Artikels

Thema

Parijs, de 15-minuten stad

Gelukkig leven in een stedelijke omgeving is mogelijk. Dat is tenminste het gekke streven van het concept van de "de 15 minuten stad", bedacht door de Frans-Colombiaanse wetenschapper Carlos Moreno. Anne Hidalgo maakte er een hoogtepunt van haar verkiezingscampagne van.

Het doel is vraag en aanbod dichter bij elkaar te brengen, te zorgen voor een functionele mix door sociale, economische en culturele interacties te ontwikkelen, te zorgen voor een aanzienlijke verdichting, en tegelijkertijd de openbare ontmoetingsruimtes te vergroten, de straten om te vormen tot ruimten van duurzame mobiliteit en het wandelen en fietsen te herontdekken en lokaal de biodiversiteit te vergroten. Korte verplaatsingen worden hierbij aangemoedigd. De ambitie van Anne Hildago is om van Parijs de stad van de nabijheid te maken, waar je alles kunt vinden wat je nodig hebt op slechts een kwartier afstand van huis, te voet of op de fiets. Een kwartier is het equivalent van een kilometer te voet en drie kilometer per fiets. De 15-minuten stad, is de stad van de hypernabijheid. De stad waar, in minder dan 15 minuten, een inwoner toegang heeft tot zijn of haar basisbehoeften van het leven.

Hélène Driancourt, hoofd van de stedelijke dienst publieke ruimte en luchtkwaliteit binnen de afdeling Mobiliteit van Parijs zal een stand van zaken brengen. Want tussen een wervend en enthousiasmerend concept (aan de basis van een verkiezingscampagne) en de uitvoering van dat idee is nog een lange weg te gaan. In ieder geval wordt de kracht van dat concept versterkt door de concrete voorstelling van een aangename woonstad via schetsen die spreken: de verbeelding van de situatie nu, en later. Hoe zal men nu verder te werk gaan in Parijs? Waar staat Parijs? En welke plek krijgt het aspect van verkeersveiligheid in het grotere plaatje?

Fréderic Dobruszkes, Patrick Frenay, Isabelle Jannsens en Jan Terwecoren zijn uitgenodigd om samen met u en de keynote spreker te reflecteren over het verhaal van Parijs en hoe de inzichten uit dat verhaal kunnen meegenomen worden in het actieplan verkeersveiligheid 2021-2030 voor Brussels.

Oslo

Op de wegen in Oslo, een stad iets kleiner dan Brussel, is vorig jaar één persoon in het verkeer overleden. Hoe krijgt de Noorse hoofdstad dat voor elkaar, terwijl in België ‘heel haalbare’ doelstellingen voor verkeersveiligheid niet gehaald worden?

Ida (Eeda uitgesproken) is sinds augustus werkzaam bij het Agentschap voor Stedelijk Leefmilieu in Oslo, waar ze aan het hoofd staat van de dienst Verkeersveiligheid van de afdeling Mobiliteit. Voorheen werkte ze bijna tien jaar bij de Noorse dienst voor openbare wegen, voornamelijk rond maatregelen voor weggebruikers, chauffeursopleidingen en verkeersveiligheidscampagnes. Oorspronkelijk is ze lerares van opleiding en heeft ze bijna tien jaar lesgegeven op middelbare en hogescholen.

In de presentatie zal Ida vertellen over hoe Oslo werkt aan de verkeersveiligheid voor kwetsbare weggebruikers — een continue en systematische inspanning om de risico’s met effectieve maatregelen het hoofd te bieden. Ida zal de belangrijkste risico’s en uitdagingen presenteren, kort ingaan op de strategische projecten en ook een aantal concrete maatregelen overlopen. De gebieden rond scholen zijn een prioriteit.

Kobe Boussauw, Jesse Pappers, Roel De Cleen en Hanne Mangelschots zijn uitgenodigd om samen met u en Ida Kongsrud te reflecteren over het verhaal van Oslo en hoe de inzichten uit het verhaal van Oslo kunnen meegenomen worden in het actieplan verkeersveiligheid 2021- 2030 voor Brussel.

Berlijn

In Berlijn heeft de gemeente Friedrichshain-Kreuzberg op sommige wegen gele lijnen geschilderd om de ruimte voor autostroken te beperken, zodat ze alleen voor fietsen zijn bestemd. "Als fietser moet je goed beschermd zijn tijdens deze pandemie," zei Felix Weisbrich. "Als je andere fietsers passeert, moet je minstens anderhalve meter van hen vandaan zijn" voegde hij eraan toe.

Felix Weisbrich staat aan het hoofd van de administratie voor openbare wegenis en parken in de gemeente Friedrichshain-Kreuzberg te Berlijn. In zijn presentatie zal hij vertellen over hoe Berlijn in sneltempo werk maakt van tijdelijk fietsinfrastructuur, of Pop-Up-Bikelanes. Berlijn wil de straten transformeren ten voordele van meer groen in de wijken. Experimenten worden in sneltempo uitgewerkt en worden beschouwd als een belangrijk element in de transformatie naar een duurzame stad waar duurzame mobiliteit een onderdeel van is.

We leven in een tijd van crises: klimaat, sociale ongelijkheid, pandemieën. Onze steden zijn niet goed ontworpen voor deze uitdagingen. We hebben weinig tijd voor de noodzakelijke aanpassing van de stedelijke ruimte, aangezien de crisisontwikkelingen steeds sneller gaan.

De overheid speelt hierbij een belangrijke rol: Ze moeten sneller, wendbaarder en moediger worden. Dat vraagt om politieke steun, goede middelen en de moed om onbekende wegen te bewandelen.De zomer van 2020 heeft gemeentes over de hele wereld aangemoedigd om deze weg met vertrouwen te bewandelen. Aan de hand van het voorbeeld van de Berlijnse pop-up fietspaden wordt getoond hoe tijdelijke oplossingen in crisissituaties kunnen uitmonden in een visie van veiligere mobiliteit en leefbaardere openbare ruimten.

Bas De Geus, Tim Asperges, Florine Cuignet en Roeland Dudal zijn uitgenodigd om samen met u en Felix Weisbrich te reflecteren over het verhaal van Berlijn en hoe de inzichten uit het verhaal van Berlijn kunnen meegenomen worden in het actieplan verkeersveiligheid 2021-2030 voor Brussels.

Het Andere Atelier

Het Andere Atelier is een reeks evenementen van BRAL, Filter Café Filtré Atelier en Heroes for Zero. Het Andere Atelier draagt bij aan de opmaak van het nieuwe Actieplan Verkeersveiligheid 2021–2030 van de Brusselse regering. De evenementen lopen parallel aan de workshops van Brussel Mobiliteit.

Het doel van het Andere Atelier is om het debat over verkeersveiligheid uit de formele context van het planproces te halen en te brengen naar de plek waar het om gaat: de straat. We nodigen de Brusselaars uit om te leren van inspirerende steden, te observeren wat de uitdagingen zijn op het terrein en te verbeelden hoe een veilige én gezonde stad van de toekomst er kan uitzien.