Artikels

Thema

Foto: Stadsbiografie, Maxim Van den Bossche

Terwijl Brussel-Stad en Etterbeek wijkraden oprichten, maakt ook het Gewest werk van burgerinspraak. Een grotere betrokkenheid van de burgers en dat in een vroege fase bij grote stadsprojecten was allang een eis van ons. Zouden we de regering eindelijk geïnspireerd hebben?

Burgers vroeger aan zet in de openbare onderzoeken?!

In de eerste plaats kondigde Pascal Smet[1], Brussels staatssecretaris voor Stedenbouw, onlangs in de parlementaire commissie voor Territoriale Ontwikkeling aan dat hij het openbaar onderzoek bij grote stedenbouwkundige projecten aan het begin van de procedure wil plaatsen, en niet pas aan het eind als alles al min of meer vastligt, zoals nu het geval is. 

Dit is goed nieuws, want zoals vele burgers vraagt BRAL al lang om burgers eerder en beter te betrekken bij grote stadsprojecten. In het bijzonder vroegen we in ons memorandum van 2019 voor vastgoedprojecten van 2.500 m² of meer een verplicht overleg met de omwonenden en de gebruikers van de stad te organiseren voordat de aanvraag voor een bouwvergunning wordt ingediend (punt 16).

BRAL vraagt bij bouwprojecten vanaf 2.500m² een verplicht overleg met de buurtbewoners en gebruikers van de stad vooraleer de bouwaanvraag wordt ingediend.

Een her-herziening van het BWRO/de CoBAT bij gratie van een evaluatie?

Om de procedures te herzien heeft Smet verklaard dat hij van plan is het wettelijk kader te wijzigen, namelijk het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) (CoBAT in het Frans). Dat is een noodzakelijke stap om deze procedures te herzien, maar die verre van eenvoudig is. Vergeet niet dat het BWRO pas aan het einde van de vorige regeerperiode werd hervormd na een lang proces. Het regeerakkoord van 2019 plant een evaluatie van deze herziening. De staatssecretaris wil deze evaluatie gebruiken om het onderzoek te heropenen en het wettelijk kader te veranderen… Volgt u nog? 

Een nieuwe participatieafdeling bij het Gewest!

Ook op gewestelijk niveau heeft minister Alain Maron, die bevoegd is voor participatie, van zijn kant in de parlementaire commissie voor financiën en algemene zaken eindelijk de oprichting aangekondigd van de fameuze participatiedienst die in het regeerakkoord van 2019 is voorzien. 

Nog dit jaar zal hij een "inspraakreferent" aanstellen die met zijn dienst zal werken binnen Perspective.Brussels, de administratie belast met territoriale ontwikkeling. De bedoeling is dat deze persoon en zijn collega’s ook andere stedelijke thema's zullen aansnijden. De nieuwe dienst zal worden belast met "de bevordering van participatie, dus een transversale opdracht die niet beperkt blijft tot territoriale ontwikkeling".

Het zal fungeren als kenniscentrum en zal analyses maken van wat elders op dit gebied wordt gedaan om deskundigheid op te bouwen, en zal "een evaluerende rol spelen voor toekomstige participatieprocessen". Dus dat is ook goed nieuws. 

Prima, maar laten we onze ogen openhouden

Wij van onze kant hopen dat de administraties en projectleiders in de toekomst inderdaad een beroep zullen doen op dit referentiepunt. Want laten we wel wezen: niemand zal verplicht worden om met deze nieuwe dienst samen te werken. Het is derhalve mogelijk dat de administraties hun zaken zelf zullen blijven regelen, zonder deze nieuwe, potentieel kritische actor daarbij te betrekken. Maron vermeldt echter dat de nieuwe dienst geen genoegen mag nemen met een passieve houding, maar dat hij "een actieprogramma zal voorstellen dat verder gaat dan de overheidsdiensten die erom vragen". En als de dienst in de loop der jaren deskundigheid en gezag verwerft, zoals in het geval van de Bouwmeester is gebeurd, kan burgerparticipatie nog een goede stap vooruit zetten. 

Wij hopen ook dat, ondanks de positie binnen Perspective.Brussels, de dienst toch voldoende speelruimte zal nemen om kritisch te zijn over alle administraties, ook over deze! Maron maakte melding van het voornemen van de regering om de instrumenten van de RPA’s (de richtplannen van aanleg, PADs in het Frans) te herzien vanuit het idee dat "het beter is om erin te slagen de participatie zoveel mogelijk vroeg in het planningsproces van grote stadsprojecten te laten plaatsvinden". Dat valt dan niet onder zijn bevoegdheid maar onder die van de minister-president die belast is met ruimtelijke ordening. Tot nog toe heeft de minister-president niets concreets in die zin aangekondigd met betrekking tot de reeks RPA’s die al ver gevorderd zijn in hun proces naar hun toekomstige inwerkingtreding. Een hoop vaagheid dus. 

Eén blinde vlek blijft: de planning

Naar onze mening blijft er een blinde vlek bestaan in wat niettemin een zeer belangrijke kwestie is voor de Brusselaars: de planningsprocessen voor grote projecten zoals de richtplannen van aanleg (RPA’s) of stadsvernieuwingscontracten (SVC’s). Hoewel de deur nu geopend wordt om het openbaar onderzoek eerder te organiseren, blijft het een feit dat het kader van een openbaar onderzoek vaak veel te beperkt is voor grote projecten. Volgens ons en vele burgers moet bij deze grote projecten het hele inspraakproces worden herzien met het oog op co-constructie. 

Zo vraagt BRAL in haar memorandum van 2019 om alle stadsplanning gefaseerd uit te voeren, met inspraak van de Brusselaars vanaf het begin. Concreet betekent dit voor de RPA’s: 6 maanden inspraak en visievorming; een openbaar onderzoek over de visie; de aanpassing van de visie op basis van de reacties tijdens het openbaar onderzoek; de uitwerking van het regelgevend gedeelte; een openbare voorstelling van dit regelgevend gedeelte, en tenslotte het genoemde openbaar onderzoek over het gehele RPA.

