Articles

Thème

Le Gouvernement Bruxellois a décidé que toute la Région sera une zone de basse émissions permanente.  Un pas important : des caméras intelligentes contrôleront l’application de la mesure. Cette contrainte contre le trafic polluant rompt enfin avec le passé, mais la mesure devra être renforcée.

** Le reste de l’article est en Néerlandais. Contactez Liévin Chemin pour en savoir plus en Français **

 

Op 2 juni kwam de Brusselse regering samen voor een speciaal overleg over het Lucht-Klimaat- en Energieplan. Bral voerde actie samen met een brede groep van organisaties en mensen die een open brief ondertekenden, die we voor aanvang van de regeringsbijeenkomst persoonlijk aan de ministers overhandigden. Eerder die week lekte in de pers al de inhoud van een brief waarmee de Europese Commissie de Belgische staat officieel in gebreke stelt, omwille van het gebrek aan actie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om de uitstoot van NO2 te beperken.

Op de regering van 2 juni werd naat het LKE-plan ook het Regeringsbesluit (in eerste lezing) in verband met de LEZ goedgekeurd. In dat besluit staan onder meer de toegangscriteria op basis van de Euronormen, het territorium (= BHG, uitgezonderd de R0) en een aantal uitzonderingen (mindervaliden, ambulances, oldtimers, ..). 

Ging het hier dus om een regeringszitting die nog zal nazinderen?

Meer dan stickers

In de open brief riepen we de Brusselse regering op om verder te gaan dan de eerder aangekondigde Lage Emissie Zone (LEZ), die zou gecontroleerd worden op basis van stickertjes op de voorruit van auto’s. Iedereen weet dat dergelijke stickertjes geen resultaten zouden opbrengen.

Bovendien “telt enkel het resultaat” herinnerde de Europese Commissie er de Brusselse regering aan. Want dat is ook de interpretatie die het Europees Gerechtshof geeft aan de Europese richtlijn rond minimum-luchtkwaliteitsnormen. Die moesten gehaald worden in 2010. Als die normen niet gehaald werden, moet er volgens de richtlijn een plan bestaan om de normen “zo snel als mogelijk” te halen. Brussel haalt sinds 2010 die normen niet, en heeft nog altijd geen plan om die normen te halen. De Europese Commissie bracht België trouwens al eerder voor het Europees gerechtshof omwille van het niet naleven van de norm voor de uitstoot van fijn stof (PM10).

Brussel heeft de grootste

Antwerpen haalt de luchtkwaliteitsnormen ook niet, maar had wel een plan. Of toch een plan dat de Europese Commissie ervan overtuigde dat de norm in 2015 zou gehaald worden. Antwerpen kreeg dus uitstel.

Antwerpen heeft bijvoorbeeld een plan om in februari 2017 een LEZ in te voeren in de kernstad en op Linkeroever, die zal worden gecontroleerd door zogenaamde ANPR-camera’s (Automatic Number Plate Recognition).

Nu heeft dus ook Brussel beslist om een LEZ in te voeren vanaf 2018, gecontroleerd door zulke ANPR camera’s, en ook nog eens voor het héle gewest. Met zijn 161 km² is de Brusselse LEZ dus een héél pak groter dan die in Antwerpen. Dat is een wijze beslissing, die ook wordt ondersteund door eerder geleverd studiewerk rond de impact van verschillende scenario’s voor een Brusselse LEZ: size matters.

Autogebruik, autobezit, parkeren

De Brusselse regering besliste dus over een degelijk controlesysteem, en een voldoende grote perimeter. Maar wat voor vuile voertuigen mogen er daarbinnen nog rondrijden?

In bijvoegde grafiek zie je dat Brussel een jaar later in het spel komt, maar vanaf 2019 aantakt bij wat er in Antwerpen nog mag rondrijden. De Antwerpse en Brusselse LEZ filteren allebei auto’s op basis van Euro-normen, en ook op basis van de leeftijd van de auto’s (nieuwere auto’s hebben hogere Euro-normen).

En daar zit meteen ook een probleem. Sinds #dieselgate is het officieel: die theoretische Euro-uitstootnormen zijn totaal onbetrouwbaar. In de realiteit stoten auto’s vele malen meer uit. Je kan dus niet enkel op de Euro-normen rekenen om de luchtkwaliteit sterk te verbeteren.

Om de luchtkwaliteit écht merkbaar te gaan verbeteren, heb je minder auto’s nodig, en dan vooral minder dieselauto’s. Extra voordeel: je vermindert de files en je verbetert de mobiliteit.

