Artikels

Thema

walk ontwikkelt strategieën om de voetgangersinfrastructuur te verbeteren, bouwt aan een netwerk van organisaties en actoren rond voetgangers en wandelen, ondersteunt voetgangersinitiatieven, treedt op als woordvoerder, faciliteert participatie aan het voetgangersbeleid en zet diverse activiteiten op poten.

walk benadert zijn taken vanuit een multidisciplinair oogpunt, met inbegrip van mobiliteit, openbare ruimte, stadsplanning, verkeersveiligheid, gezondheid, ecologie, biodiversiteit, sport, vrije tijd en cultuur.

Details, in bijlage of online: https://nl.walk.brussels/post/walk-werft-aan-walk-recrute-walk-is-recruting

De Brusselse regering probeert voor de derde keer het gewestelijk bestemmingsplan (GBP) te wijzigen om zo een wettelijk kader te creëren voor NEO, de ‘Mall of Europe’. Binnenkort komt het dossier in openbaar onderzoek. Het Interregionaal Platform voor Duurzame Economische Ontwikkeling, wijkcomité Triangle Houba-Sobieski-Heysel en Laeken.Brussels vzw/asbl analyseerden de drie mobiliteitsoplossingen die de regering naar voren schuift. Zij geven elk scenario een onvoldoende.

“Bij elk van de drie mogelijke scenario’s is een constante stroom van auto’s het gevolg. Er is géén elegante oplossing om de mobiliteitsknoop te ontwarren. De buitensporige investeringen in een shoppingcenter met een groot negatief effect op de Brusselse detailhandel en de binnenstad, de 15-minutenstad of de klimaatambities van het Gewest zijn niet meer van deze tijd.”

De organisaties roepen op om deze wijziging van het gewestelijk bestemmingsplan terug op te bergen en eindelijk het debat echt te openen over de invulling van het Heizelplateau.

Het ontbreken van een bevredigende mobiliteitsoplossing was steeds één van de belangrijkste redenen waarom de Raad van State de vorige pogingen afwees. Nu lijkt de Brusselse regering er gerust in een oplossing te hebben.

“Blijkbaar zijn ze tot alles bereid om het project te laten doorgaan, zelfs duizenden auto’s extra per uur langs het Atomium en door het park van Laken laten rijden. Of in het minst hallucinante scenario voor de Tentoontellingspaleizen. Over een waardig eerbetoon aan de jaren ’50 gesproken. Elk van de drie scenario’s veroorzaakt in de spits meer dan 4.500 autoverplaatsingen per uur”, zo beklemtonen de organisaties. Bekijk de scenario's door door te foto's te scrollen. Copyright van de afbeeldingen: Perspective.brussels.

Scenario 1: hoofdtoegang via de verbindingsweg

In het eerste scenario is de verbindingsweg tussen Parking C en de Keizerin Charlottelaan de hoofdtoegang. De weg - die er al grotendeels ligt - zou de Romeinsesteenweg ondergronds kruisen.

Bij de vergunningsaanvraag ervan werd expliciet gesteld dat er een vlottere logistieke afwikkeling van de activiteiten in de Paleizen zou komen. Ter illustratie: de afbraak van Batibouw alleen al brengt meer dan 3.500 verplaatsingen met zich mee. Het was dus - althans officieel - niet de bedoeling er een toegangsweg tot een ondergrondse parking van 3.200 plaatsen van te maken.  Een parking die nota bene in het verlengde ligt van een parking met 10.000 plaatsen (Parking C).

Nu Vlaanderen en Brussel een akkoord lijken te hebben over het effectief realiseren van deze verbindingsweg zijn de problemen echter niet van de baan. Een citaat uit de effectenstudie voor de aanvraag van het stedenbouwkundig attest uit 2018:

“Deze nog niet bestaande weg zal het verkeer doen stijgen tot meer dan 1.700 voertuigen per uur. De bijkomende luchtvervuiling bij de woonzones ten noorden (Magnolialaan) zal gevoelig stijgen en is niet te verwaarlozen. […] Het zou verkiesbaar zijn om te vermijden dat de belangrijkste toegangswegen tot het project via woonzones worden voorzien.” 

Aan de Magnolialaan bevinden zich ook drie scholen en een crèche. Bovendien werd een fijn park aangelegd naast de verbindingsweg. Gezond spelen zal het er dus niet zijn…

Omdat de impact van de verbindingsweg als hoofdtoegangspoort naar de parking té groot zou zijn op de woonzones, raadden de auteurs van de effectenstudie al in 2018 aan om te kiezen voor de A12 als belangrijkste toegangspoort. En zo belanden we bij scenario 2.

Scenario 2: hoofdtoegang via de A12

De effectenstudie voor het stedenbouwkundig attest uit 2018 stelde al voor om het gros van het ‘lichte verkeer’ via de A12 af te wikkelen. Dat wil de regering doen via de lus Madridlaan - Miramarlaan- Eeuwfeestlaan - Atomiumlaan - Madridlaan.

Op de resultaten van de nieuwe effectenstudie is het wachten, maar volgens de vorige rijden er in dit scenario tot 3.600 auto’s per uur langs het Atomium en langs het park. Een vergelijkbaar idee leidde toen al tot enorme protesten en een affichecampagne in de buurt.

 “Dit voorstel grenst aan de waanzin”, aldus de organisaties. “Wij gaan ervan uit dat snel iemand zegt dat dit scenario ‘maar voor te lachen was’.”

Scenario 3: de ‘optimalisatie’ van de bestaande weginfrastructuur

In het derde scenario is er niet één hoofdtoegang en twee ‘secundaire’,  maar wordt het verkeer meer gespreid over de verschillende assen. De Keizerin Charlottelaan moet dan verbreed worden om nog meer verkeer te kunnen slikken.

 “De overlast wordt dus gespreid, maar dat betekent ook grote gevolgen voor de bewoners in de wijken rond de Houba de Strooperlaan. Die zullen sowieso in alle scenario’s veel impact ondervinden, maar in dit geval is de druk op de leefbaarheid enorm hoog. Dit scenario is vermoedelijk politieke zelfmoord, waardoor het wellicht weinig kans maakt.”

Conclusie

Het eerste scenario is voor de beleidsmakers naar alle waarschijnlijkheid het favoriete. Hier vormt de verbindingsweg naar de Ring de hoofdtoegang en is de link met de A12 ‘secundair’.  Maar ook dit scenario zorgt voor een constante stroom aan auto’s voor het historische kader van de Tentoonstellingspaleizen, en het zou het een zeer negatieve impact hebben op de luchtkwaliteit van de omliggende woonzones.

Elk scenario heeft volgens de organisaties zware consequenties. “Er zal altijd extra verkeer op de Houba de Strooperlaan komen én het historisch zicht op het Eeuwfeestpaleis wordt ontsierd door een eeuwige stroom aan auto’s. Kortom, er is geen elegante oplossing om de mobiliteitsknoop te ontwaren. En dat allemaal om  in en uit een parking te geraken onder een winkelcomplex van 72.000 m². Zit daar de dag van vandaag echt nog iemand op te wachten? De pandemie is hopelijk bijna voorbij, maar de vraag blijft of mensen zich nog en masse in zo’n enorme schoendoos willen opsluiten.”

Volgens Het Interregionaal Platform voor Duurzame Economische Ontwikkeling, het wijkcomité Triangle Houba-Sobieski-Heysel en Laeken.Brussels vzw/asbl zijn dergelijke  buitensporige investeringen in een shoppingcentrum met een groot negatief effect op de Brusselse detailhandel en de binnenstad alvast niet meer van deze tijd. Het draagt niet bij aan het handelsversterkend beleid, de 15-minutenstad of de klimaatambities van het Gewest. Het project was al gedateerd toen het levenslicht zag. Al in 2012 – 10 jaar geleden! – waren de adviezen van alle instanties vernietigend. Toen al zat niemand te wachten op dit project.

Ook de officiële reden valt weg: er is geen congrescentrum meer dat zo nodig bekostigd moet worden met het geld van het winkelcentrum. De carrousel van negatieve adviezen, ontevreden burgers en aangespannen rechtszaken begint dus gewoon weer van voor af aan. En daar heeft echt niemand zin in. De organisaties roepen dan ook op de cirkel te doorbreken, deze wijziging van het GBP  terug op te bergen en eindelijk het debat echt te openen over de invulling van het Heizelplateau.

Namens het Interregionaal Platform voor Duurzame Economische Ontwikkeling, wijkcomité Triangle Houba-Sobieski-Heysel en Laeken.Brussels vzw/asbl.