BRAL vraagt dat het BWRO alle stadsplanning inricht volgens een gefaseerd planproces, met inspraak van de Brusselaars vanaf het begin. De RPA’s moeten bijvoorbeeld starten met 6 maanden inspraak en visievorming.

Het is de hoogste tijd...

Gezien de inzet van de PAD Josaphat en andere PAD's, waarvan sommige binnenkort, na de zomer, terug moeten komen voor een openbaar onderzoek, en gezien de vele grote openbare en particuliere projecten zoals Lebeau-Sablon of Brouck’R waarvan het proces het vertrouwen van de burgers in hun instellingen heeft ondermijnd, zou dit alles echt een stap vooruit zijn!

We blijven het van nabij opvolgen.

Marie Coûteaux

[1]  “S'agissant de l'évaluation du Cobat, elle est prévue dans l'accord gouvernemental. Lors des négociations, les discussions ont surtout tourné autour de la problématique des délais. Depuis mon entrée en fonction, j'entends que cela prend trop de temps et que c'est compliqué. En outre, pour les grands projets, l'opinion de la population est demandée après coup, soit après les réunions relatives à ces projets et après l'intervention du maître-architecte de la Région de Bruxelles-Capitale. Il serait préférable de demander l'avis de la population en début de procédure, lorsque les discussions portent sur les programmes et les gabarits. Ces projets devraient faire l'objet d'une enquête et d'un débat public avant qu'une décision ne soit prise et que la procédure ne soit lancée. Une réflexion à ce sujet doit être menée." - Pascal Smet in de parlementaire commissie voor territoriale ontwikkeling

 

Stappen door de stad moet voorrang krijgen op straat én in het beleid. Dat is het doel van walk, opgericht door Trage Wegen en Tous à pied. BRAL ondertekende mee het manifest van walk.

De toekomst is aan de voetgangers en het wandelen, ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Met de oprichting van het platform walk zal de stem van de voetgangers in onze hoofdstad luider gaan klinken. walk verenigt Brusselse organisaties, collectieven en buurtcomités die streven naar een stad op mensenmaat. Waar te voet gaan de norm is en waar voetgangers zichtbaar zijn in de publieke ruimte en in het maatschappelijke debat. Het doel van walk: een voetgangersdynamiek op gang te trekken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zodat voetgangers voorrang krijgen op straat én in het beleid. Daarom lanceerde walk zichzelf op maandag 7 juni 2021 met een coronaproof event op en rond de Kunstberg in Brussel.

BRAL ondertekende mee het manifest van walk.

Iedereen voetganger

Of het nu in de vrije tijd is, op weg naar de metro of naar je auto die drie straten verder geparkeerd staat: alle mensen zijn voetgangers – ongeacht hun leeftijd, kleur of gender. Want stappen is makkelijk en goedkoop, doet deugd voor je gezondheid en mentaal welzijn, maakt geen lawaai en is goed voor de luchtkwaliteit. En het geeft je de kans om andere mensen te ontmoeten. Voetgangers zijn de pioniers van de stad van morgen.

walk, het manifest

Alleen: voetgangers worden nog al te vaak over het hoofd gezien. En daar gaat walk wat aan doen. Als platform brengt walk een diverse reeks Brusselse actoren samen, die de voetganger benaderen vanuit een hele reeks invalshoeken: mobiliteit, publieke ruimte, stadsplanning, verkeersveiligheid, gezondheid, ecologie, biodiversiteit, sport, vrije tijd en cultuur. walk nodigt die organisaties, instellingen, collectieven, comités enz. uit om het walk manifest te onderschrijven. In dat manifest formuleerde walk zeven actiepunten om van Brussel een voetgangersstad te maken.

Vinger aan de pols

De lancering van het platform walk volgt op een intensieve voorbereidingsperiode, die in oktober 2020 van start ging onder impuls van Tous à Pied en Trage Wegen. walk legde zijn oor te luisteren bij talloze Brusselse voetgangers en organisaties om samen de speerpunten en de aanpak van het platform te bepalen. walk voelde de pols van de Brusselse voetgangers tijdens Join the walk, een reeks walkshops rond diverse thema’s en een reeks ontmoetingen met Brusselse middenveldsorganisaties.

Momentum in het beleid

De lancering van walk valt samen met een gunstige wind bij de instellingen: Brussel Mobiliteit, Good Move en het Gewestelijk plan voor Duurzame ontwikkeling zetten in op actieve mobiliteit om van Brussel een gezellige en duurzame nabijheidsstad te maken. « Tegen 2025 moet Brussel een voorbeeldregio worden voor het gebruik van de actieve vervoerswijzen, een regio waar voetgangers en fietsers zich in optimale voorwaarden kunnen verplaatsen.» (p.156 GPDO).  walk grijpt dit momentum aan om meer aandacht te vragen voor voetgangers, de inrichting van de publieke ruimte en de verkeersveiligheid voor voetgangers.

walk heeft het manifest aan Minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt overhandigd. Ze verklaart: "Voetganger zijn we allemaal wel eens. Stappen is met 37 % van de verplaatsingen binnen Brussel de belangrijkste vervoerswijze van ons Gewest. Goed voor de gezondheid en de leefbaarheid in de straten. Het is dan ook geen toeval dat voetgangers centraal staan in Good Move, het Brusselse mobiliteitsplan. Ik verwelkom met plezier de komst van walk, dat ongetwijfeld een belangrijke partner wordt om Brussel stap voor stap veiliger en comfortabeler te maken voor iedereen die onze stad te voet verkent."

De voetgangersdynamiek en de ondertekenaars

Meer dan 24 verenigingen, collectieven, instellingen en pleitbezorgers van voetgangers en wandelen hebben het manifest ondertekend. Buurtcomités, adviesbureaus, opleidingscentra, lokale verenigingen en beleidsmakers hebben het al onderschreven en bekijken de principes in ons Gewest te activeren.

