Josaphatsite: een schijnvertoning van burgerparticipatie?
Terwijl de metro verzandt in de natte bodem van de Zenne, kristalliseert het megaproject Josaphat de spanningen binnen de overheid. De regering besloot om te proberen de democratische processen die voor de ontwikkeling van de site waren opgezet, te omzeilen. In plaats van te wachten op de goedkeuring van het Richtplan van Aanleg (RPA) heeft een deel van de regering de keuze van de projectontwikkelaar op het bordje gelegd van de vier betrokken agentschappen: CityDev, het Brussels Woningfonds, de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) en de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM). Deze beslissing gaat niet alleen voorbij aan de ongekende burgerparticipatie, maar ook aan de democratische mechanismen: adviezen van de adviesraden, overlegcommissies, adviezen van de gemeenten, enz.
Dit debacle is het symptoom van een verouderd stedenbouwkundig proces, zowel wat betreft de processen als wat betreft het rekening houden met de huidige sociale en ecologische uitdagingen. Alleen in België ondergraaft een regering zichzelf om een politieke agenda door te drukken waarover geen consensus bestaat.
Gelukkig is het spel nog niet gespeeld. Aanstaande donderdag 2 maart komt het dossier op tafel in de ministerraad. Alle leden van de regering zullen de kans krijgen om een keuze te maken voor de toekomst: de braakliggende gronden en hun biodiversiteit beschermen. Het is essentieel dat het unieke erfgoed dat zich op deze plek heeft ontwikkeld niet wordt opgeofferd, omdat het nergens anders te vinden is.
Een chronologische achtergrondschets
Het dossier Josaphat heeft sinds de start van het administratief proces in oktober 2017 verschillende stadia doorlopen. Het is tijdens deze periode dat de overheid een concurrentiegerichte dialoog opstart. Het doel van deze procedure is een consortium aan te wijzen dat na de gunning van de overheidsopdracht snel aan de slag kan.
Volgens de richtsnoeren van het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO) werd in 2019 het Richtplan van Aanleg Josaphat gelanceerd, met als doel dit terrein van 24 hectare te "rehabiliteren en urbaniseren" door er publiek en privé woningen, "groene ruimten" en voorzieningen te creëren.
Dit project heeft geleid tot bezorgdheid bij verschillende verenigingen en buurtbewoners, die vrezen voor een groot verlies van een unieke open site op het gebied van biodiversiteit en waterdoorlaatbaarheid, in naam van woningen die elders zouden kunnen worden gebouwd. In 2019 en 2021 werden twee openbare onderzoeken georganiseerd om de mening van de bevolking en de betrokken belanghebbenden te verzamelen, met meer dan 2000 negatieve en gemotiveerde reacties van burgers. Een groep verenigingen en burgers heeft een concreet plan B voorgesteld waarmee het PAD Josaphat kan worden uitgevoerd en een groot deel van de biodiversiteit behouden blijft. En dat is nog zonder de 20.000 ondertekenaars van de petitie STOP BÉTON (À BRUXELLES): sauvons la friche Josaphat.
Wanneer Josaphat weer opduikt
Na in de zomer van 2022 in de ijskast te zijn gezet na een steekspel in de pers tussen de meerderheidspartijen, PS-Vooruit en Ecolo-Groen, dook het dossier half februari weer op na nieuwe verklaringen in de pers.
De concurrentiegerichte dialoog lijkt te eindigen op 9 maart, wanneer de vier betrokken agentschappen moeten beslissen over het al dan niet gunnen van de overheidsopdracht. Door de zaken op de verkeerde manier aan te pakken, blijft de regering zitten met een concurrentiegerichte dialoog die ten einde loopt zonder een RPA die de toekomst van de locatie moet sturen. Ze hebben hun gok gemist dat de twee procedures tegelijkertijd zouden worden afgerond.
Sindsdien heeft zich op de Josaphatsite een uitzonderlijke biodiversiteit ontwikkeld die door vele natuurkenners is opgemerkt. Het gebied waarop deze concurrentiegerichte dialoog betrekking heeft, is het rijkste deel van het gebied in termen van biodiversiteit, waar 75% van de op het braakliggende terrein aanwezige soorten zijn waargenomen. Het zou de eerste zijn die onder de graafmachines verdwijnt.
Onder het voorwendsel van een stijging van de bouwprijzen indien een nieuw proces zou worden opgestart, dringt de MSI aan op de noodzaak om vóór de termijn van 9 maart een beslissing te nemen. Dit voorwendsel is twijfelachtig in het licht van de woorden van Rudi Vervoort zelf in het Brussels Parlement op 6 februari: "Alle projecten zijn duurder dan voor de coronacrisis. De bijkomende kosten worden op 20% geraamd, al kan dat afhankelijk van de evolutie van de situatie nog oplopen. Ik heb er geen belang bij om zaken te verzwijgen."
