Artikels

Thema

De nieuwe regering heeft oren naar tijdelijk gebruik voor niet-winstgevende initiatieven. Fijn zo! Op Josaphat zagen we een goede samenwerking tussen overheid en burgers, maar we vragen ons af waartoe die dient op lange termijn.

Kan tijdelijk gebruik het tijdelijke overstijgen en de toekomst van een site meebepalen? Welke rol speelt deze ruimte voor experiment voor onze stad van morgen? Wat is het beste kader om overheid en burgers soepel te doen samenwerken? Is het beter om de bestaande wetgeving aan te passen? Of is het interessanter om een aparte conventie te creëren?

We bekijken deze vragen van dichtbij en zoomen in op de Josaphatsite (niet het park), 24 hectare braakliggend terrein en gebied van gewestelijk belang. Brusselaars ijveren er sinds 2014 voor een toekomstwijk waar toegankelijkheid, gemeenschappelijk beheer en het behouden van zijn enorme biodiversiteit centraal staan. BRAL was erbij van in het begin.

Al 5 jaar tijdelijk gebruik op Josaphat

De intentie om tijdelijk gebruik in te zetten voor niet-winstgevende initiatieven vinden we sinds kort terug in het regeerakkoord. Tijd om terug te blikken en vooruit te kijken dus! De Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI, in het Frans Société d’Aménagement Urbain), de publieke eigenaar van het terrein, uit sinds enkele jaren haar interesse om een oproep voor tijdelijk gebruik te lanceren voor het gehele terrein. Het burgercollectief Commons Josaphat legde zich sinds 2014 toe op het uitdenken van een wijk op Josaphat gebaseerd op de commons, met het publieke terrein Josaphat als gemeengoed. Toegankelijkheid, gemeenschappelijk beheer en biodiversiteit vormen de draad doorheen hun werking.

In 2015 stelde Commons Josaphat het idee ‘Josaphat en Commun’ voor tijdens een publieksdag op de site. Het idee werd een handleiding vol concrete voorstellen voor het ontwikkelen van dit grondgebied op basis van de commons. Deze Brusselse visionairen schoven tijdelijk gebruik naar voor als een tool om te experimenteren, te testen en te kijken wat goeie resultaten op zou brengen voor deze wijk van morgen. Ze zagen het als de ideale manier om verschillende partners (overheid, verenigingen, burgers, privé) van bij de start rond een gemeenschappelijk project bij elkaar te krijgen zowel in de activiteiten die plaatsvinden op de site als in het beheer ervan. Tijdelijk gebruik in co-beheer kan een vertrouwensbasis creëren tussen de actoren die ervaringen opdoen, nog  voor er effectief gebouwd wordt. Een groeiproces voor de cocreatie van stedelijke commons.

Geïnspireerd door het voorstel van Commons Josaphat (op zich al het resultaat van cocreatie) gingen een aantal burgers aan de slag. Zij plantten ongevraagd de eerste zaadjes voor het tijdelijk gebruik van Josaphat. Na het uitbouwen van een collectieve buurttuin (Jardin latinis) en een collectieve keuken die met voedseloverschotten werkt (Recup’Kitchen), groeide de beweging uit tot Josaph’Aire (opgericht in 2017).

Josaph’Aire zag het daglicht om het terrein te mogen blijven gebruiken. Na drie jaar oogluikende tolerantie (en in het begin zelfs ontkenning) stelde de MSI haar voorwaarde. De aanwezige actoren (Jardin Latinis, Récup Kitchen, La Maison des Possibles, ...) moesten samen een legale structuur vormen om zodoende een duidelijk aanspreekpunt te vormen en het tijdelijk gebruik te kunnen legaliseren. Josaph’Aire werd opgericht. Het is met deze vzw -structuur dat de onderhandelingen voor het officiële tijdelijke gebruik van een deel van de site van start konden gaan. Na een jaar van ontmoetingen, herschrijven en bemiddeling (waar ook BRAL actief bij betrokken was) was het dan zo ver. Oktober 2018: de conventie voor het tijdelijk gebruik werd getekend, een overeenkomst gesloten. Er vloeide champagne (of toch aan de zijde van Josaph’Aire), dit zou namelijk een mijlpaal kunnen betekenen voor burgerbetrokkenheid in de geplande ontwikkeling van Josaphat.

Ondanks deze specifieke uitzondering voor het officieel toelaten van tijdelijk gebruik op Josaphat, bewoog er achter de schermen al meer. Het overleg over tijdelijk gebruik op de site georganiseerd door publieke actoren lag al in 2016 op tafel, toen de MSI aan BRAL vroeg om het tijdelijk gebruik te coördineren. Ze wilden namelijk een oproep uitschrijven voor tijdelijk gebruik op grote schaal, één die open zou zijn voor alle Brusselse burgers. We schreven een nota en verwezen de MSI door naar meer geschikte terreinactoren die hun kennis specifiek ontwikkelden rond tijdelijk gebruik. De plannen voor publiek georganiseerd tijdelijk gebruik broebelen ondertussen nog levendig, maar voor de Brusselaars blijft het nog even (?) afwachten.

Naar een tijdelijk gebruik voor het gehele terrein? Met welk doel voor ogen?

