Artikels

Thema

TADA atelier ExpAIR 2024 poster

In het atelier waarbij we het meetpunt gingen bezoeken, werd het voor de jongeren duidelijk hoe dat onderzoek nu praktisch in elkaar zat. We haalden de meetbuisjes eruit en lieten deze rondgaan. We vertelden dat een fietskoerier deze om de twee weken komt vervangen en naar het labo brengt. In het atelier met de Airbeams stelden de kinderen vast dat de luchtkwaliteit heel veranderlijk is, en er bijvoorbeeld al een verschil te merken is tussen de luchtkwaliteit in de klas en op de speelplaats. Ze gingen ook zelf allerlei vragen stellen over de verschillende meetwaardes en wat deze betekenden, wat de effecten zijn op de gezondheid, en wat er hieraan kan worden gedaan.

TADA atelier ExpAIR 2024

Groepsgesprekken over oplossingen 

Het was leuk om te zien dat de jongeren interesse toonden voor luchtkwaliteit. Tijdens een gesprek over de oorzaken van luchtkwaliteit kwamen ze ook zelf met oplossingen zoals minder de auto te gebruiken. Andere kinderen hadden hier een andere kijk op. Zij vertelden ons dat het geen zin heeft om de volwassenen te gaan vertellen dat ze minder de auto moeten gebruiken. Er was ruimte voor ieders mening in de klasgesprekken die we hebben gevoerd over luchtkwaliteit. 

Het was voor ons een heel fijne ervaring. We kijken ernaar uit om het vaker met jonge ketjes te hebben over de luchtkwaliteit in hun stad! 

Zoë en Eva

Klik hier om de kaart in een apart venster te openen. 

Met dank aan Philippe, geëngageerd in het lokale meetnetwerk in Schaarbeek, voor het maken van de kaart!

Over welke resultaten gaat het?

Er blijven plekken in Brussel waar de luchtkwaliteit waarschijnlijk illegaal slecht is, die buiten het primaire netwerk (de officiële meetstations) vallen. Waarschijnlijk, want deze eerste, tussentijdse resultaten kunnen nog geen jaargemiddelde weergeven, waardoor extrapoleren naar de Europese drempels nu nog niet mogelijk is. De metingen gaan nog minstens 1 jaar lang door, waardoor vergelijken met de Europese drempels na 1 jaar wel mogelijk wordt. De eerste resultaten die we hier voorstellen gaan van juni tot en met september 2023, opgedeeld in waardes die 2 weken beslaan.

ExpAIR meet, net zoals CurieuzenAir, NO2 of stikstofdioxide, een gas dat vrijkomt bij verbrandingsprocessen en dat schadelijk is voor mens en natuur.

Welke conclusies kunnen we al trekken uit deze resultaten?

Eerst en vooral zijn we trots dat het ExpAIR-netwerk operationeel is. De installatie van dit netwerk in de publieke ruimte vult het netwerk van officiële meetpunten aan en is een belangrijke stap om alert te blijven voor luchtvervuiling in Brussel.

 

Kaart officiële meetpunten Brussel Leefmilieu

 

Deze eerste resultaten van ExpAIR tonen de betrouwbaarheid van de meettechniek aan. Onze waarden volgen de inschattingen van Irceline, de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL). Op hun website kan je trouwens de meetwaardes van de officiële meetpunten in België uur per uur volgen. Wanneer IRCEL een periode met betere luchtkwaliteit inschat, liggen ook onze waardes lager. In de zomer is er bijvoorbeeld minder verkeer en dan hebben de meetpunten van zowel ExpAIR als IRCEL ook minder luchtvervuiling gemeten. 

Primair en secundair netwerk

De metingen van het primaire netwerk geven voor 2022 aan dat er geen overtredingen zijn van de Europese luchtkwaliteitsnormen (40µg/m³ NO2-concentratie per jaar). Hierdoor kan er gedacht worden dat er geen jaargemiddeldes meer boven de 40 µg/m³ kan worden gemeten over heel Brussel.

Projectpartner Brussel Leefmilieu geeft meer duiding bij het verschil: “De technische vereisten voor het installeren van de officiële meetstations beperken de keuze van de locaties en hun kosten maken het onmogelijk om er een groot aantal te installeren.

Het huidige primaire meetnetwerk van Leefmilieu Brussel omvat veel meer meetstations dan vereist door de Europese richtlijnen. Deze stations maken het mogelijk om de luchtkwaliteit te karakteriseren in verschillende types representatieve omgevingen in het Brussels Gewest, maar geven geen gedetailleerd beeld van de ruimtelijke verspreiding van NO2-concentraties. Daarom vult Leefmilieu Brussel de metingen van het primaire netwerk aan met luchtkwaliteitsmodellen met een hoge ruimtelijke resolutie.

