Artikels

Thema

Foto: Stadsbiografen, Maxim Van Den Bossche

BRAL start in samenwerking met Leefmilieu Brussel nieuwe NO2-metingen van de buitenlucht. Na het globale beeld van CurieuzenAir kiezen we voor gerichte metingen op de vermoedelijk meest vervuilde plaatsen en voor mini-meetcampagnes in functie van veranderingen in de publieke ruimte. Ook jij kan hieraan bijdragen. We leggen uit hoe.

Open vragen rond de evolutie van de Brusselse lucht

Tijdens de grootschalige burgerwetenschapscampagne CurieuzenAir brachten we samen met de Universiteit Antwerpen en de Brusselaars de Brusselse lucht in kaart. Uit de resultaten bleek dat - hoewel de evolutie over vele jaren positief is - er nog een lange weg te gaan is. 98% van de Brusselaars ademt een lucht in de niet voldoet aan wat de Wereldgezondheidsorganisatie als drempelwaarde (10µg/m³ NO2 concentratie) vooropstelt. Nog erger is dat er nog altijd plaatsen zijn waar de luchtkwaliteit niet voldoet aan de huidige Europese normen (40µg/m³ NO2 concentratie). Tegelijk stelden we vast dat de luchtkwaliteit beter was dan soms verwacht. De lage-emissiezone, de voetgangerszone in Brussel-centrum, infrastructurele ingrepen op verschillende plaatsen, het toenemend aantal mensen dat eerder kiest voor fiets en voeten, … hebben hun positief effect. Het goede nieuws was dat er hoop is dat we op een dag gezonde lucht kunnen ademen. Alleen gaat het nog te langzaam.

Na CurieuzenAir bleven we nog met vragen zitten. Wat was het effect van de naweeën van de covid-19 periode? In de officiële meetstations zien we bijvoorbeeld de luchtvervuiling weer omhooggaan. Zet de algemeen dalende trend zich door of wordt die trend helaas opnieuw doorbroken? Blijven de meest vervuilde plaatsen achter bij de algemene verbetering? Vergroot dit de kloof inzake milieurechtvaardigheid? Gaat de verbetering wel snel genoeg, wetende dat we anno 2022 nog steeds focussen op EU-waarden die door de wetenschappelijke inzichten voorbijgesneld zijn? Draagt het huidige beleid, zoals Good Move of Renolution, bij aan een versnelling?

Genoeg vragen om blijvend te onderzoeken hoe het met onze lucht gesteld is. Genoeg vragen ook om te blijven sensibiliseren en mobiliseren rond het belang van gezonde lucht. Want nog steeds zijn heel wat Brusselaars niet voldoende op de hoogte van de negatieve impact van slechte lucht op hun gezondheid en die van hun kinderen. Nog te weinig horen we hoe opstoten in luchtvervuiling een goed leven voor Brusselaars met ademhalingsproblemen soms onmogelijk maken. Nog te veel inwoners zien luchtvervuiling als een quasi “natuurlijk” gegeven in de stad. Nog steeds schuiven politici en beleidsmakers gezonde lucht wel naar voren als noodzakelijk, maar trekken ze tegelijk van leer tegen de maatregelen die daartoe zouden moeten leiden.

Daarom lanceert BRAL samen met Leefmilieu Brussel een nieuw luchtmeetproject onder de reeds gekende noemer ExpAIR. Hoewel we verder bouwen op CurieuzenAir, gaan we deze keer niet voor de grote schaal. We willen liever meten op plaatsen waar de nood het hoogst is. Daar waar we weten/vrezen dat de luchtvervuiling hors normes is en daar waar we denken dat beleid een positieve of negatieve impact heeft. Het project omvat zodoende twee luiken:

1) een secundair meetnet van (semi-) permanente metingen op de meest vervuilde plaatsen;

2) metingen met burgers, collectieven, gemeenten, … rond de plaatsing van een bepaalde maatregelen zoals circulatieplannen of schoolstraten.

Een secundair meetnet

De Europese wetgeving, omgezet in het Brussels Wetboek voor Lucht, Klimaat en Energie, is duidelijk. Boven de 40µg/m³ NO2 concentraties is de luchtkwaliteit illegaal. Dat gaat niet over een gemiddelde voor het hele gewest, maar over elke plaats. Nergens in Brussel mag de lucht boven deze concentratie gaan. Toch blijkt uit modellen van Irceline en bevestigd door CurieuzenAir, dat op vele plaatsen in Brussel dit wel het geval is. Het gaat dan merendeels over grote boulevards en street canyons met redelijk wat verkeer. Hoewel het Brussels geometrisch meetnet deze plaatsen wel representeert met meetstations op Regentlaan, Wetstraat, Keizer Karellaan, is dit niet altijd voldoende om rekenschap te geven van de ware grootteorde van deze overschrijdingen.

Vandaar dat wij vanaf volgend jaar meewerken aan een secundair meetwerk. Met passieve samplers - jullie kennen de techniek nog van bij CurieuzenAir, gaan we op de vermoedelijk meest vervuilde plaatsen van het Gewest permanente metingen verrichten. Het gaat over metingen per maand, zodat we maandelijks een update kunnen geven van hoe de lucht op deze plaatsen evolueert. We hebben in eerste instantie ruimte voor 20 meetplaatsen. Later kan dit uitbreiden. Voor de selectie van deze plaatsen kijken we naar CurieuzenAir en les Chercheurs d’Air. Daarnaast kunnen we plaatsen opnemen waar tijdens het CurieuzenAir-onderzoek geen meter stond, of waar we vermoeden dat het verkeer toen ongebruikelijk lager lag.

Uw suggesties voor deze plaatsen zijn meer dan welkom.

Naast het meten zelf is het de bedoeling van het project om omwonenden en lokale organisaties nauw te betrekken. We vragen geen meet-engagement deze keer, omdat het meetprotocol redelijk wat interventies over langere termijn inhoudt. We zullen wel lokaal informeren, sensibiliseren en mobiliseren rond resultaten en hoe we hiermee aan de slag kunnen gaan, richting beleid en maatregelen.

