Dossier: Vlaanderen en Brussel leggen knoop in de Rand (VSGB)

01/03/2011

 

Als Vlaanderen plannen smeedt die met Brussel te maken hebben, zit Bral op de eerste rij. En het ruimtelijke plan met de vreselijke afkorting GRUP VSGB heeft gróót belang voor ons Gewest. Brussel ligt er midden in. En dat zorgt voor problemen, want Vlaanderen en Brussel voeren geen gemeenschappelijk ruimtelijk beleid. De hete hangijzers blijven gloeien, vooral mobiliteit. We belichten de gebieden ten noorden van Brussel, met Vilvoorde-Machelen en het Heizelplateau op kop.

Bestemmingswijzigingen in de rand rond Brussel zijn niet alleen politiek geladen, ze raken ook aan de ruimtelijke eigenheid van de ‘groene’ buffer rond het uitdijend en demografisch exploderend Brussel. Overleg is dus nodig. In ‘Randgroen dringt Brussel binnen’ (zie inzet p. 7) belichten we een voorbeeld waar er – zoals op wel nog meer dossiers - alvast goed is samengewerkt tussen de gewesten. Maar rond de grote gebieden blijft de concurrentie het halen van de samenwerking.

Wat voorafging: eind 2010 stelde de Vlaamse regering het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) voor de afbakening van het VSGB (Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel) en de aanpalende open ruimte voorlopig vast. Van 14 februari tot 14 april loopt nu een openbaar onderzoek waarbij iedereen opmerkingen, bezwaren of adviezen kan indienen. Ook Brusselaars. Begin 2012 moet de definitieve goedkeuring volgen.

Het GRUP heeft betrekking op delen van de gemeenten Asse, Beersel, Dilbeek, Drogenbos, Grimbergen, Halle, Kraainem, Machelen, Sint-Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Tervuren, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Zaventem, en Zemst. Een GRUP heeft juridische kracht en bakent het gebied tot op perceelsniveau af. Het bevat bestemmingswijzigingen en voorschriften voor inrichting en beheer. Het zal het kader vormen voor toekomstige vergunningsverleningen.

Het VSGB wordt opgedeeld in 3 deelgebieden (kaart clusters):

  • Het ruime Zaventemse
  • Zellik-Grootbijgaarden
  • Zuidelijke Kanaalzone

Strategisch maar niet Volgehouden

De uitgangspunten van het GRUP VSGB zijn nobel, en samen te vatten in vier kernpunten: 1. sterk mobiliteitsgenererende activiteiten vermijden; 2. open ruimte behouden 3. reeds aangesneden werkgebieden herinrichten en intensifiëren en 4. nieuwe ontwikkelingen concentreren bij openbaar vervoersassen. Niets op tegen. Ware het niet dat die uitgangspunten niet overal worden gevolgd. Dat valt vooral op bij de belangrijkste dossiers.

Neem nu de Heizel, samen met het reconversiegebied Vilvoorde-Machelen “de twee grootste grootschalige planonderdelen van het VSGB met een zeer sterke verkeersgeneratie”. In de logica van intergewestelijke samenwerking rond sleutelprojecten, waar Bral een vurig pleitbezorger van is, verbaast het ons dat de plannen van Vlaanderen voor de Heizel blijven focussen op Parking C. Dat is inderdaad het enige stukje van het Heizelplateau dat op Vlaams grondgebied ligt. Maar die parkeerplaats kan natuurlijk niet los worden gezien van de grote herinrichtingsplannen van de Stad en het Gewest Brussel. Jawel, het NEO-project.

Heizelplateau ís Parking C

Het NEO-project – waarvan nochtans al heel wat officiële cijfers voorhanden zijn – wordt zo goed als niet vernoemd in het VSGB. Onder een rubriekje ‘beleidscontext’ lezen we enkel het volgende: “Op het grondgebied van Brussel wordt gewerkt aan de planning van de Heizelvlakte”. Wij hadden hier toch minstens de woorden ‘internationaal congrescentrum’ en ‘megashoppingcenter’ verwacht. Want zo concreet zijn de Brusselse ambities wel.

Maar bon, Vlaanderen heeft dus plannen met Parking C. De bestaande parkeercapaciteit moet behouden blijven en het monofunctionele terrein krijgt een nieuwe bestemming. De parking wordt een “gebied voor stedelijke ontwikkeling”. Het GRUP staat zelfs 50.000 m² kantoren en evenveel ‘leisure’ toe. De omliggende gemeenten kunnen dus binnenkort aan een nieuw inrichtingsplan beginnen.