 

Contact:

 Het Interregionaal Platform voor Duurzame Economische Ontwikkeling

  • IEB : Thyl Van Gyzegem, 0485/62 04 60
  • BRAL : Steyn Van Assche, 0498/13 25 86
  • BBL : Erik Grietens, 0474/40 63 94
  • ARAU : Jean-Michel Bleus 02/219 33 45
  • UNIZO: Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder en Elke Tielemans, directeur UNIZO Vlaams-Brabant en Brussel. Perscontact: Gerrit Budts 0479/73 28 93
  • CSC : Benoît Dassy 0498/51 89 15
  • UCM : Sophie Heuskin 0494/30 26 31

Voor het wijkcomité Triangle Houba-Sobieski-Heysel

  • Jean-Charles Verhaege: 0473/ 91 12 30

Voor Laeken.Brussels vzw/asbl

  • Marine Villance:  0472/38 44 59

Foto: Inter-Environnement Bruxelles

 BRAL reageerde op het openbaar onderzoek van de Papenvest. De vervallen staat van de sociale wooncomplexen langs de Papenvest is een uitgelezen kans voor de Stad Brussel en Brusselse Woning om kwalitatieve sociale huisvesting en voorzieningen in te richten en de publieke ruimte en het mobiliteitsbeleid te verduurzamen. Het huidige project komt niet tegemoet aan deze uitdagingen en zal eerder een negatieve impact op de wijk hebben. Lees hier onze reactie.

De kwaliteit van de openbare ruimte wordt verlaagd 

De stelling dat ‘het groenste gebouw het gebouw is dat al bestaat’ gaat in dit geval inderdaad niet meer op, gezien de slechte staat van de vijf torens. Het verbaast ons echter dat bij het nieuwe ontwerp van dit project geen rekening is gehouden met de kwaliteiten van de bestaande inplanting. 

De bestaande inplanting van de site doet duidelijk denken aan de naoorlogse woonwijken in de tweede Brusselse kroon. Verre van ideaal, maar niettemin is er heel wat open ruimte tussen de torens, en sluit de site aan op de omliggende buurt. Belangrijk hierbij is dat de gebouwen niet aan de straatkant zijn gebouwd. Het nieuwe ontwerp voorziet dan weer meer bebouwing aan de straatzijde (Zuidblok, Noordblok, Middenblok), en wijkt zo wel heel drastisch af van de bestaande inplanting. We stellen ons vragen bij de impact hiervan op de kwaliteit van de open ruimte in deze zone, alsook bij de impact van deze bebouwing op de woningen van de omwonenden. De balans tussen densiteit, hoogte, en open ruimte moet herbekeken worden.   

Naast de vermindering van de openbare ruimte zorgt de keuze voor bebouwing aan de straatzijde er ook voor dat de omwonenden mee de impact zullen voelen. Zo zal het gedeelte van de Papenvest #96-114 de schaduw van de geplande Zuidblok over zich heen zien komen: deze blok (R+5) komt op minder dan tien meter van de bestaande woningen (R+1). De foto hieronder geeft een idee van de situatie.  

Mobiliteit 

Er worden op het vlak van mobiliteit keuzes gemaakt zonder dat er duidelijkheid is over het aangekondigde nieuwe mobiliteitsplan van de Stad Brussel. Dat maakt dat het ook voor Brusselaars heel moeilijk is om te reageren op deze plannen. Hoe kunnen we de impact inschatten van de voorliggende maatregelen als niet geweten is wat het toekomstige mobiliteitsplan is voor de omliggende straten en de Vijfhoek in het algemeen? 

Het effectenrapport vermeldt zelf dat het autoverkeer zal toenemen, maar onderschat vervolgens volgens ons de impact van dit verkeer op de wijk. Momenteel geven buurtbewoners al aan dat het verkeer in de Papenvest regelmatig vast staat, en dat de impact van dit gemotoriseerd verkeer op de luchtkwaliteit en leefbaarheid in de wijk groot is. We zijn het dan ook niet eens met de conclusie in het effectenrapport dat het voorgestelde plan geen significante impact zal hebben op het autoverkeer in de wijk ondanks een toename in autoverkeer. We verwijzen hier ook naar de recente metingen van luchtvervuiling (NO2) door Les Chercheurs d’Air, waaruit duidelijk blijkt dat de impact van het gemotoriseerd verkeer op de luchtkwaliteit (en dus de publieke gezondheid) in de Vijfhoek bijzonder groot is.

Op het vlak van parkeren maakt het project de keuze om ondergrondse parkeerplaatsen aan te leggen (176 bijkomende plaatsen). Ook dit brengt uiteraard heel wat verkeer met zich mee. Tegelijk zien we weinig aandacht in dit project om mensen meer aan te zetten tot deelmobiliteit. Zo zou het aantal privé parkeerplaatsen verminderd kunnen worden ten voordele van gedeelde plaatsen (en dus het aantal in totaal verminderd).  

Positief in het plan is de keuze om meer fietsparking te voorzien op en rond de site. Dit is inderdaad een noodzakelijke en goede keuze. Hoe het fietsverkeer zal verlopen in en rond de site is dan weer erg onduidelijk. Zoals eerder gezegd wordt er heel wat open ruimte weggenomen, en zullen fietsers en voetgangers nog minder ruimte moeten delen met het autoverkeer.  

Sociale huisvesting  

Naast de ruimtelijke kwaliteiten van het project, is er natuurlijk de belangrijke vraag: voor wie richten we dit stadsdeel in? Wie komt er wonen? We betreuren de keuze om het aantal sociale woningen in het stadscentrum zo drastisch te verminderen, terwijl de nood aan sociale huisvesting zo hoog is. Het effectenrapport wijst erop dat er nu heel wat sociale woningen op deze site leeg staan, maar dat komt natuurlijk ook omdat ze in hun huidige staat ongeschikt zijn. Wij juichen het dan ook toe dat men de kwaliteit van de woningen wil verbeteren door een nieuw, modern en kwalitatief aanbod van woningen te bouwen. We betreuren echter dat men ervoor kiest om minder sociale woningen te voorzien. Waar zullen de mensen worden ondergebracht die hadden kunnen profiteren van een van de 112 sociale woningen die nu voor ‘middeninkomens’ voorzien zijn? Openbare ruimte is een schaars goed in Brussel en we moeten er gebruik van maken wanneer ze ideaal gelegen is, in plaats van de begunstigden systematisch naar de tweede ring te sturen, naar Neder-Over-Heembeek of Haren, bijvoorbeeld. Ook in het stadscentrum moeten we voldoende aanbod voor mensen met een laag inkomen blijven voorzien. 

De keuzes die nu gemaakt worden, verminderen de kwaliteit van de publieke ruimte én verlagen het aanbod betaalbare woningen voor mensen met een laag inkomen. Dat maakt dat het geheel weinig duurzaam en weinig sociaal is.  

Waarom niet van het bestaande vertrekken?   

Het geval van de Papenvest is een belangrijke les voor Stad Brussel en Brusselse Woning. Had men de sloop-heropbouw van de vijf torens kunnen vermijden als deze complexen uit de jaren zestig waren gerenoveerd? Mogelijks.   

Bij BRAL dringen we erop aan dat er rekening wordt gehouden met het bestaande, zelfs wanneer de ontwikkelingen uit het verleden onvolmaakt zijn. Dit grote open terrein heeft bepaalde kwaliteiten die als basis hadden kunnen en moeten dienen voor de toekomstige ontwikkeling van het vijf blokken gebied. Naast de gebouwen, waarvan de meeste niet meer bewoonbaar zijn, bezit het terrein twee kwaliteitskenmerken: het bomenbestand dat zich in de loop van vele decennia heeft ontwikkeld en een sporthal voor de wijk. 

Het Bruzz artikel wijst op de koelte rond de vijf blokken. De vervanging van openbare ruimte door privé groene ruimten en de afscherming van het blok door bebouwing aan de straatkant zullen de bewoners niet in staat stellen om bij warm weer af te koelen.   

De sporthal die in 2002 werd gebouwd in het kader van het Wijkcontract Papenvest, zal volledig worden afgebroken en enkele meters verderop worden heropgebouwd. Was het niet mogelijk om dit recent en functioneel gebouw te integreren in toekomstige ontwikkelingsplannen? Wat zijn de wettelijke bepalingen wanneer een gemeente een gebouw sloopt dat grotendeels door een gewestelijke overeenkomst is gefinancierd?   

Bij het lezen van de bezwaarschriften die door omwonenden en verenigingen zijn verstuurd en de opmerkingen die in Bruzz zijn gemaakt, vragen we ons af of de betrokkenen wel van tevoren zijn geraadpleegd. In wat voor soort privé- en openbare ruimten zouden de bewoners van sociale woningen willen wonen? Aangezien de aanwezigheid van sociale woningen de buurtbewoners niet stoort, hoe zien zij hun samenleven met dit fragiele en gemengde publiek in een gebied dat dichtbevolkt moet blijven?   

De heraanleg en wederopbouw van het gebied geeft ons de indruk dat de projectleiders een grote kans hebben laten liggen om de stad op een inclusieve, duurzame en aangename manier mee op te bouwen. Aangezien de vergunning nog niet is verleend, hopen wij dat Stad Brussel en Brusselse Woning rekening zullen houden met de constructieve opmerkingen en zullen inzien dat het absoluut noodzakelijk is geen sociale woningen te vervangen door doorsneewoningen in een snel veranderende wijk die een gediversifieerde bevolking moet behouden. 

