Artikels

Thema

Hieronder vind je een overzicht van die locaties.  

Vlaamse Poort (1000) 

Dansaertstraat (1000) 

 

Brand Whittlocklaan (1040) 

Industrielaan (1070) 

 

Waversesteenweg/Troon (1000) 

 

Sainctelette (1000) 

 

Vleurgatsesteenweg  

(1050) 

Piersstraat (1080) 

 

Anderlechtse Poort (1000)  

Kortenberglaan  

(1000) 

Generaal Jacqueslaan (1050) 

Louis Mettewielaan (1080) 

 

Arenbergstraat (1000) 

D. Lefèvrestraat (1020) 

 

Bareel (1060) 

 

Jacques Sermon Laan (1083) 

 

Gulden-Vlieslaan (1000) 

Lambermontlaan (1030) 

 

Josse Leemanslaan (1070) 

Brugmannlaan (1180) 

 

Jozef II straat (1000) 

Brabantstraat (1030) 

Fonsnylaan (1070) 

Middaglijnstraat (1210) 

 

 

Voor wie de resultaten van CurieuzenAir kent, is het geen verrassing dat we veel punten in het centrum selecteerden. De stippenkaart van CurieuzenAir toonde een grote ongelijkheid in Brussel, tussen een ‘rood-geel’ centrum en een ‘blauw-groene’ rand. Hoe verder van het centrum, hoe beter de lucht. Gezien we kiezen voor de meest vervuilde punten, komen we dus terecht in het centrum.

Word ExpAIR-meter of -peter 

Voor elke locatie gaan we op zoek naar een peter en meter van het meetpunt. Zij ontvangen telkens als eerste de resultaten van het meetpunt. We zullen hen vragen om samen met ons de resultaten van de metingen te communiceren met hun achterban. Daarbij is er ruimte om dit peter- of meterschap samen vorm te geven en eventueel uit te bereiden.  

Ken jij actieve burgers, een toffe organisatie of een geëngageerde handelaar die peter of meter zou willen worden van een van deze punten? Laat het ons dan weten op expair@bral.brussels 

Vind je dat er een straat ontbreekt in deze lijst? Ook dat kan je ons laten weten!  

Eva Forceville & Tim Cassiers 

De naoorlogse stadsvlucht 

Afspraak aan de Stadshal in hartje Gent met de eerste gids van dienst, Pascal Debruyne. (zie foto boven)
We beginnen onze wandeling met een symbolische start aan dezehandtekening in de publieke ruimte”, a piece of starchitecture. Symbolisch want op deze plaats was de ‘Belfortparking’ gepland in de jaren ‘90, maar die werd op 14 december 1997 in het eerste geslaagde referendum van België weggestemd. De toon van de dag is meteen gezet en we gaan verder op onze wandeling doorheen de tijd, waarbij we een tegenverhaal zullen horen van de sociale beweging voor het recht op wonen. 

Tot 1860 bestond Gent uit een kernstad met een omwalling maar door de groeiende textielindustrie was dit niet meer houdbaar. Dit was ook het jaar dat de stedelijke octrooirechten vervielen waardoor veel industrie hun productie buiten de stad kon organiseren zonder invoerrechten te moeten betalen. Tegelijk ondervond de groeiende industrie ook een gebrek aan ruimte in de stad zelf (onder andere voor leveringen) en werd er gezocht naar ruimte om te groeien. Zo begon de uitdijing van de stad in het moeras (denk aan Dampoort en Rabot). Die drooglegging van het moeras gebeurde door de textielindustrie en de projectontwikkelaars. De overgebleven huizen van die tijd zijn vandaag vaak in abominabele staat, waardoor ze lang wel betaalbaar bleven maar ondertussen sluipt ook hier gentrificatie binnen. Rond deze 19de-eeuwse gordel, in de 20ste-eeuwse gordel, gingen dan de economische elites wonen (denk maar aan Drongen, Mariakerke). 