Omdat er een duidelijk verband is tussen autobezit en autogebruik, moet de Brusselse regering er dus voor zorgen dat een oude auto die de LEZ niet meer binnenkomt, niet zomaar vervangen wordt door een nieuwe (zogezegd minder vervuilende) auto in privébezit. Dat kan door autodeelsystemen zoals Cambio en de Brussel’Air premie verder uit te bouwen. Dat helpt meteen ook om de parkeerdruk in de dichtst bevolkte wijken te verminderen.

En parkeerbeleid Pascal? En de rijtaks Guy?

Andere maatregel om én de luchtkwaliteit en de mobiliteit te verbeteren is een zonale heffing in zones die het best bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Dat is dan een soort “super lage emissiezone met verbeterde mobiliteit”. Ook daar kunnen de ANPR-camera’s dienst bewijzen.

ANPR camera’s worden ook steeds meer gebruikt voor de controle en naleving van het parkeerbeleid, door mobiele eenheden. Ook een ambitieus parkeerbeleid is een hoeksteen van een degelijk mobiliteitsbeleid. De bevoegdheid van mobiliteitsminister Pascal Smet.

ANPR camera’s worden ook gebruikt voor de controle op het betalen van de jaarlijkse rijtaks. Wat ons brengt bij de nood van de hervorming van de autofiscaliteit, een bevoegdheid van minister van Financiën Guy Vanhengel, om de aankoop van auto’s te sturen naar minder diesel.

ANPR: veel mogelijkheden

U merkt het, de ANPR camera’s kunnen dienst bewijzen zowel voor leefmilieu, mobiliteit, als fiscaliteit. En dan vergeten we nog criminaliteit, waar ze nu al hun grootste toepassing vinden.

Nu moet de Brusselse regering verder bouwen op de trendbreuk die ze maakte met haar beslissing, en de mogelijkheden van de ANPR camera’s gebruiken in alle beleidsdomeinen waar nog werk voor de boeg is. Doelstelling: minder auto’s in de stad en de luchtkwaliteit voor alle Brusselaars verbeteren. We vragen dus om (veel) meer, maar de beslissing voor de LEZ is alvast een uitstekend voorgerecht.

Jeroen Verhoeven & Liévin Chemin

Medewerkers mobiliteit BRAL 

"BXL PLANT": une publication bilingue du BRAL sur les défis et changements dans la planification à Bruxelles. 

NOTE: vous trouvez les versions NL et FR soit sur le site, soit dans la publication-ISSUU ci-dessous. 

 

Bruxelles, été 2016

Le PPAS tant attendu de Tour&Taxis est en enquête public !

Ce plan particulier d’affectation du sol détermine combien de logements, de ha de parc, de bureaux, d’équipements collectifs … il faudra réaliser sur le site de T&T. Le développement de ce site de 45 ha, à côté du quartier Maritime, Laeken et tout près de la gare du Nord, aura un impact important sur la ville et les quartiers avoisinants.

Le PPAS est le cadre juridique que le gouvernement et le propriétaire privé devra respecter pour toute construction future sur le site. Ce plan important est en enquête public du 18 août jusqu’au 16 septembre.

Le 25 août le Bral organise ensemble avec la plateforme T&T une présentation et débat pour analyser ensemble ce PPAS.

Le plan sera présenté par la section Plan de la Ville de Bruxelles, le bureau d’études et l’Agence de Développement Territorial.

Rendez-vous au Centre Communautaire Maritime à 19h30. Rue Vandenboogaerde 93 à Molenbeek.

Dans une nouvelle brochure "Participez à la ville!" le Bral présente 10 témoinages des groupes d'habitants. Chaque jour, à Bruxelles, des dizaines de comités de quartier et de groupes d’action s’activent pour un quartier plus agréable à vivre. Ils ont choisi de ne pas baisser les bras, d’aller trouver leurs voisins et de s’organiser pour, ensemble, plaider leur cause auprès des responsables politiques et des fonctionnaires. Le but de cette brochure est de vous inspirer, vous les Bruxellois. Sortez de votre coin, tentez quelque chose !

