Verslag fietstour Schaarbeek Vorming

30/11/2021
Preview Startbeeld Schaerbeek Vorming.png
Preview kaart-schaarbeek-vorming.png
Preview natagoraaanhetwoord.jpg

Schaarbeek Vorming is een spoorwegknooppunt en voormalig vormingsstation ten noorden van Schaarbeek Station. Wat brengt de toekomst voor deze laatste giga-open ruimte in Brussel? BRAL trok op onderzoek met een keur aan topsprekers en 40 deelnemers. De volledige tekst vind je hieronder met de foto's helemaal onderaan. We maakten er ook een mooie pdf van waarin de afbeeldingen op de goede plek staan inclusief een kleine quizvraag. Aan jou de keuze :)

Schaarbeek Vorming is een spoorwegknooppunt en voormalig vormingsstation ten noorden van Schaarbeek Station. Wat brengt de toekomst voor deze laatste giga-open ruimte in Brussel? BRAL trok op onderzoek met een keur aan topsprekers en 40 deelnemers. De volledige tekst vind je hieronder met de foto's helemaal onderaan. We maakten er ook een mooie pdf van waarin de afbeeldingen op de goede plek staan inclusief een kleine quizvraag. Aan jou de keuze :)

Schaarbeek Vorming is een gigantisch, voormalig vormingsstation en spoorwegknooppunt net ten noorden van het station van Schaarbeek en ten westen van Haren. Wie de kaart al eens bekeek, beseft dat de afstanden te groot zijn voor een wandeling, dus verkenden we de site met de fiets. De tour was in mum van tijd volzet. Meer dan veertig deelnemers grepen de unieke kans om deze anders ontoegankelijke spoorwegsite te bezoeken en een aantal mysteries te proberen op te lossen. We zetten hier de belangrijkste lessen op een rijtje. Een verslag!

Inleiding  

Het terrein wordt nog altijd gebruikt als was- en onderhoudsplaats voor treinen. In 2011 was een deel van de site nog de gedoodverfde locatie voor een nationale voetbaltempel. Maar daar vonden we in het richtschema Schaarbeek Vorming uit 2013 al niets meer van terug. De centrale spil van dat plan was een logistiek centrum dat verbonden was met het water en het spoor. En toen werd het stil. Het enige zekere was dat het Fonds voor spoorweginfrastructuur (FSI) nog altijd 40 hectaren van het terrein te koop stelt. De NMBS en Infrabel (voor 2005 nog gewoon samen de Nationale Maatschappij der Belgische Sporen) blijven eigenaar en gebruiker van de rest van de site. De eerste kaart geeft een overzicht van de site en haar eigenaars. De huidige discussies gaan vooral over het blauwe stukje.

Na een lange windstilte leek er dan toch iets te bewegen en lazen we deze opvallende quote in het regeerakkoord (2019-2024): “De Regering zal ook een algemene studie opstarten over de mogelijkheid om de Zenne op het terrein van Schaarbeek-Vorming opnieuw bloot te leggen.” Waarbij al expliciet de link werd gelegd met de klimaatcrisis. Tijd voor een stand van zaken. Avanti! Of toch niet?

Een lichte paniek beroerde de gemoederen toen we onverwacht voor een gesloten poort stonden. Enkele telefoontjes later opende de poort zich gelukkig en fietste een gelukkige meute het beloofde land binnen.

  1. Perspective

Bovenaan een spoorwegtalud krijgen we een weids zicht op de omgeving. Niet alleen op het immense projectgebied zelf maar ook het aanpalende natuurgebied het Moeraske, de industrie langs het kanaal, Neder-over-Heembeek, het viaduct van Vilvoorde en de UP-site toren. Door maar enkele meters te klimmen, ligt een groot deel van de Zennevallei aan onze voeten. Hier krijgen onze eerste twee sprekers het woord.

Thomas Van den Boogaerde, Projecthouder Territoriale Strategie bij Perspective,  licht de ruimtelijke context en de belangrijkste beleidsintenties toe. Hij doet dat aan de hand van twee kaarten uit het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) en een schets uit het Beeldkwaliteitsplan (BKP) voor de kanaalzone.  Beiden zijn strategische visies – geen uitgewerkte plannen dus.