Bent u met uw collectief of vereniging bereid hier mee gemeenschap rond te maken, laat het ons dan ook weten.

We komen in elk geval later en meer specifiek bij iedereen terug op het moment dat de selectie van meetlocaties gemaakt is.

Lokale impact metingen

Het tweede luik van het project gaat over gerichte metingen naar de effecten van bepaalde beleidsmaatregelen. Hoewel het verbeteren van de luchtkwaliteit en de bescherming van de volksgezondheid een globale aanpak vereist en onder de bevoegdheid van het gewest valt, kan ook lokaal het verschil gemaakt worden. Met op verkeer gerichte maatregelen kunnen lokale overschrijdingen veroorzaakt door sluipverkeer of street canyons aangepakt worden. We denken bijvoorbeeld aan schoolstraten, speelstraten, circulatieplannen, filters, etc.  

Bent u als collectief of als gemeente van plan om een verkeers-sturende maatregel in te voeren en wil u de impact daarvan monitoren, neem dan met ons contact op.

Vaak behoort het verbeteren van de luchtkwaliteit tot de doelstellingen achter deze maatregelen. Maar even vaak ontbreekt goede monitoring ervan om te kijken of het beleid daar ook in slaagt. Verbeterden de genomen maatregelen effectief de luchtkwaliteit? Hebben maatregelen genomen op één plaats een negatieve impact op een andere plaats? Door voor, tijdens en na te meten kunnen we nagaan of en waar bijgestuurd moet worden, waar bijkomende maatregelen nodig zijn enzovoort.

Daarnaast koppelen we hier een luik burgerwetenschap aan. We pakken deze metingen collectief aan, in open gesprek met alle belanghebbenden. Samen beslissen we over waar we meten, tijdens welke periodes, op basis van welke onderzoeksvragen. Tijdens ateliers zoeken we ook uit wat we wel en niet kunnen meten, welke beperkingen er zijn, hoe we effectief kunnen meten, hoe we de resultaten kunnen interpreteren, … Zo draagt meten ook bij aan collectieve kennisontwikkeling.

Draag je steentje bij

Samengevat: een nieuwe meetcampagne dus. Waar we als BRAL samen met Leefmilieu Brussel instaan voor de metingen. Maar BRAL zou BRAL niet zijn, als ook jullie hier niet aan zouden kunnen bijdragen.

Voor de vaste meetpunten kan je ons laten weten wat volgens jullie de plaatsen zijn waar we echt moeten meten. Welke grote boulevards ontbraken er volgens jou in CurieuzenAir? In welke street canyon heb jij het moeilijk adem te halen? Maak je lijstje op en stuur het ons op.

Voor de lokale metingen, neem met ons contact op als je met je collectief, vereniging, school, … de impact van maatregelen wil kennen. Komt er een schoolstraat voor je school? Organiseer je een zomerstraat? Voer je als gemeente een circulatieplan in? Wij bekijken met u de mogelijkheden tot meten en brengen alle stakeholders rond de tafel om een gerichte meetcampagne op te starten.

Contact: expair@bral.brussels

BRAL steunt de brief die Chercheurs d’Air schreef naar de Brusselse schepenen en burgemeesters om schoolstraten te vragen rond de scholen van onze ketjes. Schoolstraten zijn straten die de politie of een vrijwilliger afsluit voor gemotoriseerd verkeer, op zijn minst tijdens de momenten wanneer de leerlingen aankomen en weer vertrekken. Een schoolstraat verbetert niet alleen de luchtkwaliteit in en rond de school. Een schoolstraat beperkt ook de kans op verkeersongevallen.

In de bijlage kan je de volledige open brief lezen. Wil je ook graag een schoolstraat rond jouw school? Schrijf dan je school/de school van je kroost, je burgemeester en schepencollege aan! In de bijlage kan je een voorbeeldmail vinden en hier vind je de adressen.

Alle partners die een schoolstraat een goed idee vinden en de brief tekenden, zijn Les chercheurs d’air, BRAL, Clean Cities Campaign, Fietsersbond, Filter Café Filtré Atelier, GoodPlanet Belgium, GRACQ, Greenpeace Brussels, Heroes for Zero, Johanna.be, La Ligue des familles, La ville aux enfants en Walk.

De negentien Gewestelijke FietsRoutes (GFR) vormen het eerste, officiële fietsnetwerk van Brussel. Dertig jaar later zijn ze aan een grondige evaluatie toe. De Fietsersbond doet de analyse i.s.m. Telraam, maar ze hebben hulp nodig van de Brusselaars. Tel je mee?

De kleurrijke bordjes die fietsers wegwijs maken doorheen de stad, dat zijn de gewestelijke fietsroutes. Het eerste officiële Brusselse fietsnetwerk ontstond begin jaren negentig. Het bestaat uit negentien routes vlakbij de woonplaats en de bestemming van de inwoners van de hoofdstad. Het waren de fietsers zelf die het initiatief namen op een moment dat er amper iets bestond. De routes werden tussen 2009 en 2014 gemarkeerd, op enkele uitzonderingen na. De aanleg van de GFR’s ging erg traag en is nog steeds niet compleet. Dertig jaar later kwamen er ook nieuwe netwerken bij zoals het FietsGen, Cyclostrades en de Fietsknooppunten.

De Fietsersbond kreeg de opdracht om het GFR-netwerk te analyseren, wanneer nodig alternatieve routes te bestuderen en beleidsaanbevelingen te formuleren.

Telraamnetwerk

Hoeveel fietsers nemen dagelijks de gewestelijke fietsroutes? Wat is hun verhouding ten opzichte van auto's, voetgangers en ander gemotoriseerd verkeer? Op welke tijdstippen piekt het fietsverkeer? Jij kan helpen om deze vragen te beantwoorden aan de hand van een Telraam aan je venster.