 Bruxelles bouge sans arrêt. Commerces, bureaux, loisirs, mobilité et logement ne cessent de se disputer l’espace disponible et défendent des intérêts antagonistes: un nouveau projet immobilier dans un espace vert, un nième projet commercial dans un quartier résidentiel, l’aménagement d’un parking… La cohabitation en ville peut, elle aussi, engendrer des conflits et affecter la qualité de vie dans un quartier : rues sales, embarras de circulation, nuisances sonores…



En tant qu’habitant, vous pouvez choisir d’assister passivement au développement de la ville ou, au contraire, décider de participer à la ville et d’agir avec vos voisins. Chaque jour, à Bruxelles, des dizaines de comités de quartier et de groupes d’action s’activent pour un quartier plus agréable à vivre. Ils ont choisi de ne pas baisser les bras, d’aller trouver leurs voisins et de s’organiser pour, ensemble, plaider leur cause auprès des responsables politiques et des fonctionnaires.



Cette brochure rassemble dix témoignages concrets de groupes d’habitants. Le combat de chacun d’entre eux contre un problème local, qui touche leur quartier, pourrait inspirer les habitants d’autres parties de la ville. Ils opèrent tous de manière différente : ils forment des groupes de pression, préparent des actions, expriment leur opinion lors des enquêtes publiques, organisent des fêtes de rue… La créativité de la société civile bruxelloise est d’une extrême richesse.



Le but de cette brochure est de vous inspirer, vous les Bruxellois. Sortez de votre coin, tentez quelque chose ! Ce ne sont pas les hommes politiques ou les promoteurs qui font la ville mais bien vous, qui la vivez et la pratiquez au quotidien.



Chaque témoignage est illustré par des moyens d’action spécifiques et débouche sur trois conseils pour améliorer notre ville et la rendre plus vivable. Au total, cela donne 30 astuces pour  un quartier plus agréable. Nous les avons résumées sous la forme de 7 recommandations incontournables, reprises au dos de cette brochure. Nous vous souhaitons une agréable lecture (qui, nous l’espérons, inspirera de nombreuses actions) !

Souhaitez- vous avoir un exemplaire en papier? Contactez- nous au 02/217.56.33

 

L'avenir de Tour et Taxis se joue pour l'instant à l'occasion d'une enquête publiqueLes détails du plan sont disponibles.

(Cliquez sur Plans particuliers d’affectation du sol (PPAS))

La plateforme TouTpubliek, qui rassemble des habitants et associations engagés dans le quartier de Tour et Taxis a analysé le plan et considère qu'il ne répond pas aux besoins élémentaires du quartier.

Le plan propose de construire sur le site plus de 370.000m2 de bâtiments divers avec des hauteurs allant jusqu'à 150m (plus haut que la tour "uspsite"). Le parc (plus petit que promis) et les voiries restent privées, donnant la possibilité au propriétaire de faire du site un ghetto pour habitants très aisés. Il n'y a aucune garanties sur les équipements qui pourraient être construits et aucune solution durable pour résoudre les problèmes de mobilité que ce nouveau projet va générer. Les activités culturelles existantes sur les quais en face du site seront expulsées!

Que pouvez-vous faire ?

1) Envoyer un mail avant le 16/09 à commissionconcertation.urbanisme@brucity.be pour demander à être entendu à l'occasion de la commission de concertation qui aura lieu le 28/09. Cette réunion a souvent lieu pendant les heures de bureaux, nous vous suggérons dès lors de demander qu'elle ait lieu en soirée. Plus nous serons à le demander, plus nous aurons de chances d'être entendus !

2) Joignez vos commentaires ou revendications au mail précédent.

Si vous le désirez, vous pouvez vous inspirer des revendications de la plateforme TouTpubliek que vous trouverez ci-après. Plus il y aura de commentaires envoyés, plus nous aurons des chances d'être entendus !

3) Venez à la Commission de concertation le 28/09. Plus il y aura de présents, plus nous pourrons influencer les débats !

4) Signez la pétition de la plateforme ToutPubliek.

5) Informez et mobilisez vos amis, voisins, connaissances et collègues !

N'oubliez pas de nous mettre en copie de vos messages envoyés à la commission de concertation !

Nous comptons sur votre soutien massif.

La plateforme TouTpubliek

L'avis de la plateforme TouTpubliek sur le projet de Plan Particulier d'Aménagement du Sol de Tour et Taxis

1) T&T POUR TOUS LES PUBLICS

Il faut exproprier les voiries, la gare maritime, le parc, la halle aux poisons pour garantir l’accès public en tout temps du site

2) UN VRAI PARC DE 9 HA

Il faut compenser les promesses non tenues à propos du parc! Le parc ne fait que 6ha alors que 9ha étaient promis. Les bureaux existants réduisent la largeur du parc à 68m alors que 90m étaient promis. Il faut supprimer les blocs X2 et Y2 qui se situent au milieu du parc et relocaliser les équipements publics en Y1

3) MOINS DE NOUVELLES CONSTRUCTIONS

Le site est trop dense: il faut supprimer les bureaux supplémentaires, diminuer de moitié les commerces et privilégier les logements, les équipement publics et les activités productives. Nous voulons un minimum de nouvelles constructions et pas un maximum !