 Na de oorlog kregen de mensen het beter door de heropbouw dus verlieten ze de stad voor meer luxe en ontstond er suburbanisatie: de stadsvlucht naar fermettegem. Die naoorlogse stadsvlucht is uiteraard niet uniek voor Gent en doet zich voor in alle kernsteden van België. De figuur hieronder geeft die evolutie weer voor Gent, waarbij het bevolkingsaantal daalt vanaf eind jaren ‘40 tot het einde van de jaren ‘90. Dit had uiteraard een grote impact op de stad die voor een derde leegliep. Enkel dankzij migratie werd de stad gered van leegstand. Internationale migratie werd vooral getrokken door nieuwkomers uit Turkije en Bulgarije. Maar ook vanuit het binnenland was er nog een groep mensen overtuigd om naar Gent af te zakken: studenten. Deze laatste jonge inwijkelingen gingen niet alleen samenwonen op kot, maar leerden zo ook hoe ze zich collectief konden organiseren. Studenten trokken in de jaren ‘60 en ‘70 naar de wijken waar het goedkoop leven was omwille van leegstand of huisvesting van slechte kwaliteit. Ze leefden in de beluiken en cités waar ze die ervaring van collectief samenleven ook linkten aan ideeën over het recht op de stad. En ook aan collectief verzet. We halen dat hier alvast even aan, want dat collectief verzet krijgt vorm in de bezetting van Het Pand door de Pandinisten, waar we zo meteen nog op terug komen.

Vandaag zien we het omgekeerde proces en komen de tweeverdieners terug naar de stad, met daarbij het risico dat in sommige wijken de huidige bevolking weggeduwd wordt. In de figuur hieronder zien we hoe dat proces op gang is gekomen vanaf eind jaren ‘90. “Tussen 2003 en 2023 is de Gentse bevolking in zijn geheel toegenomen met 17,5%. Maar de wijken groeien niet allemaal even snel. Bij de wijken zien we trage groeiers en snelle groeiers.” (Stad Gent). Gemeten in absolute aantallen zijn de snelle groeiers de wijken Brugse Poort–Rooigem, Wondelgem en Binnenstad. De trage groeiers zijn Sint-Denijs-Westrem – Afsnee, Nieuw Gent – UZ, Gentse Kanaaldorpen en –zone.

gent1

We beginnen onze wandeling met een symbolische start aan dezehandtekening in de publieke ruimte”, a piece of starchitecture. Symbolisch want op deze plaats was de ‘Belfortparking’ gepland in de jaren ‘90, maar die werd op 14 december 1997 in het eerste geslaagde referendum van België weggestemd. De toon van de dag is meteen gezet en we gaan verder op onze wandeling doorheen de tijd, waarbij we een tegenverhaal zullen horen van de sociale beweging voor het recht op wonen. 

Tot 1860 bestond Gent uit een kernstad met een omwalling maar door de groeiende textielindustrie was dit niet meer houdbaar. Dit was ook het jaar dat de stedelijke octrooirechten vervielen waardoor veel industrie hun productie buiten de stad kon organiseren zonder invoerrechten te moeten betalen. Tegelijk ondervond de groeiende industrie ook een gebrek aan ruimte in de stad zelf (onder andere voor leveringen) en werd er gezocht naar ruimte om te groeien. Zo begon de uitdijing van de stad in het moeras (denk aan Dampoort en Rabot). Die drooglegging van het moeras gebeurde door de textielindustrie en de projectontwikkelaars. De overgebleven huizen van die tijd zijn vandaag vaak in abominabele staat, waardoor ze lang wel betaalbaar bleven maar ondertussen sluipt ook hier gentrificatie binnen. Rond deze 19de-eeuwse gordel, in de 20ste-eeuwse gordel, gingen dan de economische elites wonen (denk maar aan Drongen, Mariakerke). 