Ten minste, als je het geluk hebt naast een GFR te wonen. Ben je niet zeker of je naast een GFR woont? Ontdek het op de website https://data.mobility.brussels/mobigis/, filter bij de hoofding “Fiets” op GFR. Er zijn nog een aantal criteria die je kan lezen op de website van de Fietsersbond. Je kan je inschrijven op de website van Telraam.

Wie weet help jij wel de Brusselse fietsroutes te evalueren en verbeteren!

In 1978 maakte men in de Noordwijk (gemeente Schaarbeek) het Bijzondere Bestemmingsplan (BBP) nr. 19 op. Dat plan ging recent in openbaar onderzoek. Doel is onder andere om de omtrek ervan uit te breiden. De perimeter zal bijna het gehele Noordstation en het “Communicatiecentrum Noord” (beter bekend als CCN) omvatten, waarvoor ook een sloopvergunning is afgegeven. Op de agenda: vier nieuwe torens van maximaal 110 m hoog met voornamelijk kantoren, woningen en enkele openbare voorzieningen.

Waarom geen RPA?

BRAL verbaast zich dat men teruggrijpt naar een planningskader uit het verleden. Een BBP laat niet toe om de grenzen van de gemeente te overschrijden. Een richtplan van aanleg (RPA) – het tool waar we de laatste jaren mee werden overspoeld – maakt dat wel mogelijk. Welk nut heeft het ontwikkelen van een Territorium Noord samen met burgers als men erna de perimeter in stukjes hakt? Een BBP laat geen structurele, integrale visie toe op de plek. We betreuren om die reden ook het refereren naar het Manhattan-plan als stichtend voorbeeld – een plan gekend om zijn saucissonnage.

Publieke ruimte soigneren

Dat die integrale visie ontbreekt, merk je in heel het project. Terwijl de wijziging van het BBP ambieert om de functies te diversifiëren, beter rekening te houden met de publieke ruimte en verplaatsingen, kunnen we niet stellen dat het project die doelen bereikt. Een eenvoudige oplossing zou zijn om de te ontwikkelen oppervlakte op het CCN-kwadrant te verminderen, iets wat ook de studiebureaus aanbevolen.

Wie wandelt in de “publieke ruimte” in de zone, merkt meteen wat er loos is: veel wind, beklemmend gevoel, weinig kwalitatieve groene ruimte, … Het BBP garandeert niet voldoende een kwalitatieve publieke ruimte. We betreuren onder andere dat er weinig aandacht is besteed aan de toekomstige bushub rond het station of aan de verbetering van de openbare ruimte, zoals de Vooruitgangstraat, die overdekt zal blijven.

Goed leven

Nochtans is er mogelijks verandering op komst: Good Living (de nieuwe naam voor de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening) legt wel de klemtoon op levenskwaliteit. Het zou volgens ons nuttig zijn om die leidraad al te volgen bij het opstellen van het BBP – of een andere tool.

Je kan ons volledig bezwaarschrift lezen in de bijlage. De overlegcommissie vindt plaats op 22/12 om 16u. Je kan je inschrijven via mpp@1030.be.

 

Terwijl het Richtplan van Aanleg (RPA) Zuid in september door de regering in de koelkast is gezet, wordt het programma voor de verbetering van de openbare ruimte voortgezet via het Stadsvernieuwingscontract (SVC) 7 "Rondom het Zuidstation".

Er is ook goed nieuws: de Europa-esplanade zal worden verlengd en zal plaats bieden aan een oversteekplaats voor voetgangers en fietsers die het centrum met de kleine ring verbindt. Het Victor Hortaplein zal worden herzien en het Tweestationspark is uitgebreid in vergelijking met wat aanvankelijk in het RPA was aangekondigd.

We hadden wel graag meer aandacht gehad voor de situatie van de bussen. De MIVB, TEC, De Lijn, Flix Bus & co. en de shuttlebus naar Brussel-Charleroi bestaan naast elkaar in een zeer stedelijk gebied.

Je kan het volledige bezwaarschrift lezen in de bijlage.

BBL grijpt de vernieuwing van milieuvergunning voor de luchthaven van Zaventem in 2024 aan om een eisenpakket voor te stellen. De vier speerpunten richten zich op de gezondheid van de burgers en het milieu. Geen nachtvluchten, een limiet op het aantal vluchten, een lage-emissiezone in de lucht en geluidsnormen. Want waar Brussel al geluidsnormen heeft voor vliegtuigen, heeft Vlaanderen die nog niet. Omdat elke burger het recht heeft op bescherming van gezondheid kunnen wij dit speerpunt ook ondersteunen. 

Wij steunen hun actie, jij ook? Onderteken de petitie hier: https://www.bondbeterleefmilieu.be/wij-liggen-er-wakker-van/petitie

De luchthaven van Zaventem is een belangrijke bron voor economische activiteit en tewerkstelling in ons land. Maar het hoge aantal (dag- én nacht-) vluchten en de voorziene groei van de luchthaven zijn niet meer te verzoenen met de leefkwaliteit van de omwonenden. Bovendien kunnen we niet blijven toekijken hoe de enorme uitstoot van vliegtuigen mee ons klimaat ontwricht.

Teken de petitie

Lees meer over onze speerpunten 

Deel de campagnevideo 

Download de affiche en hang 'm op

In 2021 lanceerden we CurieuzenAir, het grootste burgeronderzoek naar luchtkwaliteit in Brussel. Met dit project wilden we een globaal overzicht krijgen van de luchtkwaliteit in Brussel én de Brusselaars bewuster maken over de impact van luchtvervuiling op hun gezondheid. Dat zoveel mensen betrokken raakten bij het verzamelen van gegevens heeft ons verheugd.

Op 18 maart 2022 maakten we de resultaten van CurieuzenAir bekend. De resultaten bieden waardevolle inzichten in de luchtkwaliteit in Brussel en helpen ons om druk te zetten op beleidsmakers om de luchtkwaliteit te verbeteren.

Als aandenken aan CurieuzenAir maakte BRAL een publicatie die de belangrijkste bevindingen en hoogtepunten van het project samenvat. Het is een terugblik op het werk van alle BRAL-medewerkers die hebben bijgedragen aan het succes van het project. Hoewel de publicatie niet alles omvat, geeft het wel een goed beeld van de resultaten en de impact van het project.