4) PLUS DE LOGEMENTS ABORDABLES

Nous réclamons 30% de logements sociaux et 20% de logements moyens conventionnés, le tout répartis dans toutes les zones et pas rassemblés dans une seule tour.

5) SUFFISAMENT D’EQUIPEMENTS COLLECTIFS

Nous réclamons un minimum de 37.000m2 d’équipement collectifs à destination des habitants des quartiers voisins: des écoles ouvertes sur le quartier, un centre de formation, une ou plusieurs crèches, …

6) DES SOLUTIONS POUR LA MOBILITE

Nous exigeons une décision politique sur le tracé du tram et un plan d’investissement pour celui-ci AVANT l’adoption du PPAS

7) DE L'EMPLOI POUR LE QUARTIER

Nous voulons des emplois pour le quartier! La gare Maritime doit devenir un pôle de formation et de développement d’activités productives et d’économie sociale créatrice d’emplois. 50% des emplois créés sur le site devraient bénéficier aux habitants des quartiers avoisinants

8) PRIORITE AUX BESOINS PUBLICS

Il faut phaser les travaux: d’abord le parc et les voiries, puis les équipements et la gare maritime et enfin le logement, en parallèle avec la construction de la ligne de tram. Le tram doit être opérationnel dès que 50% des développements sont atteint.

La Platforme TouTPubliek

  • La petite ceinture est une autoroute urbaine qui pose problème, dans sa forme actuelle, en ce qui concerne le développement urbain, la mobilité, la santé et le budget public.
  • Une nouvelle vision des boulevards est indispensable pour donner une réponse à ces enjeux et valoriser en même temps le potentiel comme espace public métropolitain.
  • Petiteceinture.be, une initiative de deux jeunes urbanistes bruxellois, présente une vision novatrice et réaliste à la fois du territoire et de la mobilité. Notre proposition de réaménagement vise à un équilibre entre circulation et convivialité. Elle est intégrée dans une politique directive en matière de mobilité.

Nous profitons de la Semaine de la Mobilité pour diffuser le projet et annoncer de futures activités.

​

La petite ceinture bruxelloise : une autoroute urbaine représentant une multitude d’enjeux

Les boulevards, bien qu’exclusivement taillés sur mesure pour la voiture, donnent aujourd’hui une image de Bruxelles comme étant la « capitale des embouteillages ». Les tunnels vétustes sont des trous dans le budget public. De plus, la petite ceinture, située au centre de la capitale, n’arrive pas à proposer un cadre de vie et d’habitat adéquat pour les résidents et les visiteurs : la pollution de l’air, les nuisances sonores et la difficulté à traverser l’infrastructure n’en sont que quelques exemples.

De la nécessité d’une nouvelle vision des boulevards

Une telle vision donnerait une réponse solide aux enjeux cités ci-dessus et exploiterait au maximum le potentiel des boulevards. En effet, la petite ceinture constitue un espace continu et non-bâti d’une superficie équivalent à quatre fois le Parc de Bruxelles, et ce, au milieu des quartiers les plus densément peuplés et bâtis de la capitale. Dès lors, une question s’impose : comment mieux aménager cet espace ?

La vision intégrée du territoire et de la mobilité de petiteceinture.be

Nous imaginons un aménagement diversifié, qui met circulation et convivialité sur le même pied, et qui relie les uns aux autres les quartiers, les places et les parcs avoisinants. Un tel aménagement, à réaliser en plusieurs étapes sur une période de 20 ans à partir d’aujourd’hui, va nécessairement de pair avec une politique poussée en matière de mobilité. Celle-ci met en oeuvre un ensemble d’outils favorisant les déplacements multimodaux et améliorant ainsi l’accessibilité de la ville.