 Na de oorlog kregen de mensen het beter door de heropbouw dus verlieten ze de stad voor meer luxe en ontstond er suburbanisatie: de stadsvlucht naar fermettegem. Die naoorlogse stadsvlucht is uiteraard niet uniek voor Gent en doet zich voor in alle kernsteden van België. De figuur hieronder geeft die evolutie weer voor Gent, waarbij het bevolkingsaantal daalt vanaf eind jaren ‘40 tot het einde van de jaren ‘90. Dit had uiteraard een grote impact op de stad die voor een derde leegliep. Enkel dankzij migratie werd de stad gered van leegstand. Internationale migratie werd vooral getrokken door nieuwkomers uit Turkije en Bulgarije. Maar ook vanuit het binnenland was er nog een groep mensen overtuigd om naar Gent af te zakken: studenten. Deze laatste jonge inwijkelingen gingen niet alleen samenwonen op kot, maar leerden zo ook hoe ze zich collectief konden organiseren. Studenten trokken in de jaren ‘60 en ‘70 naar de wijken waar het goedkoop leven was omwille van leegstand of huisvesting van slechte kwaliteit. Ze leefden in de beluiken en cités waar ze die ervaring van collectief samenleven ook linkten aan ideeën over het recht op de stad. En ook aan collectief verzet. We halen dat hier alvast even aan, want dat collectief verzet krijgt vorm in de bezetting van Het Pand door de Pandinisten, waar we zo meteen nog op terug komen.

Vandaag zien we het omgekeerde proces en komen de tweeverdieners terug naar de stad, met daarbij het risico dat in sommige wijken de huidige bevolking weggeduwd wordt. In de figuur hieronder zien we hoe dat proces op gang is gekomen vanaf eind jaren ‘90. “Tussen 2003 en 2023 is de Gentse bevolking in zijn geheel toegenomen met 17,5%. Maar de wijken groeien niet allemaal even snel. Bij de wijken zien we trage groeiers en snelle groeiers.” (Stad Gent). Gemeten in absolute aantallen zijn de snelle groeiers de wijken Brugse Poort–Rooigem, Wondelgem en Binnenstad. De trage groeiers zijn Sint-Denijs-Westrem – Afsnee, Nieuw Gent – UZ, Gentse Kanaaldorpen en –zone.
 

grafieken gent

De sanering van het Patershol

We houden halt aan het Gravensteen, aan de ingang tot de wijk die gekend staat als het Patershol om het te hebben over de impact van het internationaal toerisme op de stad. Het Gravensteen was tot ongeveer halfweg de 19de eeuw in dienst als textielfabriek. Bij het vervallen van de stedelijke octrooirechten in 1860 trok de industrie weg uit het stadscentrum en kwam het Gravensteen in verval. Met het oog op de wereldtentoonstelling van 1913 werd het Gravensteen gerenoveerd, maar om het mooi te kunnen laten blinken voor de internationale bezoekers moest ook de aangrenzende volkswijk Patershol ‘gesaneerd’ worden.  

Na het vertrek van de elite uit de centrumwijken naar de (wat we nu noemen) 20ste-eeuwse gordel, wordt de wijk immers vooral bevolkt door arbeiders en kunstenaars. Dat gaf de buurt ook een ruige reputatie. Er wordt wel eens gezegd dat er voor elke 10 inwoners een sekswerker en café te vinden was in het Patershol. Om die volkse buurt aantrekkelijk te maken voor het geplande toerisme werden er twee federale wetten gestemd (een anti-alcoholwet en een anti-sekswerkwet) en werden ook de centrale lanen verbreed zodat militaire voertuigen makkelijk konden passeren en konden ingrijpen bij protest. Maar daarmee is de buurt nog niet vernieuwd, en de leegloop van het Patershol is behoorlijk groot (1013 inwoners in 1850 naar 568 in de jaren ‘70). (Dezeure et al, 2009). De stad wil van de wijk een toeristische aantrekkingspool maken, met veel horeca en haar historische karakter uitspelen. Maar voor die stadsvernieuwing op gang komt blijft de wijk vooral gekenmerkt door veel leegstand en een toevluchtsoord voor kunstenaars, vreemdelingen en studenten. Die spanning tussen geplande stadsvernieuwing en bestaande gebruikers komt tot uiting in de bezetting van Het Pand. 