We willen alle deelnemers, sympathisanten en medewerkers bedanken voor jullie inzet en bijdrage aan het project. Samen hebben we een verschil gemaakt en bijgedragen aan een gezondere leefomgeving voor iedereen.

We zijn benieuwd naar je feedback! Je kan ons contacteren voor al je vragen, suggesties, opmerkingen en een goed gesprek via info@bral.brussels.

Veel leesplezier,

Het team van BRAL

Hoe kan ik de publicatie lezen?

  • Je vindt de pdf van de publicatie hier of onderaan deze pagina.
  • Je kan de publicatie op papier komen lezen in onze bibliotheek op het Zaterdagplein 13, 1000 BXL.
  • Wil je graag als eerste alle BRAL-publicaties bij jou thuis ontvangen? Word dan lid van BRAL! Voor 25 euro ondersteun je ons werk voor een jaar - te beginnen op het moment dat we je lidgeld ontvangen. Samen ijveren we voor een duurzaam, betaalbaar en solidair Brussel! www.bral.brussels/word-lid
  • Wil je graag de papieren publicatie bestellen voor een specifiek doel? Contacteer ons dan op info@bral.brussels.

CurieuzenAir was een initiatief van de Universiteit Antwerpen, stadsbeweging BRAL en Université Libre de Bruxelles, in nauwe samenwerking met Bloomberg Philanthropies, Leefmilieu Brussel, De Standaard, Le Soir, BRUZZ en DPD.

Inhoud 'Dit was CurieuzenAir'

 

Na een calvarie van vele jaren heeft de Brusselse regering eindelijk een ontwerp van actualisering van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) klaar. Dit ontwerp is nog tot 20 januari in openbaar onderzoek. Jammer genoeg overtuigt dit ontwerp niet. Onder het mom van vereenvoudiging zien we deregulering: een open deur naar bestuurlijke willekeur. Het middenveld vraagt om een grondige herziening van het project.

De huidige Gewestelijk Stedenbouwkundige Verordening (GSV) dateert van 2006. Om in te spelen op de veranderende stad, zowel op sociaal als ecologisch vlak, is de herziening van deze bijna 20 jaar oude regelgeving nodig. Dit herzieningsproces is sinds 2014 aan de gang. In 2019, tijdens de vorige legislatuur, ging een eerste ontwerp in openbaar onderzoek. Deze hervorming werd toen afgebroken. In maart 2021 hervatte de nieuwe regering het proces met de oprichting van een experten-commissie "Good Living". Deze had tot taak de hervorming een grotere draagwijdte te geven dan een eenvoudige actualisering. Het werk van deze commissie diende vervolgens als basis voor de ontwerpverordening die nog tot 20 januari 2023 aan een openbaar onderzoek wordt onderworpen.

Het ontwerp stelt een algemene herziening van de GSV voor met een drastische wijziging van de filosofie. Van een defensieve aanpak die gericht is op “het onmogelijk maken van wat niet wenselijk is” wil de regering gaan naar een proactieve aanpak die “alles mogelijk maakt wat wenselijk is en wenselijk zal zijn”[1]. Het is echter duidelijk dat deze nieuwe aanpak niet met veel enthousiasme wordt ontvangen. Nog vóór het begin van het openbaar onderzoek hadden vele actoren uit de vastgoedsector, de orde van architecten en gemeenteambtenaren ernstige bedenkingen over de richting van de hervorming.

Een verordening is geen strategie of een slogan!

De benaming “Good Living” voor het ontwerp van de nieuwe GSV is verwarrend. Het Gewest heeft de gewoonte zijn strategische plannen “Good …” te noemen (Good Move, Good Food, Good Soil, ...). Zulke plannen leggen de algemene beleidsvisie vast en bepalen de beleidsmissies en doelstellingen. De GSV daarentegen wordt juist geacht de "grote strategische beleidslijnen" om te zetten in duidelijke en bindende regels[2]. Deze regels gelden zowel voor de aanvragers van vergunningen (particulieren, projectontwikkelaars, wegbeheerders, enz.) die moeten weten wat al dan niet is toegestaan, als voor de administraties die de vergunningsaanvragen onderzoeken en de vergunnende autoriteiten die een gelijke behandeling moeten garanderen. Maar meer nog dan de verwarrende naam “Good Living” blinkt het ontwerp uit in schadelijke vaagheid: het gaat er prat op precieze regels te vermijden waar mogelijk en grossiert in onnauwkeurige, ongedefinieerde en subjectieve termen (“harmonie”, “evenwicht”, “architectonische kwaliteit”, “rationaliseren”, enz.).

Kortom, dit ontwerp van GSV beoogt een fundamentele verandering: de beoordeling van stedenbouwkundige projecten gebeurt niet langer aan de hand van duidelijke regels, maar op basis van eerder subjectieve of toch minstens aan debat onderworpen criteria. Dit zet de deur open voor de heerschappij van de willekeur! Wat in de éne gemeente als “rationeel” gezien wordt, is dat niet noodzakelijk in de andere.

Het milieueffectrapport (MER), dat de gevolgen van dit ontwerp van GSV analyseert, legt duidelijk de vinger op de wonde (p. 367): “voor bouwwerken in het binnenterrein van een huizenblok en voor vrijstaande bouwwerken, laten de bepalingen meer ruimte voor de subjectieve dimensie, hetgeen kan leiden tot een verschillende behandeling van vergunningsaanvragen naar gelang van de stedenbouwkundige gevoeligheid van de ene of de andere administratie.”

Bety Waknine, de directeur van urban.brussels, de gewestelijke dienst voor stadsplanning die het project heeft opgesteld, lijkt deze oriëntatie volledig te hebben aanvaard: “Het idee is juist om een tekst te hebben met minder regels en essentiële doelstellingen. We leggen een stedelijk kader vast. We zeggen wat voor soort stad we willen en we laten de aanvragers meer flexibiliteit om dat te bereiken. Dit is de filosofie van de tekst.