Lees het manifest: manifesteNL.indd (filesusr.com)

De website: www.walk.brussels

Foto: Stadsbiografie, Maxim Van den Bossche

Dit jaar heeft het Brussels Gewest besloten IEB (Inter-Environnement Bruxelles) niet langer te financieren voor hun activiteiten rond stedenbouwbeleid. IEB vormt een kritische stem in een vaak complex debat en heel wat burgers en collectieven rekenen op hun inzet en expertise. BRAL betreurt dat er nog steeds geen structurele financiering bestaat voor het middenveld dat burgers ondersteunt rond stedenbouw.

We hebben in Brussel nood aan stabiele en duurzame ondersteuning van verenigingen die werken rond stedenbouw. Het stedenbouwbeleid heeft een grote impact op de ruimte waarin wij leven. Hoe we een leefbare stad plannen, bepaalt de gebouwen, de openbare ruimte en de wijken waar Brusselaars wonen, werken, en ontspannen. Het is voor ons evident dat de Brusselaars actief betrokken worden in het beleid rond stedenbouw zodat ze van bij het begin kunnen wegen op de visie en ambities van de stadsplanning. BRAL ARAU en IEB zetten samen al jaren, elk op onze manier, in op het betrekken van burgers bij het stedenbouwbeleid in Brussel.

We schreven eerder al dat er wat beweegt omtrent participatie in het stedenbouwbeleid: de individuele burger kan binnenkort (hopelijk) rekenen op een participatiedienst en een vroegere betrokkenheid in grote stadsprojecten (zie dit artikel van BRAL eerder deze maand). Maar tegelijk ontbreekt het nog steeds aan een structurele financiële ondersteuning voor het middenveld dat burgers in deze complexe materie ondersteunt.

Daarom doen we deze oproep aan de Brusselse gewestelijke regering: stel ook voor het stedenbouwbeleid een financieringskader op om het vele werk van Brusselse organisaties op een stabiele en transparante manier te ondersteunen.

Naar een structurele ondersteuning voor middenveld dat werkt rond stedenbouw

Op dit moment voorziet het Brusselse gewest geen structurele ondersteuning van het verengingswerk rond stedenbouwbeleid. Met structureel bedoelen we: een meerjaarlijkse financiering, op basis van duidelijke criteria en uiteraard jaarlijkse evaluaties. Die mogelijkheid is nochtans voorzien in de ordonnantie van 4 september 2008[1]: de Regering kan verenigingen meerjarige financiering toekennen binnen verschillende domeinen. Ze kan dit dus ook voor stedenbouwwerking.

Publieke financiering voor verenigingswerk rond stedenbouw was de afgelopen telkens jaarlijks aan te vragen. Dit jaar is er gekozen om te werken via een projectoproep die beheerd wordt door Urban. Die projectoproep geldt voor één jaar, en is gelimiteerd tot een maximumbedrag van 50.000 euro. BRAL is hierop ingegaan. Onze aanvraag voor 2021 is wel goedgekeurd, die van IEB dus niet. De keuze om dit jaar te werken met een duidelijke administratieve omkadering van een projectoproep is terecht, dat maakt deel uit van goed bestuur.

Maar de keuze voor kortlopende projectfinanciering in plaats van structurele erkenning is verontrustend. Kortlopende projecten zijn geen vervanging voor structureel en kritisch basiswerk. Er is op dit moment is er geen gezond evenwicht tussen structurele ondersteuning en projectsubsidiëring binnen het Brusselse stedenbouwkundige middenveld. Daarom doen we het nut van beide hier uit de doeken.

Het belang van een gezond evenwicht tussen structurele ondersteuning en projectfinanciering

Structurele en meerjaarlijkse financiering houdt in dat een overheid zich engageert om de dialoog aan te gaan met een kritisch middenveld. Wij, als middenveld, hebben op onze beurt de verantwoordelijkheid om burgers te ondersteunen en correct te informeren. Een actief middenveld is een plaats waar burgers zich kunnen verenigen om aan visies te werken, voorstellen te doen, protest te kanaliseren, en dus collectief te werken.

Projectoproepen kunnen een nuttige bijdrage leveren aan de stad. Projecten kunnen organisaties en burgers helpen om te experimenteren met nieuwe methodes, ideeën of initiatieven in de stad. Via projecten kunnen ook nieuwe initiatieven zichzelf verder ontplooien en zo ideeën vormgeven vanuit de praktijk.

Het evenwicht tussen de twee is van cruciaal belang. Structureel werk is de voedingsbodem voor projectwerk, projectwerk kan mee het structureel werk inspireren. Als het over het Brusselse stedenbouwbeleid gaat, ontbreekt dit evenwicht: er wordt nu gekozen voor jaarlijkse projecten, en een financieringskader voor structureel werk ontbreekt.

Projectoproepen kunnen structurele middelen niet vervangen. Projecten zijn tijdelijk en lopen op korte termijn. Structurele erkenning maakt continuïteit en stabiliteit mogelijk. In onze stad zijn er heel wat ontwikkelingen die net die continue aandacht en inzet vereisen, denk maar grote ontwikkelingen als Josaphat of Thurn en Taxis. Hier bouwen burgers en organisaties kennis en ervaring over meerdere jaren op. Organisaties hebben dan ook stabiliteit nodig om dat werk te kunnen doen, dat zich onder andere vertaalt in een stabiel personeelsbeleid en het voorzien van een werkplek.

Bovendien zijn (kortlopende) projectoproepen niet altijd aangepast aan de verwachtingen en noden van de bevolking en het middenveld van Brussel. Er ontstaan ideeën en initiatieven van burgers die een project niet op voorhand kan voorzien. Evengoed komt het voor dat initiatieven of vragen niet ondersteund kunnen worden omdat ze niet passen binnen de mal van het project. Het is de taak van het middenveld om nét ook deze noden te identificeren en er mee aan de slag te gaan, samen met de Brusselaar.

