Artikels
Thema
De strijd om zeggenschap overstijgt blijkbaar de nationale grenzen. Inspraak kwam natuurlijk pas nadat de beslissing om te slopen al was genomen. Mustapha en zijn buren hebben de gemeente en Vestia proberen te bereiken om het te hebben over de toekomst van de Tweebosbuurt. Nooit kwam het ter sprake om de sloop in vraag te stellen.
Het geweld waarmee de Tweebosbuurt werd gesloopt is aangrijpend. Mustapha vertelt ons met veel emotie het verhaal van zijn wijk en wat er met zijn buren is gebeurd. De strijd woedt hier al jaren, en er heerst een gevoel van berusting. Uiteindelijk zijn de vier blokken verwoest.
Mustapha had het ook over een andere figuur. Mevrouw Pelger is de bekendste figuur van de wijk geworden dankzij haar humor, sympathie, inzet en doorzettingsvermogen. Ze was ongetwijfeld de mascotte van de wijk aan wie iedereen erg gehecht is geraakt. Toen ze dezelfde brief kreeg als Mustapha, viel ze letterlijk achterover en bezeerde zichzelf. Op haar gevorderde leeftijd kom je die smak niet makkelijk te boven. Beetje bij beetje, tussen mediaoptredens, buurtbijeenkomsten en solidariteitsbetuigingen met haar buren door, verslechterde haar gezondheid. In 2022 besloot ze vreedzaam uit het leven te stappen. Zo was ze uiteindelijk zelf geen getuige van de beslissing van de gemeente om haar opvallende gevel te beschermen ...
Haar verhaal kan je verder in een aflevering van het Nederlandse tv-programma ‘Opstandelingen’ ontdekken: Sloopstad Rotterdam. Het is niet voor niets dat Mustapha Rotterdam het sloopkapitaal van Nederland heeft genoemd. Als je een wijk sloopt, sloop je eigenlijk een gemeenschap. Een gemeenschap die sinds de jaren 50 in harmonie voor elkaar zorgde.
Mobilisatie
Wat er deels voor zorgde dat het hoofd boven water kon worden gehouden, was de mobilisatie van de buurt. Voortbouwend op wijdverspreide mobilisatie in het hele land (meer dan 20.000 mensen verzamelden zich in september 2021 in Amsterdam), ging de Tweebosbuurt de straat op. 10.000 mensen verzamelden zich in oktober 2021 op het Afrikaanderplein om te protesteren tegen het discriminerende woonbeleid in Rotterdam.
Helaas verliep deze vreedzame Woonopstand niet vlekkeloos. Een deel van de vreedzame demonstranten werden omsingeld op de Erasmusbrug. Wat volgde was een intense episode van politiegeweld die een blijvende indruk achterliet. Woonopstand, een brede coalitie van (woon-)strijdbewegingen, actiegroepen en organisaties heeft opgeroepen tot een onafhankelijk onderzoek naar het incident. Ze hebben ook een Zwartboek gepubliceerd waarin ze verslag doen van incidenten tijdens de betoging.
De Rotterdamse Woonopstand heeft wel effect gehad op het beleid. De afschaffing van de verhuurdersheffing, de afschaffing van een wet over tijdelijke contracten en het plafonneren van huurprijzen zijn enkele veranderingen die er door de demonstratie zijn doorgekomen. Blijkbaar besefte de minister van Binnenlandse Zaken niet dat huisvesting zo’n groot deel van zijn werk ging zijn!
Internationale aandacht
De saga in de Tweebosbuurt heeft tot ver buiten Nederland voor opschudding gezorgd. Een brief opgesteld door vijf speciale rapporteurs voor de Verenigde Naties, waaronder Leilani Farha, speciaal rapporteur bij de Verenigde Naties (VN) voor het recht op huisvesting, werd naar de Nederlandse regering gestuurd.
Aanbevelingsfilm: Push, een documentaire over financialisering van huisvesting en gentrificatie in grote steden. Leilani Farha neemt het woord en analyseert de situatie in verschillende grote steden.
Als de sloop van 535 woningen nog niet genoeg was, zijn er ook nog tientallen bomen die weg moeten. De populierenrij is helaas niet opgenomen in de plannen van de gemeente. Laten we hopen dat deze bomen toch beschermd kunnen worden.