Benjamin Delori

Dit weekend kon je Tim van BRAL lezen in De Metro over ventilatie in … de metro. “We weten dat fijne deeltjes in gesloten ruimtes zoals de metro niet gemakkelijk weg kunnen. Toch is het niet overal zo: in Sint-Guido in Anderlecht bleken de metingen mee te vallen. Alles hangt af van hoe de lucht circuleert in het station.” We hopen dat de nieuwe Brusselse stations voldoende zuivere lucht zullen kunnen aanbrengen voor de passagiers. Lees de volledige reactie hier in bijlage.

Foto: Stadsbiografie, Luc Auwaerts

BRAL reageerde op het openbaar onderzoek van Brucity en de omliggende straten. We zijn verheugd te zien dat actieve mobiliteit meer ruimte krijgt en dat er ingezet wordt op een vergroening van deze ruimte. De belangrijke locatie van de straten tussen Sint Katelijne en de autovrije lanen vraagt om ruimte voor ontmoeting, vergroening en actieve mobiliteit. We hebben wel enkele bezorgdheden die we graag willen delen met de adviescommissie.

Aansluiting op het aangekondigde mobiliteitsplan voor de Vijfhoek

 Het is onduidelijk in welke mate het voorliggende plan voor Brucity is afgestemd op het aangekondigde mobiliteitsplan voor de Vijfhoek. Hierdoor is het niet mogelijk in te schatten wat de impact is van de voorgestelde verkeerswijzigingen op de levenskwaliteit in de buurt. Wij vragen dat in de beoordeling van dit plan duidelijk wordt aangetoond hoe het Brucity-project past binnen de doelstellingen van het nog in te voeren mobiliteitsplan van de Stad Brussel en de principes van Good Move. Doordat dit nu niet duidelijk is, is het moeilijk om van Brusselaars een goed geïnformeerde reactie op deze plannen te vragen.

Parkeerplaatsen

De beslissing om bovengrondse parkeerplaatsen te schrappen om de publieke ruimte te herverdelen is alvast een goede beslissing. Tegelijk zien we dat er in de buurt een gigantisch aantal ondergrondse parkeerplekken zijn (meer dan 2000). We zijn bezorgd hoe dit past binnen het aangekondigde mobiliteitsplan van de Stad Brussel. Deze parkeerplekken hebben een aanzuigeffect op het autoverkeer terwijl het doel toch zou moeten zijn om het aantal auto’s te beperken. Het is nu onduidelijk wat de impact van het autoverkeer hier zal zijn.

STOP principe & veiligheid

Het ontbreken van een duidelijk mobiliteitsplan maakt het onduidelijk wat de impact zal zijn van de voorgestelde wijzigingen voor de actieve weggebruiker. Algemeen zien we alvast dat het STOP principe te weinig wordt toegepast, en vragen we dat de Stad Brussel hier meer ambitie toont.

Het is niet duidelijk waarover het gaat wanneer er gesproken wordt over een woonzone, of dit betekent dat er een woonerf wordt ingevoerd. We pleiten ervoor om in de straten rond een voetgangerszone te werken met een snelheidsbeperking van 20 km/u en dus ook effectief een woonerf in te voeren.

Kijken we puur op straatniveau (en negeren we dus de ongekende context van de mobiliteitswijzigingen in de buurt), dan stellen we ons vragen bij het voorstel om een bijkomende autostrook in tegengestelde rijrichting in te richten in de Augustijnenstraat. Dit past volgens ons niet in de principes van Good Move. Het zal een drukke gevaarlijke situatie worden voor voetgangers en fietsers (het is er nu al druk en gevaarlijk). Bovendien is er vlakbij een procedure lopende om het Zaterdagplein heraan te leggen ten voordele van een betere publieke ruimte voor voetgangers en fietsers. De nabijgelegen straten moeten die keuze bevorderen en een veilige inrichting krijgen voor de actieve modi. De aansluiting van het Zaterdagplein op de voorgestelde zone rond Brucity moet prioriteit geven aan voetgangers en fietsers, en zo een aangename en veilige buurt creëren.

We vragen ook dat er op de hoek van Paul Devauxstraat en Kiekenmarkt in één keer kan worden overgestoken naar de Sint-Katelijnestraat. Op die manier wordt het STOP-principe echt toegepast en voelen voetgangers zich welkom in de buurt. Vandaag is het daar een erg onveilige, chaotische situatie.

Het plan bespreekt nergens het kruispunt Auguste Ortsstraat, Dansaert, Visverkopersstraat, Arteveldestraat, terwijl dit wel binnen de perimeter valt. We vragen duidelijkheid omtrent dit erg belangrijke kruispunt.

De voetgangerszone is er hoofdzakelijk voor voetgangers, en fietsers moeten zich aanpassen aan de situatie en stapvoets rijden. Er is dus nood aan een veilige, aangename fietsas die parallel aan de centrale lanen ligt. In de voorliggende plannen worden er fietsstraten geïmplementeerd maar deze missen hun effect wanneer er nog steeds veel gemotoriseerd verkeer is. Het STOP-principe moet gehanteerd worden. Deze maatregel moet dus gecombineerd worden met een vermindering van het gemotoriseerd verkeer. We stellen ons ook de vraag of de voorgestelde fietsstraat niet in conflict komt met de hoge frequentie bussen over diezelfde verkeersas. Ook hier is het effect moeilijk in te schatten, omdat er meer duidelijkheid nodig is over de plannen voor het fietsverkeer en openbaar vervoer in de omliggende zone.

Het is onduidelijk welke type en hoeveel bussen er halt zullen houden binnen de perimeter, en ook de haltes zijn nog onduidelijk. Nu zullen de bussen halthouden in de Visverkopersstraat, we vragen ons af waarom er geen haltes zijn aan het Brucity gebouw zelf. Op die manier valt de overlast van de bussen niet enkel bij de woningen en kunnen mensen ook rechtstreeks naar BruCity en de Multitower.

Er is te weinig aandacht voor hoe de oversteekplaatsen geregeld worden. Om de veiligheid van de voetgangers te garanderen moet er gewerkt worden met conflictvrije kruispunten. Ook zien we dat er op het syntheseplan geen zebrapaden staan aangeduid. We vragen zebrapaden ter hoogte van de doorgang aan Brucity, het kruispunt bij het Zaterdagplein en Paul Devauxstraat-Kiekenmarkt naar Sint- Katelijnestraat.

Laden & lossen

 In deze zone gebeurt er veel laden en lossen. De verklarende nota vermeldt dat dit in de aangrenzende straten zal gebeuren. We vragen dat hier streng op toegezien wordt en dat de leveringen de actieve mobiliteit en rust- en ontmoetingsplekken niet verstoren of het zelfs onveilig maken. Dit moet ook beter ruimtelijk ingepland worden. Het blijft ook onduidelijk waar de busjes van Bpost zich zullen stationeren.

Publieke ruimte en vergroening

 Deze zone rond de voetgangerszone biedt veel potentieel om een ontmoetingszone te worden. Bij de voetgangerszone zijn er verschillende kansen blijven liggen om echt rust en ontmoeting te creëren.

Het blijft een erg verharde zone waar groen geen prominente plek inneemt. We benadrukken dus de nood om dit bij de creatie van een nieuw deel voetgangerszone beter te doen. De wat kleinere straten rond BruCity lenen zich ertoe om gezellige verblijfsruimtes te worden die niet louter als mobiliteitsplek moeten beschouwd worden maar vooral als publieke ruimte. We vinden het heel positief dat de Kiekenmarkt en Hallenstraat voetgangerszone worden om zo een aansluitend geheel te vormen met Sint-Katelijne en vragen om het een kwalitatieve, groene, aangename publieke ruimte te maken. Om een aansluitend geheel te creëren met de centrale lanen vragen we om de Grétrystraat mee in de perimeter te behandelen.

De impact van de ontwikkelingen aan de Brouckère wordt niet vermeld terwijl deze ook een grote mobiliteit met zich mee zullen brengen. De analyse voor dit soort plannen moet ook buiten de perimeter kijken zodat met alle factoren rekening gehouden kan worden.

Los van een paar bomen, wordt er in de Kiekenmarkt niet voldoende ingezet op vergroening en ontharding. De voetgangerszone is uiteindelijk een erg verharde ruimte geworden. We vragen dat er voor dit nieuw stuk voetgangerszone ambitieuzer wordt ingezet op vergroening. Ook in de Hallenstraat kan er volgens ons nog meer vergroend worden. Voor de ondergrond zelf moet er gekeken worden naar meer doorlaatbare materialen/ opties.

Om bewoners en bezoekers uit te nodigen de ruimte te gebruiken en er te vertoeven, stellen wij voor om meer zitplekken te voorzien. Zo kan het een echte verblijfsruimte worden waar mensen elkaar ontmoeten, kinderen kunnen spelen en waar er even gerust kan worden.