Daarnaast leiden projectoproepen tot onnodige concurrentie met organisaties die op de lange termijn werken, terwijl de stad al deze stemmen kan gebruiken.

Ten slotte zijn de administratieve lasten voor zowel het Gewest als de organisaties aanzienlijk als het over projectoproepen gaat. Nu dienen organisaties jaarlijks telkens opnieuw aanvragen in, met een activiteitenprogramma en een gedetailleerde begroting. Administraties moeten deze elk jaar opnieuw evalueren, adviezen schrijven en rapporteren. Het college moet elk jaar opnieuw een beslissing nemen. Een meerjaarlijks werkingskader met jaarlijkse evaluatie vereenvoudigt dit proces substantieel. Zo blijft er meer tijd over om in de diepte met elkaar in gesprek te gaan over dat wat de Brusselaars écht aanbelangt: een democratisch, duurzaam en solidair stedenbouwbeleid.

Actief en kritisch burgerschap vraagt inzet en tijd, en een stabiel kader om binnen te werken, zeker bij een complex thema als stedenbouwbeleid. Daarom vragen we dat de Gewestelijke Regering werk maakt van een structurele financiering voor stedenbouwwerk in Brussel.

[1] De “Ordonnantie met betrekking tot het subsidiëren van de verenigingen en de projecten ter verbetering van het stadsmilieu en het leefklimaat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”, 4 september 2008.

Afbeelding 1: Omgeving.Vlaanderen
Afbeelding 2: Irceline

De Brusselse Ring R0 is de molensteen rond de nek van Brussel qua luchtkwaliteit. Een cruciale fase breekt aan voor de herinrichting van de noordelijke R0. Je bent bij deze gewaarschuwd om je pen te scherpen. Binnenkort volgt onze reactie.

Volgens Leefmilieu Brussel komt 45% van de in de lucht gemeten NO2-concentratie van buiten het Gewest (laatste actualisering: februari 2020). Een groot deel daarvan is afkomstig van het auto- en vrachtverkeer op de weg.

De Ring rond Brussel ligt voor het overgrote deel niet op Brussels grondgebied (zie ook de aanpassing van de maximumsnelheid, beslist door Vlaanderen), maar heeft wel een grote invloed op onze luchtkwaliteit (zie afbeelding). Het lijkt ons dan ook logisch dat, wanneer werken aan die ring zich aankondigen, de Brusselaars zich daarover uitlaten. En laat er nu net een cruciale fase aanbreken voor de herinrichting van het noordelijk deel van de Ring rond Brussel. Er ligt een nieuwe versie van de “scopingnota” op tafel. Die beschrijft drie “geoptimaliseerde alternatieven” voor de herinrichting van Ring Noord.

Vlaanderen wil onze mening daarover horen, want uit deze alternatieven zal de overheid een “voorkeursalternatief of inrichtingsconcept” distilleren.

We zetten ons aan het werk om deze alternatieven te bestuderen. Onze positie blijft in het algemeen dat een uitbreiding van de Ring geen goed idee is, omwille van het aanzuigeffect van auto’s: build it and they will come. Al merken we dat de actoren wel erg hun best gedaan hebben om de bittere pil te vergulden. BRAL volgt de plannen voor de ring al even op. In 2018 reageerden we samen met Bond Beter Leefmilieu, Greenpeace, Inter-Environnement Bruxelles, Natuurpunt, Fietsersbond, Netwerk Duurzame Mobiliteit en TreinTramBus op de startnota. Dit was destijds ons bezwaarschrift.

Praktisch

Op www.werkenaandering.be kan je alle informatie vinden.

Opmerkingen en adviezen kan je van 25 mei tot en met 23 juli 2021 indienen:

  • Op het gemeentehuis van de betrokken gemeenten* (je krijgt een ontvangstbewijs bij afgifte)
  • via de website omgeving.vlaanderen.be
  • Per aangetekend schrijven naar Departement Omgeving afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 7 1000 Brussel  

*De betrokken gemeenten zijn: Drogenbos, Sint-Pieters-Leeuw, Dilbeek, Asse, Wemmel, Merchtem, Meise, Grimbergen, Vilvoorde, Machelen, Steenokkerzeel, Zaventem, Kraainem en Wezembeek-Oppem

De reactie van BRAL op deze voorstellen kan je binnenkort vinden op onze website. Aarzel niet om zelf al je onderzoek te starten, je te informeren en een mening te vormen!

Oslo, Parijs en Berlijn, uit die hippe steden haalden we de mosterd voor onze Beyond Vision Zero van het Andere Atelier. Bekijk nu de samenvattingen van de lezingen en leer bij over verkeersveiligheid, actieve mobiliteit en de 15 minuten-stad. Krijg je er niet genoeg van? Lees dan de nota “Beyond Vision Zero” of herbekijk de volledige conferenties op het YouTube-kanaal van Het Andere Atelier.

Parijs, de 15 minuten-stad

Ook benieuwd naar het geïntegreerd concept van de 15-minutenstad en de positieve impact op verkeersveiligheid? Een half jaar geleden - op 25 november 2020- was Alice Perrin van de stad Parijs te gast bij Het Andere Atelier. De montage van de lezing over Parijs en het aansluitende debat met Fréderic Dobruszkes, Patrick Frenay, Isabelle Janssens en Jan Terwecoren neemt je gedurende 4 minuten mee naar de 15-minutenstad!

Oslo bereikt (bijna) Vision Zero 

Wist je dat er in 2019 maar één iemand overleed in het verkeer in Oslo? Dat is nog steeds één persoon te veel. Maar het is ook 20 keer beter dan in Brussel. Achter dat betere resultaat van Oslo schuilt een sterke visie en jarenlang bouwen aan een cultuur van traagheid en veiligheid. 

Ida Kongsrud, hoofd van de dienst Verkeersveiligheid in Oslo, vertelde in Het Andere Atelier hoe ze daartoe kwamen. Kobe Boussauw, Jesse Pappers, Roel De Cleen en Hanne Mangelschots nemen de inzichten uit het verhaal van Oslo mee naar Brussel. 