De laatste twee jaar zien we in Brussel een groeiende interesse bij overheidsactoren om het tijdelijk gebruik van grote sites en gebouwen toe te passen in het proces van stadsontwikkeling. We haalden deze trend ook eerder aan dit jaar in onze publicatie onze publicatie Brussel Plant II. De MSI zette sinds 2018 in op het tijdelijk gebruik van een aantal van hun sites, denk hier aan de kazernes in Elsene (project SEE YOU) en het Actiris-gebouw op de Anspachlaan dat werd ingericht voor kunstenaarsateliers. Maar wat zijn de plannen voor het tijdelijk gebruik van Josaphat? Sinds 2016 werd er herhaaldelijk over gesproken maar tot de dag van vandaag hebben we de oproep nog niet gezien.

Is tijdelijk gebruik een paradepaardje om het terrein beter te verkopen aan de toekomstige ontwikkelaars?

BRAL stelt zich vragen over de invulling van het tijdelijk gebruik en vooral bij het doel ervan. Wat is de visie achter al dit enthousiasme over tijdelijk gebruik? Wordt het een stokpaardje om het terrein beter te verkopen aan de toekomstige ontwikkelaars? Of zal er meer meetellen dan de financiële meerwaarde  bij het definiëren van het eindproject? Een tijdelijke invulling kan in principe een test zijn voor het uiteindelijke plan waar burgers direct betrokken worden, een nieuwe vorm van participatie: hands on en met fysiek resultaat. Transitiegebruik dus.

Het belang van transitiegebruik als evolutief planningsinstrument

Wat Josaphat betreft, zijn we positief over de overeenkomst die de terreingebruikers en de MSI afsloten. We kunnen spreken van een officiële erkenning van burgerinitiatieven en een constructieve samenwerking tussen burgers en de publieke eigenaar van het terrein.

De onderhandeling was echter lang en de gesprekken over wat er al dan niet in een conventie moet staan, zorgde voor veel discussie en tijdsinvestering. Er is duidelijk nog werk aan de winkel om een meer flexibel legaal kader voor een samenwerking tussen overheid en burger vorm te geven. Het is belangrijk dat initiatieven zoals Josph’Aire gemakkelijker van de grond kunnen komen en geëngageerde burgers de ruimte krijgen zichzelf uit te drukken en hun plannen vorm te geven. Daarbij zou een publiek georganiseerd tijdelijk gebruik en een duidelijke omkadering ook toelaten minder doorgewinterde burgers hun plek te vinden op Josaphat om constructief mee te bouwen aan diens toekomst.

Tot nu toe neemt de overheid de ideeën rond een Josaphat en Commun niet mee op de lange termijn.

We blijven echter op onze honger zitten wat betreft de invloed van deze overeenkomst op de lange termijn. Naast het tijdelijk gebruik introduceerden burgers ideeën over een ‘Josaphat en Commun’. Tot nu toe neemt de overheid verschillende interessante voorstellen en gegronde bezorgdheden niet op in de lange termijnplannen voor de ontwikkeling van de toekomstwijk op Josaphat. Denk aan het respecteren van de huidige biodiversiteit en het creëren van diverse, toegankelijke en ecologisch verantwoorde woongelegenheid (coöperatieven, Community Land Trusts, … ).

BRAL blijft ijveren voor een tijdelijk gebruik van de site dat een rol speelt in de ontwikkeling van de uiteindelijke wijk (vandaar evolutief). Een tijdelijk gebruik dat toelaat om nieuwe manieren van bouwen, van wonen, van beheer, …  te testen. Een proces dat toelaat om burgervoorstellen serieus te nemen en ruimte te geven voor ontwikkeling in de opbouw van het Brussel van morgen. Kan hier nog ruimte voor gemaakt worden in de komende 20 jaar, de tijd die nodig is om de gehele site te ontwikkelen?

En nu?

Het is belangrijk de kracht van tijdelijk gebruik als evolutief planningsinstrument verder te onderzoeken. We willen verder uitdenken hoe een tijdelijke bezetting een actieve planningstool kan zijn waar dingen eerst getest worden vooraleer het stedenbouwkundige eindproduct vast komt te liggen. We willen weten of onze sites en gebouwen op die manier als echte commons geactiveerd kunnen worden, met de Brusselaars als medebeheerders. Het wordt tijd dat men verder kijkt dan een hippe bar, een moestuin, … en de waarde van het tijdelijke gaat vervangen door een langetermijnvisie.

Het wordt tijd dat men verder kijkt dan een hippe bar en moestuin.

Als de overheid tijdelijk gebruik wil realiseren in het belang van de stad, dan moet ze ruimte geven aan projecten met een sociale meerwaarde. Anders riskeert deze ‘vrijgekomen ruimte’ in de stad zomaar te verdwijnen in het neoliberale marktsysteem. Hiervoor kunnen we inspiratie halen in Parijs en het project van Les Grands Voisins. Daar lijkt de overheid de transitie van het tijdelijke te valideren.