 

De bezetting: over Pandinisten (en Pandemisten) 

De volgende stop is de kunsthal, het oude Caermersklooster, waar de karmelieten vroeger verbleven. Ondertussen was Het Pand bewoond door een gemeenschap van studenten, vreemdelingen, kunstenaars, …  Maar als in ‘76 de kerkfabriek het pand verkoopt aan de provincie, ziet deze er samen met de stad Gent een kans in om eindelijk vat te krijgen op de buurt (Patershol) en besluiten ze er een boetiekhotel van te maken. Een aantal bewoners verenigingen zich en bezetten het klooster. Het wordt een kleine plek met een groot verhaal, het verhaal van het recht op wonen en het recht op inspraak in de stad. De groep doopt zichzelf het Pandinistisch Verblijvingsfront (de naam is een verwijzing naar het Sandinistisch Bevrijdingsfront in Nicaragua).  Het is “een symbolisch kantelmoment in de herwaardering van de stad als woongebied  en de strijd voor meer participatie in stedelijke planningsprocessen” (Oosterlynck & Debruyne 2010, p. 26) 

Bekijk hier de video uit de collectie van het Huis van Alijn: “In 't Patershol, Gent, 1973” (YouTube)

Het verzet wordt initieel weggelachen, wat meteen ook de onderschatting van het draagvlak achter dit verzet toon. De Pandinisten slagen er in een sterke organisatie op poten te zetten, ze laten ook bezoekers in het pand toe, en hun populariteit neemt al snel toe. Dit mede door de hulp van kunstenaars zoals Walter De Buck die muziek, radio en theater maakten over en voor hen, zoals deze benefietsingle. Maar wanneer ze een informatiekantoor bezetten, wordt dit geframed als een ‘gijzeling’: er zouden terroristen van de RAF (Rote Armee Fraktion) in het pand zitten. Hierop grijpt de stad in en dringt het pand binnen om de bezetters te verwijderen. Maar het front laat zich niet zomaar doen en volgens de legende bedekken ze het pand met plastic en bruine zeep om de inval te bemoeilijken. In 1980 worden ze uiteindelijk toch buitengezet, maar hierdoor winnen ze nog meer aan populariteit, hun draagvlak groeit aanzienlijk. In 1981 verschenen ze ook op tv tijdens Panorama met hun stedelijke betoging, een protest tegen het stadsvernieuwingsbeleid. Ze keren zich tegen de burgemeester van Gent en St-Amandsberg, Placide De Paepe, ook bekend als de betonpoeper, die deals sluit met de projectontwikkelaars. In 1983 hebben hun acties ook impact op het Vlaams beleid, er komen principes van participatie, en er moeten sociale en betaalbare woningen komen. Een deel van het Caermersklooster krijgt dan ook sociale woningen als bestemming.  

Fast forward, in 2021, tijdens de covidcrisis bezet een nieuwe groep, de Pandemisten, de sociale woningen nadat duidelijk werd dat Het Pand verkocht zo worden en de bewoners uit hun sociale woningen zullen gezet worden (meer hierover straks).

 

Herwaarderingsbeleid & stadsvernieuwing 

De strijd om de stad te vernieuwing stopt natuurlijk niet, uit verschillende hoeken wordt gewerkt aan een zogenaamd ‘herwaarderingsbeleid’. Er zijn de ruimtelijke planners die focussen op de leefkwaliteit waar in die tijd woningen naast de grote inrit aan Gent Zuid gebouwd werden om goed koning auto te kunnen aanbidden en de Graslei nog werd verkozen tot mooiste parking. In 84 krijgt Gent een liberale schepen, Sas Van Rouveroij, hij maakt een lussenplan voor de stad. En dan zijn er ook nog de burgers, de activisten. Er is GEBAK, het GEnts Buurt en Aktie Komité (volgens de oude spelling) dat zich inzet voor het recht op wonen. Ze voeren actie tijdens Floralieën, de koning komt dan op bezoek. Ze halen het nieuws met hun protest.  