Bereikbaarheid met het openbaar vervoer zal hierin centraal staan. Want als er ‘iets’ komt op parking C – Kantoren? Een infoloket van de provincie Vlaams-Brabant? Hotels? Er doet van alles de ronde – moet een mens er natuurlijk ook geraken. En dat brengt ons onmiddellijk bij een van de meest vernoemde ingrepen: een ‘tangentiële’ oost-west tramverbinding van het Afrikamuseum in Tervuren, langs Brussels Airport, over Vilvoorde en de Heizel tot in Jette. Die tramlijn vraagt nog niet gebudgetteerde investeringen (van vooral de Lijn en ongetwijfeld ook van MIVB) maar ook concrete afstemming met Brussel (denk aan het mobiliteitsplan Iris II). De tram wordt nochtans als “bijzonder ondersteunend” (lees: onontbeerlijk) gezien, dus bepalend voor een goede werking van de VSGB-ambities. Het is echter hoogst onzeker dat die tram er (snel) komt.

 

Vilvoorde-Machelen: knoop niet ontward

Die tramlijn zou ook moeten passeren langs dat ander sleutelproject: reconversiegebied Vilvoorde-Machelen. Dat projectgebied lijdt al jaren onder de-industrialisatie en wordt binnen het GRUP herbestemd van industriegebied naar “zone voor stedelijke ontwikkeling”. Een groot deel van dat gebied is in handen van privéontwikkelaar Uplace, die er een megashoppingcenter wil neerplanten, onder het Viaduct van Vilvoorde.

Belangrijk: het GRUP respecteert de afspraken die Uplace eerder al maakte met de Vlaamse Regering en met de provincie Vlaams-Brabant, respectievelijk in het Brownfieldconvenant Uplace Machelen en het Masterplan Vilvoorde-Machelen. Het privéproject past in elk van die plannen en wordt hier nu cijfermatig gedetailleerd.

 

Uplace + NEO = zero

Dat de opstellers van het VSGB liever hebben dat het allemaal wat minder is, mag blijken uit volgend opvallend citaat over de mobiliteit in de regio:

“Uit het verkeersmodel 2020 van [de studie over de verbreding van de Brusselse Ring] R0  blijkt […] dat het verkeer dermate zou toenemen dat de verzadigingsgraad in 2020 minstens even hoog zou zijn als in de actuele toestand. Naast een zeker aanzuigeffect, dat inherent is aan elke capaciteitsuitbreiding, wordt deze sterke toename veroorzaakt door de talrijke grootschalige stedenbouwkundige ontwikkelingen in het Brussels Gewest en – in (veel) mindere mate – in het VSGB (met name in Vilvoorde-Machelen). Er kan zelfs gesteld worden dat de vnl. door de Brusselse projecten veroorzaakte oververzadiging op de R0 de bereikbaarheid van Vilvoorde-Machelen en dus ook de economische haalbaarheid van het programma hypothekeert. Een structureel overleg over de toekomstige economische ontwikkelingen in het BHG en het VSGB en over hun wederzijdse grensoverschrijdende milieueffecten is dan ook aangewezen.”

Voor dat verwachte verkeersinfarct op en rond de R0 waarschuwen wij al langer. Daarvoor verwijzen we naar het platform Modal Shift (www.modalshift.be). De verwoording “Brusselse projecten” die “het programma hypothekeren” legt op een erg pijnlijke manier de onmacht bloot van dit plan. Het is onmogelijk gebleken om alle (lees: ook de Brusselse) projecten in de berekeningen op te nemen. Wat als NEO én Uplace er alle twee komen? Geen antwoord.

Wanhoopspoging

Dus worden wat voorzichtige pogingen gedaan om de verwachte schade in te dijken. Uplace zal gevraagd worden om de vloeroppervlaktes “sterk te beperken”, terwijl de oppervlakteplafonds door de Vlaamse regering eigenlijk al vastgelegd zijn. Ook zal Uplace gevraagd worden om te bestuderen of de site wel via het openbaar vervoer ontsloten kan worden! Wij kunnen het nu al zeggen: neen. Over die oost-west tram vertelden we al dat die hoogst onzeker is. Die lijkt er al te liggen, terwijl dat nog decennia kan duren. Te weten: Uplace wil in 2015 klaar zijn. Een pendelbus tussen Uplace en station Vilvoorde (voorzien in dit GRUP) is geen structurele oplossing. En een GEN-station aan de Kerklaan is heel onrealistisch, als er ietsje verderop eentje moet komen in Vilvoorde. De NMBS ziet dat niet zitten. Wordt dat GEN-station aan de Kerklaan uit het VSGB gehaald en valt Uplaceproject hierdoor in duigen? Wij hopen het.