Vanaf 3 oktober tot en met 2 december loopt het openbaar onderzoek voor het Richtplan van Aanleg (RPA) voor Josaphat. Het plan zet de krijtlijnen uit voor de invulling van het terrein: waar komen er woningen, waar komt er groen ruimte, waar komen er bureaus en scholen … ? Om het tijdelijk gebruik echt het tijdelijke te laten overstijgen in het proces van stadsontwikkeling dat vandaag wordt gehanteerd, had de oproep van de MSI vóór het bepalen van deze bestemmingen moeten vallen. De kans dat het tijdelijk gebruik het tijdelijke nu nog zal overstijgen is dus klein, maar niet nihil. Je kan onze mening over de PAD Josaphat lezen in dit artikelLaat zelf je stem horen! En tot op Josaphat?

Toha De Brant

https://www.facebook.com/josaphaire/videos/1065211073672823/

Meer lezen?
https://bral.brussels/nl/artikel/toekomstwijk-op-josaphat
https://bral.brussels/nl/search?search=couscous
https://bral.brussels/nl/artikel/de-20ste-gemeente-van-brussel-onthuld-aan-de-burgers
http://www.ezelstad.be/category/jardins/

Op 24 september heeft de Raad van State de Gezoneerde Gewestelijke Stedenbouw-kundigeVerordening (GGSV of RRUZ in het Frans) van de Wetstraat geannuleerd, waardoor de verenigingen (AQL-VLW, BRAL, GAQ, IEB) en de eisende bewoners in het gelijk werden gesteld. Na een bijzonder lange procedure (bijna 6 jaar) en vele wendingen, inclusief een passage voor het Europese Hof van Justitie van Luxemburg, moest de Raad van State op 22 oktober nog een beslissing nemen over de wettigheid van de vergunningen afgeleverd door het Gewest voor twee torens, waarvan er één al werd gebouwd langs de Etterbeekse Steenweg door de promotor Atenor. Volgens de juridische logica zou het besluit van de Raad van State de vergunningen waarschijnlijk illegaal gemaakt hebben (en dus de torens illegaal).

Het is duidelijk dat het Gewest en de promotors, die ervoor hadden gekozen aanzienlijke risico's te nemen in een onzekere juridische context, bereid zijn geweest de zware gevolgen van hun roekeloosheid te dragen. Daardoor waren de verwachtingen op de hoorzitting van 22 oktober hooggespannen.

Op de avond van 21 oktober, de dag voor de hoorzitting,

Wat een onverwachte ommekeer !

De advocaten van de verenigingen en de leden van de Raad van State vernemen dat de betwiste vergunningen ingetrokken zijn en dat nieuwe vergunningen rap-rap zijn afgeleverd door de afgevaardigde ambtenaar enkel op basis van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV of RRU in het Frans. Eens de betwiste vergunningen ingetrokken, werd de procedure nutteloos ! Ter zitting waren de woede van de verenigingen en de ergernis van de Raad van State meer dan voelbaar.

Nieuwe wankele vergunningen

Maar de nieuwe stedenbouwkundige vergunningen zijn wankel. Wetende dat de GGSV van de Wetstraat werd geïmplementeerd om af te wijken van een hele reeks bepalingen die door de GSV worden gereguleerd, inclusief de hoogte van de torens, die veel hoger is dan de toegelaten afmetingen, hoogstwaarschijnlijk zijn deze nieuwe vergunningen twijfelachtig en juridisch betwistbaar.

Maar voor het Gewest ligt het probleem waarschijnlijk ergens anders en is dit enkel, een vertragingstactiek. Ze wil tijd winnen in afwachting van het Richtplan van Aanleg (RP) of ( PAD in het Frans) van de Wetstraat. Momenteel is dit tot 5 december in openbaar onderzoek gesteld.

Op korte termijn zou dit RPA het hachje van de promotoren en van het gewest kunnen redden.

Verbrusseling, I’ll be back ?

Het Brussels Gewest heeft ervoor gekozen om het lange hoofdstuk van de RRUZ af te sluiten met een laatste pirouette ten gunste van enkele 'happy few' van de vastgoedsector.  Daarbij kijken ze minachtend neer op de eisende verenigingen en wijkbewoners en tonen een verontrustende nonchalance ten opzichte van de Raad van State. Ze lijkt zo mee te werken aan de verslechtering van onze Brusselse stedenbouwkundige democratie alsof het haar erom te doen is terug te keren naar de ergste tijden van de ‘Verbrusseling’(Bruxellisation in het Frans) .

Nu de RPA's (12 in totaal over gans het Brussels gewest) worden uitgewerkt en nu die voor de Wetstraat zich in de fase van openbaar onderzoek bevindt, is het moment slecht gekozen. om het wantrouwen en de argwaan van de burgers op te wekken.

CONTACTEN

BRAL  : Gaëtan Van Der Smissen 0474 83 59 74 info[a]bral.brussels
AQL :  Marco Schmitt  0497 122 770 marco.schmitt[a]mar-sch.net
GAQ  : Barbara Bentein  0472 208 198 ca[a]gaq.be
IEB  : Isabelle Marchal 0485 79 72 73 isabelle_marchal[a]hotmail.com

Na 6 weken vol spanning en emotie beëindigen we een kapitaalcampagne die veelbelovend is voor onze coöperatie. Wij willen nogmaals alle coöperanten, ambassadeurs en sympathisanten bedanken. Met het risico in herhaling te valen: het is aan ons allemaal te danken dat onze lokale, ethische en duurzame bank in 2020 kan worden opgericht.