Logistiek & economische productie

In het GPDO uit 2018 is Schaarbeek Vorming een “grote strategische reserve” in Brussel, met logistiek en economische productie als voornaamste doel voor deze site. Die functie is nog niet gedetailleerd ingevuld, maar geldt als algemene richting voor haar ontwikkeling. De Haven van Brussel zal hier later dieper op ingaan.

Ecologische netwerk

Tegelijk erkent het GPDO de site als deel van een ruimer interregionaal groen netwerk. Check de pijltjes op de kaart. De ecologische waarde van Schaarbeek Vorming ligt niet alleen in de site zelf, maar ook in haar plaats binnen het bredere Brusselse ecologische netwerk en de linken met de omliggende gebieden. Dit geldt niet alleen in termen van hoe de site er nu bijligt maar ook hoe ze verder kan ontwikkeld worden om een belangrijke schakel in dat netwerk te worden.

Beeldkwaliteitsplan (BKP)

De ontwikkeling van Schaarbeek Vorming houdt ook rekening met het Beeldkwaliteitsplan (BKP), een plan dat de landschappelijke kwaliteit van de kanaalzone (en dus de Zennevallei) wil versterken. Ook binnen de vele ontwikkelingsplannen die ervoor worden opgesteld.

Terwijl landschappelijke kwaliteit (vroeger?) al eens gebruikt werd als glijmiddel voor fancy woonontwikkelingen aan het water, staat het behoud en betere integratie van productieactiviteiten meer en meer centraal.

Twee centrale ideeën van dit plan zijn de ontwikkeling van groene coulissen langs het kanaal (die 90° op het kanaal aansluiten) en het heropenen van de Zenne.  Die ‘coulissen’ kunnen ook zichtpunten op het water zijn zonder dat je per se tot aan de oever kan wandelen.

Er werd al wat nagedacht wat je zou krijgen als je deze principes zou toepassen op Schaarbeek Vorming en meer specifiek het gebied dat zal ‘vrij’ komen, de 40 hectaren die het Fonds voor Spoorweginfrastructuur aan het verkopen is. Het resultaat zie je op de derde kaart.

Belangrijk: dit is niet meer dan een eerste visie binnen het kader van wat men toen (2019) dacht hoe de site zich zou ontwikkelen. We zien hier wel voor het eerst de Zenne verschijnen en een schuchtere poging tot ‘coulissen’, ‘corridors’ of hoe je ook wil noemen doorheen het industriegebied. Kortom het is een begin. Leefmilieu Brussel pikte het vandaar op en krikte het ambitieniveau omhoog.  Daarover later meer.

Wat we leerden van Perspective

Er is op dit moment nog niets beslist over het invullen van de site. Er gebeurt nu vooral heel wat reflectie over de toekomst van Schaarbeek Vorming, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende dimensies die belangrijk zijn: economische ontwikkeling, milieu, mobiliteit, …

Concreter is wel dat de logistieke/industriële roeping wordt bevestigd én dat de omgeleide Zenne nu effectief deel uitmaakt van de lopende denkoefeningen en discussies.

Ze werken ook mee aan intergewestelijke denkoefening (zoals buda +). Als nieuwtje kregen we nog mee dat er aan een mobiliteitsstudie wordt gewerkt die probeert de gezamenlijke impact te bestuderen van alle lopende projecten rond de Ring in zowel Vlaanderen als Brussel.

Terzijde: op het terrein van Schaarbeek Vorming staan nog een aantal historische gebouwen: een bunker uit WO II en een slaapzaal van het verzet. De bunker is in 2019 erkend als erfgoed maar de slaapzaal met de muurschilderingen is dat nog niet. Een van de deelnemers deed dan ook een hartelijke oproep bij Perspective om ook dat gebouw te beschermen. 

  1. Natagora

Natagora is in Brussel heel actief rond het monitoren van en ijveren voor de versterking van de biodiversiteit, zoals o.a. op de Josasaphatsite. Sinds enkele maanden doen ze dit ook op Schaarbeek Vorming, onder impuls van enkele vrijwilligers.

Ook Amandine Tiberghien (Natagora) maakt de link van Schaarbeek Vorming met haar omgeving in het Gewest, als deel van een groter ecologisch netwerk. In Brussel is het ecologisch netwerk ingedeeld in drie zones, zoals beschreven in het Natuurplan: centrale zones (hoge biologische waarde), ontwikkelingszones (een gemiddelde biologische waarde of een hoge potentiële biologische waarde) en verbindingszones (site die door haar ecologische kenmerken de verspreiding of migratie van soorten bevordert).