Maar dan volgt ‘zwarte zondag’ op 24 november 1991, die een schok door de samenleving stuurt en waardoor nieuwe politieke antwoorden worden gezocht. De extreemrechtse schokgolf wordt gezien als een deel van de witte bevolking die wraak pleegt voor de economische situatie in de achterstandswijken. Het politieke discours deelt mensen op in een tegenstelling tussen zgn. ‘autochtone’ en ‘allochtone’ mensen. De ‘verzuring’ die nu plots gezien wordt moet aangepakt worden met 'verzoeting’. Die suiker krijgt vorm in projecten van ‘sociale cohesie’, en uit communitaristische hoek komen er allerlei lokale uitwisselingsinitiatieven (denk aan: samen couscous eten). Er ontstaat een ideologische overtuiging dat socialisme en liberalisme verenigd kunnen worden in de zgn. ‘Derde Weg’, waarbij herverdeling en solidariteit worden nagestreefd vanuit marktmechanismen. Begin jaren ‘90 richt de Vlaamse regering onder minister De Batselier de NV ‘Domus Flandria’ op die een zgn. urgentieprogramma voor sociale woningbouw moest voltooien. In de geest van de tijd ging het om een PPS-constructie waarbij private ontwikkelaars aan boord werden getrokken. Het programma slaagde erin om de voorziene 10.000 woningen te realiseren, maar het bleef over heel Vlaanderen uiteraard maar een heel klein aandeel van de huizenmarkt. Er kwam een algemeen beleid op gang om de sociale huur toegankelijker te maken, en de kwaliteit van bestaande sociale woningen te verbeteren, maar decennialange stilstand is niet zomaar ingehaald.

 

socialewoningenGent

In 2003 schopt stadsvernieuwing het tot verkiezingsthema in Gent. Met slogans als, Zuurstof voor de Brugse Poort, Bruggen naar Rabot en Ledeberg leeft worden vernieuwingsprogramma's opgestart in een aantal Gentse wijken. Een risico van de programma's is sociale verdringing, waarbij de kwaliteit van het wonen wel verbeterd wordt maar de prijzen zo snel stijgen dat een deel van de bevolking niet meer kan blijven.  

Als we vandaag de staat van de woonmarkt in Gent opmaken dan vallen de onbetaalbaarheid en lage kwaliteit van vele woningen op. Het zijn ook die problemen die steeds vermeld worden tijdens onze gesprekken in Gent. Die problemen worden ook gestaafd in de recente Woonstudie die de Stad Gent besteld heeft. De hele studie kan je online terug vinden, maar de figuren hieronder tonen alvast de hoge prijzen op de huur- en koopmarkt. Die hoge prijzen betekenen bovendien dat het niet alleen gaat om een grote druk op de lagere inkomensgroepen. Het rapport stelt: “Van alle centrumsteden zijn in Gent de verkoopprijzen voor huizen en appartementen het sterkst gestegen. Gent is de duurste centrumstad geworden om een appartement te kopen en de tweede duurste centrumstad om een woning te kopen.” (p. 50). Die stijging van de prijzen is snel gegaan, in 2010 stond Gent nog op de zesde plaats.  