Het is niet duidelijk hoe groot de impact van de heraanleg zal zijn voor de wateropvang. We benadrukken de nood om hier maximaal op in te zetten. Het overstromingsgevaar in Brussel staat op 21 procent dus moeten alle kansen benut worden om de ruimte te ontharden.

Lieselotte Gevens

Lees in de bijlage onze volledige reactie.

 

BRAL ondertekende ook dit jaar de open brief van Canal it up over het Brussels Waterbeheerplan 2022-2027. Net zoals vorig jaar klagen we aan dat er nog te veel vies rioolwater overstroomt naar het kanaal en het kanaalwater vervuilt. We vragen dus een ambitieus plan in lijn met de Europese richtlijn. Opnieuw, want het antwoord vorig jaar van de minister was niet voldoende.

Open Brief voor Brussels Minister van Leefmilieu en Klimaattransitie Alain Maron en Minister-President Rudi Vervoort
Brussel, 2 maart 2022
Onderwerp: Lozing van rioolwater in de Brusselse waterlopen

Geachte Heer Maron, Geachte Heer Vervoort,

Het Waterbeheerplan 2022-2027 werd recentelijk voor een eerste lezing bezorgd aan het Parlement. Dit Waterbeheerplan bepaalt de nabije toekomst van onze Brusselse waterlopen en zou tot doel moeten hebben deze laatste en de grondwaterlichamen klaar te stomen om ten laatste in 2027 de objectieven te bereiken vastgelegd in de Europese Kaderrichtlijn Water van 2000, anders gezegd het bereiken van de goede toestand. Eén jaar geleden stuurden we jullie al een eerste Open brief over dit onderwerp en het antwoord dat we hierop ontvingen was teleurstellend. 21 jaar na het in voege treden van de kaderrichtlijn en na reeds 12 jaar aan Waterbeheerplannen is de situatie van de Brusselse waterlopen (Zenne en kanaal) vandaag nog steeds niet goed en ziet het er niet naar uit dat 2027 gehaald zal worden.
Gedurende 2021 deden zich bijvoorbeeld 19 dagen voor waarop de riooloverloop te Sainctelette rioolwater loosde in het kanaal en 100 dagen in de Zenne. Voor de Maalbeek-overloop waren er 33 dagen met lozingen van rioolwater in de Zenne, en dat na de uitgevoerde optimaliseringswerken aan de overloop. Beide overlopen zorgen er samen met een hele reeks andere overlopen in Brussel voor dat jaarlijks 10 miljoen m3 rioolwater rechtstreeks geloosd wordt in onze waterlopen, waar bovenop nog eens 6 miljoen m3 rioolwater komt dat slechts licht gezuiverd geloosd wordt in de Zenne aangezien de waterzuiveringsstations niet al het rioolwater kunnen verwerken bij regenweer. De verhoging van enkele overstortdrempels zijn goede maatregelen maar zullen deze dit laatste volume niet nog verhogen? Hierdoor blijven onze waterlopen vervuild en hebben vele levensvormen geen kans tot slagen. Vandaar deze Open Video-Brief.
De Waterbeheerplannen 2009-2015 en 2016-2021 werden goedgekeurd door het parlement zonder een extra budget of personeel te voorzien om de voorgeschreven maatregelen uit te voeren, afgezien van het normale werkingsbudget van de verschillende actoren. Dat lijkt weinig ambitieus, een team roeiers kan de eindstreep van een wedstrijd ook niet halen zonder roeispanen. Het Waterbeheerplan 2016-2021 berekende dat er voor het maximalistisch maatregelenprogramma 5 tot 9 miljard euro nodig was om de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn te halen en voor het efficiënt maatregelenprogramma 1,5 tot 3 miljard euro. Kan U ons vertellen welk budget er effectief is uitgegeven in die periode en aan welke maatregelen dat besteed is?
Aan voorbeelden van andere steden ontbreekt het niet, Parijs bouwt vandaag aan de laatste infrastructuur om naar nul riooloverstorten per jaar naar de Seine te gaan in 2023, Londen is bezig aan de bouw van hun ‘super’-riolering onder de stad om hun rivier de Theems op te kuisen tegen 2024 en Kopenhagen bouwt sinds 2016 aan zijn Cloudburst Management Plan met een investeringskost van 1,2 miljard euro. Parijs en Londen kozen voor traditionele oplossingen zoals rioleringen, tunnels en stormbekkens. Kopenhagen koos voor een mengeling van traditionele en geïntegreerd waterbeheer oplossingen, waarbij delen van het regenwater zichtbaar blijven in het straatbeeld. Het plan bestaat uit 300 verschillende projecten over heel de stad die tegelijkertijd extra kwalitatieve publieke ruimte creëren met een dubbele functie (voor regen- en droog weer). Deze aanpak levert de stad de komende 100 jaar een socio-economische meerwaarde op van 600 miljoen euro. Dit zijn enkele voorbeelden van steden die toekomstgerichte en concrete plannen uitwerkten met een belangrijk budget om hiermee het milieuprobleem van de riooloverstorten en overstromingen het hoofd te bieden.
De Brusselse Waterbeheerplannen zijn reeds zeer waardevol gebleken maar houden eerder algemene aanbevelingen in. De huidig geplande interventies zoals het verhogen van overstortdrempels, het plaatsen van meetapparatuur voor een betere opvolging, het dynamisch beheren van de bestaande stormbekkens en het verwijderen van afval uit het kanaal zijn zeer belangrijk maar verre van voldoende om de objectieven van de Kaderrichtlijn te halen. Vandaag richt het politiek discours zich tot geïntegreerd waterbeheer oplossingen, wat zeer goed is, maar het ontbreekt aan een plan om de hierboven vermelde objectieven te behalen. Brussel heeft ook een concreet plan nodig met een concrete doelstelling, tijdslijn en budget, en dit over alle departementen en bevoegdheidsniveaus heen, om de riooloverstorten en overstromingen te vermijden. Het plan kan vertrekken van het Waterbeheerplan en moet 100 jaar in de toekomst kijken om rekening te houden met de verandering van het klimaat en de intenser wordende regens die beide riooloverstorten en overstromingen alleen maar erger zullen maken. Net zoals in Kopenhagen is hiervoor waarschijnlijk een mengeling nodig van traditionele en geïntegreerd waterbeheer oplossingen zoals het heraanleggen van een reeks pleinen, straten en parken samen met stimuleringsmaatregelen voor het ontkoppelen van huizen en gebouwen van het rioleringsnetwerk voor het regenwater.
Voor dit plan is geld nodig, maar de uitgaven die hiervoor vandaag nodig zijn zullen morgen toelaten andere uitgaven te verminderen. Zou u ons daarom kunnen communiceren:

  • Wat de kost is aan vroegtijdige veroudering en schade aan de rioleringsbuizen door de toestroom aan regenwater vergeleken met rioleringen die alleen de stabiele stroom aan afvalwater te verwerken hebben en nooit helemaal gevuld zijn.
  • Wat de kost is aan onderhoudswerken, baggerwerken en andere herstellingswerken aan de rioleringsinfrastructuur en de waterlopen ten gevolge van de riooloverlopen.
  • Wat de extra kost is voor de waterzuiveringsstations voor het zuiveren van al het regenwater en water van beken, en voor de lagere efficiëntie van de installaties (door de verdunning van de vervuiling op verschillende manieren en door de onregelmatigheid van het te behandelen volume), bij droog weer is de helft van het water dat in de waterzuiveringsstations toekomt parasitair water.
  • Wat de financiële kost is van de schade aan de natuur zoals verlies aan biodiversiteit ten gevolge van de riooloverlopen.
  • Wat de financiële kost is aan verlies van leefbaarheid, fysieke en mentale gezondheid en sociaal en economisch welzijn van de Brusselaars door de afwezigheid van gezonde waterlopen.
  • Wat de schadekost zou zijn aan overstromingen de komende 100 jaar rekening houdend met de klimaatverandering indien men vandaag niets zou ondernemen.

Ondanks de inzet van de afgelopen jaren heeft Brussel een historische achterstand opgelopen vergeleken met andere Europese steden in het beheer van zijn riool- en regenwater en in zijn relatie met water in de stad. Tot het jaar 2007 stroomde het grootste deel van het rioolwater nog rechtstreeks naar de Zenne zonder gezuiverd te worden en vandaag is menig Brusselaar niet op de hoogte van het bestaan van een rivier in zijn of haar stad. Het Waterbeheerplan 2022-2027 verschijnt dit jaar tot driemaal toe voor lezing in het parlement, dit is de uitgelezen kans om een ambitieus doel, budget en tijdspanne voorop te stellen zodanig dat Brussel kan voldoen aan de Europese kaderrichtlijn Water (zonder nogmaals vraag van uitstel of afzwakking van de vooropgestelde doelen) en zeker opdat de Brusselaar kan beginnen uitkijken naar gezonde waterlopen vol natuur en biodiversiteit.