Het Moeraske en het Walckierspark vlàk naast Schaarbeek Vorming hebben officieel de ‘hoogste’ status maar de site zelf heeft tussen de spoorwegbundel door zowel ‘ontwikkelingszones’ als ‘verbindingszones’. Aangezien veel planten en dieren zich langs spoorwegen (en zeker haar taluds) verplaatsen is het eigenlijk één zeer grote verbindingszone.  Naast de spoorwegen zijn natuurlijk ook het kanaal en Zenne belangrijke verbindende elementen. Wat soms verassingen geeft, zo broedt er een beetje verderop al aantal jaren een koppel kleine plevieren aan het kanaal op een parking voor vuilniswagens. 

Aangezien het onderzoek nog maar net begon, is er eigenlijk nog maar weinig geweten over de huidige biodiversiteit. Maar het is wel duidelijk dat er nu al een hoge biodiversiteit is en dat de potentie groot is. We zien nu al veel migrerende vogels, bijzondere insecten, planten en ook reptielen. Hagedissen zijn dol op de warme stenige omgeving.  Natagora schat dat er ongeveer 900 soorten zijn op en rond de site. De voorlopige lijst vind je hier. De talluds of spoorwegbermen verdienen een speciale vermelding omdat ze een grote ecologische waarde hebben.  

Veel spoorwegbermen herbergen een grote biodiversiteit en spelen een belangrijke rol bij de verspreiding van dieren en planten.

Ook de gebouwen op de site hebben hun waarde. Zo broedt er een koppel torenvalken in één van de gebouwen. En een beetje verderop aan het kanaal nestelt een enorme kolonie huiszwaluwen aan de CERES-fabriek. Zij komen ook jagen boven de site.

Natagora stelt een dynamisch beheer voor op sites als Schaarbeek Vorming, waarbij economische productie wordt afgestemd op de natuur die in deze sites aanwezig is. Dat kan o.a. gaan over tijdelijke aanpassingen in functie van de soorten die de site gebruiken als tijdelijke habitat. Denk hierbij aan putten in de grond die gebruikt worden als broedplekken. Tijdens de broedperiode kan het verkeer op de site omgeleid worden om deze plekken niet te verstoren. Ook kunnen we bepaalde habitats of landschapselementen (zoals bepaalde bomen of hagen) met rust laten of versterken. Amandine vermeldt ook het project "Life Quarries", dat de rol van steengroeven in gebruik als geschikte plaats voor bepaalde soorten in stand houdt.

In ieder geval zou zo snel mogelijk moeten geïdentificeerd worden welke zones op de site het gevoeligst zijn voor verstoring en welke zones veel potentie hebben voor verdere ecologische ontwikkeling. Uiteraard komen hier veel verschillende belangen samen: de uitbouw van het groenblauw netwerk, industriële ontwikkeling met dynamische beheer.

  1. Viabuild

Het bedrijf Viabuild is “gespecialiseerd in wegeniswerken, afbraak- en grondwerken, asfaltwerken, asbestverwijdering, burgerlijke bouwkunde en rioolrenovatie.” Op Schaarbeek Vorming verzamelen zij (beton)puin, asfalt, grond en zand die ze verwerken tot werkstof voor bijvoorbeeld wegenwerken. Dat levert o.a. materiaal op voor het leggen van funderingen en gezeefd zand. Momenteel hebben zij een concessie die loopt tot 2028. Hun ploeg bestaat een 4 à 5 werknemers, met in piekperiodes soms 10 werknemers.

Diederik De Pauw vult aan: "Circa 85% van het puin dat we verwerken komt uit het Brussels Gewest, en de gefabriceerde werkmaterialen worden ook bijna volledig gebruikt binnen Brussel. Gezeefd zand leveren we ook buiten Brussel (Wallonië, Nederland). Deze locatie is niet verbonden met het water maar een beetje verderop in Neder-over-Heembeek hebben we een locatie mét kaai om ook per schip te kunnen vervoeren." Wat een voorwaarde was voor het verkrijgen van de concessie aldaar.