Het secundaire meetnetwerk van ExpAIR voegt daarom een extra laag toe aan het primaire netwerk. 

Brussel Leefmilieu: “Het secundaire netwerk van ExpAIR zal worden gebruikt om de NO2-modellering in het hele Brusselse Gewest te valideren of te verbeteren.

Aan de hand van deze 24 extra meetpunten kan worden aangetoond dat op veel plaatsen in Brussel hoogstwaarschijnlijk de jaarlijkse norm van 40 µg/m³ niet wordt gehaald. De eerste tussentijdse resultaten bevestigen alvast dit vermoeden. Op veel plekken ligt het tweewekelijks gemiddelde van ExpAIR hier ver boven, en ook hoger dan de resultaten van het primaire netwerk in dezelfde periode. 

Wat kunnen we vaststellen: 

  • We meten met dit secundaire netwerk op de vermoedelijk meest vervuilde plekken van Brussel. Dat blijkt ook uit de cijfers. Hiermee willen we aantonen dat er nog inspanningen nodig zijn om iedere Brusselaar het recht op gezonde lucht te garanderen. De officiële metingen tonen aan dat de volgehouden inspanningen inzake luchtbeleid lonen, zoals bijvoorbeeld de Lage Emissie Zones. Het kan dus.
  • Op de grote assen merken we dat het secundair netwerk een meerwaarde biedt. Het officieel meetpunt in de Regentstraat vertegenwoordigt de grote verkeersassen in Brussel. Het jaargemiddelde daar ligt onder de huidige Europese drempel. Met ExpAIR zien we dat we op vergelijkbare plaatsen de drempel wellicht wel wordt overschreden. Aan de Vlaamse Poort bijvoorbeeld zitten we er nu systematisch boven, ook in de normaal betere zomermaanden. 
  • Ook buiten de grote assen blijft de luchtkwaliteit problematisch. Op sommige plaatsen liggen de tussentijdse waarden vaak hoger dan die van een gelijkaardig, officieel meetstation. Bijvoorbeeld het officiële meetpunt op het Sint-Katelijneplein (wat een residentiële omgeving zou moeten representeren) is een vergelijkbaar punt als de Piersstraat (ook residentieel). Daar zijn er waarden rond de 54,9 µg/m³ gemeten met een gemiddelde van 42,4 µg/m³ over de periode. 
  • Het ExpAIR-netwerk haalde bijna nergens de WHO–norm van 25 µg/m³ per dag.
  • Er is een opvallend verschil tussen de zomer en september. Dit bevestigt de afhankelijkheid van het weer en het verkeer: in de zomer warmer weer en minder verkeer, in september meer verkeer met de verwachting op hogere NO2 waarden.

Heb je vragen over de resultaten? Contacteer ons op expair@bral.brussels!

Onze wens voor dit jaar? Dat Brussel elke dag een beetje gezonder, milieuvriendelijker en solidairder mag worden. Daar werken we ook in 2024 aan verder.

We wensen je veel inspiratie en goesting om er terug in te vliegen met BRAL in 2024.

Het bestuur en de staf van BRAL

Met het Andere Atelier hebben we geprobeerd hier aan bij te dragen: we organiseerden in 2022 wandelingen, lezingen en een creatief ontwerpatelier over de circulatieplannen. Nu hebben we ook een publicatie uit, de neerslag van onze activiteiten. Wij zijn van mening dat autoluwe wijken Brussel veiliger, gezonder en aangenamer kunnen maken. We hopen met deze publicatie beleidsmakers en burgers te inspireren.  

De wandelingen: boots on the ground 

Participatie speelde in het Andere Atelier een sleutelrol. Burgers, collectieven, organisaties en experts deelden hun mening bij deze evenementen. Lokale gidsen van Heroes for Zero leidden ons doorheen Molenbeek, Schaarbeek, Sint-Agatha-Berchem en Vorst om te schetsen hoe het eraan toe gaat op gebied van verkeersveiligheid. We observeerden er de gevaarlijke situaties en we suggereerden concrete verbeteringen, inclusief ontwerpbeelden die tonen hoe het beter kan.  

Waar gingen we naartoe?   