Extra bronnen
Recht op de Stad: gesprek met twee actiegroepen
De heisa rond de tweebosbuurt en het speciaal rapport van VN-commissaris Leilani Farha gaf aanleiding tot het bundelen van de krachten tussen verschillende bewonerscomités, onder de noemer Recht op de Stad. Ze stelden zich tot doel om zich samen te verzetten tegen het neoliberale woonbeleid in Rotterdam.
Mustapha ging in een open gesprek met onderzoekster Joke van der Zwaard en vertelde over hun initiatief dat uitging van acht bewonerscomités. Later sloten tientallen andere comités en organisaties zich aan. In de eerste plaats zijn ze er om elkaar te ondersteunen in de strijd voor een beter woonbeleid. “Je niet alleen voelen in de strijd is immens belangrijk,” zegt Joke van der Zwaard.
Daarnaast schreven ze een beter plan voor Rotterdam, met nadruk op bewonersinspraak, behoud en versterking van het sociale woningbestand, huurdersbescherming, enz. Ze organiseren doordenkavonden over hete hangijzers, zoals grondprijs, sociale mix of de maatschappelijke taak van woningcorporaties.
Wethouders organiseren wel wijkraden waar mooie initiatieven uit komen, maar die mogen niets zeggen over woningen.
Eigenlijk hangt niet alles enkel af van concrete actiepunten. Er is een cultuuromslag nodig. Sinds de stopzetting van subsidies aan bewonersorganisaties in de jaren 90 is het hele apparaat van bewonersvertegenwoordiging weggedeemsterd. “Zeggenschap van bewoners is ook weg in de hoofden van de mensen,” zegt Mustapha. Voor bewoners is het nodig om opnieuw met elkaar te leren praten en daar ook de nodige tijd voor te nemen. Voor de stad en de ambtenaren is het belangrijk om te leren dat zeggenschap verschillend is van individueel raadplegen van bewoners. “Het collectieve is meer dan een opsomming van individuele belangetjes.”
Daarnaast hebben bewoners ook hun eigen experts nodig. Onafhankelijke experts die studies en cijfers kunnen aanleveren. Maar ook sociale of opbouwwerkers die voor continuïteit kunnen zorgen. Dat is een heel moeilijk proces. Wethouders organiseren wel wijkraden waar mooie initiatieven uit komen, maar die mogen niets zeggen over woningen, en verder hebben ze enkel een adviesfunctie. Wethouders weigeren nog steeds om die ook financieel te ondersteunen, met professionele krachten, onafhankelijk van de ambtenarij, waardoor ze niet verder kunnen doorgroeien naar een echte tegenmacht.
Extra bagage
Na een intense tweedaagse nemen we moe maar voldaan afscheid van Mustapha en Joke. Op weg naar de trein merken we dat onze bagage net dat tikkeltje meer weegt dan op de heenreis. Onze zakken zitten vol met nieuwe inzichten en kennis, maar ook verbijsteringen en reality checks.
Hoog tijd om die Nederlanders eens uit te nodigen in Brussel ...
Rotterdam heeft vandaag 650.000 inwoners van zo’n 170 verschillende nationaliteiten. De stad ligt onder zeeniveau (het laagste punt wel zo’n 7 meter onder zee) en dat maakt haar kwetsbaar. De stad krijgt te maken met extreem weer, droogte, hitte, water, bodemdaling en schimmel. Rotterdam heeft dus net zoals Brussel al verschillende water- en klimaatprogramma’s gekend om het beleid hieraan aan te passen. In 2019 trad het nieuwe plan ‘Rotterdams Weerwoord’ in werking waarbij ze op vijf sporen werken zoals onder andere openbare ruimte, de koppeling met de verschillende transities zoals de energietransitie en de samenwerking met burgers, ‘Rotterdammers in beweging’.
Verder is niet alleen nieuw maar ook bestaand vastgoed een pijler waarbij het klimaat vanaf het begin in het project wordt meegenomen. De helft van het vastgoed in Rotterdam is in handen van de corporaties (equivalent van onze sociale woningen). Dankzij het plan werd een intentieovereenkomst afgesloten met deze belangrijke spelers waarin werd afgesproken dat ze hun vastgoed klimaatbestendig zouden maken. De gemeente maakte samen met hen buurtpaspoorten op waarbij ze de kansen en de risico’s rond het vastgoed in kaart brachten. Dit dient dan als een gespreksstarter tijdens overleg en wordt steeds aangevuld met de kennis van de corporaties. Elke keer opnieuw gaat de gemeente met hen rond de tafel zitten om de vinger aan de pols te blijven houden en te zien waarom ze bijvoorbeeld stilvallen rond hun klimaatplannen.