De redenering lijkt nu: ‘we geraken er nooit met het openbaar vervoer, maar we bouwen het toch”. Of moeten we het nog eens met de woorden van het VSGB zeggen? “Het zeer omvangrijke programma … heeft zeer negatieve verkeerseffecten op het lokaal wegennet én op het reeds (over)verzadigd hoofdwegennet (tot op ruime afstand van het gebied). Anderzijds hypothekeert de actuele en wellicht ook toekomstige (over)verzadiging van de R0 zelf de ontwikkelingen in Vilvoorde-Machelen”.

 

Niet te stoppen START

En dan hebben we het nog niet over het START-plan gehad, het Strategische Actieplan voor de Reconversie en Tewerkstelling in de Zaventemse luchthaven. Met dat plan wil Vlaanderen  vooral de logistieke functies van de bedrijventerreinen in de luchthavenregio ten volle benutten. Een goede ontsluiting van de regio (met veel vrachtwagens) is daarbij essentieel.

Het GRUP neemt nu meerdere bestemmingswijzigingen op om het START-plan te operationaliseren. Het gaat dan vooral om bedrijventerreinen en woonontwikkelingen in het ruime Zaventemse. Maar het mag duidelijk zijn: de beleidsopties van START staan volledig haaks op de uitgangspunten van het VSGB.

Bijvoorbeeld: een zuidelijke ontsluiting van de luchthavenregio (essentieel voor START) blijkt niet evident. Uit het overlegproces voor het VSGB en uit het daar aan gekoppeld effectenrapport “zijn geen mogelijkheden gebleken om een zuidelijke ontsluiting voor de luchthaven te voorzien, noch voor een randparking of een bijkomend bedrijventerrein”. Duidelijk toch? Nee, want het START-plan moet en zal uitgevoerd worden, dus lezen we: “In het START-initiatief wordt verder onderzoek verricht naar een alternatieve zuidelijke ontsluiting en de eraan gerelateerde functies”. Hoop doet leven?

En komen we ten slotte nog één keer terug op de tangentiële tram. In het Zaventemse is de aanwezigheid van de internationale luchthaven een troef die moet uitgespeeld worden. Deze profilering hangt samen met wat men ‘personeelsintensiteiten’ noemt, dus veel mensen die in de zone gaan werken en zich richting Zaventem moeten kunnen verplaatsen. Ook uit het oosten en het westen moet je vlot met het openbaar vervoer in de regio geraken. Jawel, met de tram! Van de R22/Woluwelaan een belangrijke openbaar vervoer-as maken, is dus een must. Enter: de tangenttram die er nog lang niet ligt.

Dikke mist

Een plan voor het gebied rond Brussel zonder de grote Brusselse projecten of het Brusselse openbaarvervoersnet op een volwaardige manier in rekening te brengen is bij voorbaat gedoemd om te mislukken. Net zoals het weinig zin heeft een toekomstplan te maken voor Brussel zonder het hinterland erbij te betrekken. De Vlaamse en Brusselse ruimtelijke plannen zouden op elkaar afgestemd moeten zijn, onscheidbaar. Maar de realiteit is anders. Ruimtelijke planners met goede intenties blijven aan handen en voeten gebonden.

De goede politieke voornemens in de Vlaamse en Brusselse regeringsverklaringen van 2009 om te streven naar een gemeenschappelijke ruimtelijke visie op de grootstedelijke regio (metropolitane zone, ‘communauté urbaine’, Brussel & hinterland, zo je wilt) blijven vooralsnog morsdode letter. Niets schaalvergroting, niets breder perspectief, geen globaal denken of gewestoverschrijdende aanpak, niets grootschaligheid. Over de grote intergewestelijke dossiers en terreinen blijft een dikke mist hangen. Onze analyse: de politiek legt knopen die je met al het ruimtelijk inzicht van de wereld niét ontward krijgt.

 

Joost Vandenbroele

Alle info over het VSGB + alle plannen vind je hier

Lees hier het volledige bezwaarschrift dat BRAL indiende (14 april 2011) bij het GRUP VSGB.

 

Lees ook