NewB is een bank die van onderuit opgericht wordt. Ze zal zich richten op duurzame ontwikkeling. Burgers trekken aan de kar en ondernemen actie, dat kan BRAL ondersteunen!

NewB is een Belgische coöperatie die een nieuwe bank wil oprichten die de toekomstige financiële uitdagingen wil oppakken vanuit een ethische en duurzaam perspectief.

NewB wil dat het geld op onze bankrekening de lokale economie financiert en het verschil maakt voor duurzame projecten met echte toegevoegde waarde voor onze samenleving.

Iedere coöperant krijgt één stem , los van zijn of haar financiële inbreng. Zo weten de leden van NewB dat hun waarden altijd gerespecteerd zullen worden.

Check hun website voor meer info om hen te steunen: https://www.newb.coop/nl/home

Six nouveaux projets citoyens sont subventionnés par le budget participatif, dans le cadre du projet Connecteurs Athénée. C’est en soirée du  jeudi 17 octobre dernier que les habitants, usagers et acteurs du quartier ont pu découvrir ces projets lors de l’Assemblée Citoyenne du Projet Connecteurs Athénée organisé à la Maison qui Chante sur la rue de Viaduc à Ixelles!

Voici les collectifs citoyens - dont trois qui ont un lien fort avec le quartier Matongé et qui sont suivis par le BRAL :

Collectif “Planète des artistes” : Développement d’un espace d’expression artistique pour les jeunes du quartier sur les anciennes vitrines de la galerie Matongé (peintures, dessins, graffitis, etc.) et organisation d’événements mensuels. Budget accordé : 2.470 euros.

Collectif “D@Tournants”: Création d’une balade sonore au sein du quartier Matongé-Athénée sur base de témoignages d’habitants et de travailleurs autour des “tournants” de leur vie et de leurs vécus dans le quartier. Budget accordé : 5.333,92 euros.

Collectif “Ponts XL”: Réalisation d’un spectacle pluridisciplinaire par des jeunes du quartier, mêlant la culture urbaine et la culture académique (rap, classique, etc.). Organisation d’ateliers artistiques et de représentations publiques. Budget accordé : 3.950 euros.

Collectif “Rue du Conseil”: Végétalisation des édicules du parking Tulipe par la construction de 27 bacs en bois lors d’ateliers participatifs avec les habitants et les jeunes usagers de la rue et des rues avoisinantes. Installation des bacs lors d’une fête de quartier. Budget accordé : 3.164 euros.

Collectif “Triangle Dublin”: Végétalisation des rues de Londres, Alsace-Lorraine, de Dublin et René Dubreucq par l’installation de plantes en façade et la construction d’un bac-banc. Organisation de deux fêtes de quartier :  “Fête du printemps” en mars et “Triangle en fête” en septembre 2020. Budget accordé : 4.895 euros.

Collectif “Collège Fleuri” : Végétalisation de la Rue du Collège par l’installation de plantes en façade, de pots de fleurs sur les poteaux de la rue (ateliers participatifs pour la construction de bacs) et organisation d’une fête de quartier. Budget accordé : 3.120 euros.

Vous souhaitez plus d’information? Voulez-vous mettre en place un projet citoyen  dans le quartier Matongé? Alors, n'hésitez de contacter Kinch (kinch@bral.brussels) et Piet (piet@bral.brussels) du BRAL !

De PAD Herrmann-Debroux draait grotendeels rond het hertekenen van één van de grootste toegangspoorten tot de stad. Het beoogt op termijn de afbraak van het viaduct van de E411. In de plaats moet een stedelijke boulevard komen. Deze vormt niet langer een breuk in het stedelijk landschap, maar laat ruimte voor dwarsverbindingen en verhoogt de levenskwaliteit.

BRAL juicht toe dat deze PAD één van de grootste littekens van de autostad aanpakt. De uitdagingen zijn echter enorm. Dagelijks stromen er langs dit viaduct 101.000 auto’s Brussel in en uit. Dat moeten we minstens halveren om een stedelijke boulevard mogelijk te maken. BRAL blijft herhalen dat de zonale heffing hierin cruciaal is. Zonder dreigt een aanzienlijk deel van deze autostromen over te lopen in de omliggende wijken. Alleen als je als automobilist de juiste kostprijs betaalt voor je verplaatsing, ga je de alternatieven overwegen.

Waar komt mobiliteit in al zijn vormen best samen?

De PAD zet volop in op de realisatie van een mobiliteitsknooppunt, gekoppeld aan een nieuw te ontwikkelen P+R. De PAD stelt voor om deze te ontwikkelen ter hoogte van de ADEPS site, onder de rijweg.

Hoe overtuig je een automobilist, die al een uur in de file stond, om dicht bij de stad te parkeren om over te stappen op het openbaar vervoer?