Bovendien is er ook een probleem met de kwaliteit van de woningen, zo lezen we: “(…) in 2013 voldeed de helft van de Gentse huurmarkt niet aan de basiskwaliteit zoals vastgesteld in de Vlaamse Wooncode (nu Vlaamse Codex Wonen).” (p. 56). Maar ook de woningen van zij die zelf eigenaar zijn verouderen snel, zijn vaak niet aangepast aan de moderne energienoden, of zijn niet aangepast aan de (zorg)noden van de oudere of gehandicapte inwoners. Bovendien stapelen de kosten zich op bij deze woningen, waardoor huurders op kosten gedreven worden (door bv. de energiefactuur) en eigenaars niet uit de kosten geraken om renovaties of aanpassingen door te voeren. 

Er is dus wel degelijk een wooncrisis. Of zoals het gezegd wordt in deze inspiratienota (2018) voor het woonbeleid in Gent: “Als er nu geen totale ommekeer in het woonbeleid komt zullen meer en meer gezinnen getroffen worden door woononzekerheid, woonschulden en een dreigende armoedeval.” Dit laat aan duidelijkheid niets te wensen over.  

Er staan 12.000 mensen op de wachtlijst voor sociale woningen en er zijn 2.000 daklozen waaronder 412 kinderen. Het protest voor het recht op wonen gaat dan ook volop verder en heel wat organisaties zetten druk op de politieke agenda. Twee van die initiatieven hebben we gesproken tijdens onze uitstap: de Pandemisten en Te Duur.

 

De Pandemisten: halt aan de publieke uitverkoop 

We hadden het al even over deze groep: zij hebben in 2021 een deel van het Caermersklooster dat gekend staat als “Het Pand” (Het Tweede Pandhof) gekraakt (vandaar dus ook de verwijzing in hun naam naar de Pandinisten van weleer). De Pandemisten werden gevormd tijdens de COVID19-pandemie, toen bekend raakt dat Het Pand tegen het einde van het jaar verkocht zou worden op de privémarkt. In Het Pand werden op dat moment nog sociale woningen verhuurd, wat dus ook betekende dat de bewoners uit hun woningen zouden worden gezet. De Pandemisten stelden die verkoop aan de kaak en eisten meer inspraak voor de bewoners en de Gentenaars. Hier kan je hun open brief lezen: “Stop de verkoop van ‘t Pand”.  

De bezetting kreeg steun van een aantal bewoners, maar ook van een deel van het middenveld dat zich al langer verzette tegen deze tendens van publieke uitverkoop. De eigenaar, sociale woningmaatschappij WoninGent (ondertussen deel van woonmaatschappij Thuispunt Gent), trok naar de vrederechter, die de krakers 6 maanden gaf om het pand te verlaten. De stad reageerde o.a. door het organiseren van een Stadsdebat, dat uitmondde in een zgn. ‘eindnota’ die je online kan raadplegen. Ondertussen werd een sociale tijdelijke invulling opgestart (een jongerenwerking), wat ook een van de eisen van de Pandemisten was. Het principe van de publieke verkoop werd echter nog niet in vraag gesteld door de Stad Gent. 

Dat de strijd van de Pandemisten niet zomaar is gaan liggen, bewijst een nieuwe bezetting, ditmaal van het Vredeshuis, die duurde van januari tot april 2023. Ook hier kaarten de Pandemisten de privatisering van publieke eigendom aan.  

Het verhaal van de Pandemisten is dus nog niet uitverteld. Wat ons ook opvalt, is dat de Pandemisten zelf geen plannen voor Het Pand naar voren schoven, maar dat ze de inspraak van bewoners en Gentenaars nastreefden. Dat verhaal zal BRAL’ers bekend in de oren klinken.  
 

Te Duur: naar een referendum voor Gent 

Te Duur is een actiegroep die een referendum heeft afgedwongen over de rol van publieke gronden in de woningmarkt. Maar hoe komen ze ertoe om die strijd aan te gaan, en meer dan 35.000 handtekeningen te verzamelen? Het begin van hun actie was nauw verbonden met de aangekondigde verkoop van het Caemersklooster, waarbij ze het principe van privatisering van publiek bezit wilden aankaarten. Het loont zeker de moeite dit interview met Te Duur te lezen, door de mensen van Apache.be.