Michaël Goetynck, directeur stedenbouw van de stad Brussel, bekritiseert deze zienswijze: “er zal meer subjectiviteit zijn bij de analyse van de dossiers en een groter risico op willekeur of op zijn minst minder rechtszekerheid voor de aanvragers”. In het MER (blz. 573) wordt dezelfde vrees geuit en wordt gesteld dat het beginsel van “goede plaatselijke aanleg”[3] het voor de al overbelaste gemeentebesturen moeilijker zal maken vergunningsaanvragen te analyseren.

Ook het middenveld kwam bijeen om de reikwijdte ervan te bespreken en steekt zijn bezorgdheid over de methodologie, de inhoud en de uitvoerbaarheid van het voorliggende ontwerp niet onder stoelen of banken. Voor de ondertekenende verenigingen en comités moet de tekst herzien worden zodat de GSV een verordening blijft die het juridisch kader voor stadsprojecten nauwkeurig vastlegt. De GSV bestaat net om een normatief kader te bieden voor het nastreven van de doelstellingen inzake ruimtegebruik die elders in de plannen, programma's en strategieën van het Gewest zijn vastgelegd.

Bewoners en verenigingen verwachten dat deze hervorming een antwoord biedt op de nieuwe stedelijke uitdagingen die de Brusselse autoriteiten moeten aangaan: aandacht voor de ecologische voetafdruk van de projecten, volwaardige woningen, toegang tot groene ruimten, straten afgesteld op de actieve vervoerswijzen, aanpassingen voor de gevolgen van de klimaatverandering, enz. Maar daarvoor moet zij duidelijke regels vaststellen die het mogelijk maken te meten en te verifiëren hoe projecten deze uitdagingen al dan niet aangaan. Een compilatie van goede voornemens (het ontwerp van de GSV bevat er enkele) is niet voldoende!

Een premie voor grondspeculatie onder het mom van vereenvoudiging

Het ontbreken van precieze regels in het ontwerp van de GSV lijkt een oproep tot grondspeculatie. De huidige GSV “vergrendelt” het bouwmodel (hoogte, grondbeslag). Dit beteugelt speculatie: de eigenaar van een stuk grond weet op hoeveel vierkante meter er maximaal gebouwd mag worden. Dit bepaalt de marktwaarde van die grond, samen uiteraard met de locatie en de functies die erop mogen worden uitgeoefend - kantoren of woningen zullen rendabeler zijn dan een logistieke opslagplaats. De voorliggende tekst laat deze beperking los: in een aantal gevallen stelt het geen grenzen aan de hoogte van gebouwen. Dit moedigt eigenaars en ontwikkelaars aan om te speculeren op de mogelijkheid van een zeer grote toename van het aantal te ontwikkelen vierkante meters op deze percelen, en dus van hun waarde.

Dit komt bovenop de wijziging van het Gewestelijke bestemmingsplan (GBP) in 2013 die toeliet woningen te bouwen (een zeer winstgevende functie) op grond die voorheen was bestemd voor stedelijke industrie (een veel minder winstgevende functie). Toen al eiste het middenveld dat dit gecompenseerd zou worden door het creëren van een instrument ter belasting van de aldus gecreëerde meerwaarde (de zogenaamde planbaten, naar analogie met de planschade). Dit instrument kwam er niet, hetgeen leidde tot een toename van de vastgoedspeculatie, ten koste van de creatie van betaalbare woningen of groene ruimten.

De ondertekenende verenigingen eisen dat vóór de wijziging van de GSV doeltreffende controle- en reguleringsmechanismen worden ingevoerd met name een systeem voor het belasten van meerwaarde en een bindend huurschalenmechanisme en dat de captatie van deze speculatieve meerwaarde wordt aangewend voor een aanzienlijke uitbreiding van het aantal sociale woningen en het verder ontwikkelen van de biodiversiteit.

Wat de biodiversiteit betreft, zorgt de invoering van nieuwe concepten voor een aanzienlijke verwarring. Zo is het in het ontwerp van GSV opgenomen "koeltenetwerk" in feite gelijk aan de meer dan 25 jaar geleden gedefinieerde groene en blauwe netwerken. Deze verwarring zal eerder de uitvoering bemoeilijken in een beleidsdomein dat nu al moeite heeft om verder te gaan dan louter aankondigingspolitiek. Er is wel een positieve evolutie. In de GSV van 2006 had biodiversiteit nauwelijks een plaats, behalve via de vergroening van binnenplaatsen en tuinen, braakliggende terreinen en openbare ruimten. Nu schuift het ontwerp van GSV een aantal doelstellingen en instrumenten naar voren. Maar het blijft ontoereikend. Zo vinden we in de tekst de Biodiversiteitspotentieel-oppervlaktefactor (BAF+) terug, een instrument om de biodiversiteit van projecten te meten. Dat is nuttig, maar brengt het risico met zich mee van dat biodiversiteit wordt gereduceerd tot een puur boekhoudkundig trucje waarbij bestaande biodiversiteit wordt gecompenseerd door minder rijke en minder duurzame alternatieven die enkel op papier evenwaardig zijn.

Een noodzakelijke herziening van de GSV en ... van dit voorstel tot herziening

Ondertekenende verenigingen onderschrijven dat de huidige GSV inderdaad op vele punten verouderd is. Ze moet herzien worden, met name om renovatie in plaats van sloop-nieuwbouw aan te moedigen, om de openbare ruimte te verbeteren, om de binnengebieden te beschermen tegen verdichting en verharding en in te schakelen in de ontwikkeling van de biodiversiteit, om leegstaande kantoren te kunnen converteren in andere noodzakelijke functies, om de openbare ruimte te vergroenen en opnieuw te bestemmen voor actieve mobiliteit, ontmoeting en verblijven, enz. De herziening zoals momenteel aan openbaar onderzoek onderworpen, bevat zeker een aantal verbeteringen op deze vlakken.