La politique proposée en matière de mobilité consiste en des mesures « carottes » et « bâtons ». Constituant une offre fréquente et rapide dans toute la région métropolitaine, les transports en commun deviendront la base de la mobilité urbaine et une alternative sérieuse à la voiture. Simultanément, l’introduction d’une tarification routière mènera à un usage plus rationnel de la voiture privée. De plus, la pression du trafic motorisée diminuera grâce à un plan de circulation visant à réduire la capacité routière sur les grandes voiries. Dans ce cadre, la fermeture d’une série de tunnels de la petite ceinture deviendra une option économiquement et socialement faisable. Les boulevards resteront accessibles en voiture sur toute leur longueur. Or, de larges pistes cyclables et trottoirs seront aménagés le long des voies de circulation, en plus, des zones de loisirs et de sport, des lieux d’évènements et des espaces commerciaux, qui s’adapteront aux quartiers traversés. De cette façon, les boulevards pourront à nouveau jouer le rôle d’un véritable espace public pour la ville, ses habitants et ses visiteurs.

Le mémoire de recherche, sur lequel s’appuie petiteceinture.be, a reçu des prix lors les années précédentes, de la part de la VRP (l’association professionnelle des urbanistes en Flandre, 2014) et de l’université de Gand (Afdeling Mobiliteit en Ruimtelijke Planning, 2015).

Semaine de la Mobilité : le moment idéal

La Semaine de la Mobilité a pour but de faire réfléchir les gens sur leurs habitudes de déplacements. Elle est pour nous le moment idéal pour présenter nos idées au grand public et aux nombreux représentants. L’objectif est d’entrer en dialogue avec ceux-ci, afin de modifier et d’étayer les propositions. Nous sommes présents sur Facebook et Twitter (@ceinturebru). Des lectures, débats et articles de blog suivront au fil des semaines et des mois à venir.

Contact

Rien van de Wall (FR-NL)

0499 14 93 81

rien.vandewall@petiteceinture.be

www.petiteceinture.be

Images

L’autoroute urbaine engorgée de voitures au quotidien © Rien van de Wall

Visualisation des boulevards réaménagés au niveau de la place Louise © Wim Menten

BRAL est un mouvement urbain qui se bat en faveur d’un Bruxelles durable. Dans le cadre de son activité de développement urbain, Bral mise sur une urbanisation sociale et écologique, étayée par une forte participation des riverains. Nous formulons des avis au politique, sommes présents sur le terrain et collaborons avec des Bruxellois ainsi que d’autres associations.

Description de la fonction                 

Vous faites partie d’une petite équipe aussi sympathique qu’enthousiaste. En collaboration avec vos collègues, des membres et des administrateurs du Bral, vous défendez et développez la vision que notre association porte sur l’urbanisme et l’aménagement du territoire.

Vous informez, soutenez et mobilisez des Bruxellois, des groupes de riverains et des partenaires dans le but d’améliorer la qualité des projets urbains et de quartier au centre-ville et alentours (Tour & Taxis, Schaerbeek-Formation, Heysel, quartier européen, zone du canal, région métropolitaine, etc.).

Vous conseillez le gouvernement de manière constructive et assertive en vue d’une urbanisation transversale et participative de qualité.

Missions                                                                                               

  • Soutenir et sensibiliser les riverains à une urbanisation de qualité et à une participation fructueuse
  • Démarrer et cultiver des collaborations – en votre qualité de collaborateur urbanistique, vous discutez avec des personnes de tous horizons : habitants de différents quartiers, autres associations et groupes d’intérêts, politiques, experts, etc.
  • Concevoir une stratégie et un discours de lobbying
  • Analyser les textes politiques et formuler un point de vue ambitieux réalisable

 

Qualités exigées          

  • Vous êtes passionné(e) par Bruxelles, vous comprenez la manière dont la ville se développe et vous y habitez de préférence.
  • Par votre formation, votre engagement ou votre expérience, vous êtes sensibilisé(e) aux défis d’une urbanisation durable.
  • Vous êtes familiarisé(e) avec les projets bruxellois et leur mise en œuvre.
  • Vous avez l’esprit d’initiative et une réflexion stratégique.
  • Vous aimez travailler de manière autonome mais fonctionnez aussi au sein d’une équipe.
  • Vous vous intéressez à l’opinion d’autres personnes et à la manière dont elles se forgent cette opinion.
  • Vous pensez, parlez et écrivez aussi bien en néerlandais qu’en français, la maîtrise de l’anglais constitue un atout important.
  • Vous parlez et rédigez avec aisance.
  • Vous avez de l’expérience dans l’organisation d’actions et d’événements.
  • Vous faites preuve de créativité dans l’utilisation des divers canaux de communication (texte, image, vidéo, médias sociaux, etc.).