Het werk van Viabuild op Schaarbeek Vorming vindt plaats in de open lucht, waarbij ze geen elektriciteitsaansluitingen hebben. Hun machines werken dus op dieselmotoren, die dan ook moeten beantwoorden aan de Brusselse NOx-normen. Er is dan wel geen elektriciteit, ze zitten hier graag. Niet alleen omdat het goed gelegen is maar ook omdat er genoeg plaats is en je er nog ouderwets veel lawaai kan maken. Voor sommige activiteiten is het een voordeel dat er geen woningen in de buurt zijn.

In België is wat Viabuild doet complex omdat elk gewest zijn eigen normen heeft. Waardoor wat in het ene gewest ‘afval’ is in het andere gewest een grondstof of gewoon grond is. En wanneer iets plots ‘afval’ is, moet er anders mee omgegaan worden. Met als pervers gevolg dat er al eens grond op de vrachtwagen naar een ander gewest wordt gezet wanneer blijkt dat die plots afval werd of niet meer bruikbaar voor een bepaalde toepassing.

Over grond gesproken: de zone waarbinnen ze werken bevat heel wat opgehoopte lagen grond, die niet door Viabuild zelf zijn opgehoopt. Om deze grond te verplaatsen is er heel wat budget en tijd nodig: er moet immers eerst een analyse van gemaakt worden en de nodige vergunningen moeten aangevraagd worden. In principe kunnen deze ‘terrils’ niet blijven liggen: om grond na 3 jaar te laten liggen is een aparte vergunning nodig omdat het dan als stortplaats beschouwd wordt (en dus niet als ‘stockage’ van grond).  De verwijdering en sanering van de grond kost bovendien veel geld. De eigenaar zou die kost kunnen afschrijven door een andere ontwikkeling van de site te kunnen overwegen.

Is het wel nodig deze ‘terrils’ helemaal te verwijderen? Natagora bemerkt hoe de “illegale” bergen ook ecologisch interessant kunnen zijn. Is er een creatieve oplossing mogelijk? Hoe dan ook, zo’n ‘terril’ brengt ook landschappelijke variatie. Een idee om mee te nemen in het landschappelijke plan dat nog moet opgemaakt worden?

Om grond of de bodem te behandelen als een bron of grondstof en niet als afval moet de wetgeving veranderen. De bodem
vormt de potentiële thuisbasis van complexe ecosystemen, diverse habitats en meervoudige interacties waarvan wij afhankelijk zijn. Ons nieuwe participatieve actieonderzoeksproject Super Terram zal dit onderwerp verder verkennen.

Diederik wijst er ten slotte ook op dat deze site vaak gebruikt wordt als illegale stortplaats, vooral in het weekend (als er niemand aanwezig is). Dat betekent dat er aan het begin van de week heel wat afval moet opgeruimd worden, o.a. ook asbestplaten. Ze gebruiken hun graafmachine in het weekend om de sluikstorters en plunderaars (koperdieven en benzineaftappers) een beetje de toegang te blokkeren, maar ze storten ook ervoor, helaas.

  1. Leefmilieu Brussel

Martin Ohsé werkt voor Leefmilieu Brussel, binnen het departement Water. Hij presenteert de visie van Leefmilieu Brussel voor Schaarbeek Vorming. Ook Martin maakt de link met de omgeving van Schaarbeek Vorming en de bestaande strategische plannen.

Schaarbeek Vorming is volgens Martin belangrijk voor verschillende redenen. Er is de landschappelijke waarde, haar plaats in het ecologische netwerk, haar recreatieve rol (actieve mobiliteit) en haar economische rol (bijvoorbeeld goederenvervoer/logistiek).

De site is ook belangrijk in het opvangen van water en de strijd tegen overstromingen, omdat we ervoor moeten zorgen dat in de stad van morgen water niet langer zomaar wegvloeit. Concreet betekent dit dat er moet nagedacht over de rol van de Zenne binnen dit gebied. De Zenne stroomt ca. 14 kilometer door Brussel, waarvan ongeveer 5 km nog zichtbaar zijn.

Een beetje noordelijker, naast het waterzuiveringsstation, werd de Zenne nog maar net voor een lengte van 200 meter open gelegd. Uit dit experiment kan er veel geleerd worden over de complexiteit van het openleggen van de Zenne. Er komt immers heel wat bij kijken, het gaat niet alleen over het herstellen van de waterloop, maar ook het aanleggen van ‘natuurlijke oevers’ (en hun rol in overstromingen) en de hopelijk heel gunstige impact op de aanwezige biodiversiteit. Je kan ook zien welke planten en dieren spontaan terugkomen en welke niet.