Heel wat plannen dus maar het sociale bleek niet altijd aanwezig te zijn. En dat is cruciaal want Rotterdam is de armste stad van Nederland met grote verschillen in gezondheid, geld, gender en opleiding. Voor ICAR draait klimaatverandering om gezondheid en het vergroot de ongelijkheid, ook de machtsongelijkheid. Om het beleid inclusief te maken gebruikt ICAR het ‘klimaatwiel’. Het volledige beleid wordt daaraan getoetst om te zien wie de meeste hulp nodig heeft.
Om een voorbeeld te geven: één van de subsidies is de groenblauwe pleinensubsidie voor scholen. Na het bekijken van het wiel, besluit ICAR mee te lopen in een dovenschool. Daar merken ze op dat deze kinderen gevoeliger zijn aan de warmte. Daaruit komt dan de vraag of ze niet eerst deze scholen subsidies moeten geven.
Zo is ook, volgens de kaarten, het centrum van de stad het warmst. Het gaat over meer dan enkel de temperatuur, het gaat ook over de mogelijkheid om er iets aan te doen. Volgens de WHO moet je binnen de 200 meter een koele plek vinden. In het centrum zijn de mensen nog erg mobiel, op Zuid zijn ze dat al veel minder. Op die manier kan je je beleid rechtvaardiger vorm proberen geven. Zo stelt ICAR ook de vraag: waar ervaren mensen het minste koeling in hun woning en kunnen ze zich of de woning het minst aanpassen? Op die manier worden de prioritaire woningen bepaald. Het wiel biedt volgens ons een extra dimensie die vandaag nog niet aanwezig is in het Brussels klimaatbeleid.
Alles wordt hergebruikt. Zo wordt biogas, plastic, papier en houtstof gemaakt uit het afval. Wat er eetbaar is van de markt, wordt bewaard.
In het college werd er beslist dat er elke vier jaar 20 hectare groen moet bijkomen. Bij zo’n soort beslissingen is ICAR de interne criticus die het beleid in vraag stelt. Groen is goed maar hoe zal dit een impact hebben op de ongelijkheid? Dit onderzoeken ze nu bij een INTERREG gedurende 4 jaar.
Een plan kan goed zijn op papier, maar wat gebeurt er in de praktijk in de wijken? Twee wijken hadden grondwaterproblemen. Een wijk kan het probleem makkelijk zelf aanpakken, ze vinden hun weg naar de gemeente en de verschillende procedures. De andere niet. ICAR is er om erop te wijzen dat er naar de wijken moet gegaan worden die je niet hoort, die hebben de hulp van de gemeente het meest nodig. Om dit in beleid om te zetten, wordt er nu juridisch onderzocht of de gemeente ongelijk mag investeren in de wijken.
Grondstoffenstation
Rotterdams Weerwoord ondersteunt burgerinitiatieven gelinkt aan klimaatverandering en adaptatie. Ze proberen de brug te maken tussen het beleid en de burgers. Zo komen er zeven nieuwe groenprojecten in de buurt waarbij zij dan proberen de link te maken met de kleine initiatieven. Ze werken door zelf naar de mensen in de buurt te gaan.
We bezoeken één van die initiatieven in de Afrikaanderbuurt, het Grondstoffenstation. Burgers waren zelf het afval van de markt beginnen verzamelen en zo ontstond het project. Ook vandaag wordt het nog volledig getrokken door mensen uit de buurt. Ze doen aan gedeeld eigenaarschap waarbij alles samen wordt beslist, het project staat los van de gemeente.
Alles wordt hergebruikt. Zo wordt biogas, plastic, papier en houtstof gemaakt uit het afval. Wat er eetbaar is van de markt, wordt bewaard. In Het Gemaal op Zuid wordt er elke woensdag een gratis maaltijd bereid met deze resten. Op het dak van het Grondstoffenstation is er een plantentuin, die tuin wordt onderhouden door de kinderen van de school ernaast. Ze geven de tuin water met wat er wordt opgevangen ter plekke. Dit alles maakt dat het de eerste circulaire markt is. Nog een voordeel is dat het werk creëert voor de mensen in de buurt. Bovendien zijn de marktkramers zelf enorm blij met het initiatief want ze moeten niet ver met hun afval. Met Europees geld zal het Grondstoffenstation een echte circulaire hub worden.