BRAL stelt zich ernstige vragen bij de keuze voor deze locatie. Hoe ga je de automobilist – die vanaf Waver al bijna een uur staat aan te schuiven - overtuigen om de wagen achter te laten op het moment dat hij bijna ter bestemming is? Op een plaats die niet op de metro ligt? Voor BRAL moet de P+R verder van de stad. Ter hoogte van Jezus-Eik ligt de E411 volledig in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. BRAL stelt voor om de mogelijkheden om daar een mobiliteitshub met P+R te ontwikkelen uitgebreid te onderzoeken, in samenspraak met het Vlaams gewest en de gemeente Overijse.

Openbaar vervoer uitbouwen

Het uitbouwen van het openbaar vervoer, in afstemming met de P+R-locatie is hierin cruciaal. De PAD stelt hier twee elementen voor:

  1. de verlenging en splitsing van tramlijn 8 tot aan ADEPS; en
  2. waar mogelijk aparte busbanen langs de E411.

Voor BRAL kunnen aparte busbanen op korte termijn een oplossing bieden. Deze kunnen snel in plaats gesteld worden, over de hele lengte aan Delta, zowel stadsinwaarts als stadsuitwaarts. (Nu is er de absurde situatie dat er enkel een busstrook ligt richting stad tot aan de ADEPS site. Dit deel van de E411 ligt namelijk op Vlaams grondgebied, en dus voorziet de Vlaamse overheid de inrichting ervan voor de bussen van De Lijn. Staduitwaarts ligt de E411 echter tot aan Jezus-Eik op Brussels grondgebied. Daar dus geen busstrook.)

Op lange termijn zag BRAL graag een hoogwaardige oplossing voor het openbaar vervoer richting het hinterland, die ondertussen ook een P+R ter hoogte van Jezus-Eik kan bedienen. Kan de metro doorgetrokken worden? Of de tram? Of een hoogwaardige busverbinding? Wij zetten hier geen a priori, maar vragen een ernstige studie.

Lees de plannen op de website van PerspectiveVan 10 oktober tot en met 9 december 2019 is het ontwerp van Richtplan van Aanleg (RPA) ‘Delta-Herrmann-Debroux’ in openbaar onderzoek in de gemeenten Oudergem, Watermaal-Bosvoorde, Elsene, Sint-Pieters-Woluwe, Sint-Lambrechts-Woluwe, Ukkel, Etterbeek en Stad Brussel. Reageer ook via het formulier!

Guido Vanderhulst, de oprichter en voormalig directeur van het Brussels Museum voor Arbeid en Industrie, La Fonderie, is overleden. Vanderhulst was een van de spilfiguren in het Brusselse museumleven en sterk begaan met alles wat met het industriële patrimonium in de stad te maken heeft: "Hij was een buitenbeentje in het milieu van de stadsactivisten".

Guido werkte schouder aan schouder met BRAL oa. rond de bescherming van het patrimonium op Thurn & Taxis en de bescherming van de oude kachelfabriek Godin-site (waar nu shoppingcenter Dockx staat). Hij was de oprichter en voormalig directeur van het Brussels Museum voor Arbeid en Industrie, La Fonderie, BruxellesFabriques - Brusselfabriek. Het behoud van industrie in de stad was zijn stokpaardje.

"Als we de gebouwen en machines die wetenschappelijke studies bestempelden als "erfgoed", niet behouden, hoe kunnen we dan de toekomstige generaties vertellen over de technische bekwaamheid, de manier waarop arbeiders grondstoffen met hun handen "vervaardigden" om gereedschappen en alledaagse voorwerpen te maken, of zeldzame goederen? Hoe kunnen we anders de versnelde evolutie van de arbeidsomstandigheden en de oorsprong van de sociale wetten verklaren?” – Guido Vanderhulst, 1992

We verbrandden samen symbolisch het Brussels mobiliteitsplan in een kachel van Godin in 2012 en Guido vertelde over zijn activisme om het patrimonium op Thurn & Taxis te beschermen in onze publicatie uit 2017.

Activist Guido Vanderhulst verlaat 'La Fonderie'

Uit BRUZZ:

Vanderhulst was van 1976 tot zijn pensioen in 2006, 30 jaar lang, directeur van La Fonderie in Sint-Jans-Molenbeek. Hij was een van de sterkhouders achter de waardering en validering van de oude industriële wijken van Brussel.

Vanderhulst staat vooral bekend als ‘de redder van Thurn &Taxis’. Toen in de jaren 90' bekend werd gemaakt dat een groot deel van de gebouwen plaats moest maken voor een concertzaal organiseerde Vanderhulst met La Fonderie het verzet tegen die plannen: "We gaven tal van rondleiding in de site aan zowat alles en iedereen," zei Vanderhulst daarover in een interview aan BRAL, "In laatste instantie trokken we ook de juridische kaart. Dat liep af op een sisser maar het project werd toch afgevoerd". In dat interview bleef Vanderhulst trouwens kritisch voor de uitbouw van de site: "Door geen rekening te houden met het volkse karakter van de omliggende wijk wordt de hele site uit context gehaald". 

In een interview met BRUZZ omschreef Joris Sleebus van Brukselbinnenstebuiten hem als een buitenbeentje in het milieu van de stadsactivisten: "Hij pakte de achterstelling van mens en buurt op een zeer eigenzinnige manier aan. Hij vond dat mensen zonder geschiedenis ook geen toekomst hebben. Zadel arbeiders dus niet op met het verleden van burgers en adel, want dat herkennen ze niet. Geef arbeiders hun eigen geschiedenis terug."