 

Notre offre

  • Un travail motivant et varié
  • Une véritable latitude pour étoffer votre réseau personnel
  • Une liberté d’initiative et la possibilité de laisser parler votre créativité
  • Du respect pour l’équilibre entre travail et vie privée
  • Des horaires de travail flexibles avec des rencontres prévues régulièrement en soirée et plus sporadiquement le week-end
  • Un contrat à durée indéterminée, à temps plein ou à temps partiel (au moins 80 % d’un ETP)
  • Un salaire conforme aux barèmes du secteur socioculturel (B1c de la CP 329.01), toute ancienneté pertinente sera prise en compte
  • Le remboursement des trajets travail-domicile en transport en commun ou une indemnité vélo

 

Intéressé(e) ?         

Envoyez votre CV accompagné d’une lettre de motivation pour le 4 novembre 2016 au plus tard.

par e-mail : an@bral.brussels

par courrier : An Descheemaeker (coordinatrice), BRAL, place du Samedi 13, 1000 Bruxelles

Des questions ?

Contactez An Descheemaeker (coordinatrice BRAL) : an@bral.brussels ou 02 217 56 33

Brussels Studies fête ses 10 ans. Retour sur les publications phares et discussions avec les auteurs.

Toujours le vendredi/ altijd op vrijdag, 10:00-12:00, Maison des Cultures Molenbeek (Rue Mommaertstraat 4, 1080 BXL)

Mesurer la pollution de l’air et ses effets est une demande fréquente des Bruxellois, mais les moyens scientifiques de la Région restent limités.  De par le monde, différentes initiatives apparaissent pour développer un “smart meter” de la pollution de l’air, sous contrôle citoyen.  Le Bral s’est penché sur la question lors d’une table ronde d’experts et porteurs de technologies: évaluons la validité scientifique des appareils utiles à la “citizen science”, et leurs avantages mobilisateurs.

En connaissons-nous assez sur l’air que nous respirons?  Au Bral, nos membres et les groupes citoyens rencontrés se soucient de la toxicité de l’air, mais reçoivent une information complexe, spécialisée, et très peu vulgarisée.  Dans leur vécu ou pour leur famille, ils souhaitent connaître leur exposition quotidienne aux polluants dangereux, comme le NO2 et les microparticules, entre autres.

Connaître des valeurs moyennes régionales et s’inquiéter lorsque les seuils d’alerte sont atteints, ça n’est pas suffisant pour nourrir la réflexion, apprendre à éviter la pollution, et finalement réclamer un changement sociétal pour résoudre ce danger.  De plus, le NO2, par exemple, est un polluant très localisé près de sa source (à Bruxelles il semble que les trois quarts sont causés par le trafic auto).  Une collecte mobile de données mesurant l’exposition subjective des Bruxellois est donc une donnée essentielle pour compléter les données scientifiques très robustes offertes par les 11 stations fixes régionales.  Bruxelles Environnement mesure l’exposition personnelle par campagnes avec ses 8 appareils mobiles géolocalisés, dans le cadre du projet ExpAIR en collaboration avec le Bral.

Mais serait-il possible d’aller plus loin en confiant aux citoyens une “low-tech” mobilisée en nombre, parcourant tous les jours nos rues, nos écoles et lieux de vie pour monitorer la qualité de l’air respiré?  Le 18 novembre dernier, le Bral a organisé un double événement autour des mesures de qualité de l’air effectuées par les citoyens.

Centre ville, comme un air de changement

Ce soir-là, l’association a communiqué les résultats 2015 de l’enquête participative ExpAIR pour le centre ville.  Ils concernent l’exposition des habitants qui ont mesuré le Black Carbon, une microparticule 2.5µm issue de la combustion du diesel et du mazout, qui est étudié comme excellent traceur de la pollution automobile. Un focus a été fait sur l’évolution avant/après la piétonisation des boulevards centraux:

Sur Anspach et Bourse, la situation est globalement bien meilleure: amélioration de 35 à 55%, en considérant la contribution de fond de la pollution de l’air urbain. Les parties rues aboutissant au piétonnier ont généralement connu une amélioration de leur qualité de l’air.

Mais plusieurs rues composant le “mini-ring” (Empereur, Pacheco, Alexiens, Van Artevelde, Six-Jetons) et quelques rues adjacentes ont souffert d’une aggravation sensible de la pollution due report de trafic.