In zijn plannen bouwt Leefmilieu Brussel ook verder op het Beeldkwaliteitsplan.  Niet enkel de Zenne speelt dus een belangrijke rol maar ook de groene coulissen (die Thomas eerder al toelichtte) die erop aansluiten. Hoe sluiten we die coulissen – bekijk ze gerust als zijarmen - aan op de Zenne, en hoe maken we er waardevol groenblauw netwerk van? De Zenne zal sowieso moeten worden omgeleid naar een nieuwe bedding. Er lijkt een consensus te zijn over de plaats waar de Zenne in de toekomst zal lopen (zoals in het Beeldkwaliteitsplan). Over het aantal, de vorm en de breedte van de ‘coulissen’ lijkt de kogel echter nog niet door de kerk. Ze hebben dan ook een grote impact op de plaats voor economische activiteiten en hoe die georganiseerd en ingepland worden.

De ‘coulissen’ dienen om zowel het regenwater van o.a.de industriezone te laten infiltreren als om de Zenne te laten overstromen bij hevige regenval. En we weten ondertussen allemaal dat dat geen overbodige luxe is. Water de kans geven maximaal te infiltreren én voorzien zijn op hevige regenval is de enige weg om onze stad te plannen anno 2021.  Leefmilieu Brussel ziet het gelukkig ambitieus met meerdere brede armen die vanaf de Zenne de toekomstige industriezone doorkruizen en smaller worden naargelang ze richting Vilvoordselaan gaan. Kortom, het ambitieniveau werd wat opgeschroefd en aangepast aan nieuwe inzichten.

Er wordt nog stevig onderhandeld maar wij duimen alvast voor het meest ambitieuze scenario. Maak éérst je landschappelijk en ecologische verhaal en voorzie daarin plaats voor de gewenste economische ontwikkelingen die dan evolutief ingevuld worden.  Draai de normale gang van zaken eens om, zouden we zeggen. Het zijn dan ook geen normale tijden. 

  1. Haven van Brussel

Valérie Tanghe, de manager van de havencluster voor de Haven van Brussel, legt uit hoe er vanuit de
Haven naar deze site gekeken wordt.

Allereerst schetst zij de haven van Brussel als een belangrijke schakel in de duurzame ontwikkeling van de stad: de haven voorkomt vrachtwagens, en heeft dus een positieve impact op de mobiliteit in de stad. Schaarbeek Vorming is in die zin dan ook heel goed gesitueerd: in het noorden van Brussel kan deze site een belangrijke schakel worden in het logistieke netwerk van de stad. De toekomst van de mobiliteit in Brussel kan immers niet liggen in enkel overschakelen naar elektrische vrachtwagens of “miljoenen” camionettes. Schaarbeek Vorming heeft een verleden dat terug geactiveerd kan worden in de stad: tot nog niet zo lang geleden was er nog een treinverbinding tot aan de haven van Brussel. Bovendien heeft de haven ook al heel wat ervaring om met cargobikes te werken.

Valérie wijst er ook op dat in de mondiale productieketens heel wat consumptie via e-commerce gebeurt. Om die globaliseringsdruk aan te kunnen, heeft een stad een duurzaam logistiek netwerk nodig. Een haven in de stad is in die zin volgens haar een zeldzame troef die zeker moet uitgespeeld worden. Daarbij hoort dan ook dat bedrijven in en rond de haven letterlijk de ruimte krijgen voor hun economische activiteiten.

Mevrouw Tanghe houdt dus een warm pleidooi voor het grote intermodale logistieke centrum zoals dat ook voorzien was in het richtschema uit 2013 (dat op zijn beurt al jaren sudderde).  In hun masterplan 2040 spreekt de Haven van een ‘low emmission’-logistieke zone. Daarvoor hebben ze 20 hectaren nodig.  (Waarbij nu al stilletjes gehoopt wordt op een uitbreiding richting de terreinen waar Viabuild nu actief is ;)

Doelstellingen van de ‘low-emmission’-logisitieke zone:

  • De toename van het containerverkeer ondersteunen
  • De intermodale mobiliteitsverbindingen onderhouden en versterken (binnenvaart en sporen)
  • Creëren van tewerkstelling en toegevoegde waarde
  • Logistieke ketens en stadsdistributie optimaliseren
  • Ecologische bijdrage
  • Stedelijke integratie

Maar een, masterplan is natuurlijk maar een masterplan. Recent werd het idee nog eens bekrachtigd in de beheersovereenkomst 2021-2025 die de Haven met Brussels Gewest afsloot. Bij de belangrijke doelstellingen vinden we de onderstaande zin terug:

‘Het bestuderen en coördineren van de operationalisering van een regionaal,
multimodaal, logistiek platform (water – sporen – wegen) rekening houdende met
de mogelijke openlegging van de Zenne in het kader van een groene en blauwe
infrastructuur en met economische en planologische imperatieven geïdentificeerd
door studies van Perspective, Citydev en de Haven.’

De ‘openlegging van de Zenne in het kader van een groene en blauwe infrastructuur’ wordt dus niet gezien als een ‘planologische imperatief’ maar eerder als een mogelijk accessoire. Voor ons mag het wel degelijk een planologische imperatief zijn. Maar laat ons positief zijn: ze willen alvast rekening houden met eventuele plannen in die richting.

De belangrijkste les is: zowel de Haven als het Gewest houden vast aan het idee van een intermodaal logisitiek platform. Dat is op een goed idee, als het effectief hoofdzakelijk gebaseerd is op logistiek over het water en per trein. En zo dus vele vrachtwagens van onze wegen kan halen. Maar het terrein ligt niet rechtstreeks aan het water. Vandaar het enorme belang van het behoud (en de renovatie) van de spoorovergang over de Vilvoordsesteenweg richting kanaal en de containerterminal.

Wat de aanvoer van goederen per trein betreft: zowat alle spoorwegbundels voor goederenvervoer werden net weggehaald. De eigenaar deed dit om het terrein ‘klaar om te ontwikkelen’ te kunnen verkopen. Toch vreemd voor een site die goederen per trein wil laten toekomen om ze van daaruit te verdelen over de stad. Infrabel legt op dit moment nieuwe sporen aan voor goederentreinen op een ander deel van Schaarbeek Vorming. Waarschijnlijk zullen de vrachten daar vooral opnieuw worden samengesteld om daarna hun weg verder te zetten.

Maar geef toe, een verbinding met het verhoopte logistieke centrum lijkt logisch. Wij zien echter niet hoè dat zou kunnen gebeuren. Een tunnel onder bestaande sporen en een brug over de geplande Zenne? Die link is dus vrij onwaarschijnlijk. De treinen zullen het logistieke centrum waarschijnlijk dan ook eerder bevoorraden via nieuwe aftakkingen van dezelfde sporen die ook voor de ontsluiting naar van het kanaal moeten zorgen.

We hebben een sterk vermoeden dat het overhaast weghalen van zowat alle sporen – je kan ze nog zien op google maps – een historische vergissing zal blijken te zijn. En zoals dit artikel in BRUZZ aantoont: er is bij Infrabel weinig animo om zelfs wat er nog overblijft te bewaren.  Het goede nieuws is wel dat de Federale regering besliste dat er meer zal worden ingezet op goederenvervoer per trein.

We kunnen concluderen dat het we na meer dan 10 jaar eigenlijk nog niet zeker weten of het multimodale logistieke centrum simpelweg mogelijk is. Toch wel belangrijk als we weten dat het een centrale rol speelt in het logistieke plan voor Brussel.

Vandaar dat Haven van Brussel nu samen met Citydev een haalbaarheidsstudie gaat maken voor de ontwikkeling van een logistieke hub en een economisch activiteitenpark op Schaarbeek Vorming.  We volgen het voor u op.

Citydev kennen velen als ontwikkelaar van publieke woningen (vroeger gingen ze door het leven als de GOMB) maar plaats voor bedrijven creëren, hoort ook tot hun kerntaken. Ze moesten helaas verstek geven op deze fietstocht maar mevrouw Tanghe nam de honneurs waar om de industriële toekomst van de site toe te lichten. Het is wel een wending in het verhaal van Schaarbeek Vorming dat deze twee grote spelers de handen in elkaar om samen een plan uit te werken. En dat ze de intentie hebben de 40 hectaren samen te ontwikkelen. Als het Gewest de 40 hectaren aankoopt, natuurlijk.