Van 2008 tot zijn overlijden op vrijdag was hij betrokken bij Brusselfabriek, een vzw gericht op de verdediging en de promotie van het industriële en sociale erfgoed in de stad. Philippe Close (PS) bracht ondertussen hulde aan Vanderhulst in een facebookpost, waar hij de man omschrijft als een “verdediger van een sociaal en solidair Brussel”.

Auto, klimaat en gezondheid. Heel België heeft baat bij Brusselse ambitie “ De zonale heffing kan winst betekenen voor de hele samenleving. Als Brussel een ambitieus klimaatbeleid voert, krijgen Brusselaars én bezoekers én pendelaars daar een gezonde en leefbare regio voor in de plaats.”

Je kan dit artikel ook lezen in de Knack.

De Brusselse regering kiest voor klimaatleiderschap. Vorige week kondigde ze aan: “We willen samenwerken met Vlaanderen en Wallonië om de klimaatuitdagingen aan te gaan. Maar we willen ook niet langer wachten op de andere gewesten als die meer tijd nodig hebben.” De Belgische milieuverenigingen, BRAL, Bond Beter Leefmilieu, InterEnvironnement Wallonie en Greenpeace, moedigen de Brusselse regering aan om nu te handelen.

Gezondheidsuitdaging urgenter in de stad

De vlucht vooruit in de Brusselse klimaatambitie komt niet als een verrassing. De gevolgen van de klimaatverandering laten zich extra voelen in de stad. Deze zomer was de hittegolf ongenadig in Brussel. Het kwik klom in de dichtbevolkte stadswijken meermaals boven de 40°C en de extreme warmte eiste tijdens de drie hittegolven over heel België meer dan 700 extra overlijdens, zo berekende Sciensano. Het fenomeen van stedelijke hitte-eilanden is maar één van de elementen die de Brusselse overheid aanzetten tot actie. Ook luchtverontreiniging en geluidsoverlast ondermijnen de gezondheid van onze stedelijke landgenoten. In onze hoofdstad alleen al is de slechte lucht volgens het Europese Milieu Agentschap verantwoordelijk voor jaarlijks meer dan 600 vroegtijdige overlijdens, en Leefmilieu Brussel berekende dat de geluidsoverlast alle Brusselaars samen meer dan 5000 gezonde levensjaren kost. Kortom, een belabberd leefmilieu weegt zwaar op de levenskwaliteit en de gezondheid van de bewoners van onze hoofdstad. Dat de Brusselse overheid deze uitdagingen nu sterk ter harte neemt, is in grote mate te danken aan haar bevolking die hierrond massaal mobiliseert. We moedigen de Brusselse regering aan om samen met Parijs, Londen, Madrid en Amsterdam een frontlijn te vormen voor meer Europese ambitie op vlak van klimaat en gezondheid. 

De plaats van de auto

Je kunt er niet omheen: een beleid dat klimaat en gezondheid centraal stelt, moet de heerschappij van Koning Auto in vraag durven stellen. We geven drie evidente redenen:

  • In de eerste plaats weegt de auto op onze gezondheid en levenskwaliteit. Hij vervuilt, maakt lawaai en veroorzaakt stress. Dit treft trouwens niet enkel omstaanders, bestuurders ondervinden deze gevolgen evenzeer.
  • Daarnaast creëert de auto ook een passieve levensstijl. Het Institute for Global Health berekende dat er wereldwijd miljoenen doden te vermijden zijn als de steden inzetten op minder auto’s. Minder auto’s betekent niet enkel minder ongelukken en minder luchtvervuiling, maar ook meer lichaamsbeweging voor de hele bevolking, als we inzetten op zachte mobiliteit zoals fietsen en wandelen.
  • Last but not least neemt de auto, bewegend of stilstaand, veel plaats in. Momenteel claimt Koning Auto maar liefst 70% van de Brusselse openbare ruimte. Wil je de hitte-eilanden aanpakken en plaatsmaken voor voetgangers en fietsers en voor trams, voor terrasjes en pleinen, voor groen en blauw, dan moeten we deze ruimte deels herwinnen. Vele steden voeren deze strijd al met succes. Het voorbeeld van Stockholm toont aan dat het werkt, dat het grote steun geniet van de bevolking en dat het niet nefast is voor de economie.

Rekeningrijden

De Brusselse regering schuift een vorm van rekeningrijden naar voor als antwoord op de autodruk. Het gaat om een systeem waarbij er een heffing komt op elke autoverplaatsing in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest. Het systeem zou via ANPRcamera’s de nummerplaten kunnen herkennen. Specialisten zeggen al lang dat rekeningrijden de meest efficiënte manier is om de autodruk naar beneden te krijgen. Een slimme kilometerheffing in het hele land kan hier substantieel aan bijdragen. Maar op dit moment willen de twee andere gewesten niet meestappen in dit systeem.

Als milieuorganisaties vragen we dat de drie gewesten, én de federale staat –verantwoordelijk voor bedrijfswagens en brandstofaccijnzen - op zijn minst samen nadenken.