Sloop van Tweebosbuurt
Na een lekkere middagmaaltijd bij het Gemaal op Zuid, trekken we op met Mustapha Eaisaouiyen. Hij heeft 33 jaar in de Tweebosbuurt gewoond in de Afrikaanderwijk, een wijk in het zuiden van Rotterdam. In 2019 kregen Mustapha en andere buurtbewoners een brief die het gezicht van de buurt en hun leven drastisch zou veranderen ...
Maar eerst even over waar we staan. De Tweebosbuurt is een levende volkswijk met veel mensen met een migratieachtergrond. Of het met de tram of de metro is, de wijk heeft een uitstekende OV-verbinding. Centraal in de wijk staat er een tweewekelijkse markt die vooral gericht is op mensen met een kleinere portemonnee. Ze zijn er echt afhankelijk van en zijn gehecht aan deze wijk waar je alles in de buurt hebt.
Helaas hebben sommige bewoners deze solidaire omgeving moeten verlaten. De brief van 9 juli 2019 ging over vier woonblokken en was heel duidelijk. 535 sociale huurwoningen zouden worden gesloopt en de bewoners moesten weg. En in de plaats? 374 nieuwe woningen, waarvan slechts 130 sociale.
Inspraak kwam natuurlijk pas nadat de beslissing om te slopen al was genomen.
Op de website van de gemeente kan je lezen: “Er stonden veel kleine sociale huurwoningen. Veel van die woningen waren in slechte staat en zijn volgens een plan gesloopt. Sommige woningen konden/kunnen opgeknapt worden zonder ze te slopen. Ook komt er meer groen in de buurt. Door bijvoorbeeld nieuwe parkjes aan te leggen.”
Van Mustapha hoorden we een ander verhaal. Heel veel woningen waren in de jaren 80 gerenoveerd, hadden goeie energiescores en boden plaats aan grote gezinnen, soms met wel 6 tot 7 slaapkamers. Waarom zou de gemeente Rotterdam deze vier blokken dan slopen? Mustapha gaf hiervoor drie redenen.
- De Tweebosbuurt was niet meer compatibel met het gemeentelijke woonbeleid. Volgens de gemeente waren er te veel sociale huurwoningen in Rotterdam.
- De verhuurdersheffing: als woningcorporaties sociale huur zouden slopen, kregen ze een korting op de heffing. Vestia heeft ruim 27 miljoen euro gekregen om de Tweebosbuurt te slopen.
- Vestia is eigenaar van meer dan 70.000 woningen in heel Nederland. In 2010 heeft de baas van de woningcorporatie gespeculeerd op de woningmarkt en Vestia was failliet met meer dan 2,5 miljard schulden. Het geld om te renoveren was op en huren werd onbeperkt verhoogd om geld te innen.
1. De rangorde der netwerken
De Tervurenlaan is één van die assen waar de verschillende modale netwerken naast en over elkaar liggen. Volgens de multimodale wegenspecialisatiekaarten van Good Move is dit deel van de Tervurenlaan een Voetgangers COMFORT en voetgangers PLUS vanaf Menapiërs tot Merode, een fiets PLUS, een OV PLUS, een auto PLUS en een vrachtwagen COMFORT. Ze wordt bovendien gekruist door andere assen die ook drager zijn van PLUS-netwerken (voornamelijk ter hoogte van Montgomery, maar ook bij Kelten voor voetgangers). Op die manier is het herinrichtingsproject een test van hoe de theorie over de kwaliteitseisen voor elk van die netwerken afzonderlijk omgezet wordt in de praktijk: binnen een beperkte perimeter en met de beschikbare ruimte.
Daarbij moeten we blijven vaststellen dat de auto de maat van de dingen blijft. Zeker, hij moet ruimte inleveren. Dat kan ook moeilijk anders indien we de andere netwerken echt bestaansrecht willen geven. Maar tegelijk krijgen deze andere netwerken systematisch net substandaard afmetingen, lijken ze letterlijk ingepast te worden in die gewonnen ruimte. Ja dat is een grote winst tegenover wat ervoor was, maar is het ook wat nodig is om ze future proof te maken? Op geen enkel moment krijg je het gevoel dat eerst de Stappers en Trappers op het plan staan, om dan te kijken hoe de auto-afwikkeling te organiseren.