Hoogachtend,

Getekend door:

  • Canal It Up
  • Etats Généraux de l'Eau à Bruxelles
  • Brusseau
  • WWF
  • BRAL
  • Bond Beter Leefmilieu
  • Inter Environnement Bruxelles
  • Natuurpunt Brussel
  • Natagora Bruxelles
  • Pool Is Cool
  • Goodplanet Belgium
  • Parlement des Jeunes de l'Escaut
  • Jeunes et Nature
  • Bruxelles Nature asbl
  • Centre d'Ecologie Urbaine
  • Jane Goodall Institute Belgium
  • Surfrider Foundation
  • Sea Shepherd
  • Buûmplanters
  • Cercle des Régats de Bruxelles Kayak
  • Union Nautique de Bruxelles
  • Roodbaard
  • Less Beton
  • Les Visites de Mon Voisin 

Onze nieuwe collega Jolein zal Marie bijstaan bij het Super Terram-project. Ze verdiende al BRAL-strepen voor haar vrijwilligerswerk op de Josaphatsite. Nu zal ze burgers warm maken voor de grond van Schaarbeek Vorming. “Voor mij is het net als de Friche Josaphat een experimentele ruimte waar je de relatie tussen stad en natuur kan herdenken én mensen bij elkaar kan brengen rond het zorgen voor natuur.”

Dag, Jolein, welkom bij BRAL!

Dag Maya, welkom op Schaarbeek Vorming!

Jolein, wat ga je doen bij BRAL?

Ik ga bij BRAL op het Super Terram-project werken, een co-create onderzoeksproject gefinancierd door Innoviris, in samenwerking met ULB en 51N4E. In dat project willen we samen met burgers de grond verkennen als levende materie, in al haar complexiteit.

Wat is jullie aanpak?

We willen grond op een affectievere, emotionelere manier benaderen, en hierbij onderzoeken wat de meervoudige betekenissen zijn van grond voor de verschillende Brusselaars. Vanuit de kennis die we daar opbouwen wensen we opnieuw de link te leggen met planners, administraties en beleidsmakers.

Mijn persoonlijke interesse heeft vooral te maken met de toegang en het recht op de grond die verschillende stedelijke actoren hebben. Wie beslist over wie of wat op deze grond mag ingrijpen? Wie mag deze grond beheren? Grondzaken hangen sterk samen met eigenaarschap en grondverzet (het verplaatsen van de grond) is momenteel veelal het voorrecht van heel specifieke bedrijven en actoren. Zelf hoop ik dat we een veel breder gamma van actoren opnieuw toegang tot (een hopelijk collectief beheerde) grond kunnen geven.
Voor BRAL is het belangrijk dat niet alleen overheden, administraties of experten bepalen wat er met die grond gebeurt, maar ook burgers.

Quel est ton lien avec Bruxelles ?

Je suis originaire d'Anvers et j'ai déménagé à Bruxelles en 2013 pour mon travail. J’ai travaillé à Bruxelles dans deux bureaux d’architecture et d’urbanisme. Puis, j’ai commencé mon doctorat en urbanisme et sur le sujet de Bruxelles.

Et tu recherchais quoi exactement ?

Je recherche l’intégration des perspectives plus-que-humains et multi-spécifique dans la planification urbaine. Pour cette recherche, j’ai contacté le BRAL, mais aussi d’autres associations de nature et de citoyens pour collaborer sur des autres dispositifs à Bruxelles.

Hoe ken je BRAL?

Ik heb BRAL leren kennen via mijn onderzoek op de Josaphat Friche. Ik had jullie vaagweg gecontacteerd omdat ik geïnteresseerd was in het in kaart brengen van een aantal gecontesteerde stedelijke ruigtes in Brussel vanuit een meer-dan-menselijk perspectief. Voor ik het wist was ik samen met BRAL en Natagora een alternatief plan aan het ontwikkelen voor de Josaphatsite. Ik heb aan het Plan B(ee) Josaphat een ontwerpscenario toegevoegd dat is opgebouwd rond het perspectief van een grijze zandbij.

Ik was ervan overtuigd dat we vanuit dit experiment konden beginnen nadenken over andere vormen van stadsontwikkeling waarin zowel mensen als dieren een plek krijgen, als het herdenken van mens-dier relaties wordt meegenomen.

We zijn jou heel dankbaar voor jouw werk aan het Plan B Josaphat! Je bent in 2013 naar Brussel gekomen. Is jouw relatie met Brussel ondertussen veranderd?

Ja, toch wel. In het begin was ik zoals iedereen die net naar Brussel verhuist, iemand die eerder passief aan de stad deelneemt en er gewoon in rond flaneert. Maar ondertussen voel ik mij meer en meer actief Brusselaar. Ik ben ook heel blij dat ik via mijn doctoraat over alternatieve visies op stadsontwikkeling in Brussel heb kunnen nadenken en ik ben nog gelukkiger dat ik deze oefening bij BRAL kan verder zetten.

Et quel est ton mode de transport préféré ?

J’aime beaucoup me promener. Pour moi, la marche n’est pas seulement un moyen de transport entre A et B, mais aussi la meilleure mode pour mieux comprendre la ville. J’aime beaucoup me promener avec des autres personnes, ou, même avec des non-humains. Par exemple, en promenant mon chien, je vois l'intensité du trafic au niveau de ses yeux.  En me promenant avec des naturalistes, je découvre soudain dans la ville des espèces animales et végétales dont j'ignorais l'existence. En me promenant avec les habitants, j'apprends quels sont les lieux importants et pourquoi ils doivent ou ne doivent pas changer.

Als jij Minister-President zou worden van ons Gewest, wat zou je dan als eerste aanpakken?

Ik zou luisteren naar de ongeveer 2000 verzonden bezwaarschriften die resulteren uit het openbaar onderzoek voor de herontwikkeling van de Josaphatsite, net als naar de andere opkomende stemmen rondom andere sites in het gewest waar er kritiek is vanuit de burger en natuurverenigingen op de ontwikkelingen die er gepland worden. Ik denk dat die sites de ultieme locaties zijn om op een andere manier over de stad en natuur na te denken, en een ander discours op stadsontwikkeling uit te bouwen. Een discours dat dichter aansluit bij de levende stad, een stad die niet alleen leefbaar is voor mensen, maar ook vele andere diersoorten.  Friche Josaphat, het moeras van Wiels, Donderberg, … dat zijn dé plekken waar je burgers opnieuw actief bij natuurontwikkeling kan betrekken, en waar je bijvoorbeeld educatieve en co-productieve experimenten kan opzetten waarbij een divers publiek betrokken kan worden.

Ik denk dat er vandaag onvoldoende aandacht is voor het potentieel van natuurherstel – één van dé uitdagingen van de 21ste eeuw - voor Brusselse jeugd. Sites van stedelijke natuur zijn niet alleen ruimtes waarin we kunnen spelen of recreëren, maar ook de ruimtes waarin we kunnen leren en nadenken over hoe we in de toekomst anders met natuur willen omgaan. Hoe we er collectief mee aan kunnen bouwen en ontwikkelen. De natuur in de stad wordt vandaag gezien als iets waar mensen geen actieve relatie mee kunnen onderhouden. Als we dat kunnen verschuiven, en jongeren en mensen met en zonder ervaring daar een rol in kunnen geven, dan kan dat mensen bij elkaar brengen.

We staan hier op Schaarbeek Vorming en je hebt daarvoor gewerkt op Josaphat. Wat zijn de gelijkenissen en de verschillen tussen de twee?

De sites zijn gelijkaardig, het zijn voormalige spoorwegterreinen, dus er zijn zeker parallellen wat betreft de ecologie. Maar er zijn ook zeker grote verschillen. In het geval van Josaphat is er heel grote burgerbetrokkenheid. Mensen kijken er echt naar en vinden het belangrijk wat ermee gaat gebeuren in de toekomst. Met Schaarbeek Vorming is die relatie iets minder aanwezig, maar toch blijft dit een heel belangrijke plek, want de schaal ervan is enorm. Bij Josaphat staat er 24 hectare op het spel. Schaarbeek Vorming is dubbel zo groot, als het niet drie keer zo groot is. Op gewestelijk niveau is Schaarbeek Vorming dus echt wel een sleutelstuk. Lees het verslag van de eerste BRAL-verkenning van Schaarbeek Vorming.

We hopen dus met Super Terram, ons nieuw project op en rond Schaarbeek Vorming, de burger te betrekken en te tonen wat er op het spel staat. Wees erbij op de lancering ‘A (w)hole new world’ op 12 maart! We zullen letterlijk een schup in de grond steken, het belooft dus een gezellige, verrassende en boeiende ervaring te worden!

Sinds mei 2017 verzorgt de fietskoeriers-coöperatieve met sociaal oogmerk Molenbike haar leverdiensten aan Brusselse bedrijven en administraties.

Voor eind maart (vóor 31/03/2022 om precies te zijn) dienen we ons lokaal in het oude Postsorteercentrum (Tri Postal project van VZW Communa) te verlaten.

We zoeken dus dringend een nieuw lokaal (zelfs tijdelijk) om onze fietsen in onder te brengen, en materiaal te stockeren.