De aandachtige lezer zag het waarschijnlijk: de studie gaat over de logistieke hub én een economisch activiteitenpark. En aangezien de logistieke hub van de Haven mooi 20 hectaren nodig heeft, blijft er dus 20 hectaren over voor het activiteitenpark dat Citydev zou ontwikkelen.

Daarover is nu weinig tot niets over geweten. Maar wat het nièt mag worden is duidelijk: het klassieke bedrijventerrein vol ‘schoendozen’ waar vrachtwagens- en camionettes af en aan rijden. De link met het logistieke centrum, het water, het spoor en Brussel zou voor de hand moeten liggen.

En de vraag staat open of de beide economische spelers die hier de lead nemen echt overtuigd zijn van het even belangrijke landschappelijke en ecologische verhaal. Dat heeft namelijk ook plaats nodig.

Om dit hoofstukje af te ronden: wat BRAL betreft, is er plaats voor logistiek/industrie op Schaarbeek Vorming als er een milieuwinst kan geboekt worden – bijvoorbeeld door verkeer van de (snel)wegen en uit de stad te halen - én als het ingebed is in een sterk landschappelijk en ecologisch verhaal.

  1. Fonds voor Spoorweginfrastructuur

Met Paul Schouls van de FIF-SFI hebben we ook de eigenaar van de site in ons midden. Het is te zeggen: een vertegenwoordiger van de eigenaar. De FIF-FSI is beter bekend als het Fonds voor Spoorweginfrastructuur maar Paul leert ons dat we eigenlijk gewoon FIF-FSI moeten zeggen.

Simpel gezegd is het een juridisch vehikel om de terreinen die de NMBS niet meer nodig heeft te gelde te maken. Maar ze staan los van de NMBS. En het is geen overheidsinstelling meer maar een Naamloze Vennootschap. Ingewikkeld!

Gelukkig is Paul zelf heel duidelijk: hij benadrukt dat de FIF/FSI geen mening heeft over de ontwikkeling van het terrein. Hij wijst er wel op dat het terrein eigenlijk van ons allen is. Joepie! En dat de verkoop ervan voor een zo hoog mogelijke prijs dus in het voordeel is van ons allen. Want het geld dat de overheid zelf verdient, moet ze niet gaan zoeken bij haar belastingbetalers.  

Tot zover de feestvreugde. We begrijpen natuurlijk wel dat de Belgische staat kostenefficiënt wil werken maar daar mag het algemene belang toch niet bij inschieten? De neiging naar winstmaximalisatie dreigt ervoor te zorgen dat er geen of weinig plaats is voor dingen die op het eerste zich weinig opbrengen. Zoals plaats voor natuur en waterinfiltratie.

Maar we gaan er vanuit dat gezond verstand zal zegevieren en dat de federale overheid de site voor een zachte prijs aan het Brussels Gewest zal overhandigen als het Brussels Gewest met een plan op de proppen komt dat ook het algemeen belang dient.

Het Brussels Gewest moet dat algemeen belang dan ook laten primeren wanneer ze een wettelijk kader zouden uitschrijven voor de site. Bijvoorbeeld via een Richtplan van Aanleg.  

  1. Samengevat

Hoe staat de planning van Schaarbeek Vorming er nu voor anno 2021? We zetten even zeer bondig op een rij wat we vandaag hebben geleerd.

  1. De industriële ontwikkeling en de intermodale logistieke draaischijf staan nog altijd centraal in de huidige plannen. Net als in 2013.  De Haven en Citydev slaan de handen in elkaar en werken aan een gezamenlijke haalbaarheidsstudie.
  2. Leefmilieu Brussel bouwde een landschappelijke visie uit met een open Zenne en verschillende groene corridors die het industriegebied doorkruizen. Regenwater kan er indringen en de Zenne kan er desgewenst overstromen. Bovenstaande partners zeggen niet neen tegen het principe maar enthousiast lijken ze niet.  Anderen, zoals Natagora en BRAL, zijn dat wel.
  3. Een geïntegreerd plan van deze twee ambities is er nog niet. De dappere mensen van Perspective proberen de boel te coördineren. Het is nog onduidelijk of er een Richtplan van Aanleg komt voor Schaarbeek Vorming.