Maar de deregulering die ermee gepaard gaat, dreigt dat allemaal teniet te doen. Het zet aan tot roofbouw in de ruimtelijke ontwikkeling, waarbij de kwaliteit van projecten overeenkomt met de winstgevendheid ervan, waarbij zij die niet deelnemen aan deze koek minder en minder welkom zijn: biodiversiteit, mensen in armoede, speel- en verblijfsruimte, ...

Het Gewest heeft een duidelijke Verordening nodig die Brussel uit de afwijkingscultuur haalt, een Verordening die speculatieve projecten bestrijdt en democratische controle versterkt, een Verordening die een leefbare stad garandeert voor alle levende wezens. Daarvoor zijn duidelijke spelregels nodig. Good Living is een mooie slogan, maar de stad van vandaag heeft meer nodig dan een slogan!

Met de ondertekenaars:

ARAU, BRAL, IEB, Natagora, Action Logement Bruxelles (ALB), Actrices et Acteurs des Temps Présents, Albert Martens voor de Noordwijk, AQABEF Association des Quartiers d'Auderghem, Boitsfort, Etangs et Forêt, ACQU, AQL, Apis Bruoc Sella, Bas-les-PAD, Bruxelles - Nature, Avenue Joseph Chaudron verte et conviviale, CCN Vogelzang CBN, Comité Aquilon & environs, Comité Chasse Royale, Centre de rénovation urbaine d'Anderlecht (CRU), Comité de quartier du Hameau de Roodebeek, Comité Mediapark, Comité du Quartier Fond’Roy ASBL, Comité du Quartier Meunier, Comité de quartier Notre-Dame-aux-Neiges, Comité PorteNinovePoort., Comité Tervuren-Montgomery, Collectif d'animateurices de Bruxelles m'habite, émission sur Radiopanik.org, Collectif Sauvons La Friche Josaphat, Comité Merode (TTBM) , Churchill  (Longchamp Messidor), GAQ, Greenpeace, La Rue asbl, Let's save Tenreuken, Les Amis de la Forêt de Soignes, Maison de quartier Bonnevie, Midi Moins Une! , QuartierWielsWijk, SOS Kauwberg Uccla Natura, The Shifters, Tuiners Forum des Jardiniers, Union des locataires d'Anderlecht (ULAC), Union des Locataires des Marolles (ULM), Wolu-Inter-Quartiers ASBL (WIQ, COWB - Commission Ornithologique de Watermael-Boitsfort, walk.brussels

[1] “Good Living” verslag van de Experten-commissie, p21: https://stedenbouw.irisnet.be/pdf/good-living-gsv-verslag-experten-nl-20211022-aspub.pdf

[2]   Het is zeker mogelijk van de GSV af te wijken, maar de toegestane afwijkingen moeten naar behoren worden gemotiveerd en vooraf aan bijzondere publiciteitsmaatregelen worden onderworpen (openbaar onderzoek en overlegcommissie).

[3] Definitie gegeven door Urban, de gewestelijke administratie voor stedenbouw: “De 'goede plaatselijke aanleg' is een essentieel principe binnen stedenbouw. Zij beoogt de integratie van het ontwerp in - en zijn compatibiliteit met - de al dan niet bebouwde onmiddellijke omgeving. De goede plaatselijke aanleg wordt afgetoetst aan verschillende elementen zoals de kenmerken van de buurt, de impact op de onmiddellijke omgeving en de innamedichtheid. De administratieve overheid is als enige bevoegd om deze beoordeling maken. Zij velt dit oordeel telkens als zij een beslissing neemt over een vergunningsaanvraag.”

Urban.brussels nodigt je uit om jouw favoriete, Brusselse uitzichten aan hen te tonen. Je kan maximum drie foto’s van je favoriete panorama’s delen met een woordje uitleg waarom je net deze koos. Op 16 februari organiseren ze eveneens een collectief debat over de panorama’s. Urban is bezig met een onderzoek om de landschappelijke integratie voor bouwvergunningen te verbeteren. Ze willen beter begrijpen welke panorama’s geliefd zijn en welke moeten verbeterd of veranderd moeten worden. Deadline: 31/01/2023.

https://panoramas.urban.brussels/

Nieuwe filosofie

Laat ons beginnen met het goede nieuws. De huidige GSV is inderdaad op vele punten verouderd. De herziening in openbaar onderzoek bevat een aantal verbeteringen.  Zo krijgt biodiversiteit voor het eerst een belangrijkere plaats in de GSV, enten de doelstellingen inzake open ruimte zich sterk op Good Move, zien we aandacht voor kwaliteitsbodems, krijgen ontharding en regenwaterbeheer van binnenblokken bijzondere aandacht, ...

Tegelijk zien we dat het bij lippendienst blijft. Meer dan eens ontbreekt het aan een duidelijke rechtsregel die aangeeft hoe dat in de praktijk moet toegepast worden. Meer nog: dit ontwerp van GSV gaat er prat op precieze regels te vermijden waar mogelijk en grossiert in onnauwkeurige, ongedefinieerde en subjectieve termen (“harmonie”, “evenwicht”, “architectonische kwaliteit”, “rationaliseren”, enz.). Het beoogt dan ook een fundamentele verandering: van een defensieve aanpak die gericht is op “het onmogelijk maken van wat niet wenselijk is” wil de regering gaan naar een proactieve aanpak die “alles mogelijk maakt wat wenselijk is en wenselijk zal zijn”[1]

We begrijpen tot op zekere hoogte de nood tot flexibiliteit. We schreven het in het verleden al: regels zijn enkel nuttig als ze in 90% van de gevallen toepasbaar zijn. Maar hier is het evenwicht zoek. Zonder duidelijke regels is het moeilijk meten of verifiëren hoe en of projecten de stedelijke uitdagingen aangaan. Zonder duidelijke regels dreigen ook de zwaksten (mensen, wezens, functies, claims, …) in de maatschappij vaker aan de verliezende kant te staan. Zonder duidelijke regels zet je de deur open voor willekeur en rechtsonzekerheid! Wat in de éne gemeente als “rationeel” gezien wordt, is dat niet noodzakelijk in de andere. Zo dreigt het RRU-project in zijn eigen val te lopen. Het neemt de vorm van een instrument voor strategische planning, waarin een reeks te bereiken strategische doelstellingen is vastgelegd, die echter zeer moeilijk te objectiveren zijn. Precieze rechtsregels voor het bereiken van de duidelijk geformuleerde doelstellingen maken plaats voor vaagheid en interpretatie. Het feit dat een tekst eenvoudig te lezen is en geen juridisch taalgebruik bevat, betekent niet dat hij eenvoudig uit te voeren is. 