We zoeken naar een ruimte:

  • die kan afgesloten worden
  • lokaal van minimum 20 à 30m2
  • toegankelijk voor cargofietsen (gelijkvloers of helling)
  • met elektriciteit (bepaalde fietsen zijn elektrisch en ook onze smartphone moet opgeladen worden)
  • in de vijfhoek of eerste kroon  
  • minimale kosten (huur en/of charges)
  • aangrenzende coworking ruimte is een pluspunt

Ken je een ruimte die aan onze behoeften voldoet? Stuur ons een mail: info@molenbike.be!

Schakel een versnelling hoger!

Antoine Struelens voor Team Molenbike

www.molenbike.be

In oktober 2021 deden 3.000 Brusselaars mee aan het grootste burgeronderzoek ooit naar de luchtkwaliteit in Brussel. Individuen, families, scholen, bedrijven en organisaties hebben de hele maand de NO2 gemeten aan hun raam. Allen wilden ze te weten komen hoe gezond de lucht is die ze elke dag inademen in hun straat, hun wijk, hun stad. Dat de Wereldgezondheidsorganisatie haar gezonde grenzen heeft verlaagd op basis van nieuw wetenschappelijk bewijs, prikkelt de nieuwsgierigheid des te meer.

Op vrijdag 18 maart, zes maanden na de start van de campagne, breekt het uur van de waarheid aan. Dan kom je de resultaten te weten van het burgeronderzoek.

BRAL nodigt jou met plezier uit op een infoavond over CurieuzenAir bij jou in de buurt. Op dit evenement zal je kunnen vernemen hoe het is gesteld met de luchtkwaliteit in jouw wijk of straat. Je meest prangende vragen zullen een antwoord krijgen. En je zal kunnen debatteren over welke maatregels de luchtkwaliteit kunnen verbeteren.

Met een gratis glas achteraf!

Praktisch:

 

Dit jaar steunt BRAL opnieuw de Belgian Housing Action Day. We roepen je op om mee te doen. Vandaag de dag gelden de eisen van het platform van de Belgian Housing Action Day voor het recht op wonen meer dan ooit. De coronacrisis van de laatste twee jaar heeft de al ondraaglijke situatie verergerd. Als er één ding duidelijk is geworden, dan is het wel dit: huisvesting is een basisbehoefte. We hebben allemaal een dak boven ons hoofd nodig, een plek om tot rust te komen, om voor onszelf te zorgen, om ons veilig en thuis te voelen.

Het is vandaag hoog tijd om onze eisen op straat en in het publieke debat te laten horen. Het is tijd om het recht op wonen op de publieke en politieke agenda te plaatsen. Op 27 maart 2022 ondersteunen we als Belgisch collectief van verenigingen en individuen, de Europese Housing Action Day, de actiedag voor het recht op wonen. Wat de Belgian Housing Action Day wil, schreven we neer in een manifest.

Manifest

Wonen is een basisrecht. Toch slapen er vandaag in België nog altijd duizenden mensen op straat. Duizenden kunnen hun huur niet betalen. Duizenden wonen in ongezonde of te kleine woningen en duizenden anderen zijn bang om geen toereikende huisvesting te vinden. Mensen in armoede voelen zich vaak alleen geconfronteerd met woonproblemen. Ze schamen zich voor hun individuele situatie, hoewel dit een collectief probleem is.

In België worden we zoals in veel andere Europese landen geconfronteerd met dynamieken die ons allen verarmen en leiden tot uitsluiting van wie over onvoldoende geld beschikt. Deze dynamieken leiden eveneens tot discriminatie van zij die niet het juiste geslacht, de juiste huidskleur of de juiste papieren hebben. Onze steden en woonruimtes worden verkocht en herleid tot beursgerichte aandelen. Terwijl onze lonen stagneren, stijgen de huurprijzen en barsten de verkoopprijzen van appartementen en huizen uit hun voegen. Een steeds groter deel van ons inkomen gaat dan ook naar huisvesting. Het aantal sociale woningen neemt amper toe en daalt zelfs op sommige plaatsen. Vele van ons hebben zich, om een woning te kunnen kopen, bij een bank in de schulden gestoken al konden ze het zich niet echt veroorloven. België heeft dan ook altijd disproportioneel geïnvesteerd in het stimuleren van privé-eigendom. De private en sociale huurmarkt worden aan hun lot overgelaten. Geconfronteerd met deze situatie zien sommigen kraken als een oplossing. Maar kraken is illegaal gemaakt, zelfs als het gaat om panden die leegstaan met speculatieve doeleinden. In de steden worden te dure appartementen gebouwd die de prijzen van alle woningen doen stijgen. Woningen worden omgevormd tot kantoren of vakantieverblijven.

In onze steden worden volksbuurten "gerenoveerd" en omgevormd tot winstgevende ruimten: oude cafés worden gesloten en vervangen door meer chique en trendy plekken. In onze steden en op het platteland worden de schaarse publieke terreinen verkocht aan privépromotoren. Duizenden mensen in onze steden en op het platteland komen moeilijk rond, worden uit hun huis gezet en betalen veel te hoge huurprijzen voor woningen die te klein zijn en in slechte staat verkeren. In heel België vrezen duizenden mensen in armoede het einde van de maand en verhuren zelfs hun slecht geïsoleerde zolder aan iemand die nog armer is, gewoon om "de eindjes aan elkaar te kunnen knopen". Gezinnen worden uit hun huis gezet en hebben soms  geen andere keuze dan op straat te leven.

We dulden dit onrecht en geweld niet langer. We verzetten ons en tonen ons solidair. Het is een onrecht dat zo veel mensen nog steeds in erbarmelijke toestanden moeten overleven. Wij willen dat het beleid hier zijn verantwoordelijkheid neemt. In de afgelopen jaren zijn tienduizenden, honderdduizenden mensen de straat op gegaan om een eerlijk stads- en huisvestingsbeleid te eisen, onlangs nog op 6 april 2019 in bijna vijftig steden tijdens de Europese actiedag. Als gevolg van deze mobilisaties werd in Berlijn een huurstop doorgevoerd. Ook in België kunnen we een overwinning behalen.

Wij, een nationale alliantie van verenigingen en collectieven die actief zijn in de gezondheidszorg, de strijd tegen de armoede, het recht op de stad en het recht op huisvesting eisen:

  1. Een onmiddellijke verlaging en omkadering van de huurprijzen. Huisvesting is geen handelswaar.
  2. Een einde aan de uitzettingen en een woning voor alle daklozen. Waardig, gezond en betaalbaar wonen, afgestemd op de behoeften van gezinnen en individuen.
  3. Het einde van de leegstand! Wij willen dat de sancties tegen verhuurders die hun huis leeg laten staan in afwachting van een waardevermeerdering van hun panden daadwerkelijk worden toegepast. Een einde aan de criminalisering van kraken en bezettingen! Wij willen dat de antikraakwet wordt ingetrokken, maar bestrijden het idee dat kraken een structurele oplossing biedt.
  4. Echte inspraak in het beheer van onze woon-en leefruimtes en de erkenning van collectieve rechten voor huurders. Onze leefruimtes mogen niet het product zijn van privébelangen en grote investeerders.
  5. De massale bouw en renovatie van sociale woningen. We willen meer publieke terreinen en openbare gebouwen. Wij pleiten voor de ontwikkeling van huurdercoöperatieven en het collectieve beheer van onze gebouwen. Huisvesting is te belangrijk in de handen van de markt te laten.
  6. Een solidaire en ecologische stads- en plattelandsontwikkeling! Een kwaliteitsvolle omgeving, isolatie van gebouwen en de garantie voor toegang tot water en energie voor iedereen.
  7. Regularisatie van mensen zonder papieren !

📢 AANDACHTSPUNT 2022 : "VOOR EEN VERLAGING VAN DE HUURPRIJZEN!" 📢

Het recht op wonen is de basis voor een behoorlijk leven.

Welzijn, lichamelijke en geestelijke gezondheid, onderwijs en toegang tot sociale rechten houden rechtstreeks verband met degelijke huisvesting.

Een explosieve stijging van de huurprijzen gepaard met een kleinere stijging (of zelfs daling) van de huishoudinkomens maakt dat steeds meer gezinnen kwetsbaarder worden of in onzekerheid leven als gevolg van een ondermaatse woning. De druk op de huurprijzen treft niet alleen precaire gezinnen, maar bedreigt de hele bevolking.

Huisvesting, een basisbehoefte voor iedereen, wordt door beleggers beschouwd als een veilige en rendabele investering. De toenemende speculatie op de huisvestingsmarkt leidt tot een algemene stijging van de prijzen, waardoor het steeds moeilijker wordt om toegang te krijgen tot een degelijke en betaalbare woning. [Van alle OESO-landen is België het land waar het aandeel woonkosten in verhouding tot het inkomen het sterkst is gestegen (x350% voor de armste 20% van de gezinnen tussen 1988 en 2020 volgens het Eurostat 2020-onderzoek naar het huishoudbudget].