Bekijk de samenvatting van de lezing (5 minuutjes) en leer van Ida over Oslo's #VisionZero om #RoadSafety voor iedereen te bereiken. 

Berlin, do the right thing in a crisis!

Felix Weisbrich, hoofd van de administratie voor openbare wegen en parken van de gemeente Friedrichshain-Kreuzberg in Berlijn, was op 17 december 2020 te gast bij het Andere Atelier. Hij is ervan overtuigd dat overheden in tijden van crisis (klimaat, sociale ongelijkheid, pandemieën) een belangrijke rol spelen: ze moeten sneller, wendbaarder en moediger worden. Dat vraagt om politieke steun, de juiste middelen en de moed om onbekende wegen te bewandelen. Aan de hand van het voorbeeld van de Berlijnse pop-up fietspaden toont Felix hoe tijdelijke oplossingen in crisissituaties kunnen uitmonden in een visie van veiligere mobiliteit en leefbaardere openbare ruimten.

Het Andere Atelier maakte een montage van 10 minuten van deze boeiende lezing en het aansluitende gesprek tussen Felix Weisbrich en Bas De Geus, Tim Asperges, Florine Cuignet en Roeland Dudal.

Het Andere Atelier

Het Andere Atelier is een reeks evenementen van BRAL, Filter Café Filtré Atelier en Heroes for Zero. Het Andere Atelier draagt bij aan de opmaak van het nieuwe Actieplan Verkeersveiligheid 2021–2030 van de Brusselse regering. De evenementen lopen parallel aan de workshops van Brussel Mobiliteit.

Het doel van het Andere Atelier is om het debat over verkeersveiligheid uit de formele context van het planproces te halen en te brengen naar de plek waar het om gaat: de straat. We nodigen de Brusselaars uit om te leren van inspirerende steden, te observeren wat de uitdagingen zijn op het terrein en te verbeelden hoe een veilige én gezonde stad van de toekomst er kan uitzien.

www.a-atelier.be

De Brusselaar is duidelijk enthousiast om zelf mee de luchtkwaliteit in kaart te brengen. Bij het afsluiten van de inschrijvingen voor CurieuzenAir BXL op zondag 13 juni stond de teller op 5.578. Dit overtreft ruimschoots de 3.000 meetsets die ter beschikking staan om in september een maand lang de luchtkwaliteit in eigen straat meten. De kandidaat meetlocaties bleken bovendien mooi verspreid over alle 19 gemeenten van het Brusselse gewest. Een computeralgoritme maakte een selectie van 3.000 meetpunten op basis van wetenschappelijke criteria. Het CurieuzenAir burgernetwerk is meteen het grootste meetnet voor luchtkwaliteit dat ooit zal worden gerealiseerd in een Europese hoofdstad.
 

CurieuzenAir BXL in het kort

  • Grootschalig citizen-scienceproject rond luchtkwaliteit
  • 5.578 Inschrijvingen uit alle 19 Brusselse gemeentes
  • Wetenschappelijke selectie van 3.000 meetpunten
  • Meting van stikstofdioxide (NO2) van 25 september t/m 23 oktober 2021

 

De organisatoren zijn zeer tevreden met het aantal inschrijvingen. “Je merkt dat het thema leeft onder Brusselaars. Families en scholen willen weten wat de situatie is in hun straat, en ook veel bedrijven engageren zich om zicht te krijgen op de luchtkwaliteit waarin hun medewerkers dagelijks pendelen.” aldus professor Filip Meysman, projectcoördinator CurieuzenAir. “De vele kandidaat meetpunten zijn ook een grote wetenschappelijke troef. Uit alle aanmeldingen hebben we een dicht netwerk van 3.000 meetpunten kunnen selecteren, waardoor we een zeer gedetailleerd beeld gaan krijgen van de luchtkwaliteit over het hele Brusselse gewest.”

Onder de 5.578 kandidaat meetpunten bevinden zich:

  • 102 scholen
  • 327 bedrijven en verenigingen
  • 5.149 particulieren en gezinnen

De 5.578 kandidaat meetpunten zijn mooi verspreid over het Brusselse gewest. Tijdens de campagne werd ook via social media specifiek opgeroepen voor meetpunten in “moeilijke gebieden” met weinig bewoning, zoals Haren en Neerpede. “Dit heeft goed gewerkt” zegt Meysman “We zijn bijvoorbeeld heel blij dat we een meetpunt mogen installeren op het oefenterrein van RSC Anderlecht in Neerpede, omdat dit een blinde vlek op onze kaart invult”. Via inschrijvingen van bedrijven werden ook meetpunten gevonden in de kantoorzone rond Brussel Congres en in de Europese wijk.

Het project heeft ook oog voor de minder gegoede Brusselaar. "4 op de 10 Brusselaars riskeert armoede of sociale uitsluiting. Bij BRAL vonden we het belangrijk om ook hen te betrekken bij dit onderzoek, omdat zij proportioneel ernstiger getroffen worden door luchtverontreiniging. Door samen te werken met medische centra, buurthuizen en verenigingen tegen armoede zullen we meer dan 200 meetpunten kunnen opzetten voor en met deze doelgroep," vult Florence Lepoudre aan.

3.000 meetpunten

Uit alle aanmeldingen werd via een computer algoritme een selectie gemaakt van de 3.000 “beste” meetpunten voor een gedetailleerde luchtkwaliteitskaart van Brussel. Er werd daarbij rekening gehouden met een geografische spreiding over heel Brussel, variatie in straattypes en verkeersintensiteit, en of de straat een gesloten of open bebouwing heeft. Om een gestandaardiseerde meting te hebben, werd voorrang gegeven aan meetpunten met een raam aan de straatkant op de eerste verdieping.