Procedure

De expertencommissie benadrukt het goed, de huidige GSV genereert een belangrijk aantal afwijkingen omdat ze was opgezet “met een beschrijvende en defensieve aanpak, die erop gericht was een maximaal aantal elementen door middel van regelgeving te beschermen.”[2] Hoewel dit de behandeling van de dossiers verzwaart, zorgen de “speciale regelen van openbaarmaking”[3] (openbaar onderzoek en overlegcommissie) voor een grotere zichtbaarheid. Dat laat toe dat een groot aantal projecten kunnen geanalyseerd worden door burgers, verenigingen en andere geïnteresseerde actoren, wat zorgt voor een grotere democratische controle. 

We vragen ons bovendien af of de hervorming wel een antwoord zal bieden op dit probleem. Het gebrek aan een evaluatie van de huidige GSV zorgt ervoor dat er geen duidelijk zicht is op de problematiek. Het is niet enkel relevant te weten hoeveel afwijkingen er waren, maar ook welk soort afwijkingen er waren en wat hun impact is op de stad.

Verder is onduidelijk of de vaagheid in criteria niet net het aantal openbare onderzoeken zal doen toenemen. Gaan de gemachtigde ambtenaren niet eerder beslissen om toch maar in openbaar onderzoek te gaan, net omdat ze geen duidelijke richtlijnen hebben om te checken of een project al dan niet beantwoordt aan de in voege zijnde GSV?

Mobiliteit

In de GSV vinden we een aantal uitgangspunten van Good Move (het regionaal mobiliteitsplan) terug. De inrichting van de open ruimte moet sturen naar minder autogebruik en naar meer actieve modi. Daar kunnen we alleen maar achter staan.

We stellen dan ook tevreden vast dat er voor het eerst een duidelijk cijfer naar voren wordt geschoven voor dat een maximum zet op de toewijzing van de openbare ruimte aan het gemotoriseerd privévervoer (50%).  Maar ook hier blijven duidelijke arbitrages uit.

Het blijft bij het principe om “de vlotte, veilige en comfortabele verplaatsing van de verschillende vervoerswijzen te garanderen”. In de praktijk weten we echter dat dit conflicten met zich meebrengt in functie van de plaatselijke omstandigheden en de beschikbare ruimte. Omdat de GSV wel bredere minimumdimensies voor de verschillende modi opneemt, zullen deze conflicten alleen maar toenemen.

De GSV zou dus ook concrete arbitrages in functie van de beschikbare ruimte moeten maken. Het zou typeprofielen kunnen voorstellen in functie van verschillende straten en pleinen, en in functie van de rol van die ruimte in de stedelijke mobiliteitsnetwerken en het stedelijk metabolisme. De GSV schuift dan wel het STOP-principe naar voren, maar ook hier zonder duidelijke invulling van wat dit betekent. Dat dreigt dit principe op lange termijn zelfs uit te hollen.

Milieu

Milieu en biodiversiteit krijgen eindelijk meer ruimte in de GSV. Maar tegelijk zien we in nieuwe projecten vaak een tabula rasa van bestaande elementen in de publieke ruimte. Het lijkt er niet op dat de GSV hier een eind aan zal stellen.

Zo vinden we in de tekst de Biodiversiteitspotentieel-oppervlaktefactor (BAF+) terug, een instrument om het potentieel van de biodiversiteit van projecten te meten. Dat is nuttig, maar brengt het risico met zich mee dat biodiversiteit wordt gereduceerd tot een puur boekhoudkundig trucje waarbij bestaande biodiversiteit wordt gecompenseerd door minder rijke en minder duurzame alternatieven die enkel op papier evenwaardig zijn.

Het probleem in Brussel is dat er weinig andere bindende beleidsdocumenten zijn die hierin kunnen optreden. Er bestaat geen uitgebreide état de lieu van groenelementen, blauwelementen, etc. waaruit een inventarisatie kan afgeleid worden van elementen of zones à pas toucher. Brussel Mobiliteit heeft bijvoorbeeld wel een lijst van “bijzondere bomen”, maar zij beschouwen enkel de gewestwegen. Bovendien brengt deze lang niet alle ecologische criteria in rekening. De Brusselse gemeenten van hun kant hebben vaak niks of een beperkte of een verouderde inventaris, en ook geen middelen om dit op te maken of te updaten.[4]  

Vraag is dan of de GSV het geschikt instrument is om dit gemis op te vangen. Met andere woorden: moet de GSV een maximaal behoud reglementair vastleggen om te vermijden dat we door dat gebrek waardevolle zaken verliezen? Zodat bijgevolg elke afwijking (bijvoorbeeld een boom rooien) niet onmogelijk wordt gemaakt, maar wel maximaal verantwoord moet worden. Meerdere wegen kunnen naar Rome leiden, het is voor ons vooral belangrijk dat we waardevolle natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschermen en vergroten.

We zien daarnaast in de GSV een tendens naar rechtlijnigheid en symmetrie. Vanuit ecologisch standpunt is het vooropstellen van golven en zigzags voor groen (met variatie in soorten) een enorme winst. Het laat planten elkaars aanwezigheid versterken en onderling beschermen. Het vermijdt ook dat ziektes langsheen ingelijnde, monospecifieke bomenrijen worden doorgegeven. Maar ook vanuit ander domeinen biedt dit winst. Zo is aangetoond dat rechtlijnige bomenrijen uitnodigen tot snel rijden, iets wat we in de stad 30 net niet willen aanmoedigen.  

