concreet met de Werkvennootschap open worden gehouden.

  1. Varia

Maak van de waterpartij aan de Zavelput een échte permanente vijver met een rijke oevervegetatie en waterplanten. Het ‘riviertje’ ernaartoe kan dan weer uitnodigen tot een meer speels gebruik. Kan het geheel een rol spelen in de opvang van regenwater?

Wat de tramsporen betreft: zorg overal waar het enigszins kan – waar de tram een eigen bedding heeft en er geen fietsers rijden - voor een open bedding. Dat kan een interessant aanvullend vegetatietype opleveren (bijvoorbeeld grassen) én je vermijdt dat er toch auto’s over rijden. 

Op de syntheseplannen staat alvast een verhoopt depot voor elektrische bussen getekend op een stuk open ruimte naast een recent aangelegd busdepot. Dit is enigszins voorbarig. Er liggen nog andere pistes op tafel. Het depot in kwestie maakt geen deel uit van de vergunningsaanvraag. Hoe dan ook: deze zone maakt deel uit van een verassend waardevol, intergewestelijk open ruimtenetwerk, wat ook zo erkend wordt in de intergewestelijke studie ‘open ruimte’. Gelieve hiermee rekening te houden en twee keer na te denken vooraleer hier iets te ontwikkelen.  

Lees ook