De geselecteerde deelnemers ontvingen inmiddels het goede nieuws per mail, waarin ze uitgenodigd werden om zich definitief in te schrijven. De andere kandidaat meetpunten komen op een wachtlijst, en worden mogelijk alsnog opgeroepen als er een ander meetpunt wegvalt. Om het onderzoek voor iedereen toegankelijk te houden, wordt voor de deelnemersprijs het ‘Pay as you like’ principe gehanteerd: geselecteerde deelnemers betalen een bijdrage al naargelang zijn of haar draagkracht met een minimum van 5 euro en een richtbedrag van 15 euro (de werkelijke prijs van een meting bedraagt 150 euro).

Deelnemers plaatsen vanaf 25 september 2021 een makelaarsbord met twee meetbuisjes aan hun raam. Deze meetopstelling blijft een maand hangen om de hoeveelheid NO2 in de buitenlucht meten. De data van alle meetpunten wordt gebruikt om de hoeveelheid NO2 gedetailleerd in kaart te brengen en de bestaande computer modellen voor luchtkwaliteit te verbeteren. Op deze manier kunnen de effecten op de gezondheid beter ingeschat worden, en hebben beleidsmakers toegang tot nauwkeurige informatie voor de implementatie en aanpassing van beleidsmaatregelen.

De resultaten van de metingen worden bekendgemaakt in februari 2022 via een interactieve stippenkaart op de websites van mediapartners De Standaard, Le Soir en BRUZZ. Deelnemers ontvangen tegelijkertijd een persoonlijk meetrapport met de resultaten van hun eigen meetpunt.

Meer informatie over het onderzoek is terug te vinden op de website www.curieuzenair.brussels 

CurieuzenAir een initiatief van de Universiteit Antwerpen, stadsbeweging BRAL en Université Libre de Bruxelles, in nauwe samenwerking met Bloomberg Philanthropies, Leefmilieu Brussel, De Standaard, Le Soir, BRUZZ en DPD.

Perscontact:

Florence Lepoudre – BRAL (FR, NL, EN)
florence@bral.brussels
+32 472 780 772

Pro Velo publiceert de resultaten van het Fietsobservatorium 2020

In 2020 heeft Pro Velo, zoals elk jaar, getrouw haar opdracht uitgevoerd om het aantal fietsers in Brussel te tellen en de fietstrends in kaart te brengen voor het Fietsobservatorium, een opdracht die de vzw sinds 1998 met brio uitvoert voor Brussel Mobiliteit.

Zoals iedereen wel weet, was 2020 geen jaar als alle andere. Algemeen genomen is het gemiddelde aantal fietsers in Brussel in 2020 met 64%1 gestegen, maar hoe zit het met de tellingen tijdens de spitsuren die we hebben uitgevoerd in het kader van het Observatorium op 26 locaties in Brussel en over vier periodes in het jaar? En wat vertellen de kwalitatieve observaties ons over het profiel van de fietsers en de soorten fietsen die zij gebruiken?

Woon-werkverkeer of woon-schoolverkeer tijdens de coronacrisis
Uit de tellingen in het kader van het Fietsobservatorium blijkt dat het aantal fietsers tussen 8 en 9 uur gemiddeld met 11% is gedaald, wat rechtstreeks te wijten is aan de coronacrisis.

Een gedetailleerde analyse van de coronasituatie op het ogenblik van de tellingen laat ons zien welke invloed de overheidsmaatregelen hadden op het aantal fietsers tijdens de spitsuren. Net als bij andere vervoermiddelen2 zien we meer fietsers op weg naar het werk of school of net minder, al naargelang de maatregelen werden aangescherpt of versoepeld.

Zo blijkt uit de eerste telling in januari 2020, toen België nog niet was getroffen door de coronacrisis, dat het aantal fietsers met 53% is gestegen ten opzichte van het jaar ervoor, de grootste stijging sinds 2014. Anderzijds zien we dan weer op het hoogtepunt van de beperkende maatregelen (telling in mei 2020, dus toen de scholen gesloten waren) een daling met maar liefst 47%.

Steeds meer vrouwen op de fiets en een grotere variëteit aan fietsen

+3,25%: toename van het aandeel vrouwen op de fiets. In 2020 maken vrouwen 39,3% van de getelde fietsers uit.

+7%: toename van het aandeel elektrische fietsen van alle getelde fietsen tijdens de spitsuren (27% ten opzichte van 20% in 2019).

6% en 9%: de respectievelijke aandelen bakfietsen en vouwfietsen van alle getelde fietsen.

16%: het percentage fietsen met voorzieningen om kinderen te vervoeren, op alle getelde fietsen (4% meer dan het voorgaande jaar). 

27%: bezettingsgraad van fietsenstallingen in de buurt van de metrostations en de belangrijkste treinstations in het gewest. Een dalend cijfer dat wordt beïnvloed door de daling van het aantal reizigers in het openbare vervoer³.

59%: het percentage fietsen met een correcte verlichting (dalend).

60%: is het percentage getelde fietsers met een helm in 2020 (onafgebroken stijging sinds 2015).

80%: het aantal fietsen beveiligd met een goed slot. We stelden vast dat er op 5% van alle geobserveerde fietsen een "mybike.brussels"-sticker kleefde.

Meer info over het Fietsobservatorium

"In 2020 stelden we een stijging van het aantal fietsers vast, evenals een diversificatie van het profiel van de fietsers in Brussel. Het Fietsobservatorium telde meer vrouwen op de fiets en meer kinderen die met de fiets worden vervoerd, wat hopelijk aantoont dat fietsers zich veiliger voelen in Brussel. Daarnaast lijkt het er ook op dat iedereen een fiets vindt die bij hem of haar past ... want we zien steeds meer bakfietsen, elektrische fietsen en meer vouwfietsen op onze wegen. Brussel is aan het veranderen en ook onze fietsers kiezen steeds meer voor diversiteit en intermodaliteit.”

Elke Van den Brandt - Brussels minister van Mobiliteit

Discriminatie op de huisvestingsmarkt: het kan ons allemaal overkomen.

