Stadskanker RAC: hoe lang nog?

02/01/2012

Het Rijksadministratief Centrum (RAC) is vandaag een stadskanker van jewelste. Eén van de gebouwen op de site wordt dan wel klaargemaakt om de kantoren van de Federale Politie te huisvesten en de eerste appartementen zijn vergund, maar de toekomst van het grootste deel van de site is nog altijd onduidelijk. Onenigheid tussen Gewest en Stad Brussel ligt aan de basis.

Wat voorafging: in 2006 keurde de Brusselse regering het Richtschema Kruidtuin goed. Dat plan bevatte ‘richtlijnen’ over waar het met het RAC naar toe moest, maar heeft geen bindende of verordenende kracht. Het heeft wel een grote morele waarde. Dat blijkt vandaag opnieuw.

De RAC-site zou geen radicale transformatie ondergaan. Het Richtschema voorziet een valorisatie van het oude RAC. De toegangen moeten beter, het wordt een gemengde site, mét publieke voorzieningen, handelszaken, woningen etc. Belangrijk: het Richtschema stelde een project van ongeveer 136.500 m² voor. In het daaropvolgende BBP werd de limiet nog verhoogd tot 150.000 m² en dat terwijl het oude RAC 95.000 m² telde. Het Richtschema voorziet ook geen nieuwe toren naast de Pechèretuin (zie afbeelding - blok J). Een nieuwe woontoren mocht er wel komen, maar niet ter hoogte van en naast de tuin, wel naast de Esplanade (blok G).

Woningen, ja, maar waar?

Snel na het Richtschema volgde een regeringsbesluit (2007), dat de verdeling woningen/voorzieningen/kantoren vastlegde. De regering was het er over eens welke verdichting er op de site mocht komen. Alleen blijft het tot vandaag onduidelijk wààr en hoe dan wel verdicht moet worden. Zo schijnt niemand te weten waar het grootste deel van de verplichte 35% woningen (ongeveer 59.000 m²) moet komen. De komst van de 66.000 m² kantoren van de Federale Politie naar het Arcadengebouw (blok D&F) staat wel vast. Die werken zijn vandaag al bezig.

Op basis van het Richtschema en het regeringsbesluit werkte de Stad Brussel van 2007 tot 2010 aan een Bijzonder Bestemmingsplan (BBP) Pacheco. Dat plan moest het Richtschema verankeren en duidelijk bepalen wáár wát moest komen. Verschillende alternatieven werden gewikt en gewogen. Maar na het openbaar onderzoek vond het Gewest in 2010 dat het BBP op een aantal punten moest worden aangepast. En sindsdien gaat het niet echt de goede richting uit.

Wat wil het Gewest?

 

Een voorwaarde voor het Gewest om het BBP goed te keuren, luidde als volgt: “De dichtheid op de site moet verminderd worden (10.000 m² minder), waarschijnlijk via een lager, meer compact gebouw op de Pechèretuin, …” en de inplanting van die toren, de relatie met de tuin en met Pachecolaan moeten worden herbekeken. Ook de locatie en de grootte van een school, een speelplaats en collectieve voorzieningen moet opnieuw bestudeerd worden. En de plaatsen waar de trappen of liften tussen de Pachecolaan en de Esplanade komen (tussen de beneden- en bovenstad dus) dienen iets minder duidelijk afgebakend.

Voor die twee laatste punten werd wel een redelijke oplossing gevonden, maar de locatie van de woontoren … daar zijn ze nog altijd niet uit. Op Blok J of op Blok G? Het  Richtschema (dus het Gewest) valoriseerde de Pechèretuin en de groene wandelas langs de Pachecolaan door liefst geen hoge woontoren te zetten naast de tuin (blok J). Maar de 35% woningen moeten ergens komen. En voor het Gewest is dat (grotendeels) in een nieuwe landmarktoren ten zuiden van de Esplanade, als een soort antipode van de Financiëntoren. Het ontwerp BBP (dus de Stad Brussel) stond wel een toren naast de tuin toe. Het is die toren die de privé-eigenaar in 2010 alvast eens liet uittekenen door Studio Arne Quinze. Quinze – die ondertussen het schip heeft verlaten – doopte hem The Pechere Tower. Buurtbewoners hadden het liever over ‘de mierenhoop’ of ‘de Titanic’.

Stad versus Gewest

En daar wringt dus het schoentje. Het Gewest houdt vast aan ‘haar’ Richtschema. En dat strookt niet helemaal met de bepalingen in het BBP. Zonder grondige aanpassingen aan de gabarieten in Blok J dreigt de regering het BBP niet goed te keuren. Dit zou tot een totale blokkering kunnen leiden.
De vraag is waarom de regering niet eerder op haar strepen heeft gestaan en heel duidelijk heeft gezegd dat het zo’n BBP nooit zou laten passeren? Als lid van de begeleidingscomités bij de opmaak van het BBP, kon ze van bij het begin het BBP grondig bijsturen. Of had de Stad grondige argumenten om niet naar het Gewest te luisteren ? In elk geval zitten we nu met de gevolgen in de vorm van een gigantische stadskanker.

Welke oplossingen zullen worden gevonden om iedereen alsnog op één lijn te krijgen? En wat als dit niet tijdig lukt en de promotor toch vergunningen begint te aan te vragen?

Bral vraagt om niet te talmen en het BBP goed te keuren, liever vandaag dan morgen. Maar dan wel een BBP waar Stad én Gewest achter staan, en dat dus het Richtschema bevestigt. De bewoners van de Vrijheidswijk, de Bas-Fonds en Sint-Joost hebben recht op een duidelijk signaal van het beleid én op een gezellige en kwaliteitsvolle verbinding tussen de beneden- en bovenstad. De promotor heeft ook plannen. En willen we dat plan op zijn merites en zwaktes kunnen beoordelen, dan moeten Stad en Gewest nu overeenkomen.

Joost Vandenbroele - stafmedewerker stedenbouw

Lees ook