Vooral op het gebied van de kruisingen blijven we zien dat de continuïteit van het autonetwerk de basis van het ontwerp blijft. Kijk maar naar Montgomery. De eigenlijke auto PLUS-netwerken zitten daar eigenlijk onder de grond. De tunnels verzekeren de doorstroom. Zeker, het rondpunt moet ervoor zorgen dat men van de ene as naar de andere kan rijden. Maar dat geldt ook voor de andere netwerken die zich volledig bovengronds bevinden. Toch blijft Montgomery ontworpen als één groot kruispunt voor autoafwikkeling. Radicale breuken die bepaalde autowegingen onmogelijk maken blijven uit den boze. De automobilist blijft vrijkaart krijgen om zijn traject te kiezen. De PLUS-netwerken van voetgangers en fietsers kruisen de auto-infrastructuur. Het omgekeerde lijkt nog steeds ondenkbaar.
Op de Place de la Bastille knipte men het autoverkeer gewoon doormidden. Het is jammer dat het Gewest zover niet durft te gaan.
Daarnaast zien we dat in deze stadsboulevard mobiliteit het hoogste goed blijft. Terwijl in Parijs bepaalde historische en emblematische plaatsen zoals la Bastille en Nation van verkeersruimtes werden omgetuned tot verblijfsruimtes. Op de Place de la Bastille knipte men het autoverkeer gewoon doormidden. De rotonde is een plein geworden, met een grote voetgangers- en verblijfsruimte waar het verkeer nu omheen wordt geleid. Op de Place de la Nation werd de centrale parkruimte vergroot en bereikbaar gemaakt. Het is jammer dat het Gewest zover niet durft te gaan.
Verblijfsruimte of groene ruimte is hier ondergeschikt aan verkeersafwikkeling. Aan Montgomery blijft de centrale ruimte terra incognita. Bij Merode buigt de bruisende en van park tot winkel en café flanerende stad voor de noden van doorstroming. Een gemiste kans.
2. Continuïteit voor actieve weggebruikers
Hoewel het project op korte termijn voor meer veiligheid en comfort voor fietsers zal zorgen, ondersteunt het geen langetermijnvisie en biedt het geen adequaat antwoord op de mobiliteitsdoelstellingen die het Gewest zichzelf heeft gesteld. Wij volgen de fietsverenigingen in hun mening dat het onredelijk is om te investeren in een project dat al verouderd zal zijn tegen de tijd dat het klaar is (ten vroegste in de zomer van 2028) en dat het profiel van het traject voor meerdere decennia zal vastleggen zonder te anticiperen op de veranderende mobiliteitsbehoeften van de toekomst.
Voor voetgangers zien we dat het PLUS-netwerk niet toekomstbestendig wordt ingevuld. Vooral aan de kruising rond Merode en aansluiting met Kelten en Tongeren zou de voetganger centraal moeten staan. Op plan blijft hij echter rare zigzagbewegingen moeten maken, en zich begeven rond een ruimte die vooral autobewegingen vooropstelt.
Voor het autoverkeer is het beperken van de tunnel richting centrum tot één rijstrook eigenaardig. Op zich is dat geen ruimte die gewonnen wordt voor de andere modi. Verkeerstechnisch klopt het met de verkeerstromen die daar uit elkaar gaan of bij elkaar komen. Maar dreigt bij stremming van het verkeer niet dat automobilisten die rechtdoor moeten ook het rondpunt gaan gebruiken om files te omzeilen, en zo bijkomend fietsers en voetgangers onnodig kruisen?
3. Besluit
Op basis van voorgaande bemerkingen, vraagt BRAL om haar advies te omkleden met voorwaarden die dit project future proof maken: de parkeerfunctie ondergeschikt maken aan alle andere functies, zodat groenruimte en fiets- en voetgangersnetwerken hun optimale afmetingen kunnen krijgen; de aansluitingen van deze netwerken te ontwerpen in functie van de in de toekomst aan te leggen netwerken dwars en in het verlengde van dit tronçon; de oversteken van fiets- en voetgangersnetwerken ter hoogte van Montgomery en vooral aan Merode prioriteit te geven in de heraanleg (met betrekking tot hun continuïteit, rechtheid en leesbaarheid).
Wij hopen dat de overlegcommissie rekening houdt met deze opmerkingen, en we wensen uitgenodigd te worden voor elke hoorzitting die te maken heeft met dit dossier.
Tim Cassiers
Stafmedewerker mobiliteit en luchtkwaliteit
tim@bral.brussels
Paginering
- Eerste pagina
- Vorige pagina
- …
- Thema's 613
- Thema's 614
- Huidige pagina 615
- Thema's 616
- Thema's 617
- Volgende pagina
- Laatste pagina