Er is nog veel discriminatie op de Brusselse huisvestingsmarkt. Uit onderzoek blijkt dat vooral kandidaat-huurders zonder arbeidscontract en kandidaat-huurders met een andere origine gediscrimineerd worden.

We spreken over 'discriminatie' wanneer iemand ongelijk wordt behandeld ten opzichte van een andere persoon op basis van één of meerdere beschermde criteria (zoals afkomst, handicap, leeftijd, geslacht enz.), zonder dat er hiervoor een andere relevante rechtvaardiging is.

Als dit gebeurt tijdens de zoektocht naar een woning, kan het slachtoffer of een getuige de Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie op de hoogte brengen. Die kan de feiten dan onderzoeken, de nodige vaststellingen doen en sancties opleggen. Wilt u meer weten over de discriminatiecriteria, de informatie die u moet verstrekken en het verloop van de procedure? Ga dan naar de website van huisvesting.brussels.

U bent huurder

Heeft iemand u een woning geweigerd of bleef uw kandidatuur zonder gevolg om een discriminerende reden? Kreeg u de vraag informatie of documenten te verstrekken die een verhuurder niet mag vragen? Hebt u een discriminerend zoekertje gezien? Dan hebt u het recht om een klacht in te dienen of dit te melden.

Bekijk meer

U bent eigenaar of vastgoedmakelaar

Een huurder kiezen is niet noodzakelijk discriminerend: het is ook mogelijk dat u legitieme redenen hebt om een kandidaat uit te sluiten op basis van objectieve feiten. Discriminatie is wel altijd illegaal.

Bekijk meer

In het kader van de sensibiliseringscampagne ‘Dames Fiets!’ organiseren we op woensdag 7 juli een conferentie in het Théâtre Marni rond vrouwen op de fiets, in het gezelschap van minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt. Getuigenissen, tips, goede praktijken: samen effenen we het pad om meer vrouwen in het zadel te krijgen!

Op het programma:

Minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt zal ons vereren met haar aanwezigheid op de conferentie en al je vragen beantwoorden tijdens de Q&A.

We sluiten de conferentie af met een Afterwork Bike Experience en een opleiding om veilig in de stad te fietsen (van 18.30 u. tot 21.30 u.).

Zin om dit evenement bij te wonen? Laat het ons dan uiterlijk tegen maandag 5 juli 12 u., weten via pers@provelo.org.

Praktische info

  • Woensdag 7 juli 2021 van 17 u. tot 18 u.
  • Théâtre Marni, de Vergniesstraat 25, 1050 Brussel
  • Inschrijving vereist voor de pers: pers@provelo.org

 

Dames fiets ! online

 

Afbeelding: CNCD

De voorlopige elementen uit het nieuwe rapport van het internationaal klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) die lekten in de pers zijn onverbiddelijk. De globale klimaatopwarming beperken tot anderhalve graad in plaats van twee graden Celsius is niet louter symbolisch: het bepaalt of miljoenen mensen en talloze ecosystemen zullen overleven of niet. Elke tiende van een graad telt. Enkel een grondige en collectieve omslag van onze samenleving kan ons terug op weg zetten naar meer (over)leefbaarheid. De Klimaatcoalitie maakt zich klaar om mobiliseren op 10 oktober, in aanloop van de belangrijke Europese top voorafgaand aan de COP26 in Glasgow. 

Al zijn die nieuwe elementen geen verrassing, ze herinneren ons wel bruusk aan hoe nabij het moment nadert dat we niet meer terug kunnen. “Terwijl de klimaatonderhandelingen patineren en de concretisering van ambitieuze en solidaire engagementen op zich laat wachten, is dit nieuwe rapport opnieuw een wake up call,” zegt Nicolas Van Nuffel, voorzitter van de Klimaatcoalitie. “De grens van anderhalve graad Celsius is niet symbolisch. Het is een vitale limiet voor het overleven van soorten die enkel op de Aarde leven, waaronder de onze.”  

Klimaatonrechtvaardigheid aan de basis van het probleem 

Al treffen de gevolgen van de klimaatcrisis de hele planeet, ze blijven toch fundamenteel onrechtvaardig verdeeld. Zo zijn en zullen de meest kwetsbaren onder ons, mensen uit ontwikkelingslanden en de toekomstige generaties het meest getroffen worden terwijl zij niet verantwoordelijk zijn voor de oorzaken. “Het is dringend tijd om in actie te schieten, maar dan vooral op een solidaire manier,” legt Nicolas Van Nuffel uit. “Het koolstofbudget dat ons overblijft om onder de anderhalve graad Celsius te blijven, moet op een sociaal rechtvaardige manier verbruikt worden, rechtvaardig verdeeld tussen de ontwikkelde en ontwikkelende landen, maar bovenal met als prioriteit om een leefbare wereld over te dragen aan de toekomstige generaties.”  

Handelen met de natuur in plaats van haar te vernietigen 

Het redden van de biodiversiteit en de strijd tegen de klimaatverandering zijn een en dezelfde en kunnen we niet van elkaar lostrekken. Onze huidige verhouding met de natuur en het milieu moeten we grondig herzien om los te komen van de logica van de hedendaagse uitbuiting en roofbouw van grondstoffen. Bovendien is de natuur en onze ecosystemen beschermen een van de beste manieren om de effecten van de klimaatverandering te beperken en de aanpassingsmaatregelen te versterken. “De natuur kan zonder de mens, maar de mensheid kan niet zonder de natuur,” verklaart Nicolas Van Nuffel. 

De enige oplossing: mobiliseren 

De experten van het IPCC spreken over de nood aan een “radicale omslag van het proces en gedragingen op alle niveaus”. Dat noopt ons opnieuw te mobiliseren met alle mogelijke lagen, sectoren en categorieën van de samenleving, in België en daarbuiten. “De laatste twee jaren maakten we eindelijk een klik. Maar het is nog niet goed genoeg. We kunnen nog beter. Elke tiende van een graad telt. Het is nu aan ons om sterkere en snellere beslissingen en daden te eisen van de mensen die ons op politiek niveau vertegenwoordigen,” zegt Nicolas Van Nuffel nog.   