Bovenop deze structurele wooncrisis komt nog een economische crisis als gevolg van het coronavirus, de sterke stijging van levenskosten, met name de energieprijzen, en de overstromingen die duizenden woningen in Wallonië verwoestten.

Huisvesting is een grondrecht, en daarom is de regulering van de huurmarkt een legitieme doelstelling van algemeen belang: huisvesting is geen economisch goed, en mag ook niet zo worden beschouwd.

Van alle markten die toegang geven tot basisbehoeften, is de huurmarkt aantoonbaar de minst goed gereguleerde. Ondanks het bestaan van talrijke normen (gezondheid, non-discriminatie, EPC, registratie van de huurovereenkomst,...) ontbreekt het aan een doeltreffende controle.

Op het gebied van huisvesting zou het algemeen belang altijd voorrang moeten krijgen op het particulier belang, terwijl het tegendeel overduidelijk het geval is, ten nadele van de meest precaire sociale lagen. De particuliere eigenaar is volledig vrij om de huurprijs vast te stellen, zonder enige beperking. Dit alles in een land waar het percentage sociale huisvesting buitengewoon laag is.

De bestaande maatregelen om verhuurders en projectontwikkelaars over de streep te trekken, blijken al jaren inefficiënt. Ze creëren zeer weinig betaalbare huisvesting, kosten overheidsgeld en versterken de winstgevende investeringsdynamiek die de huurmarkt onder druk zet. Deze maatregelen zijn des te ongepaster omdat huuropbrengsten niet worden belast voor de winst die zij opleveren.

Het is niet normaal dat eigenaars van huurwoningen deze beschouwen als een winstgevende investering, terwijl de bredere gemeenschap de kosten en risico's moet dragen! Het is niet normaal dat huurders moeten bloeden om hun huur te betalen!

Het is hoogtijd dat de overheid haar verantwoordelijkheid opneemt om de huurprijzen daadwerkelijk te verlagen door een doeltreffend arsenaal aan controlemiddelen te voorzien die de verplichtingen van de verhuurders naziet.

Huisvesting is een basisrecht en wij eisen dat het als zodanig wordt erkend. Zij moet worden beschouwd als één van de pijlers van de sociale zekerheid, naast gezondheidzorg en onderwijs. De vermarkting van onze woonplaatsen ontneemt ons dit recht en we zijn hier om het te verdedigen. Mobiliseren wij ons voor het recht op huisvesting!

Voor een overzicht van de ondertekenaars kan je terecht op http://www.housing-action-day.be/nl/signataires.

CurieuzenAir, het grootste burgeronderzoek ooit naar luchtkwaliteit in Brussel, maakte vandaag de resultaten bekend. 3.000 Brusselaars hebben in oktober 2021 de concentratie aan stikstofdioxide in de buitenlucht gemeten. De kaart met de resultaten kan je hier of hier bekijken. BRAL is fiere partner van CurieuzenAir. Voor ons is het de climax van jarenlang werken rond luchtkwaliteit in Brussel. Raf Pauly, coördinator van BRAL, reageert op de resultaten van CurieuzenAir.

Eindelijk, de resultaten van CurieuzenAir zijn er. Het resultaat van een collectieve inspanning van duizenden Brusselaars. BRAL is bijzonder trots op het geleverde werk. Niet alleen voor deze campagne, maar ook voor de strijd voor een betere luchtkwaliteit die vele Brusselaars in de afgelopen jaren geleverd hebben. Brussel kent een bijzonder sterk en actief middenveld, en zonder hun jarenlange inspanningen om luchtkwaliteit op de publieke agenda te zetten, zou CurieuzenAir er niet geweest zijn.

Wat leren we uit deze resultaten? Dat er vooruitgang is in de algemene luchtkwaliteit in Brussel. Daar zijn we zeker blij mee. Tegelijk is er nog heel wat werk te doen. De stippenkaart toont een grote ongelijkheid in Brussel, tussen een ‘rood-geel’ centrum en een ‘blauw-groene’ rand. Hoe verder van het centrum, hoe beter de lucht. Die structuur van ongelijkheid in Brussel herkennen we al te goed. 

We zien soortgelijke kaarten als we kijken naar economische ongelijkheid, naar de kwaliteit van huisvesting, naar de toegang tot kwaliteitsvolle groene ruimte, naar scholing en werk, ... Dat die ongelijkheid die zo kenmerkend is voor Brussel, ook terugkomt in de CurieuzenAir resultaten is dus jammer genoeg niet verrassend

De luchtvervuiling treft ons allemaal. Meetbuisjes hangen vast op één plaats, maar mensen zitten natuurlijk niet stil. De CurieuzenAirs hebben vooral gemeten waar ze wonen, maar mensen bewegen zich door de stad om te werken, sporten, ontspannen, ... De impact van de luchtkwaliteit op de publieke gezondheid is van belang voor elke Brusselaar. 

Bovendien heeft de WHO recent de normen voor stikstofdioxide nog verstrengd, omdat er steeds meer bewijs is dat de gezondheidsimpact al begint vanaf een veel lagere concentratie stikstofdioxide in de lucht dan eerst gesteld (10 µg/m³ in plaats van 40 µg/m³). Nemen we die nieuwe norm als maatstaf, dan woont, studeert of werkt meer dan 98% van de Brusselse bevolking in een omgeving met een schadelijke luchtkwaliteit.

Wat moet er dan gebeuren? Dat gemotoriseerd verkeer de belangrijkste bron is van NO2-vervuiling is al lang geweten. Ook de CurieuzenAir campagne geeft opnieuw duidelijk weer dat de luchtkwaliteit het slechtst is op plaatsen met veel verkeer en een slechte ventilatie van lucht: smalle straten met hoge gevels (de ‘street canyons’). 

Het goede nieuws is dat er al heel wat plannen gemaakt zijn door het Brussels Gewest om de luchtkwaliteit over heel Brussel te verbeteren: er is een mobiliteitsplan met als doel de wijken autoluw te maken (Good Move), en er bestaat al een Lage Emissiezone die vervuilende wagens weert uit Brussel. Dat mobiliteitsplan heeft echter nog heel wat voeten in de aarde. 

De gemeenten zijn nu aan zet om autoluwe wijken in te richten, zodat er minder doorgaand verkeer in de Brusselse wijken komt, en dus minder uitstoot. Dat proces verloopt ... moeizaam. Er ligt een voorstel op tafel voor een gewestelijke kilometerheffing om de totale autodruk in Brussel te verminderen (Smart Move). Ook daar lopen de politieke onderhandelingen moeizaam. De Lage Emissiezone is al een hele tijd geïmplementeerd, en heeft zeker haar effect. De vraag is of het niet allemaal sneller en strenger kan?

Laat CurieuzenAir dus vooral de Brusselaars helpen om hun eisen voor een gezonde en leefbare stad kracht bij te zetten. 

Wie twijfelt aan het draagvlak voor een ambitieus stedelijk beleid, kan je wijzen op de massale mobilisatie van de CurieuzenAirs. BRAL zal alvast mee aan de kar trekken! Jij kan daar bij helpen. Door het beleid te beïnvloeden, door kennis te delen en door te bougeren.

- Raf Pauly

PS: We nodigen je met plezier uit op een gratis en tweetalige info- en debatavond over de resultaten. Check waar en wanneer we bij jou in de buurt komen en schrijf je in op www.bral.brussels/presentscurieuzenair.. 

CurieuzenAir is een initiatief van de Universiteit Antwerpen, BRAL en Université Libre de Bruxelles, in nauwe samenwerking met Bloomberg Philanthropies, Leefmilieu Brussel, De Standaard, Le Soir, en BRUZZ.

 

De interactieve stippenkaart met de resultaten van alle meetpunten vind je vanaf vrijdag 18 maart 17:00 uur op de websites van
De Standaard, Le Soir en BRUZZ. Het wetenschappelijke rapport vind je hier

 

  • Eén maand lang brachten 3.000 Brusselaars de concentratie aan stikstofdioxide in hun straat in kaart, een belangrijke indicator voor luchtverontreiniging door verkeer.
  • De unieke dataset van CurieuzenAir toont gedetailleerd de impact van verkeer waarbij socio-economisch kwetsbare wijken vaker te maken hebben met slechte luchtkwaliteit.
  • CurieuzenAir toont aan dat de luchtkwaliteit in Brussel is verbeterd, maar dat er nog steeds een grote gezondheidsimpact is.
  • CurieuzenAir biedt niet alleen gedetailleerde inzichten voor Brussel, maar toont ook patronen en trends die relevant zijn voor andere Europese steden.

Tussen 25 september en 23 oktober 2021 namen 3.000 Brusselaars deel aan CurieuzenAir, het grootste burgeronderzoek ooit naar luchtkwaliteit in onze hoofdstad. Via een meetopstelling aan hun gevels maten de burgerwetenschappers een maand lang de concentratie stikstofdioxide (NO2) in hun straat. Het project resulteert in een unieke dataset die de invloed van verkeer op de luchtkwaliteit in Brussel zeer gedetailleerd in kaart brengt. De resultaten lopen uiteen van ‘uitstekend’ tot ‘uiterst slecht’, waarbij het contrast in luchtkwaliteit tussen socio-economisch kwetsbare wijken en groene, welgestelde buurten opvalt. CurieuzenAir brengt ook goed nieuws: de data tonen aan dat de luchtkwaliteit in Brussel de afgelopen jaren behoorlijk verbeterd is.