Op welke manier bereiken we de gezamenlijke klimaat- en luchtkwaliteitsdoelstellingen? Met welke inspanningen, collectief als het kan, individueel als het moet? Het is hierin belangrijk elkaar niet te torpederen, maar zich te inspireren op het beleid van de andere deelstaten. Zo kunnen Vlaanderen en Wallonië zich ook bezinnen over de gezondheidswinsten die de invoering van een zonale heffing in hun steden zou kunnen opleveren. Winst voor de hele samenleving

We steunen, als milieuorganisaties uit alle landsdelen, collectief de demarche van de Brusselse regering om een zonale vorm van rekeningrijden in te voeren. Is een kilometerheffing over het hele land niet beter? Waarschijnlijk, maar nog langer uitstellen is nog veel slechter.

We roepen Vlaanderen en Wallonië op om de zonale heffing niet af te schieten als een vermeende aanval op de pendelaar. Ga in gesprek over tarieven en modulaties. Onderzoek of het uitbreiden van de zonale heffing naar de Ring en andere invalswegen een oplossing kan bieden voor de files in de rand. Bijvoorbeeld, als de autodruk vermindert, staat het openbaar vervoer zelf niet langer in de file. Een bus of tram nemen wordt dan vanzelf een gemakkelijkere optie voor veel pendelaars. Tegelijk roepen we de Brusselse regering op om niet in een territoriale kramp te schieten. Denk mee na hoe dit instrument positieve effecten kan hebben voor het verkeer buiten de stad. Gebruik de opbrengsten niet alleen om de mobiliteit voor de eigen inwoners te verbeteren, maar ook die van de pendelaars. Reserveer een deel van de teruggewonnen ruimte voor snelle fietsinfrastructuur en voor busbanen voor De Lijn en TEC. Investeer het in de uitbouw van een tramnet dat aansluit bij BrabantNet, en bedenk een P+R-strategie met de andere gewesten.

De zonale heffing kan winst betekenen voor de hele samenleving. Als Brussel een ambitieus klimaatbeleid voert, krijgen Brusselaars én bezoekers én pendelaars daar een gezonde en leefbare regio voor in de plaats. Iedereen kan dan genieten van een vlottere mobiliteit in en om onze hoofdstad. We staan met zijn allen minder in de file en krijgen meer plaats voor kwaliteitsvolle en gezonde verplaatsingen, te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer.

Getekend door:

  • BRAL vzw, Piet Van Meerbeek, coördinator
  • Bond Beter Leefmilieu vzw, Mathias Bienstman, beleidscoördinator¶
  • Greenpeace België, Dave Van Meel, program director
  • IEW, Arnaud Collignon, responsable politique

Perscontact:

  • BRAL | Tim Cassiers | tim[a]bral.brussels | 0476 449 223

Looper, het Europese project van BRAL en VUB, experimenteert met nieuwe vormen van besluitvorming om stedelijke problemen op te lossen. Looper brengt burgers, belanghebbenden en beleidsmakers samen via een participatief co-creatieplatform. Na de verkeersveiligheid in Schaarbeek begint Looper aan de tweede ronde ofte loop.

In juni tekenden we met de bewoners een gigantische mandala op het kruispunt voor Gerbe AMO. Dat betekende de feestelijke afsluiter van Looper in de Helmetwijk. Al snel werd duidelijk dat de mandala geen vertragend effect had. Het verkeer reed nog steeds even (te) snel.

Looper gaat daarom over naar de tweede loop. Dit keer gaan we aan de slag met het idee van een schoolstraat. Voor de Grote Bosstraat heeft École N°10, in samenwerking met het Europese LOOPER-project, een aanvraag ingediend om de straat ‘s morgens tussen 8u en 8u30 af te sluiten, tussen de Alexandre Markelbachstraat en de François Bossaertsstraat.

Lees er meer over op de website van het project:

http://bxl.looperproject.eu/nl/een-schoolstraat-in-de-grote-bosstraat

Volg Looper op Facebook: https://www.facebook.com/looperhelmet/

PROJECT: Aire Commune is de eerste coworking ruimte in openlucht in Canada. De vereniging heeft containers omgebouwd tot vergaderzalen met kleine projectoren, gratis wifi, bureaus met stopcontacten, koffie en een bar en restaurant. Ze wil zo de visie op en de toepassing van werken in de openlucht in het hart van de wijk Mile End radicaal veranderen. De ruimte is tijdens de zomer open (van midden mei tot midden september 2018) en verwelkomt ook culturele evenementen die burgers samenbrengen en de banden aanhalen met bedrijven en ondernemers uit Montreal.

VERENIGING:  Ilôt 84 is de vzw (OBNL) van het project Aire Commune. Een team van 5 professionals uit de eventwereld en een onafhankelijke raad van bestuur wenden alle middelen aan om nieuw leven te blazen in stedelijke gebieden aan de hand van culturele, professionele en artistieke projecten. Ze willen van de stad een levendige plaats maken die gedragen wordt door de dynamiek van buitengewone gemeenschappelijke ruimtes.

Op lange termijn is dit hoe we zijn overgestapt van wat we leerden van iets kortstondigs naar het aanbieden van nieuwe duurzame plekken en nieuwe soorten publieke ruimtes in de openlucht.