Daarom zullen we op 10 oktober 2021 opnieuw op straat komen. Onze boodschap is duidelijk: als we de klimaaturgentie recht in de ogen willen kijken en het hoofd willen bieden, dan hebben we maatregelen nodig die nog ambitieuzer, coherenter en meer solidair zijn.   

Oorspronkelijk artikel van CNCD, vertaald uit het Frans. 

Welke vorm de mobilisatie precies zal aannemen, is afhankelijk van de ontwikkeling van de gezondheidssituatie. Wat er ook gebeurt, we zullen op deze dag luid van ons laten horen. 

Heb jij samen met je buren, je vereniging of organisatie ideeën voor een beter, duurzamer en leefbaarder Brussel? Teken dan in op Bruss-it, de projectoproep van de VGC. Het centrale thema van 2021 is Samenwerken aan een duurzame en leefbare stad. Dat lijkt ons op jouw leest geschoeid!  

Brusselaars of organisaties in het Brusselse kunnen een project indienen op basis van ideeën uit Stadspiratie of een eigen project indienen. Alle projecten dienen te passen in een of meer van de inhoudelijke clusters: Share-it (delen), Reuse-it (hergebruiken), Green-it (vergroenen) en Activate-it (actief ontdekken). Meer weten? Schrijf je in voor een van de infomomenten of surf naar www.brussit.be voor alle informatie. Deadline voor je idee: 6 september 2021. 

De verkenning van een bottom up-beweging rond solidariteit, ecologie en democratie in Brussel ging in 2020 en 2021 verder. In een stad geconfronteerd met globale problemen zijn deze lokale initiatieven meer dan ooit nodig. 

Brussel is een rijke stad. We bedoelen dan rijk aan burgerinitiatieven. Overal in Brussel zetten mensen zich samen om het leven in de stad aangenamer of duurzamer te maken. Ze nemen initiatieven in grote of kleinere groep, helpen elkaar, maken of repareren dingen, creëren dienstverlening of beheren goederen of plaatsen die publiek toegankelijk zijn.  
 
Een rode draad daarbij is dat mensen niet wachten op overheden, privébedrijven of gevestigde organisaties uit het middenveld. Liever dan te eisen dat anderen iets organiseren, beginnen ze er zelf aan. Een ander terugkerend kenmerk is de positieve aanpak. Waar bewonersgroepen vroeger vaak ontstonden uit protest tegen een bedreiging van buitenaf, is 'can do' nu het motto.  
Deze tendens zien we overal, in veel steden en landen. En er circuleren veel concepten om dit fenomeen te omschrijven of te analyseren: zelforganisaties, commons, sociale innovatie, peer to peer, autogestion, bottom-up initiatieven, civic economy, sharing, ... Allemaal leggen ze het accent op andere aspecten. Al deze concepten hebben hun voor- en nadelen. Selfcity geeft je een beter zicht op de initiatieven die worden gestuwd door de Brusselaars.  

Wijk in actie 

Brussel is ook rijk aan buurthuizen. Maar het wijklokaal ‘Wijk in Actie’ is een buitenbeentje. Dit is deeleconomie volledig gerund door bewoners van de hyperdiverse en precaire Brabantwijk in Schaarbeek. Bekijk nu hun video. 

Selfcity: Wijklokaal – Local de Quartier, een plek van en voor buurtbewoners 

Cycloperativa 

Cycloperativa is, zoals ze het zelf omschrijven, een “association van Bruxellois(es)  waar on apprend à réparer des vélos et travailler en cooperatie. Zo on lutte tegen l’impact de la domination de la voiture et de la competitie dans notre vi(ll)e. Voor un environnement et une qualité de vie een beetje meer meilleur. L'accès à une mobilité douce, la cohésion sociale, les savoirs locaux, la mixité du quartier zijn pour nous super belangrijk, vecteur de plus de solidarité et d'entraide”. 

Ontdek hier deze wonderlijke samenwerking tussen fietsactivisten, ketten in de Anneessenswijk, liefhebbers van lokale bieren en cyclopen. 

Selfcity: Cycloperativa 

In de Selfcity-filmpjes van BRAL en Centre Vidéo de BXL geven we burgerinitiatieven de kans zichzelf voor te stellen. Het gaat om collectieven die grondstoffen en lokale troeven beheren en oplossingen ter beschikking stellen van de gemeenschap. Je vindt meer Selfcity-films op het YouTube-kanaal en Vimeo-kanaal van BRAL.

Vorige films: 

Publicatie Selfcity BXL

'Hoe democratisch is de interne werking van collectieven?' 'Hoe divers zijn ze?' 'Hoe (on)afhankelijk van het middenveld of de overheid?' 'Kunnen ze uitgroeien tot een motor van duurzame ontwikkeling en participatieve democratie of blijft 't een sympathiek fenomeen in de marge?' En: 'Moet de overheid ruimte vrijmaken voor dit soort initiatieven of dreigen we hiermee onze publieke dienstverlening en ons welvaartsmodel af te bouwen?'

Deze vragen en aanzetten tot antwoorden zijn samengebracht in de publicatie 'Selfcity BXL, panorama en analyse van een nieuwe generatie bewonersinitiatieven'. De website Selfcity.be (nu offline) verzamelde kennis en ervaringen van en over deze initiatieven in en rond Brussel. De initiatieven zijn Bled, Cebe, Collectactif, Commons Josaphat, Corvia, Cycloperativa, Dewey, Gecs Forest, Grenier Des Casseuses De Crise, Ploef & Velodossier. Selfcity is een investigation des possibilités d'une nouvelle rélation entre les citoyens, le pouvoir public et le marché. 

Het project Selfcity en de website zijn initiatieven van BRAL vzw, Stadsbeweging voor Brussel.