Tot op heden is het RPA, dat een juridisch kader moet bieden voor de ontwikkeling van het project, nooit in tweede lezing goedgekeurd door de Brusselse regering. Wat normaliter een essentiële stap is voor de uitvoering van een project van deze omvang. De uiteindelijke gunning van het contract lijkt dus in de plaats te komen van de procedure voor de goedkeuring van het RPA.
Complete minachting voor procedures
De MSI wilt ons doen geloven dat we moeten kiezen tussen de bescherming van de biodiversiteit op de Josaphat-site of de bouw van woningen om het gebrek aan betaalbare woningen in Brussel op te vangen. Dit valse dilemma is in werkelijkheid het resultaat van het optreden van Brusselse politici en bestuurders, die eerst een concurrentiegerichte dialoog lanceerden voordat het regelgevingskader werd goedgekeurd, zogenaamd om "tijd te winnen", met een totaal gebrek aan belangstelling voor de enorme betrokkenheid van burgers en verenigingen die tijdens de hele ontwikkeling van het project werd vastgesteld en met een totaal gebrek aan transparantie.
We zitten nu met een regering waarvan de leden nauwelijks met elkaar spreken, een gebrek aan vertrouwen van burgers en verenigingen in politieke medewerkers en administraties en geen uitzicht op een echt democratisch debat over de toekomst van deze site.
Geen koelkast voor fase 1 ondanks risico op vastlopen
Het middenveld had echter gewaarschuwd dat het proces dreigde vast te lopen. Al in 2020 hebben BRAL, Natagora en andere ondertekenende verenigingen (Sauvons la Friche Josaphat, Josaph'Aire, IEB, ARAU en het collectief Bas les PADs) er bij de regering op aangedrongen de ontwikkeling van fase 1 in de ijskast te zetten. Zij vroegen de autoriteiten om een nieuw plan uit te werken met het behoud van de biodiversiteit als uitgangspunt, en tegelijkertijd te voorkomen dat overheidsgeld wordt verspild aan een verouderd project dat niet beantwoordt aan de huidige sociale en ecologische uitdagingen.
Helaas werd gekozen voor de dure en confronterende optie van "forceren zonder overleg", waardoor de gewestelijk regering in een delicate situatie terechtkwam. Een regeringscommissaris in de raad van bestuur van de BGHM heeft beroep aangetekend tegen het gunningsbesluit, omdat het "in strijd is met eerdere regeringsbesluiten" en geen rekening houdt met de mobilisatie van burgers tijdens de openbare onderzoeken. Het opschortende karakter van het beroep zal de gunning van de overheidsopdracht in principe met 30 dagen vertragen.
Durf biodiversiteit centraal te stellen in het regeringsbeleid
In 2020 heeft Europa zijn biodiversiteitsstrategie voor 2030 aangenomen en zich ertoe verbonden 30% van de landoppervlakten te beschermen, waarvan 10% op strikte wijze; een verbintenis die op de COP15 in 2022 in Montreal door 195 ondertekenende landen (waaronder België) werd bevestigd. Deze verbintenis moet worden uitgevoerd op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Met minder dan 15% van het grondgebied dat momenteel een beschermd statuut geniet, is het van cruciaal belang om de ontplooiing van de biodiversiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te blijven versnellen. De Josaphat-site is een van de antwoorden die kunnen worden gegeven op de Europese verplichtingen.
Bodemkwaliteit is een andere kwestie die volop in het nieuws is in Europa en waarop Brussel zal moeten reageren. Het Europees Parlement heeft een resolutie aangenomen ten gunste van de bodem en de Commissie heeft een strategie goedgekeurd voor bodembescherming tegen 2030. De doelstelling? Tegen 2050 de veerkracht, de bescherming en het herstel van de Europese bodems mogelijk maken, aangezien 70% ervan is aangetast. Wat op de woeste gronden wordt opgeofferd, kan elders niet worden hersteld.
Sinds 2015 onderzoeken tal van natuurliefhebbers het braakliggende terrein om het biologisch belang ervan te beoordelen en de bewoners te identificeren. De Josaphat friche is nu een van de rijkste sites in Brussel wat het aantal geregistreerde soorten betreft, en elk seizoen brengt nieuwe ontdekkingen met zich mee. Deze intensieve follow-up van de plaatselijke fauna heeft het mogelijk gemaakt een aantal specifieke problemen van het ecosysteem van de braakliggende gronden van Josaphat en zijn biodiversiteit te identificeren, problemen die op zijn minst de aandacht moeten trekken en in verhouding tot hun belang moeten worden beschouwd.
Momenteel wonen niet minder dan 264.000 Brusselaars in een zogenaamd “gebied met een tekort aan publiek toegankelijke groene ruimte”. Dit geldt met name voor het gebied waar het braakliggende terrein zich bevindt.