Les personnes présentes ont réagi avec une étonnante compréhension du phénomène, étant déjà sensibilisées par la problématique du report de trafic entre le mini-ring et la petite ceinture. Ils ont exprimé la nécessité d’un monitoring fin de la pollution localisée, ce qui donne du vent dans les voiles de la table-ronde tenue l’après-midi, en faveur d’une mesure participative de l’air. Enfin, les citoyens ont exprimé beaucoup d’inquiétudes sur la valeur des mesures actuelles du Plan Régional Air-Climat-Énergie, et des effets attendus sur le dioxyde d’azote en particulier de sa mesure-phare, la Low Emission Zone.

Les résultats des mesures des polluants toxiques de l’air du centre-ville, et le comparatif avant-après l’instauration du piétonnier, peuvent être consultés sous ce lien. Un rapport général sur la qualité de l'air du Pentagone est disponible sous ce lien.

Smart-citizen Air Quality Meter?

Le dispositif ExpAIR, utilisé par Bruxelles Environnement en partenariat avec le Bral, fournit certes des données fiables et très utiles à émettre des recommandations environnementales aux Communes et à la Région; mais l’expérience montre qu’avec seulement 4 appareils de mesure, il est difficile d’obtenir un nombre de mesures suffisant pour couvrir un territoire pourtant réduit tel que le pentagone; or les citoyens demandent un monitoring rue par rue, et ceci pour l’ensemble du territoire régional.

De plus cette approche est assez peu interactive: pas d’affichage, traitement des données à posteriori et rapport de généralisation sur base annuelle, pas de carte interactive… au final peu d’informations récompensent le bénévole qui opère patiemment sa collecte de données.

En recherche d’un dispositif qui, en parallèle des données officielles, permettrait d’informer largement les citoyens au travers d’app mobiles et de cartographies en ligne, le Bral souhaitait jeter un regard vers l’avenir, pour explorer les possibilités de “citizen-science” via des “smart technologies” qui, un jour peut-être, permettront un monitoring permanent des données de pollution de l’air à Bruxelles.

Au Bral nous estimons qu’une telle collecte de données, impliquant des citoyens en nombre suffisant, constituerait un excellent levier de savoir et d’action collective pour sensibiliser et mobiliser les citoyens à large échelle, afin qu’ils puissent réclamer des mesures effectives qui limitent cette pollution.

Le Plan Air Climat Énergie adopté par la Région Bruxelloise en juin 2016 mentionne une majorité de mesures d’information et de sensibilisation. Au Bral, nous défendons que faire participer les citoyens à un monitoring dynamique et très largement communiqué, serait la meilleure manière de faire adhérer la populations aux mesures décisives qui restent à prendre pour protéger l’environnement et la santé de tous.

Présentations de la table ronde “A smart citizen Air Quality Meter?

  • Mot d’introduction: Céline Vanderborght (Smart City Manager CIRB) nous montre les possibilités offertes par le portique opendata de la Région bruxelloise
  • Sofie Van Bruystegem (City Mine(d)) focalise sur l’utilité d’inclure différents acteurs, dans leur projet de mesure participative Pacco-test (qualité de l’eau - Bruxelles)
  • Joris Van den Bossche (UA, VUB) explique la méthode participative de Curieuzeneuze, un projet de citizen-science qui a impliqué près de 2000 citoyens Anversois, début 2016
  • Martine Van Poppel (VITO) présente AirQmap, un projet comparable à ExpAIR initié par VITO pour la Région Flamande. VITO partage également son expérience de test en labo des différents capteurs et informe des points d’attention de ces technologies légères.
  • David Gillot (Communithings) fait part de son expérience de développeur de “Sense and The City”, solution de smart-monitoring mobile des polluants à l’usage des gestionnaires communaux (Ixelles, Anvers)
  • Laurent Pirotte (Greenfab) présente le “Smart Citizen Kit”, initiative de Barcelone qui s’internationalise entre différents fablabs, dont son équipe à Bruxelles.   le SCK est un sensor opensource en développement capable de mesurer et géolocaliser des données environnementales, comme la concentration du NO2 en un lieu.
  • Une autre initiative opensource, AirCasting.org (USA) est présentée avec une emphase sur ses finalités d’empowerment pour des communautés inquiètes pour leur environnement.
  • Yves Thomas (CIRB) conclut la séance en présentant les possibilités concrètes offertes par le portail régional d’open-data, afin de rendre accessible et de cartographier des datasets issus d’un “crowdsourcing” citoyen.

La salle était remplie de spectateurs, chercheurs, membres d’administrations, d’ONG ou encore quelques citoyens intéressés par la démarche de citizen-science au travers des smart-technologies.