VERENIGING: Het project vindt plaats in het voormalige rangeerstation dat vandaag volop omgebouwd wordt tot de campus MIL van de Universiteit van Montreal. MIL, waarvan de naam is afgeleid van ‘milieu’, het midden, is centraal in het île de Montréal gelegen op de kruising van vier arrondissementen. De stedelijke campus is een voorbeeld op het vlak van duurzame ontwikkeling en openheid naar de stad toe. Door de grenzen tussen de Universiteit en de omliggende buurten weg te werken en talloze toegangswegen naar en verbindingspunten met die aangrenzende wijken te creëren, kwamen de Projets Éphémères (tijdelijke projecten) tot stand. De campus is nog in opbouw en het grootste universiteitsterrein in Canada. De doelen ervan zijn duidelijk gericht op inclusiviteit en innovatie.

PROJECT: Tussen de campuspaviljoenen van de Universiteit van Montreal vinden de innoverende Projets Éphémères plaats: culturele, sociale, wetenschappelijke en gemeenschapsprojecten voor de inwoners rond het universiteitsterrein. De ruimte die niet gebruikt wordt tijdens de werken, wordt gebezigd voor wekelijkse activiteiten rond stedelijke landbouw, maar ook stadsplanning en de levenskwaliteit in het algemeen. Doorheen de weken leren de omwoners (van alle leeftijden) heel wat bij. De verschillende tijdelijke projecten zorgen als het ware dus voor een duurzame verandering van de stad.

"Het is belangrijk steeds te onthouden dat een stad ten dienste staat van haar inwoners en niet omgekeerd. Er moet geen strijd of tweedracht zijn, eerder een collectief project." -  Laurent Gauthier

PROJECT: Het Centre d’écologie urbaine de Montréal (CEUM) speelt ieder jaar op meerdere vlakken een belangrijke rol. Momenteel zijn er meerdere projecten aan de gang die elkaar overlappen en aanvullen om van Montreal een duurzamere, inclusievere en meer geëngageerde stad te maken. Een van de prioriteiten is nog steeds de inrichting van de openbare ruimte. Via projecten zoals Réseau Quartiers Verts (levendige wijken creëren door de stadsplanning veilig en gastvrij te maken) of de Ruelles Bleues-Vertes (experiment om de stad af te stemmen op de klimaatverandering) draagt het CEUM bij aan de inclusieve, participatieve en duurzame verandering van de openbare ruimte in Montreal.

VERENIGING: Het Centre d’écologie urbaine de Montréal is een vzw die door geëngageerde burgers werd opgericht om de gemeenschap te veranderen. Het bundelt de kennis van professionals en burgers en legt duurzame oplossingen voor voor de inrichting van een stad op mensenmaat. De openbare ruimte is dus het speelveld van het CEUM waar inclusieve, ecologische en democratische praktijken en beleidsmaatregelen voor de stad bedacht en uitgewerkt kunnen worden. Het centrum organiseert sinds 1996 ieder jaar projecten die verweven zijn met de omgeving door burgerparticipatie te stimuleren. Voor organismes organisaties? en acties die de openbare ruimte duurzaam veranderen is het een belangrijke plaats om samen te komen.

“De openbare ruimte is als een speelveld waar inclusieve, ecologische en democratische praktijken en beleidsmaatregelen voor de stad bedacht en uitgewerkt kunnen worden.” - Isabelle Gaudette

VERENIGING: Entremise staat in het kort voor ‘ruimtes zonder personen verbinden met personen zonder ruimte’. Entremise is een vzw die het gebruik van leegstaande gebouwen tijdelijk mogelijk maakt om de ruimtes te optimaliseren en te benutten als gemeenschappelijk goed. Het avontuur van de drie oprichters startte toen ze met hun evenement ‘Montréal transitoire’ een wedstrijd wonnen om Montreal duurzamer te maken. Het team bestaat op dit ogenblik uit zes personen, die dagelijks aan het werk zijn om activiteiten en tijdelijke bezettingen te organiseren op verwaarloosde plaatsen. Zo kan het uiteindelijke project ook beïnvloed worden.

PROJECT: Het projet Young - Laboratoire transitoire is het eerste proefproject van Entremise om een leegstaand gebouw tijdelijk in gebruik te nemen. Een twintigtal culturele en gemeenschapsorganisaties, artiesten, maatschappelijke ondernemers, de studio’s van het MIS (Maison de l’Innovation Sociale) en het programma Ville d’Avenir zullen 22 maanden lang samenzitten in het industriële gebouw van de stad in de Quartier de l’Innovation in Griffintown. Als een waar mierennest strekt de immense open ruimte zich uit over 2.000 m2, ingenomen door organisaties met verschillende achtergronden (sociaal, vastgoed, kunst, cultuur, milieu, bouw …), die de wijk en de hele stad stimuleren!

“Vandaag zijn de mensen, de gebruikers niet van tel in de traditionele vastgoedprojecten [...] Dankzij de tijdelijke bezetting kunnen we 50 actoren samenbrengen, hen laten deelnemen aan dit project en het samen uitwerken.”- Philémon Gravel