Grote en verrassende verschillen doorheen Brussel

Op de interactieve stippenkaart kreeg elk meetpunt een kleur, corresponderend met de gemeten waarde. Kijkend naar de kaart valt op dat de luchtkwaliteit van buurt tot buurt, en zelfs van straat tot straat sterk verschilt. Van blauwe stippen (0-15 µg/m3; ‘zeer goed’) tot een aantal gitzwarte punten (>50 µg/m3; ‘uiterst slecht’): de CurieuzenAir-dataset maakt duidelijk dat deze verschillen verklaard worden door de emissies van het Brusselse verkeer.

De laagste NO2-concentratie van 6,2 µg m-3 werd gemeten in het midden van het Zoniënwoud, een locatie waar amper uitlaatgassen worden geproduceerd. De laagste NO2-concentratie in bewoond gebied (8,1 µg m-3) werd gemeten aan een gevel in de Vogelenzangstraat in Anderlecht. Een opmerkelijke meting voor een stadsomgeving, waar meetwaarden onder de 10 µg m-3 doorgaans minder vaak worden aangetroffen. Deze meetwaarde duidt erop dat er ook in Brussel woonbuurten zijn met zeer goede luchtkwaliteit.

Aan de andere kant van het spectrum zijn er ook uitschieters. De hoogste meetwaarde (60,5 µg m-3) werd opgetekend langs de drukke Nieuwpoortlaan, en ook langs de Kleine Ring zijn er meetpunten die de grens van 50 µg m-3 voorbijsteken. Deze hoge waarden worden verklaard door een samenspel van druk verkeer en weinig luchtcirculatie door hoge aaneengesloten bebouwing. Olivier Brasseur, expert luchtkwaliteit bij Leefmilieu Brussel, licht toe: “De hoogste concentraties stikstofdioxide worden bereikt op plaatsen met veel verkeer. Deze concentraties worden versterkt door een "canyon effect", de aanwezigheid van gebouwen aan weerszijden van de straat, waardoor de verontreinigende stoffen als het ware in de straat blijven hangen. Verrassend zijn de verschillende NO2-concentraties binnen een en dezelfde straat. Dit kan worden verklaard door de opbouw van de straat, waardoor de wind op sommige plaatsen meer of juist minder vrij spel krijgt.” Daarnaast zorgt stop-and-go-verkeer aan kruispunten en files tijdens de ochtend- en avondspits voor een verhoogde uitstoot en hoge pieken. Dit vertaalt zich naar rode en paarse punten op de CurieuzenAir-stippenkaart.

Telewerk en schoner wagenpark: de luchtkwaliteit verbetert

Dankzij de omvangrijke CurieuzenAir-data kan voor het eerst de blootstelling van de hele Brusselse bevolking aan NO2 worden ingeschat. En dit is meteen een primeur: nooit eerder werd dit berekend voor een Europese stad. De grenswaarde van 40 µg/m3, zoals vastgelegd in Europese wetgeving, wordt overschreden op 1.4% van de CurieuzenAir-meetlocaties. Omgerekend komt dit neer op 17.000 inwoners in Brussel die op hun woon- en/of werkplek blootgesteld worden aan zeer hoge concentraties NO2.

“Het is absoluut niet prettig om te horen dat je op een rode locatie woont of werkt”, zegt professor Filip Meysman (UAntwerpen), coördinator van CurieuzenAir. ”Maar dat is tegelijkertijd ook het doel van ons onderzoek: hotspots van luchtvervuiling zichtbaar maken en zorgen dat lokale beleidsmakers de verkeerssituatie kunnen verbeteren. Aan de andere kant zijn we verrast om te zien dat het om een relatief klein percentage gaat. Nog maar twee jaar geleden was dit naar schatting nog zo’n 10% en tien jaar geleden zat zelfs de helft van de Brusselse bevolking nog boven de norm. De officiële meetstations van Leefmilieu Brussel laten eenzelfde, dalende trend zien. De luchtkwaliteit in Brussel is dus duidelijk aan het verbeteren.” De onderzoekers zien een aantal belangrijke verklaringen voor de recente verbetering. Het corona-effect zorgde voor telewerk en dus minder verkeer tijdens de meetperiode. Maar ook het steeds schonere wagenpark, het hogere fietsgebruik en de lage-emissie-zone spelen een rol, en dit zijn blijvende effecten. De CurieuzenAir-data tonen aan dat dergelijke maatregelen de leefkwaliteit in een grote stad wel degelijk ten goede komen.  

Ondanks de bemoedigende meetresultaten mag Brussel niet op zijn lauweren rusten.
De Wereldgezondheidsorganisatie presenteerde in september 2021 een nieuwe drempelwaarde: boven 10 µg m-3 zijn de eerste gezondheidseffecten merkbaar. En dat is dan weer behoorlijk ontnuchterend: op basis van de CurieuzenAir-data woont of werkt 98,4% van de bevolking - oftewel 1.200.000 Brusselaars – bij deze nieuwe grenswaarde op een locatie boven deze gezondheidsnorm.

Alain Maron, Brussels minister van Klimaattransitie, Leefmilieu, Welzijn en Gezondheid: "CurieuzenAir is een mooi voorbeeld van de kracht van burgerwetenschap. Dankzij alle burgers die aan het project hebben deelgenomen, hebben we een ongeëvenaarde dataset verzameld over de luchtverontreiniging in Brussel, die ons helpt om het probleem in onze stad beter te begrijpen. Hoewel we zien dat de situatie langzaam verbetert, blijven de hoge concentraties nog steeds onaanvaardbaar, en vragen ze om dringende, grondige actie. We moeten ervoor zorgen dat iedereen in de stad, waar ze ook wonen en wat ze ook verdienen, schone en gezonde lucht kan inademen.”

"Dankzij CurieuzenAir weten we nu wat we voorheen niet wisten. De waardevolle data van CurieuzenAir zullen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Leefmilieu Brussel en het maatschappelijk middenveld in staat zullen stellen om de inspanningen voor schonere lucht verder te zetten, zegt Antha Williams, Global Head of Environment Programs bij Bloomberg Philanthropies. "Het verder aanpakken van de luchtverontreiniging in Brussel zal levens redden en vooral ten goede komen aan de meest kwetsbaren, waaronder kinderen en ouderen, die het meest vatbaar zijn voor de schadelijke effecten van luchtvervuiling."

Goede luchtkwaliteit is van belang voor alle Brusselaars

Want de gemeten NO2-concentraties vertonen opmerkelijke verschillen tussen buurten, straten en soms binnen eenzelfde straat. Onderzoekers van Université libre de Bruxelles legden de CurieuzenAir-data naast sociaaleconomische kenmerken van de verschillende wijken. “Opvallend is het verschil in luchtkwaliteit tussen de oranje en gele stippen in het centrum en de blauw-groene periferie van Brussel”, legt Dirk Jacobs, professor sociologie aan de ULB uit. “De drie wijken met de beste luchtkwaliteit van het gewest zijn gelegen in Ukkel en de drie wijken met hoogste NO2-concentratie zijn terug te vinden in het stadscentrum en nabij de Kleine Ring.” Buurten met een hogere bevolkingsdichtheid scoren doorgaans slechter op het gebied van luchtkwaliteit. Bovendien is er een duidelijk verband tussen het inkomen en de luchtkwaliteit op de plek waar je woont: hoe armer de buurt, hoe slechter de luchtkwaliteit. "Ironisch genoeg betekent dit ook dat in de buurten waar het autobezit per huishouden lager is, de luchtkwaliteit toch slechter is door het verkeer in de straat".

“De resultaten van CurieuzenAir tonen aan dat de gezondheidseffecten voor de Brusselaars ongelijk verdeeld zijn. We zitten niet allemaal in hetzelfde schuitje”, aldus Raf Pauly van BRAL, stadsbeweging voor Brussel, en mede-initiatiefnemer van CurieuzenAir. “Maar het meetresultaat in je straat is niet gelijk aan je eigen dagelijkse blootstelling. We brengen maar een deel van onze tijd thuis door. Mensen uit de blauw-groene periferie gaan ook studeren, werken of winkelen in de Vijfhoek. We hebben er dus allemaal belang bij dat de luchtkwaliteit over heel Brussel nog sterk verbetert en daar moeten we volop op inzetten.”

CurieuzenAir is een initiatief van de Universiteit Antwerpen, stadsbeweging BRAL en Université libre de Bruxelles, in nauwe samenwerking met Leefmilieu Brussel, De Standaard, Le Soir en BRUZZ. Het project wordt ondersteund door Bloomberg Philanthropies’ Brussels Clean Air Partnership.