Conclusions

Deux chercheuses de SMIT-VUB ont émis des conclusions orales en fin de la table ronde. Elles soulignent tout d’abord l’importance de mettre les différents partenaires (Etat, académiques, start-ups privées, groupes citoyens et fablabs, …) autour d’un projet, et de clarifier leurs attentes en toute transparence.  Après avoir bien évalué leur fiabilité, les mesures participatives et leur caractère subjectif devront être intelligemment extrapolés vers des rapports ayant une valeur scientifique généralisatrice.

Rêvons un peu: un traitement de ces flux de données permettra-t-il de nourrir une cartographie en temps réel des émissions polluantes?

Enfin, il nous semble qu’un tel dispositif peut avoir un effet potentiellement puissant de mobilisation et de prise de conscience large au sein de la population.  Cet apport décisif de “citizen science” peut encourager la prise de mesures politiques concrètes qui limiteront pollution, et assurer en même temps leur large acceptation auprès de toute la population.

L'alimentation durable est depuis des années un des thèmes prioritaires de la Région de Bruxelles-Capitale.

L'appel à projets s'adresse à toutes les associations actives en Région de Bruxelles-Capitale qui désirent mener un projet en rapport avec l'alimentation durable.

L'objectif de cet appel à projets vise à soutenir des initiatives dans le domaine de l'alimentation durable qui ont un lien direct avec des actions sur la stratégie Good Food. Le but étant que les projets touchent certains groupes cibles et abordent certains thèmes, considérés comme prioritaires pour la Région de Bruxelles-Capitale.

Avec cet appel à projets, Bruxelles Environnement veut soutenir un large éventail de projets: aussi bien les petits projets (à partir de 2.000 euros) que les projets de plus grande envergure, avec un maximum de 50.000 euros.

Vous trouverez la description complète de l'appel à projets et les conditions à remplir dans le document "Les modalités de l'appel à projets".

Depuis 2012, le Fablab de Barcelone développe le Smart Citizen Kit, un capteur de données environnementales opensource. Outre des données sur la qualité de l’air (concentrations en CO & NO2) cet objet connecté mesure le bruit, la luminosité, la température ainsi que le taux d’humidité toutes les minutes et publie ces données sur une plateforme web accessible en opendata. La nouvelle version (1.5), disponible début 2017 permettra d’étendre les mesures à d’autres paramètres (les particules fines, par exemple).

A Barcelone, Pristina et Amsterdam, des projets pilotes d’encapacitation citoyenne ont démarré début octobre 2016. Ces expériences sont suivies de près et documentées dans l’objectif de faciliter leur essaimage. C’est tout l’enjeu du projet Making-Sense.

Un premier point de mesure a été installé à Bruxelles par l’asbl greenfab.brussels il y a déjà quelques mois. Le Bral – mouvement urbain pour Bruxelles va acquérir 2 capteurs, Les deux asbl toruvent qu’il serait intéressant de multiplier les points de mesures bruxellois en impliquant des citoyens-acteurs de cette collecte de « citizen-science ». Il peut être intéressant de l’acquérir en groupe : comité de quartier, école, groupe de collègues, association locale, afin de s’informer collectivement de  l’état de notre environnement.

Le capteur coûte 200€ HTVA. Il comprend l’électronique, une batterie et le boitier. Les frais de port dépendront de la quantité commandée, c’et pourquoi Greenfab regroupe les commandes.

Si vous êtes intéressés par l’acquisition d’un tel capteur, contactez-nous dès à présent : info@greenfab.brussels ; Nous vous feront parvenir un formulaire de commande début 2017. AU plus nous serons nombreux au plus cette donnée AIR pourra être exploitée par des académiques, des citoyens et des activistes. Pour savoir, comprendre et agir pour rétablir notre droit à un air propre.

Contact BRAL: lievin@bral.brussels

 

Brussel, 14 februari 2017 — Céline Fremault, Brussels Minister van Leefmilieu, heeft vandaag 32 burgerprojecten in het zonnetje gezet. Deze werden geselecteerd in het kader van de recente projectoproep van de stichting Be Planet. De projecten betreffen een wijde waaier aan thema’s: mobiliteit, energie, duurzame voeding, consumptie, biodiversiteit… Deze innovatieve projecten werken mee aan de ecologische verandering, maken het mogelijk reeds een glimp te zien van hetgeen een inclusieve, participatieve en milieubewuste economie is.