Stedenbouw

Vooral op stedenbouwkundig vlak lijkt de deregulering kwalijk. We hebben in Brussel al geen goede voorgeschiedenis inzake stadsontwikkeling, en hier vrezen we dat de GSV de deur openzet naar het recht van de meest-vermogende. In tegenstelling tot de huidige GSV stelt het ontwerp in een aantal gevallen geen grenzen aan de hoogte van de gebouwen. Dit moedigt eigenaars en ontwikkelaars aan om te speculeren op de mogelijkheid van een zeer grote toename van het aantal te ontwikkelen vierkante meters op deze percelen, en dus van hun waarde. De ondertekenende verenigingen van het persbericht eisen vóór de wijziging van de GSV een doeltreffend systeem voor het belasten van meerwaarde (zie ons pleidooi voor plan-baten) en een bindend huurschalenmechanisme. We willen dat de captatie van deze speculatieve meerwaarde wordt gebruikt om het aantal sociale woningen en de biodiversiteit te vergroten.

Tegelijk is de vraag of het voorliggende ontwerp beantwoordt aan de uitdaging waar we voor staan om ons woningbestand klimaatbestendig te maken. Met het ambitieuze programma Renolution van het Brussels Gewest, moeten er 195.000 woningen gerenoveerd worden tegen 2050 (carbon neutraal), dus vanaf nu 27 jaar. Dat betekent 195.000/27 = 7.222 vergunningen die moeten afgeleverd worden per jaar. Op dit moment zitten we aan 3000 stedenbouwkundige vergunning per jaar, waarvoor je ongeveer 30 maanden wachttijd moet rekenen. De procedures zullen dus enorm versimpeld moeten worden als we dit objectief willen behalen.

We denken met BRAL dat de hervorming van de GSV dit niet zal kunnen realiseren, want er zijn grote risico’s dat de procedure meer tijd zal nemen. Om deze golf mogelijk te maken hebben we net nood aan duidelijke regels, die begrijpelijk zijn voor de individuele huiseigenaar, en makkelijk te checken zijn voor de administratie.

Conclusie

Kortom, we sturen de regering graag terug naar de tekentafel. De GSV moet een verordening blijven die het juridisch kader voor stadsprojecten nauwkeurig vaststelt en geen zachte richtsnoeren geeft.  Als de GSV bestaat, is dat juist om een normatief kader te bieden voor het nastreven van de doelstellingen inzake stedelijke ontwikkeling van andere plannen, programma's en strategieën van het Gewest. De GSV verdient dus een serieuze herziening en BRAL is bereid om hieraan mee te werken.

We nodigen jullie uit om ook te reageren op het openbaar onderzoek. “Het is goed dat zo veel mogelijk mensen hun opmerkingen kunnen uitbrengen. De administratie zal dat analyseren en wel of niet in aanmerking nemen in tweede lezing.”[5] Lees onze volledige reactie hieronder in bijlage en reageer ook!

Hoe reageren

Het openbaar onderzoek naar de verordening loopt nog tot en met 20 januari. BRAL gaat sowieso reageren, maar we rekenen ook op jou! Reageren op het openbaar onderzoek kan als volgt:

  • Schriftelijk: per e-mail via het adres rru-gsv@urban.brussels; Als je wil kan je BRAL (info[at]bral.brussels) in cc zetten.
  • per brief, ter attentie van Urban, directie Juridische Zaken, departement Advies en Beroep, Kunstberg Arts 10-13, 1000 Brussel;
  • Mondeling, bij de daartoe aangeduide medewerkers in de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Dit zijn de relevante documenten:

Gewestelijk Stedenbouwkundige Verordening (grafisch)
 • Gewestelijk Stedenbouwkundige Verordening (tekst)
 • Milieu Effecten Rapport
 • Niet-technische samenvatting
 • Besluit 2022-11-10

[1] “Good Living” verslag van de Expertencommissie, p21: https://stedenbouw.irisnet.be/pdf/good-living-gsv-verslag-experten-nl-20211022-aspub.pdf

[2] Idem, p. 26

[3] https://stedenbouw.irisnet.be/vergunning/de-vergunningsaanvraag/speciale-regelen-van-openbaarmaking?set_language=nl

[4] Vergelijk dit met het bomenplan van de stad Gent, dat focust zowel op het behouden van het huidige bomenbestand als op het uitbreiden ervan. https://stad.gent/nl/groen-milieu/bermen-en-bomen/bos-en-bomenbeheer

[5] Staatssecretaris voor Stedenbouw in HLN: https://www.hln.be/brussel/burgercollectief-wil-betere-bescherming-van-…

 

Is het te verdedigen om de bouw van een metrolijn tussen het Noordstation en Bordet voort te zetten terwijl er andere, dringender, prioriteiten zijn? SaveTram55, met de onvermoeibare Bea, lid van Bral, wil deze vraag stellen aan de Brusselse parlementscommissie voor Mobiliteit. Ze krijgen daarbij de steun van BRAL. Ook Bruzz roept op tot een fundamentele commissie over de metro. Het parlement lijkt ons daarvoor de uitgelezen plek!

We vragen met de petitie 3 zaken aan het Parlement:

1. Wij pleiten voor een vermenselijking van het verkeer in Brussel en het behoud en de verbetering van tram 55

2. Wij pleiten voor een betere aanwending van de overheidsmiddelen ten gunste van urgentere alternatieve projecten

3. Wij vragen de stopzetting van de bouw van metro 3, een te verwachten bodemloze put voor energie en financiën

Wil jij ook de petitie tekenen? Surf dan naar https://democratie.brussels/initiatives/i-149, druk de petitie af (https://savetram55.be/) of kom tekenen op papier bij ons op kantoor.

Voorwaarden om mee te doen: je moet in één van de 19 gemeentes wonen van het Brussels Gewest en tenminste 16 jaar zijn.

Om het met de woorden van Bea te zeggen:

"'t Zou prachtig zijn indien U een paar bladen kunt vol krijgen!"