Plan B Josaphat
De verenigingen en burgers stellen voor sociale woningen te bouwen EN de delen van de Josaphatsite met de grootste biodiversiteit binnen de perimeter van het RPA te behouden in een Plan B Josaphat (www.bral.brussels/planbjosaphat).
Dit is mogelijk door te verdichten enerzijds op het verharde en onderbenutte deel van de site ten oosten van de spoorlijn, met behoud van een deel van de productieve en logistieke activiteiten. Anderzijds kan het door bepaalde gebieden te bebouwen aan de uiteinden van de friche die geen significant potentieel voor biodiversiteit hebben. Ten slotte kan men de omzetting van leegstaande gebouwen in woningen te versnellen, waarvan het potentieel volgens ons in het laatste rapport van perspective.brussel werd onderschat.
Hoewel deze ideeën nog theoretisch zijn, hebben de verschillende burgers en verenigingen de regering meermaals de hand gereikt om samen aan de toekomst van dit gebied te bouwen. Zij hebben herhaaldelijk voorgesteld om de kennis en ideeën uit het veld te gebruiken als input voor een plan dat nog in ontwikkeling was en waar op termijn ingrijpende wijzigingen hadden kunnen worden aangebracht. In plaats daarvan staan we nu met de rug tegen de muur, met een deadline die iedereen tot haast dwingt, en zonder dat alle elementen van het dossier openbaar zijn.
RPA Zuid, NEO, RPA Josaphat... noem maar op!
Deze manier van werken zal degenen die de Brusselse stedenbouwkundige actualiteit gewend zijn, waarschijnlijk niet hebben verrast. Een deel van de regering en bepaalde gepolitiseerde administraties gebruiken alle beschikbare middelen om een project door te drukken waarvan het strategische en regelgevende ontwikkelingskader nog niet is uitgewerkt en dat veel kritiek krijgt in een context waarin alternatieven niet zijn bestudeerd. Door de concurrentiegerichte dialoog, waarvan de voorwaarden niet openbaar zijn gemaakt, door te zetten, wordt de scherpe spanning tussen natuur en betaalbare woningen alleen maar groter.
De gewestelijke regering heeft de RPA-procedure opgestart om de ontwikkeling van het gebied in goede banen te leiden. Vandaag stellen we vast dat sommige van de verkozenen die dit instrument hebben geïnitieerd, plots hebben besloten dat het niet langer nodig is de goedkeuring van het RPA af te wachten om op de friche te bouwen. Los van de discussie over wat er in het RPA zal staan en los van de manier waarop de RPA’s zijn opgesteld, betekent dit dat het Gewest de rechtszekerheid en de democratische processen die het zelf in het leven heeft geroepen, ondermijnt.
Het doorlopen van de raden van bestuur van de betrokken agentschappen is een belemmering voor een goede democratische procedure. De besluiten die daar worden genomen, worden genomen ver van democratische controle-organen, zoals het Parlement, dat tenminste de mogelijkheid biedt vragen te stellen om het openbaar belang te waarborgen. Hoeveel verenigingen of burgers hebben zitting in de raden van bestuur van openbare organen die geacht worden te beslissen over de toekomst van een terrein dat geacht wordt bij te dragen tot het algemeen welzijn?
Door de site aan te wijzen als onderwerp van een RPA heeft het Gewest zelf de noodzaak van een globale visie op de site erkend. Om vervolgens het project in stukken te hakken... waarvan de eerste steen op zijn vroegst in 2027 zou worden gelegd, om nog maar te zwijgen van de te verwachten juridische beroepen.
Hoog tijd voor transparantie én een uitweg uit de impasse
Als de procedure van de concurrentiegerichte dialoog volledig losstaat van het RPA, wat heeft het dan voor zin dat verenigingen en burgers reageren op de inspraakprocessen die de regering zelf organiseert, als die vervolgens worden kortgesloten? Als we vandaag met onze rug tegen de muur staan, met het risico van een aanzienlijke prijsstijging en een project dat vertraging heeft opgelopen, moeten we de verantwoordelijkheid niet zoeken bij verenigingen of burgers die zich inzetten voor een aangenamere stedelijke omgeving.
Laten we liever kijken naar de overheid, die de stad maakt achter gesloten deuren, in plaats van onze kennis en goede wil te gebruiken om aan een gezamenlijke toekomst te bouwen.
Zullen de Brusselse regering en haar Minister-president een antwoord kunnen vinden op deze politieke impasse door de dialoog aan te gaan en een goede democratische praktijk te volgen? Wat levert hen (electoraal) het meeste op: dat ze bij hun principes blijven maar met lege handen? Of dat ze met staatsmanschap aan tafel gaan en een akkoord kunnen smeden dat de stad vooruithelpt?