  • In Molenbeek passeerden we langs het metrostation Belgica, de Jean Dubrucqlaan, de Maasstraat, het Bevrijderssquare, de Jubelfeestlaan, de Lakenveldstraat, het Sint-Remiplein, de Vanderstichelenstraat, de Picardstraat, de Suzan Danielbrug en de Havenlaan, Sainctelette en de Leopold II-laan en de Opzichterstraat.  
  • In Schaarbeek gingen we langs het Liedtsplein, de Gallaitstraat, de Rubensstraat, de Vondelstraat, het Collignonplein, het Lehonplein, de Koninklijke Sinte-Mariastraat, de Louis Bertrandlaan en de Ambassadeur Van Vollenhovenlaan. 
  • In Sint-Agatha-Berchem kwamen we terecht op de Parvis, het Schweitzerplein, het Boudewijnplein, de Strijdersstraat en de Openveldstraat, de Bloemkwekersstraat en de Groot-Bijgaardenstraat. 
  • In Vorst passeerden we langs de Van Volxemlaan, de Bondgenotenstraat, de Kastanjestraat, de Stadionstraat, de Brusselsesteenweg, de ingang van het Dudenpark, de Guillaume Van Haelenlaan en de Wielemans-Ceuppenslaan.  

De lezingen: sticky issues 

We merkten dat een aantal vragen rond circulatieplannen steeds terugkeren: Brengen circulatieplannen meer verkeer naar de grote verkeersassen? Zijn circulatieplannen slecht voor de lokale handel? Hinderen autoluwe wijken personen met een beperking?  

We lieten drie experts aan het woord voor een antwoord: econoom en stedenbouwkundige Frédéric Héran, ingenieur Mathieu Chassignet en beleidsadviseur Dorien Meulenijzer

Daarna kwam er telkens een panel aan de beurt dat de Brusselse context goed kent: 

  • Kristof De Mesmaker (Brusssel Mobiliteit), Rien Van de Wall (Vereniging Deltametropool) en Olivier Fourneau (Inter-Environnement Bruxelles) 
  • Anton Van Assche (UNIZO), Fabrice Goffinet (hub.brussels) en Ela Callorda Fossati en Solène Sureau (ULB). 
  • David Seffer (Kinumai), Mathias De Meyer (Brussel Mobiliteit) en Gideon Boie (architect-filosoof, BAVO).  

 Creatief ontwerpen: het Horizon Atelier 

Het Horizon Atelier bracht het geheel aan informatie van de wandelingen en lezingen samen en ontwierp beelden. Deze visuele ontwerpen verzinnebeelden hoe het anders en beter kan op de probleemplekken van de wandelingen.  

Een van de plekken die we visualiseerden was de Maritiemwijk met de Picardstraat in Molenbeek.  

“De Picardstraat is vandaag een transitstraat. Wanneer de straat autoluw wordt gemaakt, kan er veel meer: van terrassen op de hoeken, centrale ontharding, een fiets-lus, hoogstammige bomen tot energie opwekken in de ondergrond. […] Door de capaciteit van parkings te optimaliseren van supermarkten en particuliere bedrijven en open te stellen aan buurtbewoners slaan we twee vliegen in één klap. Er komt publieke ruimte vrij en je parkeerplek is gekend. […] In de Maritiemwijk zijn er een aantal ‘zwarte punten’ waar veel (dodelijke) ongevallen gebeuren. We stellen een knip voor ter hoogte van de doorsteek van de trambedding en een aparte busbaan op de Jubelfeestlaan, daardoor ontstaan ook zes nieuwe parkeerplaatsen.” 

Conclusies 

We trokken uit ons traject drie conclusies:  

  1. Met ambitieuze beslissingen hoeven de grote assen niet onleefbaar te worden.  
  2. De handel kan floreren dankzij autoluwe wijken.  
  3. Ook voor mensen met beperkte mobiliteit kunnen de circulatieplannen een meerwaarde zijn als er met hen rekening gehouden wordt. 

Interessant!? 

Hoe kan je de publicatie lezen? Onderaan vind je de publicatie in pdf. Je kan ook een exemplaar bestellen via a-atelier@outlook.com

We wensen je veel leesplezier! Wil je graag reageren op de publicatie? Contacteer ons op a-atelier@outlook.com

Het Andere Atelier 

Heroes for Zero, Filter Café Filtré Atelier, BRAL 

Een internationale netwerkdag over gedeelde mobiliteit voor activisten, overheden, verkozenen, consultants en professionelen, die dolle, gedeelde rit wil je niet missen.

Deze sprekers zijn al bevestigd:

⚡Philippe Crist (The International Transport Forum)
⚡Mohamed Mezghani (UITP)
⚡Dr. Johanna Tzanidaki (ERTICO ITS)
⚡Ananda Groag (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat - NL)
⚡Sandra Phillips (movmi)
⚡Antonia Charlton (CoMoUK)
⚡Gunnar Nehrke (Bundesverband CarSharing e.V.)
⚡Gabriela Paz Torres (AIFutures Reflection Initiative)

 

Praktisch