En ook wel: grond kan afval zijn en vice versa 😉

  1.  BRAL’s aanbevelingen

Het is duidelijk: we zijn nog niet aan de nieuwe patatten. Maar dat is niet erg. Schaarbeek Vorming is een gebied van uitgesteld belang en onze allerlaatste grondreserve. We kunnen het ons niet permitteren overhaast te werk te gaan en het ambitieniveau naar omlaag te halen ‘omdat het nu eenmaal al zo lang aansleept’. Of omdat deze of gene opportuniteit zich voordoet.

Voor diegenen die enkel conclusies lezen, geven we kort de voor onze belangrijkste conclusies en aanbevelingen mee.

  • Maak éérst je landschappelijk en ecologische verhaal en voorzie daarin plaats voor de gewenste economische ontwikkelingen die dan evolutief ingevuld worden. We hebben hier een enorme kans een heel mooi verhaal te schrijven waar nog vele generaties trots op kunnen zijn. Wanner we weten waar we zeker nièt willen bouwen, kunnen we andere percelen vrij houden voor een mogelijke ontwikkeling. In de tussentijd kan de natuur ook daar zijn gang gaan.

Kortom, laat ons de normale gang van zaken omdraaien en eerst voluntaristisch plaats maken voor water en natuurontwikkeling.  Het zijn dan ook geen normale tijden.

  • Wat BRAL betreft: er is wel degelijk plaats voor logistiek/industrie op Schaarbeek Vorming. Voorwaarde: er dient milieuwinst geboekt te worden.  Bijvoorbeeld door het verkeer van de (snel)wegen en uit de stad te halen en effectief te werken via het water en het spoor. Dat overstijgt de site en impliceert ook een doortastend logistiek plan. Wat de mogelijke extra bedrijvigheid betreft in het ‘activiteitenpark’: wees zeer streng. Het mag er lelijk uitzien en lawaai maken maar het moet bijdragen aan een duurzamer Brussel.

Aanvullende tips:

  • Het dossier kan nog vele kanten uit, wees niet bang het debat open te trekken en er ook geïnteresseerde verengingen en Brusselaars bij betrekken. De site lijkt afgelegen maar zoals deze dag aantoonde, is de interesse groot.
  • Saneer niet te snel want saneren is kostelijk. Voor je het weet, ben je een terrein aan het ontwikkelen gewoon omdat de sanering zo duur was. Een bordje ‘verboden de grond op te eten’ is misschien al voldoende ;-) Er kan vervuiling aanwezig zijn, dat is te onderzoeken. Maar tenzij het gaat om lood of kwik dat de eierschalen breekt, kan de natuur wel zijn gang gaan op Schaarbeek Vorming. We moeten natuurlijk wel vermijden dat bijvoorbeeld het grondwater vervuild wordt. 
  • Er zal veel grondverzet zijn door de werken of het openleggen van de Zenne. Spring er creatief mee om. Maak er bijvoorbeeld bergjes mee. De hopen grond kunnen ook een rol spelen bij het creëren van microklimaten, het milderen van de wind of als geluidsbarrière.
  • Op vraag van één van de aanwezigen: vergeet Haren niet ;-) Er was ooit een zeer ambitieus idee van een fietsbrug, dat hoeft voor hem niet, maar iets gelijkaardigs zou toch wel handig zijn voor de verbinding Haren – Brussel.  De site kan sowieso een belangrijke rol spelen als as voor zachte mobiliteit. Zowel Nood-Zuid als Oost-West. Daarvoor moet er wel op grote schaal naar het gebied kijken. Toch maar een Richtplan maken?

Hoe dan ook: BRAL kijkt uit naar het vervolg en houdt jullie op de hoogte. Afspraak binnen 10 jaar?

Dank aan alle aanwezigen en vooral aan alle sprekers en instanties die ons te woord stonden of de toestemmingen gaven die nodig waren voor dit terreinbezoek. Mevrouw Tai en meneer Schouls (FIF-SFI), Valérie Tanghe (Haven van Brussel),  Amandine Tiberghien (Natagora), Martin Ohsé (Leefmilieu Brussel), Thomas Van den Boogaerde (Perspective), Diederik De Pauw (Viabuild) en Simon Kerkhofs (NMBS).  Ook dank aan BRUZZ die deze reportage maakte van de fietstocht.

De foto's - Les photos

Reportage BRUZZ

Lees ook